1.1,, GD: '5 Vrijdag 14 December. 44@ Jaargang. Mm: Na 294. Ig06. ME, ie, Gemeentebestuur. BiJiaenlanisÉg herlotóeii FEUILLETON. ransch! ïers (Frankrijk,) Engeland.) e 1 s c h enz., vaat maandsD, goed vals Anversois" r p e n. z. b. b. h. h. lubilnertfo Br. fr. lett. iche Courant." en Slaap- 121, (boven)' P ItercZam. 1 Eerste Hypo- 31/, en 4 pCt. e bekomen bij £1B Jzn., :ut 9a. voor hon- id hebben el in alle leter mid- baat bij i 15.—. 3NIEST, 'g- IN IB" UISSIUSMIH 101 RA\T Prijs per drie maanden 1=80» ftaooo pa® p»si 1.50, Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij den Uitgever F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt, I. 187- A DVEKTENTTÈNvan 14 regels ƒ0.40, Voor eiken rege> meer ÏO cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slechts faoeemaal berekend. Groote letters en cliclié's naar plaatsruimte. Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zon- en feestdagen. Reglement op de bescherming van trekhonden in Zeeland. Burgemeester en Wethouders van Vlissingen gelet op het met 1 Januari a.s. in werking tredende provinciale reglement op de bescherming van trekhonden in Zeeland brengen ter kennis van belangheb benden, dat, overeenkomstig art. 2 van bedoeld reglement, zij, die hondenkarren wenschen te houden, verplicht zijn daarvan kennis te geven aan Burg. en Weth. hunner woonplaats, die hen in een daarvoor aan te leggen register als houders van hondenkarren inschrijven en hun van die inschrijving een kosteloos bewijs afgeven. Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd de inschrijving en mitsdien de afgifte van het bewijs te weigeren, in dien naar hun oordeel, kar, hond, tuig of muilband voor het gebruik onge schikt mocht worden geacht. Alle thans aanwezige hondenkarren zullen vóór de in werïcingtreding van dit reglement ter gemeentesecretarie bureau griffie) moeten zijn ingeschreven. Vlissingen, 12 December 1906. Burg. en Weth. voornoemd, VAN DOORN VAN KOÜDEKERKE. De Secretaris, WITTEVEEN. Tweeds Same?. In de gisterenavond gehouden ver gadering drong de heer Pierson aan op een herziening der comptabiliteitswet en de herziening en moderniseering der achterlijke en verwarde grootboek-wet geving. De heeren Lucasse en Ter Laan be spraken de wenscfaelijkheid eener rege ling van den inkoop voor pensioen van in zoogenaamden tijdeiijken staatsdienst bewezen diensten. De heer Schaper, critiseerde demis standen bij 't Kroondomein, drong aan op het in het leven roepen van een beteren toestand. Da menschen op het Kroondomein hebben aanspraak, dat hun recht wordt gedaan. Vervolgens besprak de heer Smeenge een voorbeeld aanhalende hem zelf overkomen het misbruik, dat som mige collecteurs van de staatsloterij, onder voorgeven geen loten meer te bezitten, geen loten verkoopen vóór den afloop der 4e klasse. Hij drong op een onderzoek aan. Nadat de heer Ruys de Beerenbrouck de toestanden in het rentambt Hulst van het Kroondomein als vrij gunstig had geschetst, doch nog op wegneming van enkele misstanden had gewezen, beantwoordde de minister van financiën de verschillende sprekers, die mede deelde, dat aanvankelijk met gunstig resultaat een proef is genomen met voorwaardelijke benadering van vee. Vrijstelling van zegel voor corporatiën bij de kinderwetten betrokken, zal de minister overwegen met den minister van justitie. Veel andere wetgevende arbeid op 's ministers program moet aan een herziening der comptabiliteits wet voorafgaan. Omtrent de Drielsche vischkwe8tie wacht de regeering op een rechterlijke uitspraak in hoogste in stantie. De kwestie der periodieke ver hoogingen voor departementale ambte naren zal de minister nog eens in den ministerraad ter sprake brengen. In zake de pensioenen za! de minister spoedig een regeling indienen, tec weg neming van de groote hardheid, gele gen in de artikelen 24 en 25 der pen sioenwet. De wijziging van opbaling dér belastingen zal te overwegen zijn bij herziening der wet van 1845. Da minister zal overwegen de feitelijke periodische quaestie van het grootboek aan een bekwaam jurist op te dragen. Het resultaat van die overweging zai wei gunstig zijn. De minister ontkende tegenover den heer Schaper, dat de pachters en arbeiders in het rentambt Hulst als slaven worden behandeld. Wijziging van de bepalingen op dat stuk jacht is bij den administrateur van het Kroondomein in overweging. Een aangevangen onderzoek naar misbruiken bij de Staatsloterij wordt voortgezet. Na re- en dupliek werden de alge meene beschouwingen gesloten en bij de vierde afdeeling, muntwezen, werd de behandeling verdaagd. 59.) ZESTIENDE HOOFDSTUK. Er was een jaar vetloopen weer was bet Mei. In Rechling's tuin geurde de vlier en bloeiden de voorjaarsbloemen, deooftboomen verspreidden hun sneeuw witte bloesems over de aarde. Zwaluwen en ooievaars waren teruggekeerd, evenals de werklieden uit Silezië en uit de Lippevorstendommen. Als een nooit falend teeken van bestendig goed weder, stegen de rook wolken der steehovens loodrecht naar boven maar in de kleigroaven e r in de werkplaatsen der fabriek heerschte een atilte als op Zondag, hoewel het een Werkdag was. Niemand werktegeen bar, die steenen wegvoerde naar de schepen, die in het kanaal op lading )>gen te wachten. En die sohepen waren Ba minister van justitie is volgens het „Centrum* en de „Stand." te hooghartig en zelfgenoegzaam opge treden. Hij maakte zich schrijft het „Cen trum" wat al te gemakkelijk af van de onderscheiden, zeer rechtmatige de siderata, door afgevaardigden van links en rechts hem voorgehouden. Hij was beslist niet de sterkste in het debat, en zonder de welwillende houding van zijn ambtsvoorganger zou hij het misschien te warm hebben ge kregen. De wolken zijn echter niet van de lucht. Zeifs van geestverwanten, die hem zeer na staan, kreeg da minister het dreigement te hooren, dat zij het vol gend jaar tegen de begrooting zouden steinmeD, indien aan hun verlangens niet werd tegemoet gekomen. En de heer Regout, tegenover wien de minister zich al bijzonder zelfgenoem- zaara toonde, citeerde een uiting van de „Vrijzinnig democraat," die juist niet vleiend was voor den vrijzinnig demo- cratischen bewindsman. Hooghartigheid is nog niet altijd een bewijs van gouvernementeels kracht, met vlaggen versierd, evenais het hoeren huis, dat bovendien in een feestkleed van bloemen en planten was gedost, zoo schoon als de tuinman slechts bijeen had kunnen krijgen. De opzichter en de meesterknechts hadden hun werklieden in Zondagskleeren wel reeds tienmaal beduid, waar ze staan moeeten, hoe ze met hun muts moesten zwaaien en wanneer ze hoera I moesten roepen. Al was de vreugde en deelneming algemeen bij die lieden, het was toch wenschelijk dat zij op ordelijke en indrukwekkende wij re hunne gevoelens toonden bij het groote feest. Dat groote feest gold den intocht van Koenraad Rechling en zijn jonge vrouw. Niet voor slechts weinige maanden, doch voor goed kwamen zij zich ia het heerenhuis te Zeckta vestigen. Met de nieuwe meubelen, die hetreeds aanwezige ameublement moesten aanvullen, waren ook Louise, Minna en Hendrik, de vroegere bedienden van mevrouw Rech ling naar Zeckta gekomen om hun dienstbetrekking bij het jonge paar te aanvaarden. Met hoogroode wangen stond Louise in de keuken en maakte voor de jonggehuwden het eerste maal gereed, dat zij in hun eigen huis zouden ge- Telepli ooiim timmer 10. schreef bedoeld orgaan aan het adrea van den heer Van Raaiteen een libe raai ochtendblad teekent hierbij aan „Inderdaad, de heer Van Raaite maakt dikwijls den indruk dat hij als gouver nementeel man, als „homme de poigne," poseeren wil. Zoo iets zal ;,a onze Ver tegenwoordiging van buitengewone figu ren, die bovendien groote slagvaardig heid en meesterschap over de hun toe vertrouwde belangen vermogen tetoonen, misschien geduld worden. Maar de on toegankelijkheid van den heer Van Kaalte voor tal van zeer ernstige en zeer goed gemotiveerde grieven, zijn pogingen om hoog te houden of hoog te doen, geven dikwijls meer den in druk van zelf ingenomendheid dan van overtuiging. Dat maakt de Kamer wreve lig, en geeft aanleiding tot krasse woor den en agressieve houdingen, niet het minst bg zijn democratische voormalige geestverwanten en medestanders, op wie de minieterieele deftigheid dubbel on aangenaam schijnt te werken." "Wanneer wij hieraan nog toevoegen vervolgt het „Centrum" dat ook andere organen der linkerzijde zich in hun Kameroverzicht vrij critiseerend over de houding van den minister uit laten, dan blijkt daaruit wel, dat de tegenwoordige titularis van justitie zich zoomin buiten als binnen de Kamer in een buitengewone sympathie verheugt. Eu de „Stand." schreef Het kan zjju, dat minister Van Raaite van het optreden van zjjn collega voor buitenlandsche zaken zalf voelde, dat het te zwak was geweest, en daarom tot zichzelf gezegd heeft „dat zal ik 'm anders leveren"9n dat dit hem bewoog al te afstootend, te weinig plooibaar, te hard te zijn. Zeker mag men hem niet euvel^dui- den, dat hij zich geen nieuwe belofte liet afvergen van nog een stapel nieuwe wetsontwerpen. Eer was het te loven, dat hij zich aan zijn toch reeds over laden program hield, en weigerde nog meer hooi op zijn vork te nemen. Maar men kan deze positie op twee erlei wijs innemen. Zóó, dat men sym pathie wekt, en zoo, dat men antipathie prikkelten van die laatste, min goede methode, schijnt mr. Van Raaite te straf gebruik te hebben gemaakt. Het was, of hij aan de Kamer beduiden wilds Praat nu maar niet meer over al die andere punten, Daar weet ik ailss van. Maar in mijn kraam passen ze nu eenmaal niet. En daarom, spaar u de moeite van een noodeloos debat. En ook waar het niet toezegging van nieuws legislatieve maatregelen, maar de administratie betrof, boterde het ai evenmin. De oud-minister Loeff moest er bij komen, om het harde „fiu de non recevoir" in zake de kinderwetten toch wat te verzachten, en het gratie geval van de Groninger fabrikanten zal bij de motie nader in behandeling komen. Er was in alles iets te straf gou- Abonnements-Advertcniiën op zeer voordceligc voorwaarden. brniken. Minna liep aanhoudend in de kamers rond om te zien of nergens iets vergeten was, en Hendrik was hij den koetsier op den bok geklommen om zijn jongen meester en jonge meesteres aan het spoorwegstation te gaan afhalen. Koenraad zou heden zijn Valentine in hunne woning binnenvoeren. Agnes had haar reisplan ten uitvoer gelegd. Reeds den volgenden dag waren de dames afgereisd, zoodat Valentine eerst veel later vernam op welke wijze Adolf Bauerlich zich aan den aar.:sehen rechter had onttrokken. Ook vernam zij veel later, dat Rechling voor tante Constance had gezorgd, door haar in een gesticht voor oude dames een plaats te koopen doch het oude mensch had daar niet lang genot van. De spaaning en de aandoening der laatste maanden hadden haar staande gehouden, toen zij tot vrede en kalmte terugkeerde, bezweek zij. Men vond haar op zekeren dag dood in haar leunstoel zitten. Mevrouw Von Beeren voerde haar beschermeling eerst naar het Lage Mag- giore en het meer van Como, en toen het verblijf door de toenemende warmte daar minder aangenaam werd, trokken de dames naar de bergen ym Zwit- vernementeels. En vooral bij een vrij zinnig-democraat als mr. Van Raaite stond dat zoo raar en vreemd, dat men niet recht begreep uit wat hoek de wind woei. Zoo hadden we jhr. Tets van Gou- driaan al te kneedbaar, mr. Van Raaite al te stram en stroef. Laat ons hopen, dat mr. Rink onder beter gesternte door zijn begrooting wandelt. Het blijvend gedeelte. Aan hetgeen de minister van oorlog in zijn Memorie van Antwoord meer bepaaldelijk over den invloed van zijn maatregel op de bereden wapens mede deelt is nog het volgende ontleend Het spreekt vanzelf, zegt de minister, dat meer arbeid gevergd moet worden van de onder de wapenen zijnde vrij willigers en miliciensmaar bij een behoorlijke verdeeling van den arbeids dag, waarbij geen tijd onnut verloren gaat, zal de noodige arbeid zonder te groote inspanning geleverd kunnen worden. Da verzorging van de paarden zal zonder bezwaar kunnen geschieden, wanneer het zooveel noodig dagelijks rijden en onderhouden door éen man van 2 paarden niet langer als een over matige eiseh beschouwd wordt. Die dezen arbeid te inspannend aohten, zijn niet de personen waaruit de vrijwilligers bij de bereden korpsen gereeruteerd moeten worden. Door de regeling van de wachtdiensten, door het zoovee! mogelijk alle geoefende manschappen aan de dagelij keche hoofd- oefqping te doen deelnemen, alsmede door een oordeelkundige regeling van de opkomst der lichtingen, welke bij de bereden artillerie voor herhalings oefeningen opkomen, zal het altijd mo gelijk kunnen zijn bij de cavalerie met minstens 3 pelotons per eskadron, bij de rijdende artillerie met 4 en bij de veld artillerie met 3 stukken (dit zijn 4 en 3 vuurmonden en 3 caissons) uit te rukkeD, ten gevolge waarvan de oefeningen in het eskadron- en batterjj- verband naar behooren kunnen plaats hebben. "Wanneer men bij de bereden artillerie tot oefeningen in grooter verband wenscht over te gaan, en ook wanneer door bijzondere omstandigheden de uit rukkende sterkte geringer mocht zijn, zai men door vereeniging van verschil lende onderdeelen tot de gewensehte sterkte moeten geraken, iets wat bij de infanterie reeds sedert jaren geschiedt en wat bij de bereden artillerie even goed uitvoerbaar geacht wordt. De ge oefendheid van het personeel zal onder deze regeling geenszins lijden. De minister heeft alle reden te ver trouwen, dat de officieren der bereden wapens, wanneer de nieuwe toestand en de eischen, die deze stelt, hun duidelijk voor oogen zullen staan, ook onder de gewijzigde omstandigheden hun geheele toewijding aan de opleiding hunner ondergeschikten zullen geven. seriand. Het stille leven, de aanblik der schoone natuur, de frisjche lucht en de zachte invloed, die de nabijheid van Agnes op haar uitoefende, hadden een weldadige werking op Valentine's ze nuwgestel. Meer en meer verdwenen de schrikbeelden, die haar ziel vervuld hadden, de herinnering van al haar lijden verzwakte allengs, zij begon weer lust in het leven te krijgen en als Agnes over haar eigen toekomst sprak en daarbij ook op haar toekomstig geluk zinspeelde, bood zij weinig tegenstand meer. Eindelijk durfde Agnes aan Koenraad schrijven„Kom hier en traeht de laatste schaduwen te verdwijnen, die uw geluk verduisteren," Ia eon hotel aan het Thunermeer, waar slechts weinig toeristen logeerden, trof Lageman omstreeks het midden van Juli zijn geliefde Agnes aan. Deze verloofden hadden elkander natuurlijk zooveel te vertellen, dat het anders paar, Valentine en Koenraad, bijna geheel aan elkander overgelaten was. Valentine kon aan Koenraad's smee- ken, aan Lageman's beredeneerd aan dringen en aan Ague's liefkoozende Het „Hbl." zegt, dat de minister van oorlog in zijn Memorie van Antwoord zijn voorstellen op uitnemende wijze verdedigd heeft, helder en zonder groote woorden. En na een resumtie van het betoog van den minister, eindigt het blad met de vraag„Zou er in de Tweede Kamer een meerderheid gevon den worden, die dergelijk misbruik van tijd, geld en werkkracht nog langer wil handhaven Het „Centr." schrijft: De vraag, of en in hoeverre de mi nister in de verdediging van zijn beleid is geslaagd, zal ook in de pers nog wel tot nadere beschouwing aanleiding geven. Voor heden alleen ditEén zwakke passage is er in de Memorie zeker, en ws! deze„Ten aanzien van de vraag welke de meening der inspecteurs was omtrent dan maatregel, ten aanzien der oefeningen en die van den chef van den generalen staf omtrent de mobilisatie, antwoordt de minister, dat deze auto riteiten z ij n adviseurs zijn, doch dat de minister da eenige verantwoordelijke persoon tegenover de Kamer is. Hij zou het dus niet goed achten da advie zen in het debat te brengen, omdat zij, hoezeer ook door hem gewaardeerd en hoe rijpelijk ook overwogen, toch nim mer iets kunnen veranderen aan de ver antwoordelijkheid des ministers, hetzij hij met die adviezen al dan niet in stemt." Dit standpunt lijkt ons beslist onjuist, Wil de Kamer met voldoende kennis van zaken kunnen oordeelen, dan zal zij ook ingelicht moeten worden over de meening der inspecteurs. Dat de minister hun advies uit het debat wil schakelen met een beroep op zijn verantwoordelijkheid, wettigt het vermoeden, dat deze hooggeplaatste militairen, dis toch ook hun aanspra kelijkheid als dienaren des lands zullen kennen, het in een belangrijke quaestie met den heer Staal niet eens zijn. En dat is toch allerminst zonder ba- teekenis. Wijziging van art. 188 der Clamasntawat. Aan den minister van bicnenlandsohe zaken is het volgende adres gericht Geven met den meeaten eerbied te kennen, de ondergeteekenden, Frans Mynssen en mr. Frans Coenen, reap, voorzitter en secretaris der oommissie, benoemd door de Ned. Ver. van letter kundigen tot onderzoek n r de werking van art. 188 der gemeentewet dat zij de eer hebben hierbij over te leggen, in opdraoht van de algem. vergadering van bovengenoemde ver eeniging, een rapport door gezegde commissie opgemaakt na onderzoek van de werking van gemald art. 188; dat uit dit rapport, naar requestraa- ten meenen, blijken za! lo. hoe dit, reeds om zijn samen koppeling van zeer onderscheiden in richtingen verouderd te noemen, artikel uiterst nadeelig in zijn werking is, wijl het de zaak van het tooneel (en trou woorden niet lang weerstand bieden, te meer daar haar eigen hart ook ten gunste van hun wensohen sprak. H9t werd weer licht in haar gemoed, dat met vreugde en hoop op een nieuw levensgeluk werd vervuld. Toen men na eenigs weken afscheid nam, vertrok Koenraad met de belofte, dat zij hem wilde toebehooren om 's levens lief en leed met ham te deelen. Zij keerde niet met Agnes naar Berlijn terug. Het was haar onmogelijk weer in de stad te vertoeven, waar zij onverdiend zooveel geleden had en waar de schrik beelden van het verleden haar zouden aangrjjnzen. Zij nam haar intrek in een dames-pensionaat te Dresden, waar Koenraad haar dikwijls kon komen In stilte werden Koenraad en Valen tine ook te Dresden in het huwelijk verbonden, waarbij Lageman en Agnes tegenwoordig waren. Dit paar was reeds in den vorigen herfst door den band des huwelijks vereenigd. Na een huwelijksreis door Italië, keerde Koenraad met zijn jonge vrouw thans naar eigen haard terug. (Slot volgt.)

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1906 | | pagina 1