f
Zaterdag
2^ December.
1
4
CiemeenteraacL
301e
iX;ik
44^
Prijs per drie maanöea ,J S&O* few® t*» pw» i 1.50.
Afzonderlijke nummers 5 cent Men abonneert zich bij alle Boek
handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij den Uitgever
P. VAN DB VELDE Jr., Kleine Markt, I. 187-
- c.
ADVEKÏEKTlfiS": van i4 regels ƒ0.40. Voor eiken rege.
meer 10 cent. -• .Bij diiecte opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde
advertentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Groote letters
en eliché's naar plaatsruimte.
Varsclujiii dagelijks, uitgezonderd op Zon- en feestdagen.
TolepJi do a n timmer
Zij, (lie zicli met 1 Januari 1907
op ons blad abonneeren, ontvan
gen bet tot dien datum gratis.
Gem epnt e bestuur,
MARKTWEZEN.
Verandering van Marktdagen.
Burg. en Weth. van Vlissingen
maken bekend
dat de marktdag van Dinsdag 25
December verzet is op Maandag 24
December
en die van Dinsdag 1 Januari op
Woensdag 2 Januari e.k.
Vlissiögen, 21 December 1906.
Burg. en Weth. voornoemd,
VAN DOORN VAN KOUDEKERKE.
De Secretaris,
WITTEVEEN.
HINDERWET.
VcrleeneB van vergunning tot bet plaat
sen van een droogstoof.
Burg. en Weth. van Vlissingen
gelet op art. 8 der Hinderwet
brengen ter algemeene kennis
dat bij hun besluit van heden ver
gunning is verleend aan de Koninklijke
Maatschappij „de Schelde" scheepsbouw
en werktuigenfabriek te Vlissingen, tot
het oprichten en in werking brengen
van een droogstooi tot het buigen van
hout ten behoeve van haar bedrijf tegen
het bestaande arsenaal aan den zuide
lijken gevel perceel kadastraal sectie
C 706.
Vlissingen, 20 December 1906.
Burg. en Weth. voornoemd,
VAN DOORN VAN KOUDEKERKS.
Da Secretaris,
WITTEVEEN.
TwkcLb Kamer.
Over de gisteren gehouden redo van
den minister van oorlog zegt de „Nieuwe
Roltr. Ct,
De minister van oorlog heeft zich
vandaag opnieuw een zeer gemakkelijk
spreker betoond. Bijna vijf uur lang
is hij aan het woord geweest en zijn
rede hl- ef tot het eind toe opgewekt
en frisch. Vijf uren achtereen een au
ditorium te boeien gelukt aan slechts
weinigenminister Staal is erin ge
slaagd, zoolang hij sprak, van het be
gin tot het slot, aan één stuk door, de
Kamer muisstil te houden. Dat zegt op
zichzelf genoeg. Maar dat zegt in dit
geval nog zooveel te meer, omdat de
rede niet groutsch was van opzat. Men
kreeg den indruk, dat de minister, zich
sterk voelend door zijne overtuiging en
door de redenen, die hij zou hebben
aan te voeren, elke poging om door
schittering van woorden of door ge
weldigen vorm de Kamer te overbluf
fen van zich had afgezet. Voor hem
moeBt de inhoud alléén het doen. In
de peroratie werd dit met zoovele
woordeD verklaard. „Zietbier mijne
heeren, mijne verdediging. Men heeft
mij vergeleken met een oud Romeinseh
gladiator, wiens stervensuur was ge-
Elegcn „Morituri te salutant' 1 Mocht
voor mij als minister van oorlog
het eind zijn gekomen, dan zal ik mot
een gerust geweten hetIk groet u,
toeroepen, opgewekt en krachtig, om
dat ik mij bewust ben, naar mijn beste
inzicht mijn plicht te hebben gedaan."
De „N. Ct." zegt o.a. het volgende j
Het bleef heden heel wat kalmer in
de Kamer dan gisteren en men moet
den minister van oorlog daarvan voor
een groot deel de eer geven. Wel droeg
ook de voorzitter tot de bewaring der
orde bij door, tegen zijn gewoonte, elke
interruptie terstond met een hamerslag
te overdonderen, maar toch is het vooral
de minister zelf gëweest die, hoezeer
ook geprikkeld, doorioopend vermeden
heeft zijn tegenstanders uit te tarten of
door zijn houding tot meerdere felheid
aan te zetten.
De minister sprak voor de pauze van
1ÜV4 tot 1 uur en daarna van l1/, tot
3 uur, meer dan vier uren dus. Hij hield
het, schoon hij des middags minder goed
te volgen was dan 'a morgens, tot het i
einde toe flink vol, toonde geen spoor j
van vermoeidheid, versprak of vergiste
zich niet. Wat er zij van da innerlijke
waarde zijner argumenten, dat is zeker
hij verstaat de kunst om van zich af te
spreken nog beter dan die om van zich
af te schrijven.
De overzichtschrijver van het „Hbl."
is van meening dat de indruk die de
rede op de linkerzijde heeft gemaakt,
over het algemeen gunstig is. Of de
sociaal demoeraten er zeer mee ingeno
men zijn, betwijfelen wijhet perspectief
van uitbreiding van het contignant bijv.
bleek voor den heer Schaper weinig
aantrekkelijks te hebben. En wat den
oud liberalen belangt zijn wij zeer be
nieuwd naar eenige uiting van bun
leider. Immers, de minister heeft geen
der door den heer Tydeman aanbevolen
maatregelen beslist aanvaard alleen
heeft hij van de voornaamste ervan
(b.v. de opkomst van de bereden wapens
in 't voorjaar of in twee gedeelten en
het wegzenden van het derde halfjaar
in twee ploegen) verklaard dat daar wel
ovor zou zijn te denken als het noodig
bleek. Maar voorhands achtte hij het
nog niet noodig.
De rede bleek echter hoofdzakelijk
voor rechts bestemd- Dat werd door den
miuister aan 't slot uitdrukkelijk gezegd,
toen hg verklaarde, dat hij ditmaal
opzettelijk had gedaan, waf hij verleden
jaar „in zijn onnoozelheid" deed zich
wenden tot de rechterzijde. Want die
had hij vooral te overtuigen. Wij spreken
hierbij terloops den wensch uit, dat zulk
privaat-ond rricbt tot hooge uiizon-
dering beperkt mogen blijven.
Hot nieuws pantserscliip.
„Do Standaard" wijst den minister
van marine aan als „een drenkeling
loven water" en schrijft 078r diens
posit;e
Weken, lang werd de minister van
marine ons gaseekend ais een drenke
ling, zelfs zonder een stroobalm, om
zich aan vast ta houden. Thans zit
deze zelfde minister droog en rustig in
zijn kaoinet, met een goedgekeurde
begroeting voor zich. Kan nu gezegd,
dat hij door schitterend heroiek op
treden zichzelven gered heeft? Lees de
Kamerverslagen, tot zelfs in de minis-
terieeie pers, en ge ziet dat bij slag
op slag zich er veeleer inwerkte, en,
als hij half boven water was, er door
zijn zwakke armslagen weer onderging.
Heeft dan de ministerieele meerderheid
van 51 stemmen hem energiek en dap
per tegen de rechterzijde verdedigd
Antwoord spreker na spreker van links
gaf den wanhopigen drenkeling veeleer
een duw en deuk om er hem onder te
houden. Wie hem dan op het droge
hielp? De rechterzijde. Diezelfde booze
rechterzijde, die, als ge de Unie-pers
gelooven woudt, bij avond en morgen
op minister-moord loert. En voorop
ging Talma. Do minister mocht zijn
schip wel naar Talma noemen, als
blijvend aandenken aan zijn verrassende
uitredding. Talma's-motie toch was de
toegoworpen reddingslijn, die 't gedaan
heeft.
Het Watersnoodfonds.
Verschenen is de rekening en ver
antwoording van de Algemeens Ver-
eenigde Commissie tot leniging van
rampen door watersnood in Nederland
over 1906, met verslag door hei bureel
uitgebracht aan de commissie.
In het verslag van administrateuren
van het fonds, dat werd uitgebracht in
de vergadering van bovengenoemde
commissie op 13 December j.L, wordt
herinnerd aan den geweldigen vloed
van 12 Maart, toen de wateren der
Noordzee tot schier ongekeide hoogte
werden opgestuwd en menig6 dijk niet
berekend bleek de watermassa te keeren.
Hare Majesteit da Koningin deed
onmiddellijk aan administrateuren een
som van f 15,000 ter hand stellen en
vale anderen volgden. Toch is behalve
de enkele giften van de Koninklijke
Familie slechts een bedrag van
f 16,824,40 bij hen ingekomen, terwijl
het Provinciaal Comité te Middelburg
een som van minstens f 530.000 heeft
ontvangen.
Dit komt. omdat administratouien, j
d-,0 te besciukken hadden ovar een ka- j
pitaal op het Grootboek van f 513,000,
benevens f 23,300 van het Watersnood-
fonds van 1859, begrepen dat dit geld
bestemd was om uitgegeven te worden
en niet om, zooals herhaaldelijk geschied
was bij eiken watersnood door de ruim
toevluoicnoo giften aanzienlijk toe te
nemen, en dat, zoolang het fonds krach-
tig genoeg was om in de behoeften te
voorzien, de natis niet om liefdegaven
gevraagd mocht worden.
Het Provinciaal Comiié to Middel
burg had echter een andere opvatting.
Het wenschte een afzonderlijk fonds
uitsluitond voor Zeeland, te vormen.'
Allerwegen werden in het land commis
sies gevormd voor de slachtoffers van
den Zeeuwse hen watersnood. Er werd
gecollecteerd aan de huizen, op straat,
op de scholen, van rijk en arm, alsof
niet verscheidene tonnen gereedlagen bij
de Algemeene Vereenigde Commissie,
wachtende op een bestemming.
Ook bestond verschil van meening
mat het Provinciaal Comité omtrent de
grenzen, waarbinnen, na voorziening in
den eersten nood, vergoeding van "ge
leden schade gegeven zou worden. Waar
administrateuren uitgingen van het
beginsel, dat watersnood nooit wegens
te ruime vergoedingen door esn deel
der bevolking als uitkomst of buiten-
kansje mag beschouwd worden, heeft
het Provinciaal Watersnood-comité te
Ml-idelburg lieden, die niettegenstaande
je,..fainP 'n Jaar) aog esn vermoe-
delgk inkomen overhouden van iets
minder dan f 2000, ten volle schade
loos gesteld. Dit noemen administra
teuren een onjuiste ea ongeweaschte
wijze van uitoefening van liefdadigheid.
„Waar schrijven administrateu-
tengevolge va„ de mime mid
delen, waarover het Provinciaal Comité
te Middel ousg te beschikken had, dat
Comité geen steun uit het Wateranood-
ionds behoefde, hebben wij de bij ons
voor Zaeland ingekomen gelden, onder
aftrek van de voor Zeeland uitgegeven
sommen, aan gezegd comité afgedragen.
De Zeeuwsche watersnood heeft ons
fonds dus zoogoed ais niets gekost 1
Van de gegeven bevoegdheid tot af
schrijving van het Grootboek is dau ook
geen gebruik gemaakt."
Yan 1 Januari af zullen worden in
gevoerd binnenlandsche postwisselfor
mulieren met aangehecht bericht van
betaling.
Weduwen- en Weezen-pessioenfonds.
In eene nota naar aanleiding van het
verslag omtrent het wetsontwerp tot
regeling van de ontvangsten en uitgaven
van het pensioenfonds voor weduwen
en weezeu van burgerlijke ambtenaren
voor het jaar 1907 wijst de minister
er op, dat de lange weg, die bij de
regeling van weduwen- en weezen-pen
soenen moet worden gevolgd, belet dat
da pensioengerechtigden zoo spoedi» als
weneohelijk ware, in het genot worden
gesteld van het hun toekomend pensioen,
maar dat in vele gevallen toeh de eerste'
betaalbaarstelling veel minder lang op
zich zou behoeven te laten wachten,
wanneer niet de belanghebbenden zeiven
haar aanmerkelijk vertraagde, door het
late inzenden van de voor de regeling
der pensioenen vereisehte stukken, van
de verklaring omtrent het al of niet
genoegen nemen met het pensioeasbe-
drag tot toekenning waarvan de pen
sioenraad adviseert en van de attesta-
tiën de vita voor de betaling der eerste
ponsioenstermjjnen. Do vraag of van de
zijde der administratie de regeling en
de eerste betaling dor pensioenen kan
worden bespoedigd, wil de minister
gaarne ernstig overwegen.
Zitting van 21 December, des na
middags 2 uur.
Voorzitter de heer jhr. mr, van Doorn
van Koudokerke.
Tegenwoordig 14 leden. Afwezig de
heeren Blum en Van Raalte met
kennisgeving en verder de heer Smit.
De notulen van het verhandelde in
C.e vorigs sitting werden goedgekeurd.
Mededeeling werd gedaan van een
schrijven van do vereenigiag „Zeevaart
school," waarin wordt bericht dat het
Ahonnements-Ailrerteniiën
bestuur met vreugde heeft vernomen
dat de Raad in beginsel heeft besloten
den voor het stichten van een school
gebouw benoerdigden grond aan den
Noordzoe-Boulevard om-niet aan de
vereeniging af te staan.
Het bestuur kan niet nalaten aan
B. en W. en dan Raad zijn innige
erkentelijkheid te betuigen voor het
ten opzichte van de vereenigiag zoo
vrijgevige besluit.
Het bestuur is er zeker van dat het
blijk van vertrouwen, dat hierin voor
de vereeniging is gelegen, een gunstige
uitwerking zal hebben op de algemeene
offervaardigheid, wanneer het Nationaal
da Ruyter-Comité daarop een beroep zal
doen.
Ged. Staten hebben medegedeeld, dat
bij hen in beginsel geen bedenking be
staat tegen het genomen besluit.
Verder werd nog mededeeling gedaan
van de goedkeuring door Ged. Staten
van genomen raadsbesluiten.
Ten opzichte van een wijziging in
de gemeente bsgrooting voor 1906,
meiken Ged. Staten op, dat het hun
aandacht heeft getrokken dat de koop
som van den door P. M. W. Schriller,
krachtens raadsbesluit van 17 Augustus
1906, gakoehteu grond, bedragende
f 4672, nog niet aan de begrooting is
toegevoegd.
Deze mededselingan werden voor
kennisgeving aangenomen.
Overgelegd werd het, door ons-eeds
in zijn geheel opgenomen adres van
brandspuitgasten, betreffende een reor
ganisatie van het brandwezen alhier.
De daarbij behoorende memorie van
toelichting hebben wij eveneens gepu
bliceerd.
Het adres is geteokeud door 49 brand
spuitgasten.
Het werd gesteld in handen van B.
en W. om advies.
Nog was ingekomen esn verzoek van
den heer W. S. Bosch, namens de
naaml. vennootschap „Concordia", om
door de gemeente te doen overnemen
een straat, althans enkels parceelen in
de PrinsenBUaat.
De Voorzitter stelde voor dit adres
te stellen in handen van B. en W. om
advies.
Dit speet den heer Bosch met het oog
op den aanslag voor de grondbelasting.
Hij meende, dat die straa reeds aan de
gemeente behoorde on zou daaromgaarne
reads nu eon beslissing zien.
De Voorzitter merkte op, dat dit
bezwaarlijk gaat, te ïtieer daar bij B.
en W. enkele bedenkingen bestaan en
de zaak niet rijp voor behandeling is.
Hierna nam de heer Bosch genoegen
met het voorstel van B. an W.
Nog was ingekomen oen adres van
de wed. L. C. Lemmsns, geb. Outryve,
houdende verzoek om den gesloten koop
van grond aan de Keersluis te vernie
tigen en de betaalde gelden te restitu-
eeren.
De Voorzitter stelde voor ook dit
adres in handen van B. en W. te stellen.
De heer Geelhoed vroeg wat de
oorzaak is, dat daar met den bouw van
een woning niet begonnen is.
De Voorzitter zaide dat de oorzaak
hierin ia gelegen, dat achter dien grond
zich een waterkeerend dijkja bevindt.
Een beslissing van Ged. Staten moest
daaromtrent inkomen. Thans ia daze
beslissing ontvangen en hierin bevindt
zich een clausule waarmede de wed.
Van Outryve zich niet vereenigen kon.
Vandaar haar verzoek den koop te
vernietigen.
Na deze toelichting werd het voorstel
van den Voorzitter goedgekeurd.
Aan den heer J. H. Blum, werd op
verzoek, op de meest eervolle wijze
ontslag verleend als lid der raadscom
missie voor de financiën en belastin
gen, zulks met dankbetuiging voor de
diensten aan de gemeente bewezen en
aan mevrouw B. Biumde Niet,
werd op verzoek, eveneens op de meest
eervolle wijze, ontslag verleend als re
gentes van het gasthuis, onder dank
betuiging voor de aan het gesticht
bewezen diensten.
sjcer voordcelige voorwaarden.
Alsnu werd overgegaan tot het doen
van verschillende
BENOEMINGEN.
Achtereenvolgens worden benoemd
tot: regenten van het burger-weeshuis
mevr. Vermaas-Schultz en de heer P.
Landsman, beide met algemeene stem
men. Mede waren aanbevolen mevr.
JanszenMeijer en de heer M, J. Ver-
horBt
tot lid van het algemeen armbestuur
de heer H. F, Rekkers eveneens met
algemeene stemmen. Op de aanbeve
ling kwam mede voor de heer A. van
de Sande
tot leden der commissie van toezicht
op het lager onderwijs de heeren A.
C. P. T. Hollingerus Pijpers, A. van
de Sande en W. F. Druijvesteijn, allen
met 13 stemmen.
Mede waren aanbevolen de heeren
W. P. Edelman, A. J. van Ockenburg
J-., mr. J. Smit Azn
tot regent van het gasthuis in de
vacature ontstaan door het overlijden
van den heer J. G. Geysen, waarvoor
waren aanbevolen de heeren T. Manse
en M. J. Verhorst werd gekozen de
heer Verborst met 11 stemmen de
heer Manse verkreeg 3 stemtoon
tot regent en regentes van het gari-
huis werden he'lono'emd de heer J.
van de Sande en mevrouw Mentdaeii.
Mede waren aanbevolen de huer M N.
Walé en mevr. LandsmanVaa H:
Nog moest benoemd worden «•-■n r> -
tes van het gasthuis in de vp - -< o
staan door het bedanken v. u
Biumde Niet. Hierv
bevolen mevrouw L
Halm en mej. J. Bouvi». J-■>
mej. Bouvin met 8 stemmen,
Landsman verkreeg 6 stemmen.
Door een voorgenomen reorganisatie
van het onderwijs in de nuttige hand
werken voor meisjes aan de openbare
lagere scholen A, B, D en F alhier,
zullen met dat onderwijs in de eerste
plaat3 worden belast de aan die scholen
verbonden klasse-onderwijzeressen, bui
ten de gewone schooluren.
Hiervoor zuilen zij ingevolge raads
besluit van den 22 Juni 1905 eene
jaarlijkscho bijdrage genieten van f25
per wekelijksch lesuur. Bovendien zal
het bandwerkonderwijs worden opge
dragen aan aansluitend voor dit vak
aangewezen onderwijzeressen, tegeneen
belooning van f 50 's jaars voor twee
lesuren per week (ingevolge art. 8 der
verordening regelende de jaarwedden
van het onderwijzend personeel.)
In verband met deze regeling zullen
de betrokkingen van onderwijzeres le,
2a en 3a klasse in de nuttige hand
werken voor meisjes worden opgeheven.
De belanghebbenden hebben dan ook
reeds als zoodanig eervol ontslag aan
den Raad gevraagd.
Naar aanleiding van het bovenstaande
stellen B. en W. voor te bepalen, dat
op de scholen A, B, D en F met in
gang van den 1 Januari 1907: lo. het on
derwijs in de nuttige handwerken voor
meisjes zal worden opgedragen mits
zij de bevoegdheid daartoe hezitten
aan de aan de scholen verbonden on
derwijzeressen buiten de gewone school
uren
2o. do betrekkingen van onderwijze
res le, 2e en 3e klasse in de nuttige
handwerken voor meisjes zullen worden
opgeheven, tengevolge waarvan op het
daartoe door belanghebbenden gedaan
verzoek eervol ontslag zal worden ver
leend aan a de dames A. J. W. Snij
ders, als onderwijzeres le klasse, A.
Boueherie, J. Vreyke, A. Harte (wed.
Sitsen) als onderwijzeres 2e klasse en
G. Sitsen en J. E. "Willemse, als on
derwijzeres 3e klasse, allen aan school A
6. de dames O. C. E. van Ocken
burg, als onderwijzeres le klasse, M.
C. Balk, S. A. R. Do'obelaere en J. C.
Terwoert van de 2e en J. W. Prince,
van de 39 klasse, allen aan school B
c. aan de dames J. J. Andriessen,
als onderwijzeres le en J. C. V. van
Baek van de 3e klass9, beiden aan
school F
i 3e. tot onderwijzeres in de nu'
hand werken voor meisje»
I voor dat vak, zullen wore
aan school A, de dames: A. J. w.