'S Maandag; 14 October. iiso en Liefde. J 007. flissingen, rElégance; Intendence [gens over- >ederen uit ertzaal van DlDer. Issus, Hee- s, Kinder- tur, alleen ochtends. ibriek en en rs be- g van sen 45 b ^&Sï'gfl£ï§« Eli deze Conrant Möorteei bijvoepel. Gein e ente bestuur FEUHJsETON. limiiBiiIandsGk berichten sanstaand seizoen, it verkooht. Haute Chique, Ee pardessus spé- d draperie extra iu Irlandais, col rs, van f 38. f 30 oublé, genre Ira - te Nouveauté h s carreaux, coupe orme oloche ou S.voor f 20. 9.20, 12.16, ertrek van de straat en het minuten later. 3, 12.18, 2.58, mburg 7.02, 40. ingen en Mid- 4.15, en 6,56. VLiasiagen en 5.04, en 7.44. fmssimseaa courant Prijs per drie maaudea 180. Fraaee pes postr 1.50, Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek. bandelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij den Uitgever F. VAN DB VELDE Jr., KDine Mai .t. M. ADVERÏENTIËN: va» 1—4 regels ƒ0.40. Voor eiken regel meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Groote letters en cliehé's naar plaatsruimte Vsrschynt dagelijks, uitgezondercl op Zon- en feestdagen. Telephoonnumraer 10. Abonnements-Advertentiën op zeer voordeelige voorwaarden. LANDWEER. Jaarlijksch onderzoek. Burg. en Weth. der gemeente Vlissin gen, maken ingevolge art. 30, tvreede lid, der Landweerwet, en art. 22 van het Landweer-besluit I, bekend, dat het on derioek van de in deze gemeente geves tigde verlofgangers van de Landweer (lich ting 1907) zal worden gehouden te Vlis singen op Vrijdag den len November a.s., des voormiddags te 10 uren, in het Arse naal, voor hen wier geslachtsnamen begin nen met de letters A tot en met J te 11 uren voormiddag voor de overige verlofgangers van de lichting 1907, yestigd te Vlissingea te 1.30 uur namiddag voor de verlof gangers van de lichting 1903, gevestigd te Vlissingen, wier geslachtsnamen begin nen met de letters A tot en met J te 2 30 uur namiddag voor de overige verlofgangers van de lichting 1903, ge vestigd te Vlissingen (de Katholieken nemen op dezen dag geen deel aan de inspectie). Op Zaterdag 2 Novemberte 10 uren voormiddag voor de Katholieke verlof gangers van de lichting 1907, gevestigd te VlisBmgen te 1 uur namiddag voor de Katholieke verlofgangers van de lichting 1903, ge vestigd te Vlissingen (de Israelietsche verlofgangers kunnen desgewensoht, deel nemen aan de Inspectie op den vorigen dag op 2.30 uur namiddag) op Maandag 4 November te 10 uren voormiddag voor de verlofgangers van de lichting 1904, gevestigd te Vlissingen, wier geslachtsnamen beginnen met de letters A tot en met L. te 11.30 uur voormiddag voor de overige verlofgangers van de lichting 1904, ge vestigd te VliBsingen te 1.30 uur namiddag voor de verlof gangers van de lichting 1905, gevestigd te Vlissingen, wier geslachtsnamen begin nen met de letters A tot en met P te 3 uur namiddag voor de overige verlofgangers van de lichting 1905, ge vestigd te Vlissingen op Dinsdag 5 November, te 10 uren voormiddag, voor de verlofgangers van de lichting 1906, gevestigd te Vlissingen, wier geslachtsnamen beginnen met de letters A tot en met J te 11.30 uur voormiddag voor de overige verlofgangers van de lichting 1906, ge vestigd te Vlissingen. Aan dat onderzoek behoeft niet te wor den deelgenomen door a. Verlofgangers, die in het loopende jaar overeenkomstig artikel 11 van voor noemde wet voor herhalingsoefeningen onder de wapenen zijn geweest. b. Verlofgangers, in het genot van ontheffing van den werkelijken dienst (art. 15, eerste lid, van voornoemde wet) c. Verlofgangers, die het onderzoek niet behoeven bij te wonen, als beboorende tot de categoriën, bedoeld bij artikel 15, tweede en derde lid, van voornoemde wet d. Verlofgangers, die bij de toestem ming tot verblijf buitenslands vrijstelling hebben verkregen van de verplichting tot het bijwonen van het onderzoek (artikel 27 van voornoemde wet) 26.) „En gelooft gij bet dat dat ons scheiden zou als wij elkander werkelijk bemin den Zeg dat gij mij niet bemint en ®iet kunt beminnen, maar denk niet dot ik voor een andere reden zwichten zal. Ik bemin u als gij mg bemint of kunt beminnen, houdt alle verschil 'an stand tusscben ons op liefde ■naakt ons gelijk. Zij sprak niet. maar trilde lichtelijk, oiudelijk zeide bij- „Wilt gij niet tot mg spreien? Zjjt 8jj boos dat ik aldus tot u spreek KuDt Rij mg niet een weinig beminnen, kleine Muriel Hare oogen verdonkerden zich, ter- zij in de zjjne staarden en straal den van een zaohten en heerlijken gloed, hg dan niet lezan, wat daar in e. Verlofgangers, die bij de toestem ming tot bet aangaan van eene verbinte nis voor de buitenlandscbe zeevaart vrij stelling hebben verkregen van de ver plichting tot het bijwonen van het onder zoek (artikel 20 van voornoemde wet). Voorts wordt de aandacht gevestigd op do volgende bepalingen dat de verlofganger van de Landweer bij dit onderzoek moet verschijnen in uniform gekleed, en voorzien van de hem uitgereikte kleeding- en uitrustingstukken en van zijn zakboekje met daarin gehech- ten verlofpas dat een arx-est van twee tot zes dagen, te ondergaan in de naastbij gelegen pro voost of het naastbij zijnde buis van be waring, door den Landweer-Districtscom mandant kan worden opgelegd aan den verlofganger lo. die zonder geldige redenen niet bij het onderzoek verschijnt 2o. die, daarbij verschenen zijnde, zon der geldige redenen niet voorzien is van de hiervoren vermelde voorwerpen 3o. wiens kleeding- of uitrustingstuk ken, bij het onderzoek niet in voldoenden staat worden bevonden 4o. die kleeding- of uitrustingstukken aan een ander behoorende, als de zijne vertoont dat bet personeel van de Landweer wordt geacht onder de wapenen te zijn niet alleen gedurende den tijd, dien het onderzoek duurt, maar in het algemeen, wanneer het in uniform is gekleed, zoodat degenen van dat personeel, die ongeregeld heden plegen of zich aan strafbare feiten schuldig maken, betzij bij het gaan naai de plaats van het onderzoek bostemd, hetzij gedurende het onderzoek of bij het naar huis keeren, te dier zake vallen on der de toepassing van het Crimineel Wet boek en het Reglement van krijgstucht voor het krygsvolk te lande. De verlofganger, die bij herhaling klee ding- of uitrustingstukken, aan een ander behoorende, als de zijne vertoont, wordt in werkelijken dienst geroepen en daarin gedurende ten hoogste drie maanden ge houden. De duur van dezen dienst wordt door den minister van oorlog bepaald, die tevens het korps van het leger aanwijst, .arbij de werkelijke dienst moet worden vervuld. De verlofganger, die niet voldoet aan eene oproeping voor den werkelijken dienst wordt als deserteur behandeld. Nog wordt den verlofgangers uitdruk kelijk herinnerd, dat het niet-ontvangen eener hoofdelijke kennisgeving hen niet ontheft van hunne verplichting tot deel neming aan het onderzoek, maar dat deze openbare kennisgeving eenig en alleen als bewijs geldt, dat de verlofganger behoor lijk is opgeroepen terwijl, ingeval ziekte de opkomst mocht verhinderen, daarvan moet blijken door overlegging van eene neeskundige verklaring. Vlissingen, den 14 October 1907. Burg. en Weth. voornoemd, VAN DOORN VAN KOUDE KERKE. De Secretaris, WITTEVEEN. Het is een absolute onmogelijkheid, dat de bestaande zaken en de denk- ge8chreven stond Zijn er woorden noodig Boven hun hoofd zongen de vogels en de zon boorde hare stralen door het bladerdak der boomen. Geen woord werd er gesprokenhunne har ten klopten sneller en de oogen ver telden hun geschiedenis aan elkander. Eindelijk barstte Ralph hartstochtelijk uit: „Gij bemint mg, ja, gjj bemint mij, gij behoeft het woord niet uit te spreken, lieveling, ik zie het in uw oogen, ik voel het aan het kloppen van uw hart. Dat er geen schaduw tus - schen ons kome, kus mij en dat zal voor mij genoeg zijn." Een oogenbiik aarzelde zjj en deed toen wat bij haar gevraagd had. De vogelen zagen het zwijgende aan en barstten toen in een luid gejubel uit de wind fluisterde in de boomen en droeg het nieuws de halve wereld over, de geheels natuur schee* verblijd te zijn. „En dus bemint gij rag werkelijk* vroeg Ralph weder. „Is het niet vreemd dat wij beiden in zulk een korten tijd elkander leerden beminnen Over Muriels gelaat verspreidde zioh een lichte bios. i „Wie die beminde, beminde niet op beelden der menschen, dat de zichtbare en onzichtbare wereld, voortdurend in denzelfden toestand bljjven, In de stoffelijke wereld vertoonen alle Toorwerpen zich aan ons oog in be paalde vormen, die echter voortdurend gewijzigd worden. Wij zien boomen en planten groeien, wij zien zandheuvelen zich vormen door overstuiving en de rots in omvang afnemen door den in vloed van weer en wind. In rivieren en stroomen vormen zich platenelders zien wij meren, atroomea en rivieren ontstaan. Vuurspuwende bergen storten in en eiders verheffen zich kraters uit den bodem der zee. Dat is de natunr- hervorming in bare ruwere gedaante. De natuurkenner weet eehter dat, hetgeen wij hier in het grooi aanscbou- 1 wen, ook in het klein plaats heeft, en wel altijd en overal. De scheppende macht, die allee beeft daargesteld, heeft zioh niet aan het grootscbe werk out trokkenmaar draagt zorg dat alles voortdurend blijft beantwoorden aan de bestemming, die er eenmaal aan gege ven werd. Het is dan ook aan geeD den minsten twijfel onderhevig, dat al die voortdurende vormveranderingen naar bepaalde beginselen en volgens vaste wetten geschieden dat de schepping in die vormveranderingen hare voortdu rende ontwikkeling vindt en, zonder dez», van geen ontwikkeling, vaak van stilstand en aobternitgang sprake zou zijn. Voor den ernstigpn mensch liggen hier rijke bronnen van nadenken en onderzoek. De mensch is blijkbaaT aan gewezen om tot de natuurontwikkeling bij te dragen en haar steeds mesr en meer aan hare bestemming te doen beantwoorden. Wanneer wij op een bepaald stuk land zekere vruchten zaaien, dan groeien daar planten, die dezelfde vruohten voortbrengen maa- wanneer wij nu jaar in jaar uit voortgaan om datzelfde land met de vruchten die het zelf oplevert, opnieuw te bezaaien, dan zal de teelt aobteruitgaan. Het gewas wordt minder en van minder kwaliteit. Wij moeten eens ander zaad nemen en moeten ook niet altijd hetzelfde land met letzelfde gewas beteelen. Wanneer wij van een elel gewas, een scboone bloem b.v., die gewoonlijk op andere wijze wordt voortgeteeld, zaad winnen en dat zaad uitstrooien, dan komen wij nu ea dan tot de verrassende ontdekking, dat wij een bloem geteeld hebben, wel is waar van dezelfde soort, maar andera in vormen en kleuren. Op bet eerste gezicht f zeide zij, en zich toen zaehtkens uit Ralph's armen los makende, nam zij een kettingje van haar hals, en het met een élootje over gevende, verzooht zij hem het te openen. Hg raakte een kleine veer aan, en het gouden deksel opent zioh en het gelaat van een man wordt zichtbaar. Een oogenbiik kon hij zjjne oogen niet gelooven, maar fluisterde daarna op een zonderlingen, verwarden toon „Kolonel Colt home kolonel Colt- herne 1" HOOFDSTUK XIII. Met den blik op bet portret van den man geslagen, dien hg iu Afrika zag eterven, en met het bijna zekere gevoel dat h6t meisje, dat naast hem zat en tot bem met zulke angstige oogen en in gespannen verwachting opziet, het kind is van zijn overleden vriend, scheen Ralph een oogenbiik van de spraak beroofd te zijn. Nu wist hij waarom Muriels gelaat op hem zulk een indruk maakte. Zij geleek immers op haar vader. Hare gelaatstrekken zjjn wel fijner, maar zij hebben dezelfde uitdrukking, haar oogen gelgken op die van hare moeder, en, die wijze ontstaan, door ontwikkeling van bet eenmaal bestaande, zoogenaamde nieuwe planten en bloemen, die inder daad slechts vormveranderingen zijn. Het komt vaak voor dat de rol van den mensch daarbjj van minder onder geschikten aard is. Aan uitvinders en ontdekkers is dikwijls eene eerepiaats toegekend. Toch verdienden zij die eer sleohts voor den ijver en de volharding waarmede zij naar zeker ideaal hadden gestreefd. Zij waren dan ook hervormers in den besten zin van bef woord maar ala zoodanig waren zij toch sleohts werktuigen in de hand der sebeppende iraebt. Niemand heeft stoom of eieotri teit uitgevonden. Die natuur krachten zijn er geweest, zoolang de schepping bestaat; alleen zjjn zjj eerst sinds betrekkelijk korten tgd door den mensoh aan groote belangen dienstbaar gemaakt en is baar gebruik in eene bepaalde richting geleid. De schepping steeds meer te leeren kennen en te trachten de verkregen kennis tot ontwikkeling van het bestaan de ten dienste der menechbeid aan te wenden, dat ie niets anders dan het zjjne bjjdragen tot die voortdurende hervor ming, welke de weg is, laDgs welken die schepping tot hare volledige ont wikkeling komt. In de zedeljjke wereld is het niet anders, 't Is niet mogeijjk dat ergens volmaakte toestanden zonden heersohen. Onvolmaaktheid maakt juist de ontwik keling mogeijjk en ligt daarom blijkbaar in bet wereldplan. De mensoh is niet geroepen om te streven naar volmaakte toestanden, maar om bjj te dragen tot het groote werk der hervorming en de ontwikkeling van het bestaande voor zijn aandeel te bevorderen. O, die taak is zoo moeiljjk 1 Als wij zoovele misstanden om ona heen zien, zooveel dat anders wezen moest, dat ook zeer wel voor verbetering vatbaar is, dan vergeten wjj too vaak hoe het in de eebepping toegaat. "Wjj zjjn wel eens driftig en voortvarend en willen ineens alles veranderen en verbeteren. Dan struikelen wij over ons eigen werk en brengen in plaats van veel niets tot stand. Misschien breken wjj wel af, zonder er iets voor in de plaats te stellen. Zóó zijn er wereld- en statenhervor- mers geweest, die alles tegeljjk overhoop baalden. De geschiedenis verbaalt van Carvalho, anders gezegd markies Pom- bat, dat hg bet aobterlgke en kwijnende als Ralph er nu in blikt, verwondert bjj er zich over dat de gedaohte niet eer bjj hem opkwam dat zjj bet kind van Honora was. „Kent gjj bem vroeg Muriel, haar zachte hand op Ralph's arm leggende. „Ik heb hem gekend. Hij was sol daat, kolonel in ons Eogeisch leger en een van de dapperste verdedigers van Engeland.* „Hg was!* herbaalde Muriel. „Is hij dood Ralph P" „Ja, lieve, hij stierf in mijne armen, terwijl hg mg bjj zjjn laatsten ademtocht bijna bad naar zjjn doohtertje te zoeken, en nu ik baar gevonden heb, heeft zjj beloofd de mjjne te willen zijn. Als ik haar zeg dot zjj een rijk dametje is, zal zjj missohien haar ouden minnaar niet meer willen hebben.* Een schaduw van gekwetste liefde verspreidde zioh over haar gelaat. „Heb ik u niet gezegd dat ik u be minde* fluisterde zij „en zal ik u min der beminnen nu ik weet dat ik meer uws gelijk® ben Ik zal mg altjjd trofsch gevoelen, Ralph, als ik mij herinner dat gjj mg Iiefhadt en rag vroegt uw vrouw te zijn, toen gg dacht dat ik nieta waa dan het aangenomen, naam- Portngal door krachtige maatregelen in één oogenbiik tot orde en welvaart wiide brengen, doch van zijn grootsehe hervormingen bjjna niet eene hem over leefde en zoo zjjn er tai van voorbeeh den in de gesohiedenis te vinden. In de geschiedenis van het menscheljjk geslacht vinden wij die voorbeelden dagelijks. Hoe vaak ziet de mensoh niet de noodzakelijkheid vooibij van het eent zioh zelf te hervormen 1 In stede van dat te doen, werpt bjj zich met onver- stondigen ijver, met koortsachtig onge duld, op bet een of ander wat verbete ring eischt, grijpt met ruw geweld in en ibrengt niets big vends tot stand. Immers, dit is geen hervormen, geen verbeteren. Het isiets anders stellen in plaats van het bestaande, in stede van bet bestaande door natuurlijke ontwik keling te brengen tot hooger orde. Als wjj hervormen, verbeteren willen, dan bandelen wjj in overeenstemming met plicht en roepingmaar dan moeten wjj bjj de natuur in de leer gaan dan moeten wij de schepping en hare lang zame ontwikkeling bestudeerendan moeten wjj enze krachten sparen, om ze big vend te kunnen richten op het zelfde doel. Wjj moeten niet willen, en wjj k u n - n e n ook niet, wat de machtige band der schepping zelve niet gewild heeft. Se anti revolutionairen «n het kiesrecht. De „Stand.* schrijftDe vraag rees, wat in het schema van het centraal- comité over het kiesrecht voor de Tweede Kamer, toch aanleiding gaf, enkel de ryksbedeelden en niet ook de bedeelden nit andere openbare kassen uit te sluiten. Ons sebjjnt dit niet on- duideijjk. Thans zjjn alle bedeelden uitgesloten, en dst waarom, op wst grond Omdat, zegt men, een bedeelde geen „onafhankeljjk* man is, en dns zjjn bedeeier invloed op zjjn stem zou kunnen uitoefenen, en hem noodzaken te stemmen tegen zjjn zin. Natuurlijk hield dit geen steek lo. n'et, omdat tal van gegoede familiëa evenzoo door bun familie ondersteund worden2o. omdat allerlei personen geldelijk van anderen afhangen, al zjjn ze niet bedeeld en 3a. omdat de ge heime atemming maakt, dat ieder bjj het uitbrengen van zjjn atem volkomen vrjj man is. Het was niets dan een be dekte poging, om een breede rreks van mindergegoeden van de stembus verre te houden, vooral in ons weldadig land. De bedeelden van Kerk en Gemeente en particuliere vereeniging zijn bij ons looze kind van een boermaar zjjt gg wel zeker, volkomen zeker dat ik het meisje ben, waarnaar gjj zoekt?* „Volkomen.Gjj gelijkt sprekend op uw vaderen hebt de oogen uwer moeder.* „Van mjjne moeder! Ik heb nog niet naar haar gevraagd; rs zij is zjj ook dood, Ralph „Neen, lieve." „Wilt gij mjj tot haar brengen „Dat kan ik niet, iievegij moogt ter wille uwer moeder baar niet kennen. Waarom kan ik u niet zeggen gjj moet vertrouwen in mjj stellen. Ik zal u zoo beminnen dat gg nooit de liefde eens vaders of eener moeder zult missen." Muriel zweeg, en het papier; dat de dokter uit Wales hem gaf uit zjjn zak halende, las Ralph het voor. Het zegt kortelijk dat het kind van den heer Colthorne geboren werd met een don ker bruin kenteeken, in den vorm van een halve maan, even boven den elle boog. Ralph sloeg de witte loshangende mouw van Muriel op, en daar op het blanke vel even boven den elleboog ia hetzelfde door den dokter besohreven maanvormige teeken. Ralph bukte zioh en kuste het teeken. (Slot volgt).

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1907 | | pagina 1