K.
46t> Ja&rgfmg.
Woensdag
22 Januari.
1908.
mplete
stellen
je men
No* 18.
[ENST
EÜDÏEHST.
SCHELDE
Gemeente bestuur.
Land- en Tuinbouw.
alhier.
ivan den Kom.
de Komman.
'BEL, tot
ting uit-
ddelburg t.t
f 5.50t 7.55'
1.15§ 2.—*
5,50§ 6.55*
Remise.
Zeilmarkt.
Badhuis.
5f 6.25f 8.40*
5* 2.—2.45*
6.55§ 7.50*
O.f
in tot de Re*
arkt.
uis.
vertrekken
het Bad.
6.20, 7.—,
10.20,10.40,
30, 1.05,1.30*
30, 4.50, 5.20
m. 6,10, 6.S0,
10.10, 10.SQ,
12.10, 12.45,
1.40, 4.10, 4,40
,25, 8.—. 8.M
goudsos njt
VLIS
Prijs per drie maanden 1.8®. FrawiO ps ps« 3 1.50.
Afzonderlijke nummers 5 cent Men abonneert zieh bij alle Boek.
handelarenPostdirecteuren of rechtstreeks bij den Uitgever
F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Mar' .t.
ADYERTENTIËNvan i4 regels ƒ0.40» Voor eiken rege*.
meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde
advertentie wordt, de prijs slechts tweemaal berekend. Groote letters
en cliché's naar plaatsruimte
Ysrschjjnt dagelijks, uitgezonderd op Zon- en feestdagen.
Telephoon nummer 10.
Abonnements-AdvertentiëK op zeer voordeelige voorwaarden.
ffliüi
9.20, 12.15
vertrek van de
rstraat en het
1 minuten later.
,23, 12.18,2.58,
iomburg 7.02,
8.40.
ssingen en Mid-
5,4.15, en 6,55
Vlissingen eu
,5.04, en 7.44
1 b) 6,15 c) d)
10 b) 6,45 c)
5 g) 4,45 e)
3 5,25 o) f) h)
iet vertrek van
leuzen vm. 8,30
ssele en Neuzen
.51 10.1
.50111.2 HIJ,
J 5»
itschlaad, riohtmg
ige Zwaluwe.
2.6
1.29
3.9
3.42
3.58
4.12
BEKENDMAKING.
Aangifte van nieuwe leerlingen
Yoor da Openbare Lagere Scholen.
Burg. en Weth. van Vlissingen
brengen ter kennis van belanghebben
den dat op Maandag 17 Februari a. s.
serlingen tot de scholen A (Coosje
nstr.), B (Hooikade) en F (Joost de
Moorstr.) kannen worden toegelaten kin
deren van on- en minvermogenden, die op
het tijdstip der toelating zes jaren oud zijn.
De aangifte der nieuwe leerlingen kan
jchieden van Maandag 20 Januari tot
met Zaterdag 1 Februari e. k., des
voorm. van 9—12 uren, ter gemeente-se-
7 cretarie (Griffie.)
Bij do aangifte wordt men verzocht een
'trouwboekje mede te brengen.
""ssingen, 18 Januari 1908.
Burg. en Weth. voornoemd,
VAN DOORN VAN KOUDEKERKE.
De Secretaris,
WITTE VEEN.
ito 20 minuten
3 Zondags ten
gate 30 minu-
f 8.33
B® Grisis.
De .Tijd" spreekt van personen en
daden der rechterzijde, die „zoodra de
naam van dr. Kuyper ais toekomstig
linieter genoemd wordt, een keel op-
ietten, ais kon ons land en bepaaldelijk
de rechterzijde niete ergere overkomen.
De „Tijd* doelt blijkbaar o. a. op het
rtikel van de „N. Tilb. Ct.", het or-
van het Kamerlid Arts, hetwelk
o. a. achreef
„Het thans weder optreden van dr.
.nyper als minister zou, daarvan zijn
g innig overtuigd, het begin van het
linde zijn.
Wanneer men nu zonder dr. Kuyper
in het geheel geen behoorlijk minis-
;erie zou kunnen samenstellen, dan ware
er misschien grond voor de opmerking,
men zich aan de weinig eervolle
verkiezingspraktijken der vrijzinnigen
liet heeft te storen. Maar evenmin ale
ie ook ie dr. Kuyper onmisbaar, ter
ijl men van den anderen kant by het
wen van politiek, met alle mogelijke,
Feitelijke omstandigheden meet rekening
houden.
dit willen wij zeggen, dat het
one en menig collega een onverkwik
kelijke toekomst lijkt, wanneer het
Naderlandsche volk weer eens door en
kele jaren Kuyper polemiek wordt bezig
;ehonden, verdeeld, opgezweept en ver-
'eeld."
Welnu, de „Tijd* aoht dergelijk ge-
ichrijf zeer beslist te misprijzen. Als
oofd van het kabinet van 19Ö11905
eeft dr. Knyper aan het geheele land
ec bijzonder aan het christelijke deel
Ier bevolking vele en zeer gewichtige
liensten bewezen diensten, welke door
me steeds in dankbare herinnering
lienen gehouden te worden.
Juist daardoor heeft dr. Kuyper zich
Naar het Engelsoh.
{Verhaald door dr. Philip Brand te Londen.)
Elk vaa ons kon dea ander naar zijn
Oeeuing vragen omtrent de verdiensten
I "o het gedane werk en gelukkig
jevoelen met de daarop verkregen
ung. De eischen, aan het werk
hn een kunstenaar te stellen om het
"muntend te kunnen noemen, zjju
"Muurlijfc veel te hoog voor het werk
80 een amateur. Wanneer een kunete-
aar uw werk prijst, doet hij dat eleohts
I auneet hij het beschouwt als bet werk
L1 een leek. Het is duidelijk, dat zulk
L 'l'prijzing het werk veroordeelt en
m ^en re°hten lust verliest.
Wat Carriston betreft, geloof ik, dat
r» zonder vreee zijn werk aan een
critiek zou hebben kunnen
''werpen. Zjjn teekeningen waren
vele en bittere vijanden gemaakt. Waar
is bet, dat er ook aan de rechterzijde
gevonden worden, die door sommige
eigenaardigheden van zijn karakter
worden afgestooten af om andere, zeer
uiteenloopende redenen (wij denken
hier in 't bijzonder aan de wrjjving
tuesehen anti-revolutionnairen en chris
telijk historischen bij verkiezingen, enz.)
als zijn persoonlijke tegenstanders zijn
te beeohouwen. Maar ook waar is het,
dat geen naam bij duizenden, in dagen
van politieke verkiezingen vooral, meer
geestdrift wekt dan de zijne.
Men kan er over strijden, welke van
de tegenstrijdige invloeden de sterkste
moet geacht worden of in hoeverre zij
elkander min 'of meer neutraliseeren.
Nu vindt de „Tijd6 de zaak practiech
van geen beteekenis, want het staat vol
gens haar wel vast, dat er van een mi
nisterschap van dr. Kuyper thans geen
sprake kan zijr. Wij hebben een kabi
net Heemskerk te wachten, en dr. Kuy
per kan geen tweede plaats vervullen.
Maar dit wil de „Tjjd* zeggen Wjj
achten het jegens een groot man, aan
wien wij, Katholieken, als religieuze en
staatkundige groep in den lande ern
stige verpliehtingen hebben als
zoodanig toch staat de figuur van dr.
Knyper voor ons volstrekt onbillijk,
dat ook van onze zijde om opportuni-
teitsredenen zou worden ingestemd met
het Tolle, hetwelk bij alle liberale en
socialistische groepen, bij allen, die aan
den ehristennaam vijandig zijn, een
stemmig tegen hem opgaat.
Staatsbegroting voor 1908.
Bij de in de «fdeelingen de' Eerste
Kamer gevoerde algemeene beschouwin
gen over de staatsbegrooting vtor 1908,
hadden vele leden het beter gevonden,
wanneer het demissionnair kabinet aan
de Koningin had voorgesteld de aange
nomen begrootingen terug te nemen en
te vervangen door de credietwetten,
opdat alleen urgente zaken met de Ka
mer waren behandeld. Andere ledea
achtten de handhaving hare- voorstel
len door de regeering oorreot. Weige
ring om met de tegenwoordige minis
ters 's lands zaken te behandelen ware
inconstitutioneel en credietwetten zon
den eene belemmering geven, daargela
ten dat dit middel slechts in ga uiterst
geval mag gebruikt worden.
Yele leden lieten zich door het ver
zoek der regeering om algemeene be
schouwingen achterwege te laten, niet
weerhouden om hunne meening te zeg
gen, daarbij rekening houdende met de
mogelijkheid dat het kabinet ten elotte
tooh blijft of een ander ministerie van
in hoofdzaak dezelfde richting komt.
En mocht een kabinet van andere rich
ting optreden, dan achtte men het goed,
dat ook dat kabinet de meening van
vele ledea over eenige begrotingspos
ten kenne.
Andere leden aohtten algemeene be
veel artistieker en indrukwekkender dan
de mijne. Ongetwijfeld had hg groot
talenthij was bekwaam in het land-
sobapschilderen, en tot mijne verwonde
ring bemerkte ik, dat hij nog bekwamer
was in het portretschilderen. Met vaste
hand kon bij vlug de sprekendste
gelijkenis treffen. De studies, die hg mij
toonde, waren zoo geestig en waar, dat
ik zonder vleierij hem kon aanraden
het pad der kunst te beireden. Ik heb
van hem een aantal schetsen van men-
sehelgke gezichten voor mij liggen,
waarvan vele uit het geheugen zijn
geteekend, en als ik er naar kijk, staat
het origineel van elk mij dadelijk voor
oog en. Sedert het eerste oogeublik had
ik belang in den jongen man gesteld eu
mijne belangstelling werd van dag tot
dag grooter, wijl ik meer en meer met
zijn karakter bekend werd. Ik verbeeld
me, dat ik een scherp opmerker en een
bekwaam ontleder van iemands karakter
ben en tot heden meende ik, dat het
gemakkelijk was daarvan een beschrij
ving te geven. Nu ik er eohter voor sta
dit te doen, vind ik het geen gemak
kelijke taak in woorden een zuiver
denkbeeld te geven van Charles Oarrit-
eon's geestesleven.
schouwingen op dit oogenblih vrijwel
nutteloos en voor de toekomst zonder
waarde, daar het kabinet tooh geener
lei belofte kan doen.
Eenige leden willen met het nieuw
op te treden kabinet de begrootingen
afdoen, ondanks de bereidverklaring
van het demissionnair kabinet om ze
te behandelen.
Een lid betwijfelde of dit kabinet
zieh ernstig als demissiounair beschouw
de met het oog op het feit der beant
woording, na ontslagname, van het
verslag over de registratiewezen.
Over de beteekenis der aanneming
van de begrootingen onder dit kabinet
werd nog van gedachten gewisseld,
waarbij zich groot verschil van gevoe
len openbaarde. Allen achttsn de be
grooting een oredietwet, maar som
mige leden meenden, dat de goede
trouw en de oostinuiteit dat daaraan
door het ministerie, welk ook, nitvos-
ling werd gegeven, tenzjj een nieuwe
minister de uitvoering niet voor zijn
verantwoording mocht nemen, in welk
geval hg wijziging behoort voor te
i stellen.
j Andere leden verklaarden daaren-
j tegen dat zij hun stem aan de begroe
ting aldus wilden zien opgevat, dat zij
die begrooting beschouwen als een ore
dietwet, waarvan het komende minis
terie vrij is al dan niet naar goedvin
den gebruik te maken. Zij vroegen van
de regeering de belofte, dat zij op de
beslissing van het nieuwe kabinet niet
zal voornitloopen, door reeds vóór haar
aftreden uitvoering of een begin daar
van te geven aan nieuwe posten of
verhoogingen, op de t'grooting voor
komende. De Kamer en de regeering
beboeren overeen te stemmen, dat het
nieuwe ministerie volkomen vrij is.
Zonder die overeenstemming of zeker
heid, zouden leden tegen de hoofdstuk
ken stemmen, waarmede zij zich niet
vereenigen kunnen.
Hiertegenover wezen weer andere
leden op de bevoegdheid van het demis
sionnair kabinet, om de beantwoording
der hegrootingsverslagsn aan het op
volgend kabinet over te laten.
Wat de begrootingen zelf betreft,
vroegen verschillende leden voorziening
ten opzichte van de oorlogsbegrootinge-
uitgaven werd van verschillende zijden
opgekomen tegen de opdrijving van de
opgaven in nagenoeg alle begrootinge-
hoofdstukken zagen verschillende leden
gevaar in de groote uitbreiding van het
aantal rijksambtenarenwaren eenige
leden tegen gehuwde vrouwelijke amb
tenaren werden de beschouwingen in
de Tweede Kamer omtrent bet deficit
bij de Rijkspostspaarbank niet erkend
ea werden de bezwaren tegen gedeel
telijke belegging der kapitalen van die
instelling in het licht gesteld, waarbij
echter tegea het diseonteeren van bui-
teniandsche wissels geen bedenking
bestond.
Belastingwetten.
De memorie van antwoord der re
geering op het afdeelingsverslag der
Tweede Kamer over de belastingwetten
is gereed om aan de Tweede Kamer te
worden ingezonden, zoodat het omvang
rijke stuk, dat vergezeld gaat van een
gewijzigd ontwerp, weldra zal verschij
nen.
J. S. H. Brouwers, f
In den ouderdom van 65 jaar is
overleden de heer J. S. H. Brouwers,
notaris te Yenlo, lid van de Eerste
Kamsr der Staten-Genersal. De over
ledene was ridder in de orde van den
Ned. Leeuw en in de orde van den
H. Gregorius den Groote.
M. 0. Wurfbain. f
Te 'e Gravenhage, waar hij sinds
Vrijdag vertoefde bjj zijn familie, werd
Zondag, na de lunch, door een beroerte
getroffen, waaraan hjj overleed, de heer
M. C. Wurfbain, sinds 42 jaren da
chef der firma Van Ranzow, bankiers
te Arnhem.
De overledene, in 1844 te Amster
dam geboren, was vele jaren commis
saris der Vüasingsche Duinwaterleiding
Maatsohappjj welke betrekking hij met
den meeaten ijver en nauwgezetheid ver
vulde, verder voorzitter der Kamer van
Koophandel te Arnhem en lid der com
missie van advies soor de spoorweg-
dienstregelingen.
Ik ontdekte weldra dat bij, ik mag
wel zeggen geplaagd werd door een
bijzondere fijngevoelige inborst. Ofschoon
sterk en oogeneobjjnlijk goed gezond,
scheen hij bij verandering van het
weder even gevoelig te zijn als een
bloem. Al was hij steeds vriendelijk, de
stemming zijner ziel, de toon der ge
sprekken wisselde af, als het ware, met
de weersgesteldheid. Hij had een rijke
verbeeldingskracht, die soms aan het
tooveraohtige grensde. Hij scheen geen
oogenblik te twijfelen aan de gegrond
heid der zonderlinge theoriën, die hij
verkondigde, aan de mogelijkheid, dat
zijn dichterlijke droomen zouden ver
wezenlijkt worden. Natuurlijk had hg
zijn gebrekenhij werd spoedig boos,
maar wat mij zoo zeer in hem be
haagde wat hg zei, kwam hem uit
het hart.
Naar hetgeen ik kon oordeelen, was
zijn geest te hoog gespannen, te fijn
gevoelig voor het alledae.geehe leven.
Vreugde, leed, medelijden deden zijn
ziel trillen, veel meer trillen dan goed
voor hem was,
In het kort, de uitslag mijner studie
van het karakter van mijn nieuwen
vriend was, dat ik ongerustheid gevoelde
Êroade tijding.
Waar omtrent de Rijksverzekerings
bank den Jaatsten tijd niets dan onaan
gename berichten werden verspreid, is
't verblijdend melding te kunnen maken
van twee uitmuntende besluiten. Uit
muntend vooral, omdat zij gaan in de
goede richting der decentralisatie.
Tot nu toe kwamen al de rapporten
der controleerend geneeskundigen op de
medisohe afdeeling, waar zij werden
nagekeken en dienden tot het uitbren
gen van een rapport aan het bestuur
omtrent het te nemen besluit.
Deze geheele schakel ie nu verdwe
nen. De rapporten der medische ambte
naren dienen nu direot als basis van
het bestuursbesluit.
De tweede gewichtige maatregel
brengt de correspondentie der behan
delde geneeskundigen, die tot nu toe
via het bestuur moest gaan, regelrecht
naar de eontroleerende geneeskundigen.
Beide maatregelen zullen groote ver
eenvoudiging en bespoediging in het
nemen van beslissingen brengen, waar
voor het bestuur de grootste lof toe
komt.
Wel is de taak en de verantwoorde
lijkheid der controleerend-geneeskundi
gen door deze besluiten bijzonder ver
zwaard, maar in deze beslissing ligt
tevens het vertrouwen van het bestuur,
dat de tegenwoordige medisohe ambte-
over zijne toekomst, een ongerustheid,
die niet geheel vrij was van de be
langstellende nieuwsgierigheid van den
naren die uitbreiding van ambtsbevoegd
heid ten volle waardig zijn.
Ofschoon er dikwijls een glimlach
om zjjn lippen speelde, was zijn stemming
over het algemeen droevig, zelfs klein
moedig en ziekeljjk. Ei toch zijn er
slechts weinige jonge mannen, wien
het leven zooveel beloofde als met
Carriston het geval was.
Op zekeren dag sprak ik schertsend
met hem over zijn toekomstigen rang
en de verantwoordelijkheid, welke die
meebracht.
Ge zult natuurlijk zeer rijk zijn,
zeide ik.
Carriston zuchtte.
Ja, als ik lang genoeg leefmaar
ik denk niet, dat dit het geval zal zijn.
Waarom niet Ge zijt blesk en
mager, maar uw gezondheid laat niets
te wenschen over. Wjj hebben vandaag
twaalf mijlen geloopen en ik beb
geen vermoeien's bij u bespeurd.
Carriston antwoordde niethg scheen
in gedachten verdiept te zijn.
Uwe vrienden moeten zorg voor
u dragen en een vrouw voor u zoeken,
zei ik.
Voor de lichting 1908 waren 52,710
personen ingeschreven. Hiervan zijn
17,500 man of ongeveer 1/z deel aan
gewezen voor den dienst. Dat bij niet-
verhooging van het contingent de kans
op vrijloten telken jare grooter wordt,
blijkt uit da volgende cijfers in 1903
waren ingeschreven 47,159, in 1904
49,405, in 1905 50,893, in 1906 51,210,
in 1907 52,710 man.
Miltvuur.
Nu hier, dan daar verneemt men
geregeld door van gevallen vac, milt
vuur daarom een enkel woord hierover.
Miltvuur is een ziekte, welke reeds
in de oudste tijden werd aangetroffen,
reeds in da boeken van Mozes wordt er
gewag van gemaakt.Ook in latere eeuwen
kwam deze ziekte voor. Tooh ljjdt het
geen twijfel, of men heeft zich vroeger
omtrent deB aard der ziekte meermalen
vergist, en sprak men van miltvuur in
vele gevallen, waarin inderdaad daar
voor geen werkeijjke grond bestond.
Zeer dikwijls veroorzaakt het miltvuur
bij het vee een plotselingen dood en
daarom is men zoo licht geneigd, waar
deze voorkomt deze aan miltvuur toe
te schrijven. En waar men voorheen
omtrent de oorzaak dezer ziekte in het
duister tastte, was het vaak zeer moei
lijk of onmogelijk de ziekte met zeker
heid vast te stellen.
De wetenschap is echter ook hierin
vooruitgegaan. Da bekende bacterioloog
Robert Koch ontdekte in 1876 een bacil
als de oorzaak der ziekte. Het bestaan
dezer miltvuur-bacillen of staafjes was
wel al eerder vastgesteld en in het
bloed van aan miltvuur geleden of ge
storven dieren in tallooze massa's ge
constateerd, maar aan Koch en na hem
aan Pasteur gelukte het de bacillen te
kweeken en met zekerheid aan te toonen,
dat zij de oorzaak der ziekte waren.
Dat kunstmatig kweeken kan gesohie-
den o. a. in bouillon en op gekookte
aardappels, maar ook kunnen de ba
cillen op gronden, welke aan overstroo-
ming zijn blootgesteld, reeds bij een
temperatuur van 12—15° Celsius tot
ontwikkeling komen.
Veel weerstandsvermogen hebben zg
evenwel niet, door indrogen en inwer
king van het zonlicht gaan zij spoedig
te gronde. Maar in de bacillen vormen
zich sporen en deze zijn taaier, ja, heb
ben een buitengewone levenskracht
zeer lang kunnen zij leven in gedroog-
den staat, in bedorven water, in rot
tend bloed en in aarde. Het bloed van
zieke of aan miltvuur gestorven dieten
ie zeer besmetteljjkeen veertig mil-
lioenste deel van een druppel bloed,
onder de huid gespoten van een Gui-
neesoh biggetje deed dit dier binnen
Ik heb geen vrienden, antwoordde
hij treurig. Ik heb geen naderen bloed
verwant dan een neef, die veel ouder is
dan ik, en dia mg besehiuwt als geboren
om hom te berooven van wat hem
eenmaal zou toebehooren.
Hij moet weten, dat gij er reoht
op hebt, volgens het reoht van eerst
geboorte, dat onzen hoogeren standen
zoo heilig is.
Ja, maar jaren geleden was ik
altyd ziek of half stervend mijn leven
was geen stuiver waard. Plotseling werd
ik flink gezond en sedert dien tjjd kwam
ik zelfs aan mij zeiven voor als een
soort van binnengesmokkeld personage.
j Het moet wel onpleizierig zijn te
weten dat iemand naar uw dood ver-
langt, maar dit is nog een reden te
j meer om te trouwen en andere levens
te stellen tussehen hem en deu titel.
Ik geloof dat ik wel nooit zal
trouwen, sprak Carriston, terwijl hij
met zijn zachte, donkere oogen mg
aankeek. Ge zult wel begrjjpen, dat een
jonkman, die jaren lang gedacht heeft
spoedig te zullen sterren, niet opgroeit
met preoieB dezelfde denkbeelden als
andere mensohen.
J (Wordt vervolgd).