Woensdag 15 Januari» lemeente bestuur. F.EUILLEION. HULDIGING YAN DE REDDERS. Prijs per drie maanden fenoo $m gs«3t 'i ISO. Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij aiïe Boek bandelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij den Uitgever F. VAN DE VELD® Jr., Kbine Mar t. ADVERTENTIËN vara t4 regels /0.4Ö, 'Voor eiken rege: meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Groote letters en cliché's naar plaatsruimte. BEKENDMAKING. Afgekeurde Viscb. De Burgemeester van Vlissingen maakt bekend dat gedurende bet 4e kwartaal 1907 or den Keurmeester van Visch 17 iaehillende partijtjes kleine vifch zijn jekeurd, als ongeschikt voor voedsel. VlissingeD, 14 Januari 1908. De Burgemeester voornoemd, AN DOORN VAN KOUDEKERKE. De Crisis, ,Het Centrum" deelt mede dat H. de Koningin in verband met de sis, oek jbr. mr. A. F. de Savornin ihman heeft ontboden. De katholieke Kan erciub komt a, s. oensdagmiddag bijeen. Op die ver siering zal de kabinetscrisis we! niet besproken Kijven, maar ze schijnt ih hoofdzakelijk belegd om over liet isrecht van gedachten te wisselen 'ent het Huisgezin. En aa is dus te schouwen als een uitvloeisel van en n vervolg op de door d". Kuyper bij woonde bijeenkomst, welke mr. eeroskerk deze- dagen met een vier- leden van de Katholieke Kamerolub had heeft. Deze vergaderingen wijzen op, dat met den vfll van bet minis- ■ie-De Meester de kiesrechtquaastie 't als van de baan moet beschouwd orden. De rechterzijde wil blijkbaar haar iu4ing tegenover dit vraagstuk vast- ;ellen voor het geval zij tot het bewind ocht worden geroepen. Een eventu >i rechlech ministerie zal derhalve over et kiesrecht wel niet het stilzwijgen eweren. Kazeinstijd ia visrmaandsrs. Hoewel op dit oogenblik niemand nog iggen kaD, wat in de naaste toekomst defensiegebied zal worden gedaan, a. omdat zelfs niet bekend is, wie in plaats van generaal Van Rappard a oorlogsminister zal optreden, ecbij en aldus een inzender in de „Tel." - twee dingen toch wel vaat te staan e staking voorloopig van den vesting- ouw, en ?e. wijziging in het instituut er viermaanders, Het wetsontwerp tot instelling van in fonds voor de spoedige afdoening rn de stelling van Amsterdam werd or de Tweede Kamer verworpen, op in wijze, die geen twijfel overliet be- effende de gezindheid der Kamer ton üzien van 't forten bouwen, 'n Klein deel ir beroepsmilitairen genie-officie- n en vesting-artilleristen uitgeson- rd, is er haast niemand in den lande, e 't veBtingbouwen niet diep betreurt. 76.) Meer dan ooit heeft die man nu een nken verdediger noodig, mijnheer rkïusverklaarde Smithfield. „Ik legde hem liever eigenhandig n strop om den hals, wanneer hij gehangen wordt, dan dat ik een woord reek om hem te verdedigen. Da rige week heb ik nog vijftig pond iaa!d voor een waardeloos papiertje 'an Thomas Green afkomstig is. ik zou zoo'n schurk verdedigen P woord zou mij in de keel big ven iken." „Het is goed, mijnbeer Perkins. Wij Hen een anderen verdediger voor lomaa Green zoeken." „Zoek een scherprechter voor hem, jnheer 1 De schobbejak berokkent mg Ware niet de generaal Eland mede een genie-officier, en iemand die zijn ganscbe leven vastgehouden en geloofd heeft, dat de buitensporige vestingbouw in de Nederlanden moet blijven voort gezet, ondanks alle gebleken misluk kingen en de herhaalde fiaancieele te leurstellingen daj zou die generaal op dit oogenblik misschien de aangewe zen man zijn om ons tot 1909 voor loopig te helpen. We verstaan onder dat voorloopig helpen, het aanbrengen van een paar kleine wijzigingen in de Militie en Landweerwetten, omtrent welker nood zakelijkheid geen twijfel bestaat, i, w. een andere regeling van het viermaan- der-instituut en vaa de bepalingen be treffende de kostwinners. De minister Yan Rappard had ver klaard, in te stemmen met de Kamer leden, die van oordeel zijn, dat de viermaanders uitsluitend uit vorrgeoe- fenden dienen te bestaan. Daartegen over verklaarde generaal Eland op den 19den December j. 1., in de openbare vergadering der Tweede Kamer, dat geheeie afsehsff ng vaa het instituut, z. i. zeer bepaald in het landsbelang wordt gevo.derd, en beweerde hij, dat de instelling nagenoeg geen verdedigers meer vindt, behalve bij de belanghnb- benden, waaronder volgens epr. moeten worden verstaan „de meeat intelleotu- eele krachten." Die uitspraak van den oud-minister Eland is volslagen onjuist. Het zijn geenszins alleen de incest intelleetueele krachten, die trachten viermaacdcr te worden, en evenmin is het waar, dat die krachten geheel door de viermaan ders worden geabsorbeerd. Wie de jongelieden in disnot kent, weet, dat daar betrekkelijk veel krachten onder zijn, die zioh tot korporaal, onderofficier en officier lieten opleiden, ondanks hun voorgangers uit ondervinding hun had den medegedeeld, dat zij vanwege de gezagvoarenden maar bitter weinig waardeering zouden ondervinden. Generaal Eland wil den kazernetijd der 8 maanders verkorten. In dit opzicht vindt bij zeker instemming, mits die verkorting zoodanig zij, dat de lichticg na afloop der najaarsmanoeuvres naar huis gaat. Dus afkorting tot een 6 1/2 maandechen kazernetijd, niet 7 maanden zooals de heer E. zegt. Maar daarover ware te spreken. Op die wijze zou de afschaffing van het viermaanden-inati- tuut minder bezwaar opleveren. Maar zal het deelnemen aan vrijwil lige oefeningen vóór den kazernetijd dan in 's geheel geen voordeel meer ople veren Het komt ons voor, dat een 6 1/2- maansehe kazernetijd, met behoud der viermaanders mits enkel voor ge oefenden voor de naaste toekomst nogenoeg iedereen bevredigen zou en betreuren daarom hat aftreden van mi- nistter Van Rappard, die in dezen geest wilde arbeiden. esn schade van meer dan tien duizend pond sterling 1" „Troost u maar met Linning, mijnheer Perkins I Die za! ook niet op rozen „Dat kan ik niet, mijnheer Twalling- wood. Mjjn lichaamsgestel laat dat niet toe. Sedert hij gisterenavond vernam dat Elyerdaal onder euraieele is gesteld, is hy zoo dronken, dat hij de zon niet van de maan kan onderscheiden. Ik heb hem willen spreken, maar bet ging niet. Nog nooit heb ik iemand in zoo'n toe stand gezien, en als „Ik heb vernomen, dat mijnheer Linning niet langer als advocaat zal optraden", wierp Smithfield droogjes er tusschen. De beide andere heeren keken ver wonderd op, doch zeiden niets. „Als dit niet het geval was geweest, zou ik verplicht geworden zijn de han delingen van mijnheer Linning als advocaat aan esn nader onderzoek te onderwerpen. Als bij niet langer advocaat is, blijft mij die moeite bespaardhet zou me genoegen doen, indien u dit aan Linning zei, mijnheer Perkins." Na deze woorden scheidde Smithfield van de beide heeren met een beleefden Een zaak, waar zeker nog meer een- stemmigheid zal worden verkregen, is de afschaffing van het op een kwaad oogenblik ingevoerde stelsel vac ver- j goedingen aan allerlei echte of soi-di- j sant kostwinners. Vrijstelling van wer- kelijk behoeftigen is vsrre te verkiezen, j J Maar dit eischt weer een groote wets- j wijziging, waarbij dan tevens de keu- j ringseisehen worden verscherpt. We zijn j wat sceptisch geworden in ons geloof aan de mogelijkheid om voor 1909 iets groote tot stand te bresgen, maar als 1 het kon, ware dit bijvoegsel natuurlijk zeer gewensoht. Voorzichtiger ware 't eohter zich tot den kazernetijd en de viermaanders voorloopig te bepalen. Militaire zaken. Door den minister van oorlog is be paald, dat indien de aanschrijving, I waarbij verleende ontheffing van den warkelijken dienst of verleend uitstel j van eerste oefening of verblijf onder de wapenen ter kennis van de autori teiten der landmacht wordt gebracht, een dienstplichtige be:reft, ter zake van 1 wiens verblijf onder da wapenen ver goeding züu worden genoten als ba- j doeld bij art. 113bis der tnilitiewei 1901, die aaneenrij 'ing stilzwijgend in zich sluit de buiten werking stelling van die beschikking, waarbij aie ver goeding werd toegekend. Geldt het een dienstplichtige, die zioh reeds in werkelijken dienst be vindt, dan zal bedoelde buiten werking stelling gerekend moeten worden in te gaan van en mei den dag sa d.'as, waarop de milicien near zijn haardstede terugkeert. Bg de aanvragen van officieren tot het bekomen vaa de vergunning om gedurende een te verlaenea buiten- landsch verlof, uniform met wapenen te mogen dragen, most ingevolge beschikking van den minister van oor log steeds duièelgk de reden wor den vermeld waarom het dragen van de uniform wordt gewensoht. Het hoofdbestuur van de Maatsohappy tot Nut van 't Algemeen bericht, dat aan de verkiezing van twee leden ia deelgenomen door 109 departementen, samen uitbrengende 426 stemmen en met den volgenden uitslag 1. op den heer D. H. de Vries zijn uitgebracht 422 stemmen op don beer mr. Joh. M. Jolles zjjn uitgebracht 4 stemmen 2. op den heer mr. L. A. Bjjbau zijn uitgebracht 400 stemmen op dea heer D. H. te Weohel zijn uitgebracht 26 stemmen. Tot leden van het hoofdbe stuur zijn derhalve gekozen de heeren D. H. de Vries te Amsterdam en mr. L. A. Bjjbau te Delft. Het hoofdbe stuur ontving van de gekozenen bericht, dat zy de benoeming aannemen. groet, en ging naar huis. HOOFDSTUK XXI. Anny had den ganschen nacht niet geslapenniemand in de aanzienlijke woning in de Regentparkstraat had geslapen. De heer des huizes was dood. Heden, Dinsdag, zou hij naar een ge- aeesinriehting worden overgebracht, ea in den nacht te voren had de dood hem verrast. Hij hid nn geen pijn meer te verduren, een beroerte had aan al zijn Igden een einde gemaakt. En daar zat na Aany bij het venster, en tranen verduisterden haar blikken, terwijl zy naar buiten keek naar den aanbrekendea dag. Aeh, zij gevoelde zich zoo treurig en eenzaam, terwijl zij het oog richtte naar de donkere onweerswolken, die door een woeaten stormwind werden voortgedreven. Gisteren nog had zg een vader. "Wel had zij veel van ham te lijden gehad, zijn dwalingen en gebreken hadden zoowel over hem zelf als over zijne omgeving eaae schaduw geworpen, maar hg was haar vader. Zoj als hij was, had zij hem lief gehadzg kon niet andera. Doch wat nu P Haar vader lag daar koud en styf, en als hare moeder eens Eenheid yan tijd, Naar het „Hbl." verneemt heeft de Kamer van Koophandel ta Amsterdam zioh den laatsten tijd zij het ook niet in openbare zitting woder bezig ge houden met het vraagstuk der eenheid van tijd. Het meeningsverschil, dat zich te dien opzichte huiten de Kamer mani festeert, komt daarin tot uiting, maar de hoofdstroomingen eehynen er ta wil len voeren tot conclusie) voor den West-Europeeschen of den Ansster dam tijd. Dit blijkt ook uit de samen stelling van een commissie, welke thans over een tydvraagefcuk rapport zal uit brengen en welke bestaat uit de heeren Van der Horst, Niertraez en Garzon, van welke zijn wij wel ingelicht ds beide eerstgenoemden voor den "West Europeesehen tijd geporteerd zijn. terwijl de laatste meer voor Amster- damschen tijd voelt. Maatschappij van Hij verheid. De Maatschappij van Nijverheid zal in Juni 1908 te Dordrecht hare alge meens vergadering houden. Het depar tement Dordrecht zal bij dize gelegen heid den laden der Maatschappg een blijvende herinnering aanbieden. Dit aandenken zal bestaan in een boekwerk. waarin naast artistieke afbeeldingen van Dordrecht, zullea worden opgenomen photo's en beschrijvingen der ia de stad en hare omgeving staande onder remingen op het gebied van handel en nijverheid. O. m. zal er in wordeD op genomen een kaartje ven da stad en een van de handelaterrpinen op bet gros „De Staart", tot welker in ex plaitatie brengen de Dordrehe Raai on langs besloot. Op de sociëteit van het Nederlandacb loodswezen waren gisterenavond velen bijeengekomen om tegenwoordig te zijn bij de huldiging van de bemanning van de reddingsboot „Koning Willem III", Zoo werden daar opgemerkt de inspee teurs van het Nederlandsch en Belgisch loodswezen, de commissaris en een ehsf- loods van genoemde loodswezens, diree teur en leeraren van de Zeevaartschool en verder vele leden van bet comité, benevens een groot aantal belangstel lenden. Aan den wand was het portret be vestigd van Fans Naerebout, den held die destijds vele schipbreukelingen heeft gered. Nadat het bestuur van het comité achter de groene tafel had plaats geno men, de redders daar tegenover 'een plaats hadden gekregen en hei muziek gezelschap „Obs Genoegen", dat belang loos zijn madewerking verleende, zich had opgesteld, nam de heer H. C. Beysr- man bet woord en sprak ongeveer bet volgende kwam te stervan, zou zij met haar ge voelig hart alleen staan in ds koude, vreemde wereld alleen met haar gevoelig hart, dat liefde wilde geven en ontvangen. „Anny", klonk plotseling een zachte stem. Snel wendde zjj het hoofd om, en riep onwillekeurig met luide stem „O, Will Ben je weer terug, Will „Een uur geleden ban ik aangekomen Anny. Ik hoorde vsn ïsveliingwood, welke zware slag ja getroffen heeft. Ik weet hoeveel je van je vader hield en daarom ben ik oogenbiikkelijk naar hier gekomen om je te zien en je te troosten." „Wat ben je goed, Will I Wil je hem eens zien P" „Als „Ik weet wel, dat je ook veel van hem te verduren hebt gehad, maar je moet er maar niet meer aan denken. Met zyn dood moet dat vergeten en verzoend zijn. Wie weet, of zijne dwa lingen niet moesten dienen om ons den goeden weg te wijzen. Door hare tranen heen keek zij hem aan en stak hem beide handen toe. „Kom mee, Anny, Laat ons samen „Schipper Jilleba en verdere beman ning van de reddingsboot, dappere mannen, ik heet U welkom te dezer plaatse in tegenwoorligheid van den inspeeteur en den commissarisin tegenwoordigheid van de commissie die zich vormdein tegenwoordigheid van alle genoodigden en van „Ons Genoe gen" ik heet U hartelijk wolkom. Aan mij is de eervolle opdracht ge geven U het huldeblijk aan te bieden. Wanneer ik daartoe gereed sta, dan meen ik goed te doan U te doen weten waarom de uitreiking hier plaatB heeft en eerst thans, 4 weken na het ge beurde. Onze wenseh en onze bedoeling was allen gezamenlijk te huldigen die aan het reddingswerk hadden deelgenomen. Echter gaven anonieme stukken in de oourant aanleiding tot minder aange name verhoudingen. Van den inspecteur van het loods- wezen werd toch in dato 22 December het volgend schrijven ontvangen Gisteren ontving ik van schipper en, bemanning der reddingboot „Koning Wil lem III", geheel uit eigen beweging, de mededeeling dat zij, in verband met de weinig welwillende wijze, waarop bunne daden in de „Vlissingsche Oourant" be oordeeld zijn, en naar aanleiding van de houding van een zeker deel der bevolking te hunnen opzichte, waardoor zij zich ten zeerste gegriefd gevoelen, besloten hebben, geen huldeblijk, in welken vorm ook, van hunne stadgenootnn te aanvaarden. Ik voeg hier nog bij, dat zij, op grond van dezelfde overwegingen, reeds bet aan bod vaneen serenade, hun, door mijn tus- schenkomst, door het muziekgezelschap „Ons Genoegen" alhier gedaan, afgeslagen hebben. Hnnne erkentelijkheid uitsprekende voor de welwillendheid, waarmede Uwe Oom missie ook hen in de huldebetooging heeft willen doen deeleD, verzochten zij mij, U hun besluit te doen kennen, teneinde U in de gelegenheid te stellen, daaraan met bet oog op de aanstaande inzameling van gelden, de door U noodig geachte rucht baarheid te geven. Ziet mijne heeren, vervolgde de heer Beyerman, ik zeida dat het voor ons een teleurstelling was. Ik geloof dat gij dit met one eens zult zgn en wg betuig den leedwezen met dit genomen besluit. Eenparig werd dan ook op de ver gadering van 24 December een motie aangenomen van den volgenden inhoud „De vergadering vaa het comité, ten getale van 50, tot huldiging van da redders der schipbreukelingen van de „Doris", spreekt hare afkeuring uit over de onwelwillende critiek, die in de couranten geoefend is omtrent het moe - dig optreden van de bemanning van da reddingsboot „Koning Wiliem III", ea gaat over tot de orde van den dag." Deze motie werd aan de bemanning van de reddingsboot toegezonden, ver gezeld van bat volgend schrijven van het comité „Met leedwezen beeft ons comité kennis genomen van den inhoud van het schrijven bidden bjj het lijk van je vader," zeide hg zaoht. „Hij stierf, alsof hij ons allen nog de hand der vermaning wilde reiken. O, in zijns laatste oogenblikkeu wist hij wel, dat hg in vele dingen gefaald had. Hij was zoo kalm, zgn hoofd was helder als ik zelden te voren gezien heb. Nauwelijks vgf minuten voor zijn dood hoorde ik hem nog zwak lispe len: „Waar is John, AonyP" Wg lis ten John dadelijk halen, maar tosn hij kwam, was papa al dood." Samen gingen zij de gang door en de trap af naar de eerste verdieping, waar Elverdaal in zjjne slaapkamer op zgn doodbed lag. Onwillekeurig bleef Barns staan, toen hij den doode zag. Welk een krachtig lichaam was hier door den dood nedergeveld 1 Hoeveel jaren had die sterke man nog kunnen leven, als de drankzucht zyae krachten niet ondermijnd had 1 Daar lag hg nu als een eik, door den storm neergewor pen. Het lange grgze haar, dat tjjdens zgn leven meestal verward om zgn hoofd hing, was nu zorgvuldig gekamd, het gelaat was rustig, byna mooi. (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1908 | | pagina 1