Zaterdag
18 Januari.
8ffl!i8alanlsek berisblsiL
I iktii iif
FEUILLETON.
15
40 èwgang,
1908.
r LL4,
iohtiüg
-
6.17
9
6.3
7.10
2
7.47
8
8.1
2
8.16
COURANT
Prijs pet drie maanden f !=8Q> Fraais© Q& pm 1.50.
Afzonderlijke nummers 5 cent. Man abonneert zich bij alïe Boek-
bandelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij den Uitgever
F. VAN DE VELDE Jr., KI sine Mat' t,
ADVERTENTIES van 1—4 regels ƒ0.40. Voor eiken rege'
meer ÏO cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde
advertentie wordt de prijs slechts twee maal berekend. Groote lettere
en clicbé's naar plaatsruimte
Y&rschflnt dageljjlrs; nitgezondertt op ÏJon- en feestdagen.
Da crisis.
Het Oorrespondentiebureau meldde
gelijk men weet dat de vergadering
van de Rcomsch Katholieke Kamerclub
alleen ten doel bad de behandeling van
het rapport vandeRoimsoh Katholieke
kiesvereenigingen betreffende het kies-
reohtvraagstuk in verband met de re
sultaten van onderzoek, door de Kamer-
club inzake dit vraagstuk ingesteld.
Het „Centrum* merkt naar aanleiding
van dit bericht op, dat bet voor de
juistheid ervan niet kan instaan.
Het „Hbl." deelt mede, dat dr. A.
Kuyper gistermiddag van den Haag is
afgereisd naar België.
De „N. Tilb. Ct.", (uitgever het
Kamerlid A. Arts) schrijft:
Wij ook hebben vernomen dat er van
antirevolutionnairezijde wel aangestuurd
wordt om dr. Kuyper in een nieuw
ministerie te doen plaats nemen, maar
dot het verschil van appreciatie over de
wemcbelijkheid hiervaD, bij de batho
lieken zou samengaan met een verdee-
iing van ouderen en jongeren, daarvan
vernamen wij niets.
Wel weten wij, dat verschillende
leden der katholieke staatspartij ook
van de „jongere" sen optreden van
dr. Kuyper als minister thans niet in
het belang der christelijke politiek
zouden achten, zooals de „Telegraaf*
opmerkt, „vrijwel uitsluitend op grond
van tactische overwegingen."
In de eerste dagen van de crisis riep
een der meest hartstochtelijke liberale
Kamerleden in den sntirevolution
naiien hoek zon men het zich moeten
kunnen herinneren luid op „Ik geef
vijfentwintig gulden aan den arme, 1
wanneer Kuyper weer minister wordt."
Hiermede gaf deze liberaal zich bloot
maar liet tevens scherp uitkomen van
hoeveel waarde voor de liberale pro
paganda het zou zijn, wanneer met den
naam Kuypor vseer kon geschermd
en de Kuyperhaat weer kon bespeeld.
Wil men nu de vrijzinnige propa
ganda in de hand werken, men zal niet
beter kunnen doen dan dr. Kuyper de
leiding weer opdragen. Meu krijgt daD,
daarvan zijn wij en massa's katholieken
overtuigd, een herhaling van 1905,
zoodra het maar tot een verkiezing
zal komen.
Het thans weder optreden van dr.
Kuyper als minister zou, daarvan zijn
wij innig overtuigd, het begin zijn van
het einde. Wanneer men zonder dr.
Kuyper in het geheel geen behoorlijk
ministerie zou kunnen samenstellen, dan
ware er misschien grond voor da op
merking, dat men zich aan de weinig i
eervolle verkiezingspraotgken der vrij- j
zinnigen niet heeft te storen. Maar j
evenmin als wie ook, is dr. Kuyper
onmisbaar, terwijl men van den anderen
kant bij het voeren van politiek, met
79.)
Zij stak haar zoon de beide bevende
kanden toe en zeide eenvoudig „John,
'k weneoh ja het goede. Jij bent de
rechte erfgenaam I Je weet, wat ik
meeD. Nu, het goede I"
Daar was ook zijne zuster Anny,-die
sedert drie maanden met Will Burns
getrouwd was. De jonge vrouw zag er
knap en fleurig uitmet een kort woord
«ecechie zij het verloofde paar geluk,
maar John wist wel, hoe goed gemeend
•tol korte woord was. Will was er
natuurlijk ook. Dan waren er mijnheer
Iwellingwood met zijne knappe dooh-
'm>, en bijgevolg ontbrak ook mijnheer
ferez niet. Nog altijd had Jerez zijn
Jaoht niet verkoohthij wilde het niet
meer verkoopen, sedert hg wist hoeveel
alle mogelijke omstandigheden moet
rekening houden.
Ea dit willen wij wel zeggen, dat het
ons en menig collega een onverkwikke
lijke toekomst lijkt, wanneer het Nedor-
landsche volk weer eens door enkele
jaren Kuyper polemiek wordt bezigge
houden, verdeeld, opgezweept en ver
veeld. En wanneer het waar mocht zjjn,
dat „men van anti revolutionaire zijde
geen Kabinetsformatie (zou) willen
zonder den leider", dan is er toch nog
altijd plaats voor de vraag, of de andere
bondgenooten ook hier, ovenals bij het
verdoelen der Kamerzetels, eenvoudig
maar hebben goed te vinden, wat, men
bij de antirevolutionairen pleegt vast te
stellen en te „willen."
„De Tjjd" dringt op Kamerontbin
ding aan, als er een raohtsch kabinet
optreedt. Het blad schrijft
Een ministerie verslijt bij ons spoe
dig. Het kan onmogelijk een jaar regee-
ren zonder zich vijanden te maken.
Dit is nu op zichzelf zóo erg niet,
indien nieuwe vrienden de plaatsen der
afvalligen kwamen innemen en vooral
indien de regeering door haar daden
de geestdrift van haar partijgenooten
levendig wist te houden.
Indien thans een kabinet, uit de
rechterzijde gevormd, het bewind zal
overnemen, zonder ontbinding ven de
Tweede Kamer als voorwaarde te stel
len van zijn optreden, of zoodanige ont
binding door het opwerpen van een be-
ginselquaestie zoodra mogeljjk uit te
lokken, zal dergelijk reehtsch ministerie
de eerste anderhalf jaar hebben te re-
geeren als een neutraal bewind, ais een
cabinet d'affaires.
En met het oog op die eventualiteit
herhalen wij de vraag, gesteld in ons
nummer van 27 Dec. j 1.
„Hoe bij de eigen partijgenooten
geestdrift te bewaren voor een kabinet,
heswelk gedurende het eerste stadium
van zijn bewfod de eigen vlag niet vrij
onbelemmerd mag vertoocen
Sterke redenen derhalve schijnen ons
bjj optreden van een kabinet der rech
terzijde te pleiten voor Kamerontbin
ding zoodra mogoliik.
Evenwel erkent de redactie dat er
haar onbekende redenen kunnen be
staan, welke een nieuw optredende re
geering vooralsnog van Kamerontbin
ding behooren terug ta houden, en be
tuigt vertrouwen in het beleid harer
politieke vrienden.
Dj Eerste Kamer komt 27 Januari
in om de Staatsbegrooting af te
doen. Deze week worden de afdeelings
verslagen verwacht.
Koninklijke of parlementairs ministeries.
Onder dit opschrift levert het „Utr.
Dbi." een oud-liberaal orgaan, een warm
pleidooi voor terugkeer naar da Ko
ninklijke ministeries, alzoo tegen het
parlementaire stelsel.
behagen Mari9 Twelliogwood en hare
zuster in het schip hadden.
Nadat de tafel was afgedekt en aan
alle gebruiken van een Engelsohe ver
loving was voldaan, zeide Burnett„Zeg
eens, mijnheer Jerez, wat zijt-ge toch
eigenlijk van plan Hoe hebt ge er
over gedaoht
Jerez keek den directeur aan. „Wat
bedoelt ge vroeg hij.
„Wel, ik bedoel dat met Marie en
u zelf."
„Zoo Nu, luister dan eens goed,
mijnheer 1 De meeste oude kapiteins,
die de zse vaarwel zeggen om hun verder
leven rustig aan den wal te slijten,
denken aan een huwelijk met een jonge
vrouw maar ik zal niet trouwen."
„Wat?" riep Burnett verbaasd.
„Ik houd veel van Marie en daarom
boop ik, dat zij een knappen jongen
man krijgt. Daar kan zij meer genoegen
mee beleven dan met zoo'n ouden
grijskop als ik ben. De oude Soheppers
beging een dwaasheid, toen hg de jonge
markiezin trouwde. En zou ik nu even
dwaas handelen
„Maar
„Hoor eens, hoe ik er over denk. Ik
wil mg vergenoegen met een rustig
Telephaoimunuaer 10.
De fout waaronder oss staatkundig
leven gebokt gaat, ligt in bet door de
Grondwet niet geboden gebruik, dat
het ministerie uit de telkens wisselende
meerderheid der Tweede Kamer geko
zen wordt. Zulk een meerderheid is
niet de zuivere en bljjvende uitiDg van
het volk als organisch geheel. Dat volk
wenscht niet heden christelijk, morgen
rood-radicaal geregeerd te worden. Het
wenecht op zakelijke wijze in den zin
van een regelmatigen vooruitgang en
met behoud van zijn nationaliteit on
zelfstandigheid te worden bestuurd, met
eerbiediging der minderheden ge
stadig en onstqnent.
i Ea hst betwijfelt meer en meer of
a-.n het parlement die taak het best is
toevertrouwd. Het stelsel deugt niet,
dat het ministerschap der partijleiders
tot den prijs maakt van de overwinning.
Het verlangen naar aandeel in den buit
voor de leden der partij, in den vorm
van ambten, baantjes, enz., speelt te
groote rol. Bovendien bederft de ge
woonte, dat de ministers worden geko
zen uit het parlement de zuivere wer
king van het parlement.
De ministers moeten weer in werke
lijkheid de dienaren der Kroon worden.
Voelen zij zich dienaren van't Parlement
of van de Tweede Kamer, dan wordt
derwaarts hst regesringsgezag verplaatst,
hoewel het uit zijn aard voor die taak
ongeschikt is, niemand trouwens die het
die taak toevertrouwt.
Da ministers weer dienaren dar
Kroon dat brengt geenszins mee, dat
de politiek der regeering lijnrecht tegen
die van de meerderheid dar Sïaten Ge
neraal zou moeien ingaan. Ook in het
constitntioneele stelsel ie op den duur
een ministerie of minister niet houdbaar,
die bet vertrouwen der Sisten Generaal
ontbeert. Meer wat verkeerd werkt is
de ruwe, mechanische manier, waarop
da beslissing over dan koers van het
landsbestuur afhangt van 52 links, 48
rechts, of omgekeerd. Dat wordt een
eeuwig zigaag tot nadeel van het laad.
Eeo constitutioneel ministerie in
onderscheid van het parlementaire
zcekt de etroomingsn zooveel mogelijk
te vereeuigan tot een gemeenschappelijke
strooming in het a'gemeen belang. Ook
zóó is wisseling mogelijk, maar dan
gaat ze in geleidelijke evolutie, niet
als in het parlementaire stelsel
schoksgewijs.
In het oonsiitutionesle stelsel voert
da regeering een eigen regeeringspoli-
tisk boven de agitatie der partijen en
zoekt tot stand te brengen wat door alle
of de meeste partijen gewenscht en door
de verstandige en ontwikkelde burgers
onder alle kringen begeerd wordt.
Constitutioneels ministers zijn niet
de partijleiders, door politieke agitatie
op het kussen gebracht, maar zij dia
door de kroon het meest geschikt ge
acht wordeD, eeo taak die haar best
kan worden toevertrouwd. De kroon is
niet afhankelijk van haar onderdanen,
leven in een kleinen kring van goade
oude vrienden, zooals u, mijnheer
Burnett, en Twellingwood. Dan loop ik
geen gevaar op den eenen of anderen dag
wreed ontgoocheld te worden. En bomt
dan eindelijk Magere Hein welnu,
dan komt hij. Het jacht zal wel een
nieuwen eigenaar krijgen en het overige
ook. Daar zal Maria we! voor zorgen."
Burnett knikte goedkeurend en klopte
hem met een vertrouwelijk lachje op
den schouder.
Dat was in het voorjaar, en in den
herfst zouden John en Alice tronwen.
Weinige dagen vóór het huwelijk kwam
Alice op zekeren morgen om John uit
de fabriek te halen.
„Er is een vreemde dame, die je
wenscht te spreken, Jobanny 1" zei ze.
„Een vreemde dame?" berhaa'de
John verwonderd. „Wat heb ik mat een
vreemde dame uit te staan Maar hij
ging toch met Alice naar huis, en trof
in het salon de markiezin d'Aiqre aan.
„Wat verschaft mij de eer, mevrouw?"
vroeg hg met onverholen verbazing.
De markiezin zag er bleek en lijdend
uit. Pas twee dagen geleden was zij uit
de gevangenis ontslagen. Ofschoon nog
Abonnenients-Advertentiëis
Zfaoai' "T-r' fn~Tgrrr i'lffTTSFTrWT 111J JT ta l m 11* WF,
gelijk partijleiders yan hun kiezers.
Hoog staat da kroon zelfs boven de
positie van een staatsman van persoon
lijke onafhankelijkheid. Haar belang is
geheel eenzelvig met het Staatsbelang.
Dat in het constitutioseele stelsel bo-
venmensebelijke eisohen worden gesteld
aan de bekwaamheid van den vorst, is
onjuist. Maar hij staat zoo hoog en on
aantastbaar boven alle onderdanen, dat
hg van niemand eenige rivaliteit heeft
te vreezen. Daarom zal hij steeds ge
neigd zijn de bekwaamsten te zoeken
om hem in de bestuurstaak bij te staan.
Het blad komt tot deze uitspraak
Breken met de partij-regeeringmet
den adat, die de hoogste staatsambten
tot inzet stelt van 't verkiezingespsl
m. a. w. vervanging der parlementaire
miniiteries door Koninklijke, ziedaar
een hervorming die op onverdeelde toe-
juiohing zou kunnen rekenen bij het
bezadigde en ontwikkelde deel des volks
dat deel, waarmee, volgens Noorman's
ware woord, de beroepspolitici alle voe-
ling verloren hebben.
Dr. Kuypor ea de verplichte
verzekering.
Prof. Eabius heeft meer dan eena het
doen voorkomen, als bad dr. Kuyper
zich vroeger verklaard tegen verplichte
verzekering.
Dr. Kuyper komt thans in de „8tand."
tegen die voorstelling op. Hg ontkent
niet, dat hij in 1891 nog da hoop
koesterde, dat we aan een regeling der
verzekering van staats vege zonden kun
nen ontkomen, maar hst is een ver
gissing zco men hieruit afleidt, dat dr.
Kuyper destijds da verplichte verzeke
ring als zoodanig bestreed.
Hoa dr. Kuyper zich da verplichte
verzekering voorstelde, zet hij als volgt
uiteen
Ik stelde mij voor, dat we hier an
dere Kamers van Arbeid zouden ver
kregen hebben, dan we thans bezitten.
Dat deze Kamers van Arbeid de be
dingen voor het arbeidscontract tot rijp
heid zouden doen komen. En dat deze
Kamers alsdan de dwingende macht
zouden ontvangen, om deze bedingen
tot gelding te bresgen.
Niet de staat zou deze bedingen ven
boven af vaststellen. Uit de arbeiders
kringen, in overleg mei de patroons,
zouden deze bedingen moeten opkomen.
De Kamers van Arbeid zouden instaat
moeten zijn, om de naleving ervan af
te vorderen. En eerst op die wijs zou
de staat allengs toi de wetenschap ge
raken, op wat wijs hij deze badingen
in het wetboek op den arbeid had vast
te leggen.
Dr. Wagenaar merkte onlangs op,
dat ik er niet in geslaagd was de me
thode aan te geven, waardoor men, op
christelijk terrein, tot afdoening van
het sociale vraagstuk behoorde te gera
ken. Hierin vergiste hg zich. Ik gaf
die methode wel ter dege aan. Maar
wel ie zien was det zij vroeger een
8ehoone vrouw was geweest, kon zij geen
hoop meer voeden op nieuwe verove
ringen. Zij scheen dit ook te begrijpen
en zich daarin te troosten.
„Mijnheer Vsn Elverdaal®, begon zij,
„u zult we! weten, dat mijn man zaliger
indertijd bij testament aan mijn zoon
Gaston een jaargeld van twee duizend
francs heeft toegelegd."
„Wol zeker mevrouw, dat weet ik, en
ik hsb aan den advocaat Twellingwood
last gegeven, die jaarlijksohe uitgave
af te koopen, door ineens de hoofdsom
yan veertig duizend francs uit te be
talen j dan zou ik met uw zoon hebben
afgerekend. Maar men weet niet waar
nw zoon zich ophoudt."
„Hij ia dood, mijnheer."
„Dood vroeg John verwonderd.
„Hij is in ees ziekenhuis gestorven,
nadat hij... Nu, van da dooden niets
dan goeds, laat mg dus zwijgen", snikte
de markiezin.
Had zij over haar man zaliger ook
maar zoo gedacht", zei John bij zioh
zeiven, maar hij liet niets blijken,
„Nu wilde ik u in uwe groote
geedheid beleefd verzoeken, dat
jaargeld op mjj te willen overdragen,
steer voordeelige voorwaarden.
voor do behandal ng van de sociale
vraagstukken krachtens die methode,
waren geheel andere Kamers van Ar
beid noodig, dan we na dien tijd ver
kregen hebben. Reden waarom ik mij
dan ook, als lid der Tweede Kamer,
tea ernstigste tegen de inrichting die
ze kregen, heb verzet.
Bij mij kwam alles aan op het ar
beidscontract. Ia dat contract zelf
weaeobte ik ook de verplichte verzeke
ring geregeld te zien. Ea aan de Ka
mers van Arbeid hal ik de taak wil
len opdragen, maar dan ook de macht
willen toebedeelon, om de naleving der
bepalingen van het arbeidscontract, ook
wat de zorgen voor de invaliden be
treft, met dwang af te ei6chen.
Alzoo wel terdege verplichte verze
kering tegen ongevallen, ziekte, ouder
dom, werkloosheid enz. maar niet van
bovenaf geregeld, dooh geregeld in den
kring van den arbeid zelf, door pafroona
en arbeiders saam en eerst daarna dooE
den staat gesanctioneerd.
Nog steeds blijf ik het betreuren, dat
die weg ons onder minister Van der
Kaay door de tegenwoordige inrichting
van de Kamers van Arbeid is afgesne
den, en in zooverre beeft mijn hoog
geachte ambtgenoot volkomen gelijk,
dat ik, geljjk nu de zaken liepen, mij
ten slotte genoodzaakt zag zelf tot re
geling van bovenaf mede te werken.
Maar dit verschil tusschen wat ik in
1891 voorstond, en sinds zelf deed, be
treft niet de verplichte verzekering als
zoodanigdie h9b ik steeds voorge
staanmaar alleen de methode waar
door die verplichte verzekering tot
siand moest komen.
Bijksveraekeringfifcank.
Aan het verslag omtrent den staat
der Rijksverzekeringsbank en hare werk
zaamheden in het jaar 1906, door den
minister van iancibeuw, nijverheid on
handel aan de Koningin uitgebracht,
wordt het volgende ontleend.
Het gezamelijk personeel der Baak
bedroeg op 31 December 1905 702 en
31 Dec. 1906 799 personen. Da kan
toorruimte werd belangrijk uitgebreid.
Het aantal ingeschreven geneeskundigen
klom van 2039 tot 2148, het aantal
I adrijfraangiften bedroeg 13.328 tegen
13.663 in 1905. Het aantal verzeke-
riogsplicHingea bedroeg 82 129, het
aantal aangiften van ongevallen 64.636
tegen 55,523 in 1905, de administratie
kosten bedroegen f 1.097.421.111/. tegen
f973.553 671/,, over 1905. Evenals vo
rige jarea, ia ook thans de stijging
over kosten in hoofdzaak toe te schrij
ven, aan de vermeerdering van perso
neel en aan de ten deele daarmee
samenhangende kosten voor de gebou
wen alsmele aan verhoogiag van de
bezoldigingen van het reeds in dienst
zijnd personeel. Aan premie is dit jaar
ontvangen f 1 515.345.96, w.o. begrepen
een belangrijk bedrag, verschuldigd over
1905 en vroegere dienstjaren.
mijnheer Van Elverdaal. Ik hen arm en
kom uit de gevangenis, waar Thomas
Green en Brookers nog zitten. Heb
medelijden mei een ongelukkige, en laat
het jaargeld aan mij uitbetalen. Ik wil
mij terugtrekken naar mijne bloedver
wanten te Toulouse. Ik beloof u plechtig
dat ik nooit meer uw levenspad zal
kruisen, en ik zal mijn leven lang voor
u en uw familie bidden, maar verlaat
mg niet in mijn bitteren nood.
„Door het noodlot gebroken", dacht
John, toen hij la vrouw zoo diep ge
zonken voor zich zag, die aan zijne
familie zooveel zorgen en verdriet had
berokkend. Zeker zij had veel op
haar geweten, maar zij had er zwaar
voor geboet en ze was eene vrouw.
Zoo stond hij haar dan het jaargeld
toe, dat haar overleden zoors zou geno
ten hebben, en schonk haar bovendien
e^n ruim reisgeld om naar haar vader
land terug te keeren.
EIND