1006.
24 December.
xxxx»»»*xxx»*
De troon zijner vaderen.
HET WINTERT.
LQ4.
Nieuwjaarsgroeten,
t g e b a I.
en Kerstdag)
nts-
IS op de Badhuis-
letter G,, Bureau
kt."
LREN en
ir ze worden
'IceVs Patent
MMU UUUUM UUU M
Gemeente bestuur.
>4
15 ct.
4. 30, 50, 70
28, 36
10
40
er pak 15 16
25—35
Na 302.
44© Jimgtmg*
311
poordigend
Sell llfta!
en aan den Vli»-
het fort „Midden-
mg 2 uur-
HEES»
bij DUIJVEKOT,
Kleine in bosjes.
v. |toca!«.
PELEN aan c o n-
l: ijzen.
dstxSahooi,\
genaarstraat 113, i
1LBURG.
laar en leerares.)
SltSOh door
|kk«n landen,
en inlichtingen
OOP:
deelte der stad een
ïihuis met vrijen
gemakken voorzien,
u i n. Adres Ma-
hter de Kerk.
,AS
.24 per
ons
.24
95
.24
99
.10
99
.10
99
>.10
95
>.10
99
>.08
99
►.10
95
>.07
99
>.06
55
>.10
95
ÏXfS.
ijtrul 1II.
YLlSSIMSdlIÏ COURANT
Maandag
Prijs per drie maaadsu iim Krant» poss 1.50,
Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek
handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij den Uitgever
F. VAN DB VELDE Jr., Kleine Markt, I. 187
ADVEK1ENT1ÉNvan 14 regels ƒ0.40, Voor ellcen rege!
meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde
advertentie wordt de prijs slechts rioeemaal berekend. Groote letters
en cliohé's naar plaatsruimte.
Vsrscliflnt dagelijks, uitgezonderd op Zon- en feestdagen.
Eii te Courant Moorteenlpepl.
Zij, die zicli met 1 Jamtiari 1&07
op ons blad abouneereii, onltan-
gen het tot dien datum gratis.
lijaMtk
In het nummer van ons blad,
dat verschijnen zal en bij de abon-
né's bezorgd wordt op Oude
jaarsavond, stellen wij de ge
legenheid open tot het plaatsen
van
tegen verminderd tarief.
De prijs dier annonces is van
1—5 regels f O.SB, iedere regel
meer B cent.
Door het plaatsen van dergelijke
advertentiën vermijdt men het
lastige kaartjes-zenden.
De inzending der annonces wordt
reeds nu beleefd verzocht, en
uiterlijk tot Maandagmiddag
31 December 12 uur ingewacht,
BEKENDMAKING.
Kamers van Arbeid voor de Metaalbewerking en
voor de Bouwbedrijven te Vlissingen,
Bnrg. en- Weth. van Vlissingen
gelet op art, 11 van het kiesreglement voor de
Kamers van Arbeid, herinneren de hoofden of
bestuurders van de navolgende bedrijven, verte
genwoordigd in de Kamer van Arbeid voor de
Metaalbewerkinghet bewerken van metalen met
uitzondering van het lood- en zmkwerkersbedrijf
het scheepsmakers bedrijfhet laden en lossen van
schepen en spoorwegwaggonsen de hoofden of
bestuurders van de navolgende bedrijven, verte
genwoordigd in de Kamer van Arbeid voor de
Bouwbedrijven: het timmerlieden-, metselaars-,
stukadoors-, lood- en zinkwerkers-, schilders- en
aardwerkersbedrijfhet leggen van electrische ge
leidingen of van gas- en waterleidingenhet ont
werpen van en 'het houden van toezicht bij het
uitvoeren van bouwplannenaan hunne verplich
tingen om vóór 15 Januari e.k. eene lijst of zoo
noodig lijsten op te maken van de namen en de
voornamen der mannelijke en vrouwelijke personen,
die in hun bedrijf binnen het gebied der Kamers
van Arbeid als patroons of 111 hun dienst als
werklieden werkzaam zijn geweest gedurende het
laatstverloopen kalenderjaar, waarvoor wat het
bouwvak en'aardwerkersbedrijf betreft, het laat
ste tijdvak van 7 maanden en wat het laden en
lossen van schepen betreft, het laatste tijdvak van
6 maanden dat in die bedrijven gewerkt is, geldt
en om die lijst of lijsten vóór 15 Januari e.k. te
zenden aan Burgemeester en Wethouders of in te
leveren ter gemeente-secretarie.
Op de lijsten mogen niet vermeld worden zij,
die gedurende den boven aangegeven tijd niec
binnen 'het gebied der Kamers van Arbeid bij
hetzelfde hoofd of denzelfden bestuurder zijn
werkzaam geweest.
Op de lijsten behoeven niet vermeld te worden
zij, die geen ingezetenen des Rijks of geen Ne
derlanders zijn of op den '15 Februari e.k. den
FEUILLETON.
Naar het Engelsch, van
Nellie Blisset.
3.)
Men had daarvoor een anderen weg
gekozen, en die ging langs Tramino's
paleis.
De gevel- was rjjk versierd in 't
midden wapperde een reusachtige, go-
havende oude banier, die in verbleekte
letters de woorden „God en de Koning"
droeg.
Tramino glimlachte even, toen hij de
Wapenspreuk van zijn huis las.
Dan achter ontwaarden zijn oogen een
geheel ander beeld. Over het balkon van
m huis aan den overkant leunde een
leeftijd van 25 jaren niet zullen bereikt hebben.
Zij, die gedurende het laatstverloopen kalender
jaar of wat het bouwvak en aardwerkersbedrijf
betreft, gedurende het laatste tijdvak van 7 maan
den en wat het laden en lossen van schepen be
treft gedurende het laatste tijdvak van 6 maanden,
dat in die bedrijven gewerkt is, niet in het bedrijf
van hetzelfde hoofd of denzelfden bestuurder
werkzaam zijn geweest en die aanspraak kunnen
maken om op eene kiezerslijst voor de Kamers van
Arbeid geplaatst te worden, worden er voorts aau
herinnerd, dat zij daarvan vóór 15 Januari e.k.
aangifte kunnen doen bij Burgemeester en Wet
houders voornoemd.
De formulieren der lijsten en der aangiften zijn
van af 2 Januari e.k. ter Gemeente-secretarie
kosteloos verkrijgbaar,
Vlissingen, den 22 December 190Gi
Burgem. en Weth. voornoemd,
VAN DOORN VAN KOUDEKERKE.
De Secretaris,
WIT T E V E E N.
AANGIFTE TER INSCHRIJVING VOOR
DE MILITIE.
Burgemeester en Wethouders der gemeente Vlis
singen, brengen ter kennis van wie het aangaat,
en meer bijzonder van de in het jaar 1888 ge
boren mannelijke personen, of van hun vader,
moeder, voogd of curator, dat bij de militiewet
1901 (Staatsblad no. 212 van 1901), het volgende
Art. 13. Voor de militie wordt ingeschreven
lo. ieder minderjarig mannelijk Nederlander, die
binnen het rijk, in het Duitsche rijk of in het
koninkrijk België verblijf houdt, 2o. ieder min
derjarig mannelijk Nederlander, wiens vader moe
der of voogd binnen het rijk, in het Duitsche
rijk of in het koninkrijk België woonplaats heeft,
3o, ieder meerderjarig mannelijk Nederlander, die
binnen het rijk, in het aDuitsche rijk of in het
koninklijk België woonplaats heeft, 4o. ieder
mannelijk ingezetene niet-Nederlander, zoo hij op
den lsten Januari van het jaar het 19de levens
jaar was ingetreden en niet verkeert in een der
bij art. 15 omschreven gevallen.
Ingezetene is, voor de toepassing van het be
paalde hierboven onder 4o.A. de binnen het rijk
verblijf houdende minderjarige niet-Nederlander
a. wiens vader, moeder of voogd binnen het rijk
woonplaats heeft 'en haar gedurende de vooraf
gaande achttien maanden in het rijk of de ko
loniën of bezittingen des rijks in andere wereld-
deelen gehad heeft; b. van wiens ouders de langst
levende bij zijn of haar overlijden in het hierbo
ven onder a omschreven geval vorkeerde, al ver
keert zijn voogd niet in dat.gevai of al is deze
buiten 's lands gevestigdc. die door zijn vader,
moeder of voogd verlaten is, of die ouderloos is
of in wettelijken zin geen vader of moeder heeft
en van wien niet bekend is dat hij een voogd
heeft, indien hij gedurende de voorafgaande acht
tien maanden in het rijk verblijf gehouden heeft
B. de meerderjarige niet-Nederlander, die binnen
het rijk woonplaats heeft en haar gedurende de
voorafgaande achttien maanden in het rijk of
de koloniën of bezittingen des rijks in andere
werelddeelen gehad heeft..
Voor minderjarig wordt voor de. toepassing van
het bepaalde hierboven onder A gehouden hij, die
minderjarig is in den zin der Nederlandsche wet.
Voor meerderjarig wordt voor de-toepassing van
het bepaalde hierboven onder B gehouden hij, die
meerderjarig is in den zin van voormelde wet.
Art. 14. De inschrijving geschiedtlo. van hem,
bedoeld in art. 13, eerste zinsnede lo.zoo hij
binnen het rijk verblijf houdt en zijn vader, moe
der of voogd aldaar woonplaats heeft, in de ge
meente der woonplaats van vader, moeder of
voogdzoo hij binnen .het rijk verblijf houdt en
zijn vader, moeder of voogd elders dan binnen het
rijk woonplaats heeft, in de gemeente, waai' hij
verblijf houdt; zoo hij door zijn vader, moeder of
voogd verlaten is, ouderloos is of in wettelijken
zin geen vader of moeder heeft en het niet bekend
is dat hij een voogd heeft,' in de gemeente, waar
hij verblijf houdtzoo hij in liet Duitsche rijk
verblijf houdt, in de gemeente Amsterdamzoo
hij iu het koninkrijk België verblijf houdt, in de
gemeente Rotterdam2o. van hem, bedoeld in art.
13, eerste zinsnede 2o.zoo zijn vader, moeder of
voogd woonplaats heeft binnen liet rijk, in de ge
meente der woonplaats van vader, moeder of voogd j
is de woonplaats van vader, moeder of voogd in het
Duitsche rijk, in de gemeente Amsterdamis zij
in het koninkrijk België, in de gemeente Rotterdam
3o. van hem, bedoeld in art. 13, eerste zinsnede
3o,zoo hij woonplaats heeft binnen het rijk, in
de gemeente zijner woonplaats zoo hij woonplaats
heeft in het Duitsche rijk,, in de gemeente Am
sterdam zoo hij woonplaats, heeft in het konink
rijk België, in de gemeente Rotterdam4o. A.
van hem, bedoeld in artikel 13, eerste zinsnede
4o., indien hij minderjarig iszoo hij verkeert in
man mot een donker voorwerp in de
hand. Juist nu Tramino opkeek, boog
hij zich dieper ef, op 't punt van te
schieten. Tramino kon bijna waarnemen,
dat hij den haan overhaalde.
't Volgend oogenblik was alles voorbij.
Tramino had met een snellen greep den
niets vermoedenden monarch naar
omlaag gedrukt en hem zoo met zijn
eigen lijf gedekt. Een rookkringetje
boven het balkon, vanwaar de man
verdwenen was, beneden op het asfalt
de afgesehoten revolver.
De versohrikte menigte begon schreeu
wend en joelend op te dringen de
opgewondenheid nam een dreigend ka
rakter aan. Nog een paar oogenbiikken
en de massa zou niet meer te bedwingen
zijn geweest.
Tramino's geoefende blik overzag
dadelijk den toestand, en den koning
loslatend, zwaaide hjj levendig met
zijn hoed.
De koning ia niet geraakt 1 riep
hjj. w» Lave da koning 1
Telepli'oon nummer 10.
het geval, in de tweede zinsnede van dat artikel
onder Aa omschreven, in de gemeente, waar zijn
vader, moeder of voogd woonplaats heeft zoo hij
verkeert in het geval, in die zinsnede onder Ab
omschreven, in de gemeente, waar zijn voogd
woonplaats heeftis de woonplaats van dezen
buiten 's lands, dan geschiedt dé inschrijving in
de gemeente, waar de minderjarige verblijf houdt;
zoo hij verkeert in een der gevallen, iu evenbe-
doelde zinsnede onder Ac omschreven, in de ge
meente, waar hij verblijf houdtB. van hem, be
doeld in art. 13, eerste zinsnede 4o., indien hij
meerderjarig is in de gemeente, waar hij woon
plaats heeft.
De in de vorige zinsnede als plaats van in
schrijving aangewezen gemeente is die, waar het
verblijf of de woonplaats gevestigd is of was op
den lsten Januari van het jaar, 'volgende op dat,
waarin de iu te schrijven persoon het 18de levens
jaar volbracht, tenzij het iemand geldt, wiens in
schrijving te Amsterdam of te Rotterdam moet
geschieden wegens verblijf of woonplaats onder
scheidenlijk in het Duitsche rijk of in het konink
rijk België.
Art. 15. Voor de militie wordt niet ingeschre
ven lo. de ingezetene-niet-Nederlander, die be
wijst te behooren tot een staat, waar de Neder
landers niet aan den verplichten krijgsdienst zijn
onderworpen of waar ten aanzien van den dienst
plicht het beginsel van wederkoerigheid is aan
genomen 2o. hij, die bewijst in de koloniën of
bezittingen des rijks in andere werelddeelen ver
blijf te houden of woonplaats te hebben, al heeft zijn
vader, moeder, voogd of curator woonplaats bin
nen het rijk.
Art, 16. Hij, die volgens art. 13 behoort te
worden ingeschreven, is verplicht zich daartoe bij
Burg. eu Weth. der gemeente, waar volgens art.
14 de inschrijving moet geschieden, aan te geven
tusschen den lsten en den 31sten Januari vau
het jaar, volgende op dat, waarin hij het lSde
levensjaar volbracht.
Bij ongesteldheid of afwezigheid van hem, die
zich ter inschrijving moet aangeven, alsmede in
een der gevallen, hierna in de vierde zinsnede
omschreven, rust de verplichting tot het doen
der aangifteindien het een minderjarige betreft,
op zijn vader, moeder of voogd-; indien het een
meerderjarige betreft, die onder curateele gesteld
is, op zijn curator. De verplichting van vader,
moeder of voogd geldt evenwel slechts zoo hij
of zij binnen het rijk, in het Duitsche rijk of in
het koninkrijk België woonplaats heeft.
Behoudens de uitzonderingen bij de volgende
zinsnede gemaakt, rust de zorg voor het doen
der aangifte uitsluitend op deiV iu te schrijven
minderjarigeindien zijn vader, moeder of voogd
niet binnen het rijk, in het Duitsche rijk of in
het koninkrijk België woonplaats heeft indien
zijn vader of moeder of beiden de ouderlijke
macht missenindien hij door zijn vader, moeder
of voogd verlaten is of indien hij ouderloos is
of in wettelijken zin geen vader of moeder heeft
en het niet bekend is dat hij een voogd heeft.
Hij, die door de bestuurders, in art. 22 vermeld,
ter inschrijving moet worden opgegeven of. die in
dienst is bij de zeemacht, de marme-reserve en het
korps mariniershieronder begrepen, bij het leger
hier te lande of bij de koloniale troepen, is tot
-het doen van de aangifte niet verplicht.
Voor hein of haar, die tot het doen der aan
gifte verplicht is, kan de aangifte geschieden door
een ander, daartoe schriftelijk gemachtigd. De
volmacht blijft onder Burg. en Weth. berusten. De
wijze, waarop van de gedane aangifte moet blijken,
wordt door Uns bepaald.
Art. 18. Voor de militie'wordt ook ingeschreven
of wordt op nieuw ingeschrevenlo. ieder min
derjarig mannelijk Nederlander, die na den lsten
Januari vau het jaar, volgende op dat, waarin hij
het 18de levensjaar volbracht, en vóór het intre
den van het 21ste levensjaar zijn verblijf binnen
het rijk, in het Duitsche rijk of iu het koninkrijk
België gevestigd heeft2o. ieder minderjarig man
nelijk Nederlander, wiens vader, moeder of voogd
na den lsten Januari van het jaar, volgende op
dat, waarin de minderjarige het 18de levensjaar
volbracht, en vóór het intreden van diens 21ste
levensjaar zijne of hare woonplaats binnen het
rijk, in het Duitsche rijk of in het koninkrijk
België gevestigd heeft3o. ieder mannelijk min
derjarige, die na den lsten Januari van het jaar,
volgende op dat, waarin hij het 18de levensjaar
volbracht, en vóór het intreden van het 21ste
levensjaar Nederlander of op nieuw Nederlander
is geworden, zoo hij in een der hierboven onder
lo. omschreven gevallen verkeert, of wiens vader,
moeder of voogd verkeert in een der gevallen,
hierboven onder 2o. omschreven4o. ieder meer
derjarig mannelijk Nederlander, die na den lsten
Januari van het jaar, volgende op dat, waarin hij
het 18de levensjaar volbracht, en vóór het intreden
van het 21ste levensjaar zijne woonplaats binnen
het rijk, in het Duitsche rijk of in hét-koninkrijk
Afoonnements-Advertentiê'n op zeer voordeelige voorwaarden.
Dan zakte hij bewusteloos achterover.
Men droeg den minister in zijn paleia
en iagde hem neer op 't rustbed in aya
sombere werkkamer. Iemand haalde de
oude banier van 'fc venster af, waarvan
hij neerhing, en dekte den man daarmee
want hij was yskoud.
D8 man op het balkon had goed
Een dokter, dadelijk ontboden, vond
voor de deur van 's ministers kamer
den vorst in angstig wachten.
Ik moest daar in zijn plaats liggen,
dokter, sprak hij met eerlijke, diepe
ontroeringred hem, dokter, als
u kunt.
Tien minuten later kwam de arts
weer uit de kamer. Hij sprak
Mgn kunst vermag hier niets, Maje
steit I Die schurk was te goed schutter.
De ongelukkige is niet te redden hij
weet het en verlangt naar Uwe Majesteit.
Langzaam betrad de koning de kamer.
Hij zag het portret van 't jonge meisje
in bruidskleed, en hij zag op het rustbed
België gevestigd of er woonplaats verkregen heeft
5o. ieder mannelijk meerderjarige, die na den lsten
Januari van het jaar, volgende op dat, waarin hij
het 18de levensjaar volbracht, en vóór het intreden
van het 21ste levensjaar Nederlander of op nieuw
Nederlander is geworden, zoo hij in een der hier
boven onder 4o. omschreven gevallen verkeert
6o. ieder mannelijk niet-Nederlander, die na den
lsten Januari van het jaar, volgende op dat,
waarin hij het 18de levensjaar volbracht, en vóór
het intreden vau het 21ste levensjaar ingezetene
of op nieuw ingezetene is geworden in den zin
dor tweede zinsnede van art. 13.
Hierbij gelden de laatste zinsnede van dat ar
tikel en art. 15.
Ten aanzien van de gemeente, waar de inschrij
ving of de inschrijving op nieuw moet geschieden
on van de verplichting tot het doen van aangifte
ter inschrijving of ter inschrijving op nieuw gelden
'de eerste zinsnede van art. 14 en de laatste vijf
zinsneden van art. 16.
De aangifte ter inschrijving of ter inschrijving
op nieuw van hem, die volgens de eerste zinsnede
van dit artikel moet worden ingeschreven, ge
schiedt binnen dertig dagen na het verkrijgen of,
werd hij reeds vroeger ingeschreven doch van het
register afgevoerd, na het terug erlangen vau het
Nederlanderschap of van het ingezetenschap, of na
de vestiging van verblijf of de vestiging of het
verkrijgen van woonplaats binnen het rijk, inhet
Duitsche rijk of in het koninkrijk België.
De inschrijving geschiedt iu het register betref
fende de lichting van het jaar, waartoe de in de
eerste zinsnede van dit artikel bedoelde persoon
volgens zijnen leeftijd behoort.
Art. 166. Met boete van ten minste vijftig cents
en ten hoogste f 100 wordt gestraft de overtreding
van de artt. 16, 18 en 22.
Belanghebbenden worden nog opmerkzaam ge
maakt oplo. Art, 19 der wet, luidendeHij
wiens aangifte ter inschrijving verzuimd is, wordt
door Burg. en Weth., zoo zij het ontdekken, ambts
halve ingeschreven. Zij geven daarvan terstond
aan hem of aan zijn vader, moeder, voogd of cu
rator kennis.
Art. 20 der wet, luidendeHij die zich na den
31sten Januari, doch vóór den 31sten Augustus
ter inschrijving aangeeft, wordt alsnog ingeschre
ven 2o. de artt. 147151 der wet, ingevolge
welke wetsartikelen hij, die na 31 Augustus be
vonden wordt nalatig te zijn ter zake zijner in
schrijving, voor Gedejiuteerde Staten wordt ge
bracht om, bij afwezigheid van reden tot vrij stel
ling of uitsluiting, voor acht jaren bij de militie
te worden ingelijfd, waarvan hij gedurende twee
jaren onder do wapenen moet "worden gehouden,
tenzij de Koningin anders bepaalt.
Voorts is het noodig, dat door of voor hen, die
elders geboren zijn, bij het doen van de aangifte
ter inschrijving wordt overgelegd een uittreksel
uit het geboorteregister, welk uittreksel op aan
vrage kosteloos wordt verstrekt.
Zij, die ingevolge bovenstaande wetsbepalingen
in deze gemeente voor de militie moeten worden
ingeschreven, moeten mitsdien hiertoe bij hen,
Burg. en Weth., ter gemeente-secretarie, tusschen
den lsten en 31sten Januari 1907 worden aange-
geven.
Voor het doen van do aangifte ter inschrijving
zal gelegenheid worden gegeven op eiken werkdag,
van des voormiddags 9 tot 4 uur 's namiddags.
Gedaan voor de eerste maal te Vlissingen, den
22sten December 1906,
Burg. en Weth. voornoemd,
VAN DOORN VAN KOUDEKERKE,
De Secretaris,
WITTEVEEN.
't Zijn sterke beenen, die de weeide
dragen. Zelfs de natuur leert ons dat.
Lang, heel lang, bljjffc het laatste der
jaargetijden aan de grenzen van den
herfst staan, Dan is er altjjd nog wel
een overschotje van de weelde van den
zomereen heel treurig restje soms.
Eens echter komt met onbedrieglijke
zekerheid het tijdstip, waarop de man
met den langen witten baard om logies
vraagt en wij hem een tijdje moeten
herbergen. Dat ia de winterkoning een
gestrenge heer niet half zoo aardig
den man, over wien de aan flarden
gesohoten banier van zijn huis lag uit
gespreid. Dan eerst zag hij den gewonde
in 't gezicht.
De koning kon van ontroering moeiljjk
Je hebt je leven voor mij gegeven,
Philip, bracht hij eindelijk uit. Hij
noemde hem bjj den voornaam, als vele
jaren geleden, toen ze samen als kin
deren speelden.
Hoe zal ik je danken P
Tramino zag hem aan. De booze,
geplaagde trek van vroeger was uit zijn
gezicht verdwenen. Op 't moment, toen
hjj op bet balkon den moordenaar zag,
had het hem eensklaps zoo eenvoudig
geleken, zijn plicht te doen, gelijk de
traditie van zijn geslacht gebood.
Ik moet u iets zeggen, Sire, begon
Tramino kalm. Ik wist van den
aanslag op uw leven. Gister vernam ik
dat. Ik hoopte, dat het gelukte.
Vier en twintig uren lang was ik een
moordenaar en verrader,
als het kleine, lieve vogeltje, dat zijn
naam draagt. Hjj heeft zijn intocht
gedaan. Zou het voor lang zijn
"Wel neen, zeggen sommige oude
luidjes, strenge winters bomen niet
meer voor die waren er in mijn jeugd.
Zij die zoo spreken herinneren zich dan
tooh zeker niet meer dat een van de
strengste winters, zoo niet de strengste
der negentiende eeuw, nog maar zestien
jaar achter ons ligt. Anderen zijn van
oordeel, dat eigenlijk de heele loop der
natuur veranderd is. Kwakkelwinters
waren er vroeger niet. Het vroor in
Januari en Februari. Dan kwamen er
nog eens wat Maartsche buien en daarna
volgde het voorjaar, niet zooals het
tegenwoordig gaat, met horten en stoo-
ten tot de langste dag er geweest is
maar werkelijk en in eens.
Men zal moeten erkennen dat het
heel moeilijb is, zich met al die mee
ningen een duidelijke voorstelling te
vormen van vroegere toestanden, even
min als men een houvast heeft aan de
tallooze weerprofetiën, waarop men ons
op bepaalde tijden onthaalt. Onze aarde
ia een lichaam met een zoo geweldigen
dampkring, dat de wetten die haar ver
anderingen vaststellen ons ten deele
wel altjjd een raadsel zullen blijven,
en tegenover de quasi geleerde W6er-
profeten, hebben wezenljjbe geleerdan
nederig beleden, dat men bij den tegen-
woordigen stand der wetenschap den
stand van het weder geen vier en twin
tig uren vooraf kan bepalen. Is dit zoo,
dan zullen wij verstandig handelen,
wanneer wij de profeten voortaan als
liefhebbers in 't vak beschouwen.
De mogaljjkheid dat veranderingen,
welke op den aardbol plaats hebben,
veranderingen in den dampkring of in
zijn invloed teweeg brengen, is daarom
volstrekt niet uitgesloten. Dat men
kunstmatig storingen in den dampkring
kan verwekken, b.v. regenval bevorde
ren, is sinds lang wetenschappeljjk'vast-
gesteld. Esn historisch feit is het, dat
men door de oppervlakte van een ge
heel land ts veranderen, door b.v. de
bo3schen uit te roeien, vanzelf ook de
weersgesteldheid verandert. Het snel
lere verdampen der aardvoohten, van
zelf ook gevolgd door sterken regenval,
verklaart dit gemakkelijk. De uitbrei
ding van eleotrisohe geleidingen heeft
blijkbaar zeer grooten invloed Bop de
werking der electrische krachten in de
natuur, en dit verschjjnsel zal wel niet
op zichzelf staan. Of een in ander nu
van wezenlijken en blij venden invloed
op de gesteldheid van den dampkring,
of, zooals wij gewoonljjk zaggen van
„het weer" is, kan voor het tegen
woordige nog niet worden bepaald
Zijn oogen dwaalden van dec koning
naar het portret. Carolus zag dien blik
en begreep. Hij knielde plotseling bjj 't
rustbed neer en verborg zijn gelaat.
Tramino, fluisterde hjj, kan je
mij vergeven
Een zachter uitdrukking kwam op
het harde, vale gelaat.
Mijn voorouders stierven voor de
uwe, Sire, antwoordde hjj. Dikwjjls
is sterven lichter dan vergeten.
Toen de gravin eenige minuten later
de kamer betrad, vond zjj den koning
aan het rustbed knielend, 't gezicüt in
de plooien van de oude banier, op wier
verschoten grond nog de getuigenis van
onwankelbare trouw was te lezen „God
en de Koning 1*
EINDE.