Jliispii Ciimt"
Se éér der Zuidzee.
45a Jaargang*
Maandag
Bij toCoirant Moort ggilipeisel.
Van Maandag 2 December af
KLEINE MARKT 58,
Abonneert V op de
Itefefpéi Courant
jfawe JlêfeiteÉ
Mufyüt Itefiteiiif.
2 December.
1907.
G emeente bestuur.
FEUILLETON.
«Kt Geïil. MapliÉ,
De komende dagen.
No, 284.
fan Redactie en Administratie
in het Verbouwde Perceel.
VLISSINGSCHE COIIRAHT.
Prijs per drie maanden !.30„ Franse pes jjOSt 1.50,
Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij aite Boek.
handelaren, Postdirecteuren of raehtetreeka bij den Uitgever
F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Mat' t,
ADVERTENTIËN: vao 14 regels 0.46. Voor eiken rege'.
meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde
advertentie wordt de prijs slechts feeeemaal berekend. Groote letters
en eliché's naar plaatsruimte
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op 2Ion- en feestdagen.
Telephoonnummer 10.
Abonnements-Advertentiën op zeer voordetlige voorwaarden.
zijn de Bureaux
DER
■wederom, gevestigd
Brieven en boodschappen gelieve men
n f e t mear in de Vlamingstraat te
bezorgen of af te geven.
De Uitgever
F. VAN DE VELDE Jr.
NATIONALE MILITIE.
Zitting van denMilitieraad.
Burg. en Wetb. van Vlissingen
brengen ter algemeene kennis van de
loteiingen dezer gemeente, behoorende
tot de lichting 1908;
dat de Militieraad in Zeeland te
Middelburg in bet Tehuis voor Mili
tairen, G no. 223 Nieuwstraat, zijne
zitting ztl houden om uitspraak te
doen omtrent de loteiingen, die redenen
van vrijstelling hebben ingediend, op
grond van bepalingen der militiewet en
omtrent hen die volgens artt. 54 en 56
der wet niet tot de diensten der militie
kunnen worden toegelaten en wel des
voormiddags ten 91/, ure op Maandag
9 December 1907 voor de nummers 1
tot en met 50
op Dinsdag 10 December 1907 voor
de nummers 51 tot en met 100
op Woensdag 11 December 1907 voor
de nummers 101 tot en met 150
op Maandag 16 December 1907 voor
de nummers 151 tot en met 198.
dat, volgens art, 74 der wet, voor
den militieraad moet verschijnen, de
loteling die vrijstelling verlangt wegens
ziekelijke gesteldheid of gebreken, of
gemis van de gevorderde lengte, dat
evenwel, zoo een loteling uithoofde van
ziekte of gebreken buiten staat is voor
den militieraad te verschijnen, daarvan
eene ongezegelde geneeskundige ve' kla
ring moet worden overgelegd, met op
gave van de woonplaats, straat, wijk en
nummer van den zieken loteling, een
en ander tijdig door tüssohenkomst van
41.)
.Neen, mevrouw, nog niet, maar wees
daaromtrent gerust. Ik acht het niet
mogelijk, dat onze aanvrage tot opening
van bet graf wordt afgewezen. Die
aanvrage is gegrond op een verdacht
feit, op een daadzaak, die in twijfel
wordt getrokken. Waarom zou zij dus
niet toegestaan worden P Niemand kan
er sehade door lijden wel zou er schade
veroorzaakt kunnen worden, indien het
verzoek geweigerd en alzoo het onder
zoek naar de waarheid verhinderd wordt.
De opening van het graf kan een bewijs
opleveren en daarom zal het gerecht
onze aanvrage eer toestaan dan weige
ren." En met een knipoogje voegde hij
er bij.Bovendien heb ik voor de
onkosten driehonderd frank naar Parjjs
Daarvoor zal men eene ge
rechtelijke commissie benoemen, een
procesverbaal van de grafopening opma
ken en ons daarvan een afschrift zenden.
Het geld moet echter teruggezonden
worden, wanneer onze aanvrage wordt
afgewezen. Maar geld stnurt men nooit
terug, als er een middel is om het te
kunnen behouden. Wees daarom gerust,
mevrouw. Ik ben echter gekomen om
met u over een ander punt te spreken."
.Wat bedoelt ge
,Ik zou willen weteD, wat men vinden
zal bij de opening van het graf."
.Datdatweet ik niet, mijn
heer. Hoe zon ik dat kunnen weten P"
.Wel, mevrouw, ik dacht, dat u in
de laatste levensdagen of laat ons
zeggen in da laatste dagen van
samenzijn met uw echcgenoot, misschien
eeniga bijzonderheden hebt opgemerkt,
die de beweringen van Green meer of
minder geloofwaardig maken. Bedenk u
eens goed mevrouw, want uw verkla
ringen aangaande dit punt zijn niet van
gewicht ontbloot. Hebt gij bij uw
echtgenoot niets opgemerkt, dat het
vermoeden wettigt, dat hij zulke voor
nemens koesterde P Hoe stond het bij
voorbeeld met zijn gezondheid P Hoe was
den Burgemeester aan den militieraad
in te zenden, zullende hij alsdan over
eenkomstig art. 75 der Militiewet, on
derzocht worden op de plaats waar hij
zich bevindt
dat, hoewel art. 74 der wet bepaalt,
dat de genoemde loteiingen voor den
militieraad moeten verschijnen, men
zich eohter aan teleurstelling blootstelt,
indien men daaruit afleidt, dat voor
hen, die meenen om andere redenen
recht te hebben op vrijstelling, deze
vrijstelling niet, ten dienende dage, be
hoeft te worden gevraagd bij den militie
raad en de inlevering van bewijsstuk
ken bp den Burgemeester zou zgn san j
te merken als bij het inbrengen van reden
van vrijstelling bij het college, dat
daaromtrent uitspraak moet doen
dat teneinde zooveel mogeljjk teleur
stelling in het verkrjjgen van vrij8tel
ling wegens broederdienst of uithoofde
van eigen militairen dienst te voorko
men, de aandacht van belanghebb n-
den er op wordt gevestigd dat het op
geven der redenen van vrijstelling (bg
de insohrgving of bg de loting) het
inleveren van bewgsitnkken bg den
Burgemef ster en het doen opmaken van
het bg de wet gevorderde getuigschrift
niet voldoende is om z:oh vrgstelling
te verz keren, maar dat hun belang
medebrengt om bovendien de vrgstel
ling te vragen in de zitting van den
Militieraad, op tyd en plaats in hoofde
dezer vermeid
dat de gevolgen van onvolledigheid
van stukken cf van misstelling daarin,
die onopgemerkt bleven en oorzaak zgn
dat eene gewenschte vrgstelling door
den militieraad niet is verleend, niet
kunnen worden opgegeven, indien niet
tijdig (binnen tien dagen) tegen de uit
spraak van dat college bezwaren zgn
ingebracht bg Gedeputeerde Staten
dat een beroep op onvolledige of
onjuiste inlichting omtrent bet bestaan,
ai of niet, van recht op vrgstelling ter
gemeente secretarie of elders verstrekt,
niet kan leiden tot vrgdom van dienst,
indien verzuimd is de reden van vrg
stelling te bekwamer tgd waar het
behoort overeenkomstig de wet te
doen gelden wordende de loteling die
om bovengenoemde redenen vrgstelling
van den dienBt verlangt mitsdien aan-
genaamd om op den bepaalden tgd
voor den militieraad te versohgnen en
zich niet te verlaten op het ontvangen
van een cproepingsbiljat, daar het niet
ontvangen van dit biijet niet ontheft
van de verplichting tot net versohgnen
voor dien raad.
En is hiervan afkondiging geschied
waar het behoort den 30 Nov. 1907.
Burg. en Wetb. voornoemd,
VAN DOORN VAN KOUDEKERKE.
De Secretaris.
WITTEVEEN.
KENNISGEVING.
Onderzoek geoefendheid van loteiingen
en ad8piranten vrijwilligers voor
het reservekader.
De Burgemeester van VÜBsingen
Gezien de circulaire van den Com
missaris der Koningin in de provincie
Zeeland, dato 11 November 1907, A
no. 4821, 3e afd. M.
brengt bet navolgende ter kennis ran
belanghebbenden
Algemeene regeling:
A. van het onderzoek bedoeld bg
19 der beschikking van den minister
van oorlog dd. 10 Juni 1907, 2e afd.
no 263, (.Stsc. 138") en bg de beschik
king van den minister van oorlog dd.
26 Augustus 1904 VII afd. no, 227
naar de geoufendheid van loteiingen die
dingen naar het bewijs, hetzg voor mi
litaire bekwaamheid, hetzg voor licha-
melgke geoefendheid, dan wel voor
beide (art. 104 der militiewet 1901);
B. van bet onderzoek naar de ge
oefendheid van jongelieden, die dingen
naar het getuigschrift, vereiseht tot bei
aangaan eener verbintenis bg bet re
servekader hetzjj der Infanterie of der
Vesting Artillerie dan wel der Genie.
1. Het onderzoek, bedoeld onder
A en B, wordt gehouden iahettgdvak
van en met 3 tot en met 16 Januari
1908.
2. Het onderzoek loopt voor eiken
deelnemer in één dag af en wordt ge
houden o. a. te Middelburg voor jongelie
den uit de gemeenten Aagtekerke, Arne-
muiden, Biggekerke, Domburg, Grgpj-
kerke, Koudekerke, Meliakerke, Middel -
burg, Nieuw- en Sb Joosland, Oost- en
West-Souburg, Ooetkapelle, Ritthem,
Serooskerke (Walcheren), 8". Laurens,
Veere, VlissingenVrouwenpolder,
Westkapeile en Zoutelande.
3. Tot het onderzoek worden uit
sluitend tosgelaten
a. zij die hebben deelgenomen aan de
loting voor de lichting 1908
b. de loteiingen der lichting 1907,
die, ingevolge het bepaalde bg de tweede
zinsnede van artikel 99 der militiewet
1901 in 1908 worden ÏDgelgfd
o. de reeds ingelgfde loteiingen, in
het genot van uitstel van eerste oefe
ning, die, om in aanmerking te kunnen
kernen voor verlenging van uitstel in
verband met de bepaling van bet op
twee aa laatste lid van art. 92 van het
Koninklgk besluit van 2 December 1901
(.Staatsblad" no. 230) zooals dit arti
kel gewgzigd is bg Koninklgk besluit
van 17 October 1904 (.Staatsblad"
no. 234) hun bevoegdheid van voor
geoefendheid wenechen te vernieuwen
d. jongelieden adspiranten-vrywilli
ger voor het reservekader der infante
rio, vesting-artillerie of genie
die zich overeenkomstig de ter zake
vanwege het gemeentebestuur op 1 De
zgn gemoedstoestand P vooral nadat
Bcookers hem bedreigd had P"
„Zgne gezondheid was nooit van dien
aard, dat ik een spoedigen dood ver-
waohtte", antwoordde de markiezin
gevat.
.Ziet ge wel, mevrouw Ge hieldt
hem dus niet voor zoo ziek, dat bg
sterven moestHebt ge misschien met
zgn dokter daarover gesproken
.Natuurlgk", antwoordde de markie
zin, met haar zakdoek voor de oogen,
alsof deze droeve herinneringen haar
weer aan het schreien brachten. .Daar
over heb ik menigmaal gesproken met
professor Morean, die hem behandelde.
Hg zeide, dat mgn echtgenoot aan een
hartkwaal leed,doch dat bg bg een matige
levenswijze daarmee nog wel ond kon
worden."
.Goed. Dat zei professor Moreau. Waar
woont die Weet u zgn adres
„Hg is dood, mgnheer. Hg stierf
kort voor
„Hoe jammer 1 Maar uwe verklaring
is niet zonder waarde. Er is toch eea
andere dokter bij uw eohtgenoot ge
weest, toen... het gebeurdeP"
„Ja, maar ik heb dien slechts vluch
tig gezien. In allergl beeft Green hem
cember of daags te voren gedane open
bare kennisgeving vóór den lOden De
cember 1907 ter secretarie van de ge
meerite waar zg woonachtig zgn of ver
blijf houden, tot deelneming aan het
onderzoek hebben aangemeld.
Voorts wordt de aandacht van de
belanghebbenden er op gevestigd dat
de bewgzen bestemd voor hen die bg
het onderzoek aan de eischen hebben
voldaan, verkrggbaar zullen worden
gesteld ter gemeente seeretatie Bureau
Bevolking vóór of op den 23 Januari
1908
Vlissingen-, 30 November 1907.
De Burgemeester voornoemd,
VAN DOORN VAN KOUDEBERKE.
BgenTOiKi in—BB—Baa—aa—■mwaaaB
„In de jeugd vooral moet er poëzie
wezen, en waar men die aan de jeugd
onthoudt, daar krggt gij oude mannetjes
in het klein en kleine mannetjes die
ond zgn en jong heeten. Poëzie moet
er zgn in de jeugd, opdat er poëzie
blgve in het leven tot aan den jongsten
snik."
Esn waar woord, dunkt ons, al zouden
we op 't oogenblik niet kunnen zeggen
door wien het gesproken werd.
Als de zon des levens voorbg de
middaghoogte is gekomen, wanneer de
blades en gaan vallen, dan biedt het leven
ons vaak weinig poëzie, omdat wg op
zooveel verstoorde illnsiën en op zooveel
b:drogen verwachtingen moeten terug
zien. Maar wg zgn er vast van over
tuigd, dat bet leven van den mereoh
prozaïscher is, naarmate er poëzie in
de jeugd ontbrak.
Er hangt zoo ontzetten 1 van af,
hoe de mensch het leven met zgn plich
ten opvat, en de beste opvatting is on-
getwgfeld die, welke, zonder den ernst
uit te sluiten, zich vooral door blgmoe-
digheid kenmerkt.
Bigmoedigheid is een heerlyfee leids
vrouw door het leven en kweekt on
schuld. De besten van ons geslacht
hebben dat begrepen. De grootste ge
niën hebben het niet beneden zich ge
acht sprookjes te schryven, niet met
de bedoeling om niet bestaande dingen
als werkelgk bestaande voor te stellen
maar wel met die om waarheden te
zeggen, indrukken te geven, leeringen
te verkondigen in dien zachten, aan-
trekkelgken en schoon ea vorm, die
nooit recht op den man af gaat en toch
doel treft.
's nachts gehaaid. Ik kan hem mg byna
niet meer berinneren, en zgn naam is
mij ontgaan. Ik weet alleen, dat hg
een hooge rekening inzond en dat die
betaald is."
„Green, altyd Green riep Perkins
bijna wanhoopig uit. „Was die ver-
wensebte kerel maar hierDoch nu
nog een paar woorden over den ge
moedetoestand van uw echtgenoot, me
vrouw. Was uw man in den laatsten
tgd werkelgk zoo schuw en angstig,
als Green en Brochers mg gezegd heb
ben P Ge zult wel begrypen, van hoo-
veel gewicht uwe verklaring op dit
punt is."
„Hg was angstig en zenuwachtig.
Bg eiken voetstap, bg eik gedruisch
kromp hg ineen als ware hg een mis
dadiger. Meer dan eens is het gebeurd,
als ik onverwacht in zgne kamer kwam,
dat hg zoo hevig schrikte, dat hg nau-
welgks kon blijven staan. Hg werd ten
laatste zoo boos, dat niemand meer in
zgne kamer mocht komen zonder vooraf
te zgn aangediend. Ook ik moest mg
door Green laten aandienen."
„Genoot Green zgn volle vertrou
wen
„Ja, hjj was altjjd in zgn nabgheid
Daarom is de sprookjesschrijver een
dichter, waarheid is de inhoud van zgn
leer, schoonheid is er de vorm van.
In het luchtige kleed der verbeelding,
der zinneigke voorstelling, hult hg de
waarheid om haar tot het gemoed te
brengen. Met dat kleed getooid vindt
zg toegang en gehoor.
Zal het kind een goed mensch wor
den, dan zal in zgn jeugd het zonnetje,
dat de dingen kleurt, niet mogen ont
breken dan zal men hei ook in gees-
fcelgken zin geen kost mogen voorzetten
die het niet verteren kan. Als het zon
netje maar speelt in de kinderziel, dan
wrocht het iets goeds, zelfs al mocht
er alle moraal bg ontbreken.
Daarom vinden wg die komende da
gen zoo heerlgk en daarom vinden wg
het niets kinderachtig om het kind ook
nu nog, in onze hoog verlichte eeuw,
hot sprookje te vertellen van Sint-Ni-
eolaas, dat wij zelf eens leerden van
de schoot onzer lieve, onvergetelgke
moeder. Er zgn maar heel weinig din
gen, die we ons herinneren nit onze prille
jeugd maar de lieve huiekamer, waarin
moeder zat en waarin dan op zekeren
geheimzinnigen, met zooveel ongeduld
verbeiden m argon, het kleine tafeltje
stond, met het nu ledige schoentje er
onder en beladen met allerlei mooie
en aardige dingen, gehoopt en niet ge
hoopt, verwacht en niet verwacht,
die vergeten we evenmin als moeders
vriendelijk aangezicht en vaders ernstig
oog, en ze zijn ons, aiies op zgn eigene
wyze, een wegwgzsr door het leven
geweest, een trouwe gids, een baken in
de zee der ervaringen, een troost in de
bitterste dagen.
Wg ontmoetten eens een onderay-
zeres, die de taak op zioh genomen had
om giften te verzamelen, teneinde Sint-
Nicolaas op school te laten komen. Die
onderwyzeres werd eohier overal met
open armen ontvangen maar eens kwam
zi) toch bg een dame, die haar de lés
eens lezen wilde. Neen, aan zu'ke din
gen deed ze nietwant ze was over
tuigd dat het heel verkeerd is, de kin
deren in den waan te brengen, dat het
leven een feest ia.
„Neen, mevrouw", zei de onderwijze
res, en ze deed alsof ze huiverde „neen,
mevrouw, het leven is geen feesthet
leven is kille werkelgkheiddaarom
willen wg, ook in het leven van het
armste kind, dat die werkelgkheid het
gedurende de laatste jaren was Green
bijna de eenigste persoon, die veel met
mgn echtgenoot in aanraking kwam".
„En heeft uw echtgenoot nooit over
zgn verleden gesproken, over zgn
vermogen en hoe hg daaraan geko
men is."
„Nooit".
„Nog iets, mevrouw. Ge hebt hem
toch gezien, toen bö dood was niet
waar P"
„Natuurlgk".
„Yertel me dat eens, mevrouw."
„Ach, hemelde herinnering aan
dien schrikbelgken nacht vervalt mg
nog met ontzetting", snikte de markie
zin. „Ik was zoo aangedaan en verbgs-
terd, dat ik zinneloos leekmaar ik
zal alles naar waarheid vertellen, zoo
als het gebeurd is. Het was ongeveer
twee uur in den nacht, toen ik gewekt
werd met de boodsohap, dat het met
mgn man ernstig gesteld was. Ik vloog
dadelijk naar zgn bed, en vond hem
benauwd en kermende. Ik knielde
naast het bed en bad, terwijl Green
uitging om een dokter te halen."
(Wordt vervolgd).