1006. 24 December. xxxx»»»*xxx»* De troon zijner vaderen. HET WINTERT. LQ4. Nieuwjaarsgroeten, t g e b a I. en Kerstdag) nts- IS op de Badhuis- letter G,, Bureau kt." LREN en ir ze worden 'IceVs Patent MMU UUUUM UUU M Gemeente bestuur. >4 15 ct. 4. 30, 50, 70 28, 36 10 40 er pak 15 16 25—35 Na 302. 44© Jimgtmg* 311 poordigend Sell llfta! en aan den Vli»- het fort „Midden- mg 2 uur- HEES» bij DUIJVEKOT, Kleine in bosjes. v. |toca!«. PELEN aan c o n- l: ijzen. dstxSahooi,\ genaarstraat 113, i 1LBURG. laar en leerares.) SltSOh door |kk«n landen, en inlichtingen OOP: deelte der stad een ïihuis met vrijen gemakken voorzien, u i n. Adres Ma- hter de Kerk. ,AS .24 per ons .24 95 .24 99 .10 99 .10 99 >.10 95 >.10 99 >.08 99 ►.10 95 >.07 99 >.06 55 >.10 95 ÏXfS. ijtrul 1II. YLlSSIMSdlIÏ COURANT Maandag Prijs per drie maaadsu iim Krant» poss 1.50, Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij den Uitgever F. VAN DB VELDE Jr., Kleine Markt, I. 187 ADVEK1ENT1ÉNvan 14 regels ƒ0.40, Voor ellcen rege! meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slechts rioeemaal berekend. Groote letters en cliohé's naar plaatsruimte. Vsrscliflnt dagelijks, uitgezonderd op Zon- en feestdagen. Eii te Courant Moorteenlpepl. Zij, die zicli met 1 Jamtiari 1&07 op ons blad abouneereii, onltan- gen het tot dien datum gratis. lijaMtk In het nummer van ons blad, dat verschijnen zal en bij de abon- né's bezorgd wordt op Oude jaarsavond, stellen wij de ge legenheid open tot het plaatsen van tegen verminderd tarief. De prijs dier annonces is van 1—5 regels f O.SB, iedere regel meer B cent. Door het plaatsen van dergelijke advertentiën vermijdt men het lastige kaartjes-zenden. De inzending der annonces wordt reeds nu beleefd verzocht, en uiterlijk tot Maandagmiddag 31 December 12 uur ingewacht, BEKENDMAKING. Kamers van Arbeid voor de Metaalbewerking en voor de Bouwbedrijven te Vlissingen, Bnrg. en- Weth. van Vlissingen gelet op art, 11 van het kiesreglement voor de Kamers van Arbeid, herinneren de hoofden of bestuurders van de navolgende bedrijven, verte genwoordigd in de Kamer van Arbeid voor de Metaalbewerkinghet bewerken van metalen met uitzondering van het lood- en zmkwerkersbedrijf het scheepsmakers bedrijfhet laden en lossen van schepen en spoorwegwaggonsen de hoofden of bestuurders van de navolgende bedrijven, verte genwoordigd in de Kamer van Arbeid voor de Bouwbedrijven: het timmerlieden-, metselaars-, stukadoors-, lood- en zinkwerkers-, schilders- en aardwerkersbedrijfhet leggen van electrische ge leidingen of van gas- en waterleidingenhet ont werpen van en 'het houden van toezicht bij het uitvoeren van bouwplannenaan hunne verplich tingen om vóór 15 Januari e.k. eene lijst of zoo noodig lijsten op te maken van de namen en de voornamen der mannelijke en vrouwelijke personen, die in hun bedrijf binnen het gebied der Kamers van Arbeid als patroons of 111 hun dienst als werklieden werkzaam zijn geweest gedurende het laatstverloopen kalenderjaar, waarvoor wat het bouwvak en'aardwerkersbedrijf betreft, het laat ste tijdvak van 7 maanden en wat het laden en lossen van schepen betreft, het laatste tijdvak van 6 maanden dat in die bedrijven gewerkt is, geldt en om die lijst of lijsten vóór 15 Januari e.k. te zenden aan Burgemeester en Wethouders of in te leveren ter gemeente-secretarie. Op de lijsten mogen niet vermeld worden zij, die gedurende den boven aangegeven tijd niec binnen 'het gebied der Kamers van Arbeid bij hetzelfde hoofd of denzelfden bestuurder zijn werkzaam geweest. Op de lijsten behoeven niet vermeld te worden zij, die geen ingezetenen des Rijks of geen Ne derlanders zijn of op den '15 Februari e.k. den FEUILLETON. Naar het Engelsch, van Nellie Blisset. 3.) Men had daarvoor een anderen weg gekozen, en die ging langs Tramino's paleis. De gevel- was rjjk versierd in 't midden wapperde een reusachtige, go- havende oude banier, die in verbleekte letters de woorden „God en de Koning" droeg. Tramino glimlachte even, toen hij de Wapenspreuk van zijn huis las. Dan achter ontwaarden zijn oogen een geheel ander beeld. Over het balkon van m huis aan den overkant leunde een leeftijd van 25 jaren niet zullen bereikt hebben. Zij, die gedurende het laatstverloopen kalender jaar of wat het bouwvak en aardwerkersbedrijf betreft, gedurende het laatste tijdvak van 7 maan den en wat het laden en lossen van schepen be treft gedurende het laatste tijdvak van 6 maanden, dat in die bedrijven gewerkt is, niet in het bedrijf van hetzelfde hoofd of denzelfden bestuurder werkzaam zijn geweest en die aanspraak kunnen maken om op eene kiezerslijst voor de Kamers van Arbeid geplaatst te worden, worden er voorts aau herinnerd, dat zij daarvan vóór 15 Januari e.k. aangifte kunnen doen bij Burgemeester en Wet houders voornoemd. De formulieren der lijsten en der aangiften zijn van af 2 Januari e.k. ter Gemeente-secretarie kosteloos verkrijgbaar, Vlissingen, den 22 December 190Gi Burgem. en Weth. voornoemd, VAN DOORN VAN KOUDEKERKE. De Secretaris, WIT T E V E E N. AANGIFTE TER INSCHRIJVING VOOR DE MILITIE. Burgemeester en Wethouders der gemeente Vlis singen, brengen ter kennis van wie het aangaat, en meer bijzonder van de in het jaar 1888 ge boren mannelijke personen, of van hun vader, moeder, voogd of curator, dat bij de militiewet 1901 (Staatsblad no. 212 van 1901), het volgende Art. 13. Voor de militie wordt ingeschreven lo. ieder minderjarig mannelijk Nederlander, die binnen het rijk, in het Duitsche rijk of in het koninkrijk België verblijf houdt, 2o. ieder min derjarig mannelijk Nederlander, wiens vader moe der of voogd binnen het rijk, in het Duitsche rijk of in het koninkrijk België woonplaats heeft, 3o, ieder meerderjarig mannelijk Nederlander, die binnen het rijk, in het aDuitsche rijk of in het koninklijk België woonplaats heeft, 4o. ieder mannelijk ingezetene niet-Nederlander, zoo hij op den lsten Januari van het jaar het 19de levens jaar was ingetreden en niet verkeert in een der bij art. 15 omschreven gevallen. Ingezetene is, voor de toepassing van het be paalde hierboven onder 4o.A. de binnen het rijk verblijf houdende minderjarige niet-Nederlander a. wiens vader, moeder of voogd binnen het rijk woonplaats heeft 'en haar gedurende de vooraf gaande achttien maanden in het rijk of de ko loniën of bezittingen des rijks in andere wereld- deelen gehad heeft; b. van wiens ouders de langst levende bij zijn of haar overlijden in het hierbo ven onder a omschreven geval vorkeerde, al ver keert zijn voogd niet in dat.gevai of al is deze buiten 's lands gevestigdc. die door zijn vader, moeder of voogd verlaten is, of die ouderloos is of in wettelijken zin geen vader of moeder heeft en van wien niet bekend is dat hij een voogd heeft, indien hij gedurende de voorafgaande acht tien maanden in het rijk verblijf gehouden heeft B. de meerderjarige niet-Nederlander, die binnen het rijk woonplaats heeft en haar gedurende de voorafgaande achttien maanden in het rijk of de koloniën of bezittingen des rijks in andere werelddeelen gehad heeft.. Voor minderjarig wordt voor de. toepassing van het bepaalde hierboven onder A gehouden hij, die minderjarig is in den zin der Nederlandsche wet. Voor meerderjarig wordt voor de-toepassing van het bepaalde hierboven onder B gehouden hij, die meerderjarig is in den zin van voormelde wet. Art. 14. De inschrijving geschiedtlo. van hem, bedoeld in art. 13, eerste zinsnede lo.zoo hij binnen het rijk verblijf houdt en zijn vader, moe der of voogd aldaar woonplaats heeft, in de ge meente der woonplaats van vader, moeder of voogdzoo hij binnen .het rijk verblijf houdt en zijn vader, moeder of voogd elders dan binnen het rijk woonplaats heeft, in de gemeente, waai' hij verblijf houdt; zoo hij door zijn vader, moeder of voogd verlaten is, ouderloos is of in wettelijken zin geen vader of moeder heeft en het niet bekend is dat hij een voogd heeft,' in de gemeente, waar hij verblijf houdtzoo hij in liet Duitsche rijk verblijf houdt, in de gemeente Amsterdamzoo hij iu het koninkrijk België verblijf houdt, in de gemeente Rotterdam2o. van hem, bedoeld in art. 13, eerste zinsnede 2o.zoo zijn vader, moeder of voogd woonplaats heeft binnen liet rijk, in de ge meente der woonplaats van vader, moeder of voogd j is de woonplaats van vader, moeder of voogd in het Duitsche rijk, in de gemeente Amsterdamis zij in het koninkrijk België, in de gemeente Rotterdam 3o. van hem, bedoeld in art. 13, eerste zinsnede 3o,zoo hij woonplaats heeft binnen het rijk, in de gemeente zijner woonplaats zoo hij woonplaats heeft in het Duitsche rijk,, in de gemeente Am sterdam zoo hij woonplaats, heeft in het konink rijk België, in de gemeente Rotterdam4o. A. van hem, bedoeld in artikel 13, eerste zinsnede 4o., indien hij minderjarig iszoo hij verkeert in man mot een donker voorwerp in de hand. Juist nu Tramino opkeek, boog hij zich dieper ef, op 't punt van te schieten. Tramino kon bijna waarnemen, dat hij den haan overhaalde. 't Volgend oogenblik was alles voorbij. Tramino had met een snellen greep den niets vermoedenden monarch naar omlaag gedrukt en hem zoo met zijn eigen lijf gedekt. Een rookkringetje boven het balkon, vanwaar de man verdwenen was, beneden op het asfalt de afgesehoten revolver. De versohrikte menigte begon schreeu wend en joelend op te dringen de opgewondenheid nam een dreigend ka rakter aan. Nog een paar oogenbiikken en de massa zou niet meer te bedwingen zijn geweest. Tramino's geoefende blik overzag dadelijk den toestand, en den koning loslatend, zwaaide hjj levendig met zijn hoed. De koning ia niet geraakt 1 riep hjj. w» Lave da koning 1 Telepli'oon nummer 10. het geval, in de tweede zinsnede van dat artikel onder Aa omschreven, in de gemeente, waar zijn vader, moeder of voogd woonplaats heeft zoo hij verkeert in het geval, in die zinsnede onder Ab omschreven, in de gemeente, waar zijn voogd woonplaats heeftis de woonplaats van dezen buiten 's lands, dan geschiedt dé inschrijving in de gemeente, waar de minderjarige verblijf houdt; zoo hij verkeert in een der gevallen, iu evenbe- doelde zinsnede onder Ac omschreven, in de ge meente, waar hij verblijf houdtB. van hem, be doeld in art. 13, eerste zinsnede 4o., indien hij meerderjarig is in de gemeente, waar hij woon plaats heeft. De in de vorige zinsnede als plaats van in schrijving aangewezen gemeente is die, waar het verblijf of de woonplaats gevestigd is of was op den lsten Januari van het jaar, 'volgende op dat, waarin de iu te schrijven persoon het 18de levens jaar volbracht, tenzij het iemand geldt, wiens in schrijving te Amsterdam of te Rotterdam moet geschieden wegens verblijf of woonplaats onder scheidenlijk in het Duitsche rijk of in het konink rijk België. Art. 15. Voor de militie wordt niet ingeschre ven lo. de ingezetene-niet-Nederlander, die be wijst te behooren tot een staat, waar de Neder landers niet aan den verplichten krijgsdienst zijn onderworpen of waar ten aanzien van den dienst plicht het beginsel van wederkoerigheid is aan genomen 2o. hij, die bewijst in de koloniën of bezittingen des rijks in andere werelddeelen ver blijf te houden of woonplaats te hebben, al heeft zijn vader, moeder, voogd of curator woonplaats bin nen het rijk. Art, 16. Hij, die volgens art. 13 behoort te worden ingeschreven, is verplicht zich daartoe bij Burg. eu Weth. der gemeente, waar volgens art. 14 de inschrijving moet geschieden, aan te geven tusschen den lsten en den 31sten Januari vau het jaar, volgende op dat, waarin hij het lSde levensjaar volbracht. Bij ongesteldheid of afwezigheid van hem, die zich ter inschrijving moet aangeven, alsmede in een der gevallen, hierna in de vierde zinsnede omschreven, rust de verplichting tot het doen der aangifteindien het een minderjarige betreft, op zijn vader, moeder of voogd-; indien het een meerderjarige betreft, die onder curateele gesteld is, op zijn curator. De verplichting van vader, moeder of voogd geldt evenwel slechts zoo hij of zij binnen het rijk, in het Duitsche rijk of in het koninkrijk België woonplaats heeft. Behoudens de uitzonderingen bij de volgende zinsnede gemaakt, rust de zorg voor het doen der aangifte uitsluitend op deiV iu te schrijven minderjarigeindien zijn vader, moeder of voogd niet binnen het rijk, in het Duitsche rijk of in het koninkrijk België woonplaats heeft indien zijn vader of moeder of beiden de ouderlijke macht missenindien hij door zijn vader, moeder of voogd verlaten is of indien hij ouderloos is of in wettelijken zin geen vader of moeder heeft en het niet bekend is dat hij een voogd heeft. Hij, die door de bestuurders, in art. 22 vermeld, ter inschrijving moet worden opgegeven of. die in dienst is bij de zeemacht, de marme-reserve en het korps mariniershieronder begrepen, bij het leger hier te lande of bij de koloniale troepen, is tot -het doen van de aangifte niet verplicht. Voor hein of haar, die tot het doen der aan gifte verplicht is, kan de aangifte geschieden door een ander, daartoe schriftelijk gemachtigd. De volmacht blijft onder Burg. en Weth. berusten. De wijze, waarop van de gedane aangifte moet blijken, wordt door Uns bepaald. Art. 18. Voor de militie'wordt ook ingeschreven of wordt op nieuw ingeschrevenlo. ieder min derjarig mannelijk Nederlander, die na den lsten Januari vau het jaar, volgende op dat, waarin hij het 18de levensjaar volbracht, en vóór het intre den van het 21ste levensjaar zijn verblijf binnen het rijk, in het Duitsche rijk of iu het koninkrijk België gevestigd heeft2o. ieder minderjarig man nelijk Nederlander, wiens vader, moeder of voogd na den lsten Januari van het jaar, volgende op dat, waarin de minderjarige het 18de levensjaar volbracht, en vóór het intreden van diens 21ste levensjaar zijne of hare woonplaats binnen het rijk, in het Duitsche rijk of in het koninkrijk België gevestigd heeft3o. ieder mannelijk min derjarige, die na den lsten Januari van het jaar, volgende op dat, waarin hij het 18de levensjaar volbracht, en vóór het intreden van het 21ste levensjaar Nederlander of op nieuw Nederlander is geworden, zoo hij in een der hierboven onder lo. omschreven gevallen verkeert, of wiens vader, moeder of voogd verkeert in een der gevallen, hierboven onder 2o. omschreven4o. ieder meer derjarig mannelijk Nederlander, die na den lsten Januari van het jaar, volgende op dat, waarin hij het 18de levensjaar volbracht, en vóór het intreden van het 21ste levensjaar zijne woonplaats binnen het rijk, in het Duitsche rijk of in hét-koninkrijk Afoonnements-Advertentiê'n op zeer voordeelige voorwaarden. Dan zakte hij bewusteloos achterover. Men droeg den minister in zijn paleia en iagde hem neer op 't rustbed in aya sombere werkkamer. Iemand haalde de oude banier van 'fc venster af, waarvan hij neerhing, en dekte den man daarmee want hij was yskoud. D8 man op het balkon had goed Een dokter, dadelijk ontboden, vond voor de deur van 's ministers kamer den vorst in angstig wachten. Ik moest daar in zijn plaats liggen, dokter, sprak hij met eerlijke, diepe ontroeringred hem, dokter, als u kunt. Tien minuten later kwam de arts weer uit de kamer. Hij sprak Mgn kunst vermag hier niets, Maje steit I Die schurk was te goed schutter. De ongelukkige is niet te redden hij weet het en verlangt naar Uwe Majesteit. Langzaam betrad de koning de kamer. Hij zag het portret van 't jonge meisje in bruidskleed, en hij zag op het rustbed België gevestigd of er woonplaats verkregen heeft 5o. ieder mannelijk meerderjarige, die na den lsten Januari van het jaar, volgende op dat, waarin hij het 18de levensjaar volbracht, en vóór het intreden van het 21ste levensjaar Nederlander of op nieuw Nederlander is geworden, zoo hij in een der hier boven onder 4o. omschreven gevallen verkeert 6o. ieder mannelijk niet-Nederlander, die na den lsten Januari van het jaar, volgende op dat, waarin hij het 18de levensjaar volbracht, en vóór het intreden vau het 21ste levensjaar ingezetene of op nieuw ingezetene is geworden in den zin dor tweede zinsnede van art. 13. Hierbij gelden de laatste zinsnede van dat ar tikel en art. 15. Ten aanzien van de gemeente, waar de inschrij ving of de inschrijving op nieuw moet geschieden on van de verplichting tot het doen van aangifte ter inschrijving of ter inschrijving op nieuw gelden 'de eerste zinsnede van art. 14 en de laatste vijf zinsneden van art. 16. De aangifte ter inschrijving of ter inschrijving op nieuw van hem, die volgens de eerste zinsnede van dit artikel moet worden ingeschreven, ge schiedt binnen dertig dagen na het verkrijgen of, werd hij reeds vroeger ingeschreven doch van het register afgevoerd, na het terug erlangen vau het Nederlanderschap of van het ingezetenschap, of na de vestiging van verblijf of de vestiging of het verkrijgen van woonplaats binnen het rijk, inhet Duitsche rijk of in het koninkrijk België. De inschrijving geschiedt iu het register betref fende de lichting van het jaar, waartoe de in de eerste zinsnede van dit artikel bedoelde persoon volgens zijnen leeftijd behoort. Art. 166. Met boete van ten minste vijftig cents en ten hoogste f 100 wordt gestraft de overtreding van de artt. 16, 18 en 22. Belanghebbenden worden nog opmerkzaam ge maakt oplo. Art, 19 der wet, luidendeHij wiens aangifte ter inschrijving verzuimd is, wordt door Burg. en Weth., zoo zij het ontdekken, ambts halve ingeschreven. Zij geven daarvan terstond aan hem of aan zijn vader, moeder, voogd of cu rator kennis. Art. 20 der wet, luidendeHij die zich na den 31sten Januari, doch vóór den 31sten Augustus ter inschrijving aangeeft, wordt alsnog ingeschre ven 2o. de artt. 147151 der wet, ingevolge welke wetsartikelen hij, die na 31 Augustus be vonden wordt nalatig te zijn ter zake zijner in schrijving, voor Gedejiuteerde Staten wordt ge bracht om, bij afwezigheid van reden tot vrij stel ling of uitsluiting, voor acht jaren bij de militie te worden ingelijfd, waarvan hij gedurende twee jaren onder do wapenen moet "worden gehouden, tenzij de Koningin anders bepaalt. Voorts is het noodig, dat door of voor hen, die elders geboren zijn, bij het doen van de aangifte ter inschrijving wordt overgelegd een uittreksel uit het geboorteregister, welk uittreksel op aan vrage kosteloos wordt verstrekt. Zij, die ingevolge bovenstaande wetsbepalingen in deze gemeente voor de militie moeten worden ingeschreven, moeten mitsdien hiertoe bij hen, Burg. en Weth., ter gemeente-secretarie, tusschen den lsten en 31sten Januari 1907 worden aange- geven. Voor het doen van do aangifte ter inschrijving zal gelegenheid worden gegeven op eiken werkdag, van des voormiddags 9 tot 4 uur 's namiddags. Gedaan voor de eerste maal te Vlissingen, den 22sten December 1906, Burg. en Weth. voornoemd, VAN DOORN VAN KOUDEKERKE, De Secretaris, WITTEVEEN. 't Zijn sterke beenen, die de weeide dragen. Zelfs de natuur leert ons dat. Lang, heel lang, bljjffc het laatste der jaargetijden aan de grenzen van den herfst staan, Dan is er altjjd nog wel een overschotje van de weelde van den zomereen heel treurig restje soms. Eens echter komt met onbedrieglijke zekerheid het tijdstip, waarop de man met den langen witten baard om logies vraagt en wij hem een tijdje moeten herbergen. Dat ia de winterkoning een gestrenge heer niet half zoo aardig den man, over wien de aan flarden gesohoten banier van zijn huis lag uit gespreid. Dan eerst zag hij den gewonde in 't gezicht. De koning kon van ontroering moeiljjk Je hebt je leven voor mij gegeven, Philip, bracht hij eindelijk uit. Hij noemde hem bjj den voornaam, als vele jaren geleden, toen ze samen als kin deren speelden. Hoe zal ik je danken P Tramino zag hem aan. De booze, geplaagde trek van vroeger was uit zijn gezicht verdwenen. Op 't moment, toen hjj op bet balkon den moordenaar zag, had het hem eensklaps zoo eenvoudig geleken, zijn plicht te doen, gelijk de traditie van zijn geslacht gebood. Ik moet u iets zeggen, Sire, begon Tramino kalm. Ik wist van den aanslag op uw leven. Gister vernam ik dat. Ik hoopte, dat het gelukte. Vier en twintig uren lang was ik een moordenaar en verrader, als het kleine, lieve vogeltje, dat zijn naam draagt. Hjj heeft zijn intocht gedaan. Zou het voor lang zijn "Wel neen, zeggen sommige oude luidjes, strenge winters bomen niet meer voor die waren er in mijn jeugd. Zij die zoo spreken herinneren zich dan tooh zeker niet meer dat een van de strengste winters, zoo niet de strengste der negentiende eeuw, nog maar zestien jaar achter ons ligt. Anderen zijn van oordeel, dat eigenlijk de heele loop der natuur veranderd is. Kwakkelwinters waren er vroeger niet. Het vroor in Januari en Februari. Dan kwamen er nog eens wat Maartsche buien en daarna volgde het voorjaar, niet zooals het tegenwoordig gaat, met horten en stoo- ten tot de langste dag er geweest is maar werkelijk en in eens. Men zal moeten erkennen dat het heel moeilijb is, zich met al die mee ningen een duidelijke voorstelling te vormen van vroegere toestanden, even min als men een houvast heeft aan de tallooze weerprofetiën, waarop men ons op bepaalde tijden onthaalt. Onze aarde ia een lichaam met een zoo geweldigen dampkring, dat de wetten die haar ver anderingen vaststellen ons ten deele wel altjjd een raadsel zullen blijven, en tegenover de quasi geleerde W6er- profeten, hebben wezenljjbe geleerdan nederig beleden, dat men bij den tegen- woordigen stand der wetenschap den stand van het weder geen vier en twin tig uren vooraf kan bepalen. Is dit zoo, dan zullen wij verstandig handelen, wanneer wij de profeten voortaan als liefhebbers in 't vak beschouwen. De mogaljjkheid dat veranderingen, welke op den aardbol plaats hebben, veranderingen in den dampkring of in zijn invloed teweeg brengen, is daarom volstrekt niet uitgesloten. Dat men kunstmatig storingen in den dampkring kan verwekken, b.v. regenval bevorde ren, is sinds lang wetenschappeljjk'vast- gesteld. Esn historisch feit is het, dat men door de oppervlakte van een ge heel land ts veranderen, door b.v. de bo3schen uit te roeien, vanzelf ook de weersgesteldheid verandert. Het snel lere verdampen der aardvoohten, van zelf ook gevolgd door sterken regenval, verklaart dit gemakkelijk. De uitbrei ding van eleotrisohe geleidingen heeft blijkbaar zeer grooten invloed Bop de werking der electrische krachten in de natuur, en dit verschjjnsel zal wel niet op zichzelf staan. Of een in ander nu van wezenlijken en blij venden invloed op de gesteldheid van den dampkring, of, zooals wij gewoonljjk zaggen van „het weer" is, kan voor het tegen woordige nog niet worden bepaald Zijn oogen dwaalden van dec koning naar het portret. Carolus zag dien blik en begreep. Hij knielde plotseling bjj 't rustbed neer en verborg zijn gelaat. Tramino, fluisterde hjj, kan je mij vergeven Een zachter uitdrukking kwam op het harde, vale gelaat. Mijn voorouders stierven voor de uwe, Sire, antwoordde hjj. Dikwjjls is sterven lichter dan vergeten. Toen de gravin eenige minuten later de kamer betrad, vond zjj den koning aan het rustbed knielend, 't gezicüt in de plooien van de oude banier, op wier verschoten grond nog de getuigenis van onwankelbare trouw was te lezen „God en de Koning 1* EINDE.

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1906 | | pagina 1