4% Zaterdag 15 December, Birmenlandssk krikten No» 295. FEUILLETON. viissingsche courant Prijs pet drie maanden !.,8@o Steane pi pfe J 1.50. Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek handelaren. Postdirecteuren of rechtstreeks bij den Uitgever F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt, I. 187. ADVEETKMTIÉIMvan 14 regels 0o4©o Voor eiken rege meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slechts ttveem&al berekend. Groote letter» en clichés naar plaatsruimte. Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zou- en feestdagen. Telephaoimiimmei' 10. Abonnements-Advertentiën op zeer voordeelige voorwaarden. Het KiesrecMvraagstuk. De a. rev. „Rotterd." is het volstrekt niet eens met de .Stand.,* die over de kiesrechtquaestie uitspraak wil laten doen door de deputatenvergadering en niet door het centraal-comité. De „Rotterd." acht dit comité juist het aangewezen college om dergelijke zaken te behandelen, veel meer dan een groote vergadering, die wel geschikt is om elkaar eens uit alle oorden des lands te ontmoeten en samen te zingen, maar niet om besluiten te nemen of uitspra ken te doen. Belangstellend ziet de anti-revolu- tionnaire partij uit naar de „weiom schreven voorstellen", die de .Stand." na de deputatenvergadering van 1901 van het Centraal-comité tegemoet zag. "Wel zegt de „Stand.", dat de anti- revolutionnaire partij zich sedert lang beslist voor het .kiesrecht van gezins hoofden" heeft uitgesproken, maar wat zij daarmee bedoelt, weet men niet, evenmin wat zij inzake het kiesrecht- vraagstuk wil en waarheen zij stuurt. Wachten tot de Grondwetscommissie met haar voorstellen gereed is, komt de .Rotterd." niet aanbevelenswaardig voor. Bovendien, moeten de anti-re- volutionnairen dan maar voortgaan met onder elkaar over het kiesrecht te kakelen, tot groote vreugde der vrij zinnigen P Neen het centraal comité moet hier leiding geven. In den kring der r.-kath. heerscht over deze quaestie ook diepgaand meeningsverschil. Zoo schreef de .Maas bode" dezer dagen„dat wij, katho lieken, in onafzienbaren tijd niets met kiesrecht uitstaande hebben.... daar zijn immers voor ons in de toekomst heel andere zaken aan de orde, die opperbest zonder kieswetswijziging of grondwete herziening zijn af te doen." Daar had „L. en Y." al nit afgeleid dat men, „aan de rechterzijde met het kiesrecht verlegen zit", maar tegen die conclusie kwam een ander r.-k. blad, het „Cen trum", dadelijk in verzet: „voorde r.-kath. geldt die opvatting niet", en 't blad waarschuwde dan ook onder herinnering aan de verklaring van mr. Kolkman, dat „hij en zijn politieke vrienden waren voor eene definitieve regeling van het kiesrecht" tegen de „onbeduidendheden in de „Maas bode." En het r.-k. „Huisgezin" schreef in een ironisch stukje aan 't adres van de „Maasb." o.a.„Te drommel, hoe durven die („kleine" organen) hun mond opendoen voordat de baas gezegd beeft jongens, nu wordt het tijd De kleinere 60.) Nog altijd had Yalentine haar afkeer van Berlijn niet overwonnengaarne voldeed Koenraad daarom aan haar verlangen en vestigde zich op het heeren huis te Zeckta. Door aankoop van ver schillende landerijen had bij zijn grond bezit aanzienlijk vermeerderd, zoodat het nu de uitgestrektheid van een riddergoed had, waaraan hij den naam Rechiings- hofen had gegeven. Aan het station wachtten Agnes en Lageman het jonge paar op en reden toen mee naar RecblingshofeD. Snel vloog de fraaie landauer over den straat weg en daar men elkaar veel te ver tellen had, sloegen allen weinig acht op de omgeving. Doch plotseling riep Koenraad „Komaan, kijk nu eens rond, we komen - op het grondgebied van Rschlingshoven. Zie je daar de witte zeilen van die schepen in hst kanaal P« „Daar ginder komen de ovens in het gezicht", vulde Agnes aan. „Wat zjjn dat voor waterplassen, daar midden in de weiden P" vroeg Lageman. „Die plassen zijn ontstaan door het organen erkennen geen grootheid, geen gezag meer. Waar moet dat heen en waar zal dat eindigen De „Maasbode" laat zich natuurlijk door het voorbarig gepraat van dat wriemelend kleingoed aan haar voeten niet van haar stuk brengen. Zij zal spreken als de tijd daar is. Yoorloopig heeft ze haast. De waardigheid, van een „père noble* Men zou intueechen kunnen vragen, waarom de „Katholieke Kamerclnb" en de „Algemeene bond van R. K. Kies- vereenigingen" het kiesreohtvraagBtub in studie hebben genomen, als het toch in onafzienbaren tijd niet aan de orde komt. En bewijst „Patrimonium'B" adres niet, dat er ook onder de anti-revolution- nairen zijD, die de kiesrechtquaeatie niet naar een verre, verre toekomst verwij zen P 't Doet er niet toe, de „Maasbode" heeft de zaak voor minstens een eeuw afgewimpeld." Accijns op het gedistilleerd. De „Nederlandsche Vereeniging tot afschaffing van alcoholhoudende dran ken", heeft besloten zooals indertijd reeds is medegedeeld, een krachtige actie te voeren tegen het ingediende wets ontwerp tot verheuging van den accijns op het gedistilleerd. Da redactie van het orgaan der vereeniging. „De blauwe Yaan" heeft ook reeds stelling geno men tegen het wetsontwerp en in een zestal artikelen onder den titel „Gewo gen en te licht bevonden", de memorie van toelichting bij het wetsontwerp aan een ernstige kritiek onderworpen. De bezwaren, die volgens den mi nister voor de accjjnsverhooging gelden en die hij in de memorie van toelich ting bestrijdt, worden achtereenvolgens nader behandeld. Waar de minister een daling aanneemt van het gebruik van 10 pet., daar is het voor die drankbestrijders, welke van de accijnsverhooging eene evenredige en in elk geval een vrij belangrijke af name van het gebruik verwachten, een ernstige waarschuwing. De accijns toch zal met 43 pet. worden verhoogd en die verhooging betaekent, dat de schat kist zal worden voorzien ten koste van den jammer en de tranen van tal van ongelukkige vrouwen en kinderen. Meer geld zal worden onttrokken aan de drinkersgezinnen. Het onmiddellijk ge volg van de accijnsverhooging zal zijn een vergrooting van het tekort aan voedsel, Meeding en wat die» meer zij. Het argument van den minister, dat veien van de minaergegoeden ai zoo veel aan drank uitgeven, dat ze geen cent meer kunnen missen en dus door de accijnsverhooging gedwongen worden minder te drinken, is zeer onmenseh- kundig en in strijd met de werkelijk uitgraven der kleiaarde, die wij in den vorm van steenen en dakpannen weer afleveren", antwoordde Koenraad. „Zoo, zoo, dus je verandert da opper vlakte der aarde van land in water", schertste Lageman. „Aan zulke land verwoesting diende paai en perk gesteld te worden." „Welnu, doe dan maar een wetsvoor stel als je zitting neemt als afgevaar digde dat je verkozen wordt, is toch zoo goed als zeker. Maar, komaan, spoedig zijn wij in ons eigen huis", voegde hij er met bewogen stem bij, terwijl hij de hani zijner vrouw greep, „Maar groet dan toch vriendelijker, Valentine. De menschen zullen anders denken dat je hoogmoedig bent, en jij, Agnes, zit recht." „Dat past, als je naast een vorstin door de rijen van haar onderdanen rijdt", plaagde Lageman, die bijzonder vroolijk gestemd wasdoch hij zweeg toen hij Valentine in het gelaat keek. Zij had haar reissluier naar achter geslagen en nu zag hij de tranen die in haar oogen parelden. Daar hoorde men geweerschoten, de paarden begonnen van schrik te steigeren, maar de oude Lorens hield zijn dieren goed in bedwang. Da uitkijkposten hadden het rijtuig bemerkthet zwenkte en rolde voort op de groote laan naar het heerenhuis, waar een zeer prachtige eerepoort prijkte. Hier bleef het rjjtuig stilstaan; de opzichter Lehnert en de heid. De minister schijnt van meening te zijn, dat het gebruik van sterke drank geheel vrijwillig geschiedt. Dat oordeel berust op dwaling en onbekend heid met het alcohol-vrnagstuk. Het staat vast, dat de drank bovenal de wilskracht, het zedelijk weerstands vermogen ondermijnt en de alcoholist geen vrijheid van wil meer bezit en beheerscht wordt door de zucht naar alcoholdat bovendien gewoonte, dwang, verleiding, een verkeerd oordeel omtrent de werking van den drank op ons lichaam enz., even zoovele factoren zijn, die den mensch heendrjjven naar den drank, zoodat van vrije verkiezing geen sprake kan zijn. Nu wordt wel gezegd, onder anderen door den heer Heetjana in een artikel in „De Economist", dat tegenover een alcoholist honderden vrijwillige gebrui kers staan, die hun gebruik wel af hankelijk zullen stellen van den prijs, maar ook hier wordt volgens het oor deel van de redactie van „De blauwe Vaan", de bal glad mis geslagen. Vrij willige gebruikers zijn alleen zij, die pas beginnen met drinken, of zoo hoogst zelden iets drinken, dat er van geen gewoonte sprake mag zijn. De groote groep van gebruikers is evenmin vrjj tegenover den alcohol als de gewone alcoholist. Voor een groot deel der bevolking beteekent dan ook de accijnsverhooging, dat een nog grooter deel van het vaak zoo geringe inkomen aan de huishou ding onttrokken wordt om te kunnen voldoen aan de werkelijke en ingebeel de behoefte om drank te drinken en den duurder gemaakte:: alcohol te ver krijgen. De verhooging van den accijns draagt schijnbaar een tijdelijk karakter, maar de waarschijnlijkheid is zeer groot, dat ze eventueel blijvend zal worden. De redactie van „De Blauwe Vaan" zegt zeer terecht: „AVe achten de waar schijnlijkheid niet groot, dat, indien thans de jeneveraecijns verhoogd wordt, men over 4 jaar die accijns zal veria gen. Voor de hand ligt, dat men elke maatregel dan eerder aannemeljjk zal achten." Da vraag of de accjjnsverhooging al of niet zonde is, en hetgeen de minister daaromtrent aanvoert, laat de redactie onbestreden behoudens een enkele op merking. Dit is, zegt zij „een uiterst moeilijke vraag, terwijl het antwoord daarop al leen voor ons zslf en niet voor anderen bindend zal zijn." En verder, wanneer wij spreken van een volkszonde dan bedoeïen we daar mee een euvel, dat bij ons volk in alle kringen wordt aangetroffen en daar de oude machinist Köaig en de meester knechts der verschillende werkplaatsen stonden daar geschaard om het paar te begroeten. Stapvoets reed mei verder tusschen twee rijen werklieden, die aanhoudend hoera riepen tot aan het voorplein, waar een tweede eerepoort was opgericht. Hier stond een groep in het wit gekleede meisjes opgesteld. Snel hief Koenraad thans zijn vrouw uit het rijtuig en arm in arm staande, namen zij de fraaie ruikers aan, die hun werden aangeboden, onder het opzeggen van eenige verz9n. Aan het middagmaal, dat in een kleine, fraai versierde kamer voor de twee echtparen werd opgediend, sloeg Lageman een toast op den eigenaar van Rachlingehofen, waarbij zijn gevoel hem echter overmeesterde hjj bleef steken. Agnes kwam hem te hulp door vlug haar glas champagne op te heffen en met Koenraad te klinken. Deze nam nu het woord om zijn hartelijken dank te betuigen, maar in zijn aandoening bracht hij het niet verder dan de woor den „Zonder u en Agnes zouden wij thans niet hier zijn Des avonds, bij het groote feestmaal voor de werklieden waren beide heeren beter bespraakt en bij den dans lieten ze zich ook niet onbetuigd. Valentine opende het bal met Lehnert eil danste later ook met den ouden König, met den tuinbaas en met de meeaterknechts der verschillende werkplaatsen. noodlottige gevolgen meebrengt. Zoo kunnen genotzucht, speelzucht, zucht naar bedwelming door verschillende middelen tot z.g. volkszonden worden. En in dien zin is daarover is bijna iedereen het eens de drankzucht tot een nationale zonde van ons volk geworden. En ook hierin is men 't thans vrijwel algemeen eens, dat bet de taak van de overheid is om tegen dergelijke algemeen werkende volksgebreken op te treden. Minister Pierson zei in 1898 „Hoe hoog de accijns ook stijgt, al tijd zal het niet alleen een sociale eisch, maar ook een staatsbelang wezen eene volksgewoonte tegen te gaan, welker noodlottige invloed zich in de meest verschillende richtingen openbaart". Over de vraag of door de accijns verhooging de smokkelarij zal toenemen, zegt de redactie „dat van drankbestrij ders standpunt over dat motief weinig valt te zeggen. Sedert door de wet van 30 December 1901 het gebruik van kinderen voor het frauduleus vervoer van gedistilleerd krachtdadig is tegenge gaan, laat ons ook van drankbestrijders- standpunt dit motief togen de verhoo ging koud". Door den heer Heetjana is het vorige jaar de accijnsverhooging verdedigd ale het middel van drankbestrijding. Ook de minister herhaalt nog eens dat „de accijns zelfs een krachtig, misschien het krachtigst, middel tot drankbestrij ding is." De redactie van de „De Blauwe Vaan" wijst er op, dat de statistiek van het hoofdelijk verbruik dagteekent van 1866. Toen was de accijns f 50 per H.L. Die steeg als volgt: 1869 f53, 1877 f57, 1887 f60, 1893 f63, Van 1869 tot 1877 steeg het ver bruik van 7,58 tot 9,91 Liter. De heer Heetjans beweert, dat dit zijn oorzaak vond in het feit dat de tappers een voudig de glazen wat kleiner hadden gemaakt. Het bewijs daarvoor wordt echter niet geleverd. Afdoend is deze verklaring ook niet, want indien er dan evenveel glazen waren gedronken, moest het gebruik af en niet toege nomen zijn. Van 1877 tot 1887 krijgen we een daling van 9,91 tot 8,99 liter. Deze daling werd door den heer Heetjana toegeschreven aan de gehalteverlaging van den drank. Het feit der gehaltaver- iaging neemt de redactie gaarne aan, maar ze wil de juistheid der conclusie niet erkennen. De accijns klom tot heden met pl.m. 19 petde gebruikelijke sterkte daalde met ruim 8,5 pet. Dat klopt al sleoht. Het hoofdelijk verbruik daalde verder met bijna 25 pet. Buitendien na 1877 is de daling vol Toen het feest afgeloopen was en Lageman met zijn vrouw hun slaapkamer hadden opgezocht, stonden Koenraad en Valentine hand in hand op het balkon om bij het heldere maanlicht nog een weinig van de heerlijke avondlucht te genieten. „Wie had kunnen denken, dat ik hier do vrouw des huizea zou worden, toen ik twee jaar geleden hier kwam als gezelsebapjuffer van je moeder?" fluis terde zjj hem toe. „Wie dat had kunnen denken? Wel toen stond het reeds bij mij vast, dat ik ja moest bezitten." Hij sloot haar in zjjn armen en kuste haar. „Als mijn vader je gekend had, zou hij trotsch geweest zijn op zulk een schoondochter", voegde hij er bij. „Maar je moeder 1 Ach, Koenraad, als ik aan haar denk, bekruipt me een gevoel alsof het een misdaad is, dat ik hier in huis vertoef Hij sloeg haar shawl vaster om haar schouders en zei met warmte „Je bent hier met het volle recht, dat de liefde ons geeft. Ten laatste zou mijn arme moeder dat,recht ook wel erkend hebben. Maar je hebt nog een ander recht om hier te zijn Verwonderd keek zij hem aan. „Ik begrijp je niet." „Als mijn eohtgenoote ben je meeste res op Rechlingshofen. In mijn hart dankte ik je daar innig voor, toen ik dezen morgen onder de rnqnaohen stond, strekt niet constant maar stijgt af en toe het gebruik weer vrjj belangrijk. De redactie vraagt„Waar is nu hot onderling verband tusschen hoofdelijk verbruik, sterkte on acojjnsverhooging aan te wijzen De daling omstreeks 1877 was niet alleen ia ons land maar overal waar te nemen, ook in landen waar de accijns geen verandering in meer of minder onderging. De curve van het hoofdelijk verbruik volgt de curve van de economische depressie, terwijl daarna de atijgiDg van de maatschappelijke curve in de landen waar de moreele en wettelijke actie zich krachtig gaan doen gevoelen niet sa menvalt met de stijging der drankcurve. Ook weer afgescheiden van eventueele accijnsverhooging 1 De redactie van „De Blauwe Vaan" zegt ten slotte „Bij alle accijnsenver- hoogingen hebben tot nu toe in ons land o.i. tereoht geldelijke over wegingen voorgezeten. De minister had goed gedaan, indien bij ditmaal niet getracht had de pil te vereuikeren en tevens als drankbestrijder te poseeren. Vooralsnog schijnt die taak nog niet aan een Nederlsndseh minister toever trouwd te kunnen worden I We hopen echter, dat ditmaal de Tweede Kamer eens zich zelf bljjft en de accijnsverhooging weer verwerpt. We hebben goed vertrouwen, dat de suiker verlaging er toeh wel komt. Zoo niet terstond, dan toch spoedig. Eenmaal aan de orde gesteld, komt dat zaakje wel terechtEn dan zullen de middelen tot dekking van een mogelijk (klein) tekort ook wel gevonden worden evenals de vele mi'ilioenen die in den loop der tijden voor allerlei nieuwe of weg genome oude staatsuitgaven noodig gebleken zijn. Men houde dus als drankbestrijder, maar ook als voorstander van een billijk en rationeel belastingstelsel flink voet bij stuk en beatrjjde krachtig op de bekende nooit weerlegde en in deze artikelen ten deele aangehaalde motie ven ook deze accijnsverhooging, die uit drankbestrjjdersoogpunt gewogen is en te licht bevonden". Het hoofdbestuur van de „Ncderland- sehe Vereeniging tot afschaffing van alcoholhoudende dranken" besloot in zijn laatst gehouden vergadering in vol komen aansluiting met bovenvermelde bestrijding een adres aan de Tweede Kamer te richten,het verzoek behelzende het wetsontwerp tot verhooging van den accijns op het gedistilleerd te ver werpen. Ook in de afdeeliugen van de Eerste Kamer werden bij het onderzoek van wier eeltige handen ons rijkdom ver schaffen." „Ja, ik was ook getroffen. Dat een voudige vers .lie eteeneu helpen ons aan brood, Zij schutten ons voor menig nood, Maar bouwen ook voor u een huis „Dat zullen we voor hen ook bouwen", viel Koenraad in, „Ik stel mij zeiven tot taak het leven voor mjjn werklieden zoo aangenaam mogelijk to maken. Mjjn gronden mosten niet alleen steenen opleveren, maar ook vruchten des veids, waarvan allen kunnen genieten." „Laten wij dan ook zorgen voor goede scholen voor de jeugd en voor een gsstieht tot verzorging der ouden van dagen. Schertsend zei Lageman dezen morgen,dat wij op een vorstelijk echtpaar geleken, maar die woorden hebben een diepe beteekenis wij hebben ernstige plichten te vervullen." „Welnu, overzie dan uw rijk", zeide hij, terwijl hij "zijn arm om haar heen sloeg; „neem het in bezit en be stuur het tot heil van allen en tot geluk van mij." „Amenl* fluisterde zij innig en ze bood hem haar mond tot een kus. Hij voerde haar terug in de kamer en in den lindeboom onder het venster zong een nachtegaal zijn heerlijk lied. EINDE.

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1906 | | pagina 1