lis! i MMaat
1006.
Donderda
6 December.
No. 287.
44© Jaargang,
ImenkMsek kriekten
FEÜiLLETOM,
Gemeentebestuur,
UlSSIVtSdlK COURANT
Prijs per drie maanden l»S@s Km» p& posft 1.50,
Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zieh bij alle Boek»
handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij den Uitgever
F. VAN DB VELDE Jr., Kleine Markt, I. 187.
AD'VERTENTIËNs van 14 regels ƒ0.4©, Voor eiken rege!
meer ÏO cent. Bij directe opgaaf van jriemaal plaatsing derzelfde
advertentie wordt de prijs slechts teemaal berekend. Groote letters
en cliché'» naar plaatsruimte.
Ysrscbflnt dagelijks, uitgezonderd op Zon- cn feestdagen.
Teleplioonnuiumer 10.
Abonnemcnts-Advertentiën op zeer vooi'deelige voorwaarden.
DRANKWEI.
Burg. en Weth. van Vlissingen
gelet op art, 12 der Drankwet
doen te weten
dat bij hen ia ingekomen een ver
zoek (in afschrift) van A. VAN GEL
DER Jz., gericht aan Ged. Staten dezer
provincie om vergunning tot verkoop
van sterken drank in het klein, uitslui
tend aan logeergasten en zulks in per
ceel MM 154 aan de Kanaalstraat
dat vanaf heden, gedurende veertien
dagen schriftelijke bezwaren tegen het
eventueel verleenen der gevraagde ver
gunning kunnen worden ingebracht bij
Burgemeester en Wethouders voor
noemd.
Vlissingen, 4 December 1906.
Burg. en Weth. voornoemd,
VAN DOORN VAN KOUDEKERKE.
De Seoretaris,
WITTEVEEN.
Het Kabinet en het Kamsrvotam over
het blijvend gedeelte.
Ds „N. Rott. Ct.", herinnerend dat
de minister van financiën gezegd heeft
„Mocht de minister (Staal) het pleit
voor de Kamer verliezen, dan zal de
regeering, na zorgvuldige overweging van
de heteekenis van het Kamervotum, zien
wat haar te doen staat", laat daarop
yolgoD 4»
„Eene verklaring, waar geen speld
tusschen te krijgen is, mag dit nog niet
worden genoemd. Wij meenen er echter
de bevestiging in te mogen lezen van
de juistheid onzer veronderstelling van
gisteren, dat de regeering, indien op
zakelijke gronden de minister van oorlog
door de Kamer in het ongelijk wordt
gesteld, zieh daarbij zal neerleggen.
Mocht evenwel blijken, dat de beslissing
tegen het beginsel der vermindering van
het blijvend gedeelte is gekant, of moch
ten politieke bij-overwegingen zich tegen
den minister van oorlog doen richten,
dan zal de regeering eene afstemming
van 's ministers voorstellen als Kabinets-
quaestie beschouwen. Wij gelooven, dat
ue regeering hiermede eeu belangrijke
schrede in de juiste richting heeft
gedaan en het terrein voor eene zuiver
zakeljjke en vrije bespreking en afhan
deling van de moeilijke aangelegenheid
heeft geopend."
3e dood der antithese.
Naar aanleiding van hetgeen het
„Vad." over dit onderwerp schreef,
meent „de Ned." dat de partijgroepee-
ring en de politiek der rechterzijde niet
zonder invloed gebleven zijn op de ge
wijzigde houding der liberalen in de
onderwjs-politiek. En de vraag behan-
52.)
„Ik ben reeds gelukkig, als slechts
één mond mijn werk prjst", antwoordde
Lageman, naast haar in het rijtuig plaats
nemende. Het rijtuig rolde voort. „Dus
is mijn geëerde bondgenoofce over mij
tevreden vroeg hij en zag haar tege
lijkertijd in haar donkere oogen.
„Tevreden", herhaalde zij. „WelkeeD
koel nuchter woord 1 Ik weet voor mijn
bewondering en dankbaarheid geen
gepaste woorden te vinden ik ben er
trotsoh op u mijn vriend te mogen
noemen -
„Agne3l" Hij greep haar hand.
Zij trok die niet terug, maar zeide
met een sehalkschen lach „Ik heb nog
een appeltje met u te schillen I Als
bondgenoote hebt ge mij toch slecht
behandeld 1 Terwijl ik er schik in had,
flat wjj den armen Koenraad dom
delende of, zooals „Het Yad." meent,
volkomen verkrijging van den sehool-
vrede op den duur de antithese zal over
winnen, schrijft „De Ned."
Hierbij dient in de eerste plaats in
het oog gehouden, dat de antithese,
zooals -wij die steeds begrepen hebben,
niet gaaf tusschen geloovigen en onge-
loovigen, maar tusschen hen, die het
verhand onzer rechtsinstellingen met
het christendom erkennen, en hen die
dit niet doen. In de tweede plaats, dat
dit geschil van heel wat breeder strek
king is dan de schoolquaestie. In de
derde plaats, dat ook op dat breedere
terrein de enkele aanwezigheid (der
rechterzijde-politiek op de andere par
tgen influeneeert, zoodat bv. in ons land
voorshands niemand 't in zijn hoofd zou
krijgen om een voorstel tot losmaking
van den huwelijksband te doen, gelijk
men daarvan elders reeds verneemt.
Wie dit alles in het oog houdt, zal
ongetwijfeld aan het „Yad." kunnen
toestemmen, dat de antithese (in den
juisten zin opgevat) door den sehool-
vrede, en door een daarmee evenwijdig
locpende houding der liberalen op an
der terrein, op den duur kan worden
verzacht en in zijn elke-stembus-be-
heerschenden invloed getemperd, maar
dat een absolute verdwijning, in dien
zin dat de leden der positief-christelijke
partjgroepen zich veilig in anders par
tijen zouden kunnen oplossen, reeds
daarom voor lange tijden onmogelijk*
schijnt, omdat, blijkens de lessen der
geschiedenis, met zulk een verdwijning
tevens de waarborg zou verdwenen zijd,
dat de gelukkige inspiratie der libera
len, welke er aanleiding toe zou geven,
behouden zou blijven. Ook als deschool-
vrede werd geteekend in een zin, die
herroeping afsneed, zouden deze over
wegingen toch behooren te gelden met
't oog op al die andere christelijk na
tionale inzettingen, welke men dezer
zijds, ook bij de ontwikkeling der tijden,
onverzwakt in het volksleven wenscht
te handhaven, waar noodig te herstellen.
„Land en Yolk" schrijft
„De Standaard" is zoo ver, dat de
scherpe aanvallen, die dr. De Yisser
van alle kanten had te verduren zonder
dat één vriend hem kwam beschermen,
moet worden toegeschreven aan spijtig
heid over het verlies van Leiden. Dat
ware al te kleinzielig.
Thans heet het spijtigheid over het
verlies, door de oud-liberalen geleden,
van de kans op den steun der christe
lijk historischen tegen de korkelijken.
Dat mocht dr. De Viaser wenschen 1
Hij is afgestraft enkel en alleen, om
dat hij alle eischen van waarachtigheid
en politieke moraliteit met voeten heeft
getreden.
Het is jammer voor „De Standaard,"
dat het biad maar niet liever, evenals
de meeste andere bladen der rechter
zijde over deze executie heeft gezwegen.
Indien er politieke bedoelingen in
het spel waren, dan zijn ze, naar de
hielden, hebt ge mij met gelijke munt
betaald. Waarom hebt ge me niet voor
uit gezegd, waar de terechtzitting van
daag op moest uitloopen
„Ik zou kunnen zeggen omdat men
bij zulke ondernemingen altijd een ge
waagd spel speelt, en nooit bij voorbaat
zeker is van een goeden uitslag. Ik zou
ook kunnen zeggen omdat ik u eene
verrassing wilde bereiden en dan
zou ik geen onwaarheid spreken. Maar
de volle waarheid is, dat ik niet tevreden
was met den weg te gaan, dien mijn
verstandige bondgenoote mij had aange
wezen ;ik wilde geheel alleen voorwaarts
gaan om alleen mijn doel te bereiken."
„O, wat een eerzuchtige fluister
de zij.
„Neen, eerzucht dreef mjj niet, maar
wel een geheel ander gevoel. Agnes,
als ik Yalentine Zier vrij pleitte, mocht
ik eischen wat ik wilde, hebt ge gezegd."
„Ik zal mijn woord houden!"
„Agnes!" jubelde hij, „ge weet dat
ik slechts één ding kan-begaereü uw
hart en uw hand!"
„Mijn hand kan ik u nog geven",
antwoordde zij zacht; „maar mijn hart
bezit ge reeds, zoolang ik u ken."
Beschaamd sloeg zij de oogen neer,
scherpe vraag door den heer Tydeman
uit de hoogte tot dr. De Visser gericht,
bij den afgevaardigde van Leiden ge
weest.
Hij heeft een poging gewaagd, om
de Leidsche Wagenaar's voor goed van
de oud-liberalen te vervreemden.
Indien die kiezers van dr. De Yisser
iets voor politiek fatsoen gevoelen, zul
len zij hem voor den laatsten keer
hebben gesteund.
Staatscommissie tot reorganisatie
van het onderwijs.
Op verzoek van den minister van
binnenlandsohe zaken heeft naar de
„N. Ct." weet mede te deelen de
voorzitter der staatscommissie tot reor
ganisatie van het onderwijs, dr. J.
Woltjer, het volgende bericht omtrent
den stand der werkzaamheden van de
commissie gepubliceerd
De staatscommissie is met haar arbeid
thans zoover gevorderd, dat zij de be
sprekingen betreffende het hooger on
derwijs tot een voorloopig einde heeft
gebracht. Zij heeft namelijk in een
leiddraad verschillende punten betref
fende de organisatie van het hooger,
in de eerste plaats van het universitair
onderwijs, uitvoerig behandeld en be
paalde voorstellen dienaangaande ont
worpen. Voorts heeft zij besloten over
die voorstellen het advies van de facul
teiten der Nederlandsehe universiteiten
in te winnen. Daartoe worden de deelen
van de leiddraad, die op het universi
tair onderwijs betrekking hebben, aan
die faculteiten toegezonden, met verzoek
om, voor zoover haar eigene inrichting
en werkzaamheden er bij betrokken
zijn, de Staatscommissie te willen dienen
van advies. Aangezien bepaalde voor
stellen, uitvoerig toegelicht en gemoti
veerd, aan het oordeel der faculteiten
worden onderworpen, meent zij te mogen
verwachten, dat de gevraagde adviezen
haar binnen niet al te langen tijd zul
len geworden. Ook wat de overige
deelen van het hooger onderwijs betreft,
in het bijzonder het hooger handels
en het hooger landbouwonderwijs, heeft
de staatscommissie reeds een rapport,
dat zij zal overwegen, terwijl een tweede
Laar voor het eind van het jaar zal
bereiken.
Wat den arbeid der door de staats
commissie benoemde sub-eommissiën be
treft, kan de ondergeteeken.de berichten
dat de sub-commissie voor het lager
onderwijs met haar arbeid gereed
is en haar rapport reeds heeft ingezon
den. De sub-commissiën voor het mid
delbaar en het voorbereidend hooger
onderwijs zijn bezig met de uitwerking
van haar rapport, dat in September a.s.
waarschijnlijk gereed zal zijn.
De sub-commissie voor het vakonder -
wijs heeft groote vertraging ondervon
den door de ziekte en het daarop ge
volgde overlijden van haar bekwamen
voorzitter, den ingenieur J. de Koning.
Intusschen is zjj nu weder gereconsti-
terwijl hij een hartstochtelijke kus op
haar hand drukte.
VEERTIENDE HOOFDSTUK.
Het viel niet gemakkelijk. Adolf
Bauerlich tot bekentenis van zijn schuld
te brengen.
Na de eerste ontsteltenis, waarin
Lageman's redevoering hem gebracht
had, had hij zijn koelbloedig overleg
geheel teruggekregen. Aan den rechter,
die hem een voorloopig verhoor deed
ondergaan het was weder den heer
Hauslei' verklaarde hij, dat bij nog
niet bekomen was van zijn verwondering
over het feit, dat al de rechters, met
den openbaren aanklager en de gezwo
renen incluis, zich zoo hadden laten
vangen door de spitsvondigheden van
een advocaat.
De rechter wees hem op de ontstel
tenis, die hij zeif getoond had, waarop
hij met een spottendea glimlach ant
woordde„Ja, nu, ik zou den man wel
eens willen zien, die zoo plotseling en
onbeschaamd overvallen wordt en dan
onmiddellijk met zijn antwoord gereed
is. Ik kan den advocaat Lageman den
lof niet onthouden dat hij zeer bekwaam
is in het oombineeren der feiten. Het
tueerd en hoopt zij met haar rapport
over eenige maanden gereed te zijn.
Indien dit geschiedt vóór de staats
commissie de behandeling der drie rap
porten van de sub-commissiën voor het
lager, het middelbaar en bet voorbe
reidend hooger onderwijs teneinde heeft
gebracht, zal de vertraging, in den ar
beid dezer sub commissie ontstaan, op
het verloop van den arbeid der staats
commissie geen al te nadeeligen invloed
uitoefenen.
Het onderwijs in de gymnastiek kan
niet, zooals dat in het teekenen, tot
het vakonderwijs worden gebracht en
onderscheidt zich toch ook weder te
zeer van het gewone onderwijs, om
daarover een voldoend rapport van de
andere sub-commissiën te verwachten.
Daarom heeft de staatscommissie ge
meend een drietal deskundigen als sub
commissie te moeten verzoeken haar
van advies te dienen, in het bijzonder
wat de opleiding van onderwijzers en
leeraren in dat vak betreft.
Wat de grondtrekken, de hoofdlijnen,
der reorganisatie aangaat, is de staats
commissie dus tot een voorloopig resul
taat gekomen. Yóor zjj een definitief
rapport aan de regeering in den vorm
van een wetsontwerp met toelichting
en ontwerpen van koninklijke besluiten
kan samenstellen, moet zij eerst de
rapporten der sub-commissie nauwgezet
overwegen. Deze rapporten, behelzende
de adviezen der sub-eommissiën over
de voorloopig vastgestelde voorstellen
der staatscommissie, kunnen natuurijk
niet ieder afzonderlijk behandeld wor
den. Aaneenschakeling der onderschei
dene deelen van hst onderwijs is de
de taak aan de staatscommissie opge
dragen. Op de regeling van het grens
gebied van het eene deel in het andere
en op de systematische verbinding der
deelen zal dus in de eerste plaats haar
aandacht gericht blijven. Nu hebben
wel de sub-commissiën alle denzelfden
leiddraad met gemotiveerde voorstellen
ontvangen, om daarover te advieeeren,
maar het ligt in den aard der zaak,
dat een sub-commissie voor het lager
onderwijs in de eerste plaats letten
zal op dat gebied van het onderwijs,
waarvoor zij te zorgen heeftzoo ook
de sub-commissie voor het middelbaar
en die voor het voorbereidend hooger
onderwijs. Het is dus a priori te ver
wachten, dat de adviezen der sub-oom-
missiën over punten, die op het grens
gebied liggen, niet gelijkluidend zullen
zijnwaarschijnlijk is het zelfs, dat zij
elkander zullen tegenspreken.
Derhalve zal de staatscommissie moe
ten onderzoeken, of de aan haar uit
gebrachte adviezen overeenstemmen met
de grondtrekken van het systeem, door
haar in den leiddraad ontwikkeld waar
afwijking opgemerkt wordt, zal zij haar
voorloopig voorstel moeten wijzigen.
Waar voorts de adviezen der sub-oom
missie met elkander in botsing komen,
zal zij de grenzen en den omvang van
scheelde slechts weinig, of hij had mij
zelf overtuigd, dat alles zoo gebeurd is,
zooals hij liet voorkomen".
„En u is dan toch verwonderd, dat
rechters en gezworenen hem geloofden
vroeg de rechter. „Wat allen overwel
digde, was niet de rede van den ba-
kwamen advocaat, maar wel de waarheid,
die in zijn woorden lag."
„Bah, wat is de waarheid vroeg
Bauerlich met minachting. „Gisteren
hield go voor waarheid, dat Valentine
Zier met voorbedachten rade iemand
vergiftigd had vandaag beschouwt men
haar ais het onschuldig slachtoffer en
mij als haar afschuwelijken moordenaar.
Wie kan zeggen, wat morgen als waar
heid zal gelden
Met deze laatste woorden trof hg een
zeer gevoelige plek bij dan rechter. In
de vooraf opgevatte moeniug, dat Valen
tine Zier de misdaad gepleegd had en
niemand anders, had de rechter bij het
onderzoek menig punt voor onbeduidend
gehouden, dat hij anders nader onder
zocht zou hebben. Hij maakte er zich
een verwijt van, dat juist die punten
den advocaat Lageman als hoofdpunten
gediend hadden, bij het onderzoek dat
bij instelde. Deze herinnering stemde
ieder deel van het onderwijs in verband
met het geheele systeem dienen te be
palen. Voor zoover, eindelijk de ad
viezen verder in detail treden dan de
leiddraad, zal de staateoommisie hebben
te onderzoeken, of die nadere uitwer
king in overeenstemming is met de
door haar uitgeteekende grondlijnen.
De ondergeteekende heeft gemeend,
dezen zijns inziens logischen en natuur
lijken gang van zaken korteljk in het
licht te moeten stellen, omdat er hier
en daar Btemmen zijn opgegaan, die
aandringen op de reorganisatie van een
enkel deel van het onderwijszelfs is
de meening uitgesproken, dat een advies
door een sub-commissie aan de staats
commissie uitgebracht, der regeering
tot grondslag voor een dergelijke reor
ganisatie zou kunnen dienen. Wie ach-
ter acht geeft op den organischen sa
menhang der verschillende deelen van
het onderwijs, en overweegt welke taak
aan de staatscommissie is opgedragen,
ziet natuurlijk in, dat zulk een behan
deling der zaken geen doel zou kunnen
treffen.
In September a. s. hoopt de staats
commissie over te gaan tot de behan
deling der bij haar ingekomen adviezen,
en dien arbeid met kracht door te
zetten. Voor zoover thans over den
stand der zaken kan worden geoordeeld,
bestaat er uitzicht, zoo er zich geen
bijzondere omstandigheden voordoen,
dat de staatscommissie in het einde
van het volgende jaar met haar arbeid
gereed zal kannen zijn.
Lichting 1907.
De „St. Ct." no. 284 bevat het Kon.
hesl. van den 12den November (St.bl."
no. 284), betrekkelijk de lichting der
nationale militie van het jaar 1907,
bepalende dat de lichting der militie
van het jaar 1907 bedraagt 17,500 man,
waarvan 12,300 man ter volledige oefe
ning en 5200 man tot korte oefening
zullen worden ingelijfd.
Van de ter volledige oefening in te
lijven manschappen worden 400 man
bestemd voor den dienst ter zee.
Bij dit Kon. besl. is gevoegd een staat,
aanwijzende het door elke provincie te
dragen aandeel in de lichting 1907,
met aanduiding van hei aantal van de
voor elke provincie ter volledige oefe
ning en van dat tot korte oefening in
te lijven mansohappen.
De „N. Arnh. Ot." meldt, dat een
een rijksweduwen- en weezenpansioen
voor militairen voorloopig niet tot stand
zal komen.
Eerst nadat in het militieleger (volks
leger) der toekomst het vrj willig kader
zal zjn teruggebracht tot zjn hoogst
nooaige sterkte aan instructeurs en
administrateurs, kan gedacht worden
aan de toekomst van de nagelaten
vrouwen en kinderen van overleden
militairen.
hem daarom nog juist niet zachter
jegens Bauerlich en op de schrifturen
wjzende, die op tafel lagen, antwoordde
hj op strengen toon „De bewjzen die
daar liggen, bevatten waarheid van
ouderen datum dan vandaag of gisteren."
„Ah, u zinspeelt op dat geval te
Havelberg, dat- de advocaat weer opge
rakeld heeft. Ik wil die zaak niet ont
kennen", antwoordde Bauerlich op
hoogen toon, „maar ze is reeds iang
verjaard en staat ook volstrekt niet in
verband met dit geval."
„Dat geloof ik toch wel 1 Daarin
ligt het bewjs, dat ge wegens uw harts
tocht voor Valentine Zier belang hadt
bj den dood van haar vader. Een man
met zulk een fijn eergevoel als hj was,
zou nooit in een huweljk zjner dochter
met u hebben toegestemd."
„Ik heb het u reeds gezegd die zaak
is verjaard. Sedert ben ik een rjk man
geworden."
„Daar hechtte de heer Zier weinig
waarde aan ge hadt anders niet noodig
gehad u te verschuilen achter zjn zuster,
om hun weldaden op te dringen, die a
later dienen moesten als middel om uw
misdadig plan uit te voeren."
(Wjr it vsrviigd.)