CH.
Maandag
3 Februari.
AN DALEI
ttw«rt «p k
Ifesfgp&g (nmt Mt MIL fsÉsgsMil,
cn.
j$i»t 28
46 *a&iggfiiig,
1908.
istraat
25. 1
VLISSIItlGSCHE COURAIT
•edervornj
riek, voor.
e Heeren
ogen.
Prijs per drie maanden HQ, 'Stem» post 1.50.
Afzonderlijke nummers 5 cent Men abonneert zieh bij aiïe Boek.
handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij den Uitgever
p. VAN DIS VELDE Jr., KDine Maf t,
ADVERTENT1ËNvm 14 regels ƒ0.40, Voor eiken rege
meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde
advertentie wordt de prijs slechts toeemaal berekend. Groote letters
en cliché's naar plaatsruimte
V&r.zehQnt dageljjks, nttgezonderö op Zon- ce feestdagen.
Teleplioonimminer 10.
Abonneincnts-Advortentiifft op zeer voordeclige voorwaarden,
ran 9*/a11»/.
ioitsulioe.
s t r a a t, Nd
Bjj öeze Conrant beiioort eeai)|jvoep
Een moeilijke vraag.
vinter
INST
het Station,
eervm. 8,1
.5, 4.10,
510
vm. pl. a,
.30, 4.35, 5.85,
rkte rit waohl
54 en de boot
ging tot Hotel
i van 11.02 u
behoort in zijn grootste
weer tot de ge-
maar hij heeft vele sporen
vele droevige herinneringen nage
laten. Hij heeft ook menschenoffers ge-
'orderd.
Qjsï die menschenoffers zouden we
teel wat kunnen zeggen vooral ook om
te doen uitkomen, dat ze voor 't mee
rendeei volkomen noodeloos en nutte
loos zijn. Wij vreezen echter dat wg
met onze herinneringen en vermaniu-
wel aan een 's dooven mans deur
zouden kloppen. Ondeugende of roeke
looss jongens en onvoorzichtige volwas
senen, zullen ook een volgenden winter
zich weer op 't ga wagen, schrik en
om zieh heen verspreiden, ten
slotte een ongeluk doen ontstaan en
wijzer mensohen, die er toevallig ge
tuige van zijn, met zich zelf in twee
strijd brengen hulp verleenen of geen
hulp verleenen
Die vraag is ernstiger, dan men op
pervlakkig zou meenen en wij vonden
aar dan ook in een onzer bladen aan
eroerd door een belangstellende, die
tot het publiek de vraag richtte „Mag
of moet de vader van een gezin, die
tegenover dat gezin plichten te vervul
len heeft, zijn leven wagen om een
skeloozen jongen te radden
Het geval toch doet zich maar al te
aak voor dat kwajongens, in weerwil
'an alle vermaningen en waarschuwin-
gei, zioh op het brooze ijs wagen, blijk-
in het vertrouwen dat er altijd
de hand zijn, die dan
van den wal af een handje zullen hel
pen. Tegenover dit min of meer over
legd plan aan de eene zijde staat heel
iets anders aan den anderen kant. De
toeschouwer van het zoogenaamde on
geluk, die zich krachtig gevoelt en niet
bevreesd is, heeft geen tijd tot nadenken
neemt er althans den tijd niet van. Hij
weef dat alleen snel handelen sucoes kan
hebben. Handelde hg niet sneldacht
hij na, dan zou wellicht van hulp ver-
sohaffen geen sprake zijn waaruit trou-
E® £<5 W6M B°8 Diet ¥°lgt' dat in g0heel
VÉssmgen'en 8em hulp zou geboden worden.
24,5.04, en 7.41 't Is in zoo'n geval haast ondoenlijk,
1EN8T
iddelburg v.i
Of 5.50f 7.55'
0* 1.15§ 2.-'
5 50§ 6.55'
i
Remise.
Zeilmarki.
Badhuis.
5f 6.25f 8.40»
.5» 2.2.45'
C.55§ 7.51'
|lü.t
lan tot de
narkt.
huis.
vertrekken
Het Bad-
wel menschel
p 9.20, 12.15
i vertrek van di
srstraat en het
3 minuten latei,
1.23, 12.13,2.58,
'omburg 7.02,
Elomb
8.40.
-, 10.20,10.40,
.30, 1.05,1.S0
.30, 4.50, 5.28
m. 6,10, 6.M,
0, 10.10, 10.80,
13-10' l¥ï
3.40, 4.10, 4,«
7.26, 8—, 8.«
•SCBELöS'
Naar het Engelaob.
3 b) 6,15 c) d)
'0 b) 6,45 o)
5 g) 4,45 o)
.3 5,25 o) f) h)
Set vertrek van
leuzen vm. 8,8"
ssele en Neuzen
te 20 minutsu
i Zondags
gat» 30 mu»a*
12.)
Neen mijnheer, zjj is mg ontstolen
gevangen weggevoerd naar
ssn verborgen plaats. Maar ik zal hanr
vinden of ik zal den laaghartigen schurk
dooden, die het gedaan heeft.
Carriston stond op en liep in de
kamer been en weer. Zjjn gelaat was
ffliBvormd van woedetelkens kneep hij
'S" lange slanke handen samen,
Mijn waarde, zei ik, ge spreekt in
Wadselen. Ga zitten en vertel me eens
nedaard wat er gebeurd is. Maar ge ziet
zeer afgemat uit, daarom zal ik eerst
«en knecht schellen om u wat voedsel
w doen bezorgen.
N®8d- 8P™k hg, ik heb niets
«oodig. Vermoeid ben ik, want in den
kortst mogelij ken tgd heb ik de reis
volkomen kalm en met overleg te han
delen, zooals de jonge man van wien
wij hoorden verhalen, dat hij een jon
gen, ondanks tal van waarschuwingen,
zag dansen en springen op het smel
tende ijs en een oogenblik later
slechts twee handen boven het ijavlak
zag uitsteken. Snel begeeft hij zieh op
het brooze vlak, schuift er voorzichtig
over voort, bereikt den drenkeling,
weet hem te grijpen en aan wal te
brengen, maar dient hem op het
zelfde oogenblik ook zulk een geducht
pak slaag toe, dat het den jongen, naar
onze zegsman opmerkte, wel naar ziel
en lichaam goed zal hebben gedaan.
Wat niet wegneemt dat, ingeval van
mislukking, een jonge vrouw en drie
kleine kinderen vruchteloos naar de
kornet van hun man, vader en kost
winner zouden hebben omgezien 1
Mag dat vroeg de bedoelde be
langstellende.
Mag dat 't Is nog maar Januari,
en er kunnen zieh nog wel een paar
wintertjes voordoen. Bovendien, 't Is
geen vraag voor dezen winter alleen.
Het komt cp het beginsel aan, en wg
kunnen ons zoo levendig voorstellen,
dat de meerderheid van hen aan wie
de vraag ter beantwoording werd voor
gelegd, wel een ontkennend antwoord
zouden geven.
Het wil ons voorkomen dat het hier
een wet is, die ons een weinig strekt
lot richtsnoer, hoe in dergelijke geval
len te handelen. De wet gaat blijkbaar
uit van de onderetelling dat helpen een
plicht is van zoo hoag zedelijken aard,
Jat er gevallen zijn waarin plichtverzuim
behoort te worden gestraft.
Daarom zegt art. 450 van het wet
boek van strafrecht dat hij die, getuige
van het oogenblikkelijk levensgevaar,
waarin een ander verkeert, nalaat dezen
die bulp te verleenen of te verschaffen,
dis hij hem, zonder gevaar voor zich
zelf of anderen redelijkerwijs te kunnen
duohten, verleenen of verscheffan kan,
indien de dood van een hulpbehoevende
volgt, gestraft wordt.
Op het gevaar voor zichzelf komt
het dus in de eerste plaats aan. Het
staat dus vast dat ieder omstander ver
plicht is om geen werkeloos toesohou-
wer te blijven. Hij moet bulp zoeken,
anderen die er beter toe in staat zijn
tot redden aanmoedigen, voorwerpen
verzamelen of hanteeren die tot de
redding iets bunnen bijdragen, enz.
Dat alles kan onmogelijk gepaard gaan
met gevaar voor eigen leven en daarom
mag hij in dezen niet nalatig zijn. Is
bij dat wèl, dan handelt hij tegen het
openbaar belang en is dus strafbaar,
zoodra de nalatigheid het ernstig gevolg
van den dood heeft.
Bistaat er vè! gevaar voor eigen
leven, hetgeen in den regel het geval
zal wezen wanneer een niet geoefend
zwemmer zich te water of ten ijs be
geeft, dan kan van strafbare nalatigheid
geen sprake wezen maar wordt de
zaak meer van zedelgken aard en dan
zonden wij meenen dat de plichten van
een huisvader zwaarder wegen dan da
overigens zeer gewenschte redding van
een roekeloozsn knaap. Lichter zouden
wg over het geval denken indien het
betrof iemand, die geene betrekkingen
van eenigszins nauwsc aard bezit, niet
tot zorg of verzorging van anderen
geroepen is. Hij is dan alleen aan zioh
zelf verantwoording verschuldigd, en
meent hij dat die verantwoording hem
toelaat het eigen leven voor dat van
een ander te wagen, das mag dat aan
hem worden overgelaten.
Toch willen wg er nog dit van zeg
gen deed zich het geval voor van brand
of watersnood, wearbjj zuiver sprake is
van het redden van ongelubkigen, wij
zouden elke daad van zuik een alleen
aan zich zelf verantwoordelijk persoon,
als een daad van moed en liefde, van
harte toejuichen.
Maar ingeval van roekeloosheid lijkt
de zaak ons toch eenigszins anders.
Indien men nagaat hoever de roekeloos
heid gaat, zelfs bij avond wanneer men
hoort hoe ernstige waarschuwere worden
uitgejouwd,zoo niet erger,dan meenen wg
te moeten opmerken dat goed onderschei
den wel aoodig is en dat men, zonder
iets na te laten wat in het algemeen
tot redding kan bijdragee, wel degelijk
behoort na te denken, alvorens een stap
te doen, waarvan de gevolgen veel
ernstiger zijn dan die van het geval
dat men voor oogen ziet.
Nevens de waarschuwingen van
ouders, die ook wel eens te zacht op
treden waar ze integendeel zeer gestreng
behoorden te zijn, kan het zijn nut
hebben, wanneer niet de overtuiging
zoo onomstootelgk vaststaat, dat er toch
wel hulp komt. Die redeneering maakte
niet alleen menigen roekeloozen knaap,
naar Schotland en terug naar hier ge
maakt. Een korte poos geleden kwam
ik te Londen en na één enkel persoon
bezocht te hebben, kwam ik recht naar
hier, naar mijn eenigen vriend.... om
hulpmisschien om bescherming.
Maar ik heb gegeten en gedronken ik
weet dat ik mijn gezondheid en kracht
moet behouden.
Ik bleef echter bij mijn verlangen om
wijn te laten brengen. Hg dronk een
glas en verhaalde mij toen met gedwon
gen kalmte, wat er gebeurd was. Zij a
verbaal luidde aldus
Nadat wij bij onze terugkomst uit
Schotland afscheid hadden genomen,
reisde Carriston naar het stamslot van
zijn geslaoht in Oxfordshire en gaf zijn
oom kennis van de groote verandering
die weldra in zijn leven zou plaats
grijpen. De baronet, een hoog bejaard
ziekelijk man, maakte zich niet druk
over de zaak. Voor elk hoekje gronds
van zijn uitgestrekte bezittingen beston
den ingeschreven erfopvolgicgsrechten,
zijn goed- of afkeuring kon dus siecbtB
verandering brengen in de plannen vaa
zijn neef. Hg was echter het hoofd der
familie en Carriston was dus uit eerbied
verplicht hem bet gewichtige nieuws
mede fe deelen. De jonge man maakte
geen geheim van zijn aanstaand huwelijk
zoodat elk lid der familie weldra wist,
dat de erfgenaam, het toekomstig hoofd
van het geslacht, ging trouwen met
iemand ver beneden zijn stand. Daar
C rriston's bloedverwanten niets wisten
van Madeline Rowan's zeldzame schoon
heid en goed karakter waren zij spaar
zaam met hunne gelukwenschen. Mr.
Ralph Carriston, de neef, omtrent wien
hij zulke ongerijmde verdenking koes
terde, ging zelfs zoover, dat hjj een
bitteren, sareastischea brief schreef, vol
spotachtige gelukwenschen. Hierdoor en
door Charles Carriston's hooghartig
antwoord, werd de vriendsohap tussohea
de nevea niet grooter. Daar kwam nog
bij, dat de jonkmin kort daa-na vernam,
dat in de omgeving van Madeline's
woning inlichtingen waren gevraagd
omtrent haar familie en haar omstan
digheden. In de overtuiging, dat alleen
zijn neef Ralph zoo nieuwsgierig kon
geweest zijn, schreef hij hem een brief,
waarin hij dank betuigde voor de groote
belangstelling in zjjn toekomstig wel
varen, maar tevens verzocht, dat mgn
heer Carriston zich in het vervolg
rechtstreeks tot hem zou wenden om
maar ook menig nuttig en verantwoor
delijk lid der maatschappij ten slacht
offer.
Laat ons de vraag: mag dat? toch
niet licht stellen, maar ze ernstig over
wegen en aan anderen ter overweging
voorhouden 1
lialaifek lerisMaii
De crisis.
Wezen de laatstelijk omtrent de crisis
medegedeelde berichten op haar spoedige
bëindiging, gisteren werd verzekerd
dat wegePB een plotseling opgeko
men bezwaar, in verband mat een
medisch advies omtrent de gezondheid
van een der voor een portefeuille aan
gezochte heeren, eenige vertraging in
de oplossing der crisis zal ontstaan.
Dr. B. Beiger. f
De burgemeester van Utrecht de
heer dr. B. Reiger, is gisterenoohtend
overleden.
Hij werd geboren in 1845 te Gro
ningen. Na zijn opleiding genoten te
hebben aan de Kon. Militaire Academie
te Breda, verliet hij die onderwijsin
richting als 19 jarig jongeling in 1864
met het brevet van tweede luitenant der
artillerie. Zes jaren later, in 1870,
volgde zijn bevordering tot eerste-luite-
nant bij hetzelfde wapen. Kort na zijn
benoeming tot eerste-Iuitenant verzocht
en verkreeg bij eervol ontslag uit den
militairen dienst en vestigde zieh te
Utrecht als industrieel.
In 1877, 18 December, werd hij ge
kozen tot lid van den gemeenteraad.
Den 27en October 1885 verkoos de
gemeenteraad hem tot wethouder, en
werd hjj belast met bet beheer der
financiën. Onder zijn wethouderschap
werd een gemeentelijke inkomstenbelas
ting ingevoerd. Met bijzondere ingeno
menheid nam de Utrechtsehe burgerij
dan ook kennis van het Koninklijk be
sluit van 28 Ootober 1891, waarhij de
heer B. Reiger werd benoemd tot bur
gemeester van Utrecht, in de piaats
van burgemeester Boer, aan wien op
vérzoek eervol ontslag als zoodanig was
verleend. Wat burgemeester Reiger voor
Utrecht is geweest, is van algemeene
bekendheid.
Onder zijn doortastend bestuur ging
de ou 'e Bissehopstad met reuzenschre
den vooruit.
Met al zijn groote kennis en bijzon
dere werkzaamheden heeft de heer Rei
ger zioh gewijd aan de bevordering en
den bloei van de gemeente Utrecht.
Verschillende belangrijke betrekkingen
zjjn hem aangeboden, doch voor al deze
bedankte bij om zieh te big ven wijden
aan zjjn ambt als burgemeester der ge
meente Utrecht. Als lid der Provinciale
Staten bevorderde bij mede de belangen
van stad en gewest.
Zoo is zjjn naam genoemd voor het
hooge ambt van gouverneur-generaal
van Nederl. Iodië.
H. M. de Koningin erkende de ver
diensten van den heer Reiger door hem
te benoemen tot ridder in de Orde van
den Nederl. Leeuw, terwijl de senaat
der Utrechtsehe Universiteit,waarvan hij
sedert 1891 eurotor was, hem in 1901
benoemde tot doctor honoris causa in
de staatswetenschap.
Bestiijding van Speculatiezucht.
De dezer dagen vermelde aieuw op
gerichte „Vereeniging ter beetrijding
van de speculatiezucht" beeft gisteren-
middag te 's Gravenbage eene verga
dering gehouden, order voorzitterschap
van den hees Van Bennekom, ter vast
stelling van de statuten.
Bij de behandeling daarvan werd op
artikel 2, waarin doel en middel?n
werden vastgelegd, ren amendement
aangenomen van mr. Van Einden, be-
oogende da beatrjjding van de specula
tiezucht op den voorgrond te plaatsen
en aangevende de middelen tot berei
king van d t doel. De vaststelling van
de redactie van het artikel werd cpge-
gedragen aan het bestuur.
De naam der vereeniging zal zjjn
„Boud tot bestajjding der speculatie
zucht en tot behoud van het nationaal
vermogen.6 Besloten werd, dat er meer
dan één rubriek van leden zal zijn, en
welbeschermende leden, begunstigende
en gewone leden (alle leden hebben
gelijk® rechten). Bsschermande ledeu
batalen een jaariijkseke bijdrage van
f 10, of storten een gift in eens van
minstens f 100 begunstigers beta
len jaarlijks minstens f5; de ge
wone leden ten minste f 1 per jaar.
Bovendien kan de vereeniging eare-
ledan tellen De overige artikelen wer
den goedgekeurd en het bestuur ge-
maohtigd om, indien de regesring wij
zigingen noodig oordeelt, die wjjzigia-
gen in fca lasschea.
Het voorloopig bestuur bestaande
uit de heeren H. H. van Bennakoin,
mr. E L. van Einden, nar. J. Vyn en
J. E. Scholten werd als definitief
bestuur gekozen met machtiging om
zioh een vijfde lid toe te voegen.
Ambtenaren der directe belastingen.
De zes en zeventigste jaargang (1908)
van het jaarboekje voorde ambtenaren
der directe belastingen enz. in Nederland,
- het welbekende werk onder redactie
van den heer C. Middelkoop, referen
daris bij het departement van financiën,
is verschenen.
Para JMtblai! n ÏUtaleciif.
elke inlichting, die hij verlangde. De
twee mannen waren thans beslist vijan
den. In zjjn tegenwoordige stemming
gaf Charles Carriston ar geen zier om,
of zijn verwanten vóór of tegen zijn
huwelijk waren Hij was hartstochtelijk
verliefd en maakte spoed met de voor
bereidselen tot zjjn huwelijk. Ofschoon
Madeline nog onkundig was van den
hoogen rang, dien haar aanstaanden man
innam, ofschoon zjj volstrekt zonder
geld tot hem kwam, bad hjj besloten
haar financieel zoo edelmoedig te be
handelen, als ware zij de allerbeste
partij van het land geweest. Er waren
verscheidene rechtequaestiee te regelen
aangaande da eigendommen, die bij op
haar naam wilde laten oversohrjjven. Dit
veroorzaakte natuurljjk vertraging. Zoo
dra dit afgeloopen was tot zijne tevre
denheid, of liever tot tevredenheid vau
zijn rechtsgeleerde raadslieden, zou hij
naar Schotland gaan, om zijn schoone
bruid naar bet altaar te voeren. Iutus-
sohen keek hjj eens rond naar een
woning. Daar dit ni9t met zjjn aard
strookte, was Carriston niet voornemens
zioh onmiddellijk te vestigen en het
leven van een gewoon rijk Engelschman
te gaan leiden. Zjjn plan was met
Madeline eenige maanden buitenslands
te gaan. Hij vestigde zijne keuze op
Cannes ais een aangename plaats om den
winter door te brengen maar daar hjj
het leven in een hotel eenigszins moede
was, wenschte bij een gemeabilesrd huis
te buren. Door bemiddeling van een
agent, die hem was aanbevolen, kon hjj
een buis krijgen, dat volgens de mooie
beschrijving ervan hem meer dan eenig
ander huis zou bevallen. Men vroeg om
een spoedige beslissing en daarom stak
onze voortvarende jongs vriend het
Kanaal over en spoorde naar het zuiden
van Frankrijk, om zieh met eigen oogen
te overtuigen, dat het hoog geprezen
huis het schoone wezen waardig was,
dat er gedurende eenigea tgd als mees-
teresse in zou wonen.
Hij schreef aan Madeline, dat hij
voor eenige dagen van huis ging, dat
hij het grootste deel van dien tijd zou
reizen, en zij dus niet aan hem be
hoefde te schrijven voor hij terugge
keerd zou wezen.
(Wordt vervolgd)