3 December.
No. 284.
44a Jaargang.
11106.
Maandag
iP%#%
Telephaon nummer 10.
Bü deze Courant Moort een bijvoepel
Gemeentebestuur.
Utuwi K o; Ij
FEUILLETON.
Ylfejfapdu Cwmt
In blijde verwachting.
gil. ZomUijMuI,
Jfawe i&üïi! m
VLINSlMSdlE COURANT.
Prijs pel drie maanden l=80o Stam» pes (posé 1.50,
Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle. Boek
handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij den Uitgever
F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt, I. 187-
381
ADYERÏENTIÉNvan 14 regels ƒ0.4©, Voor eiken rege'
meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde
advertentie wordt de prijs slechts tioeemaal berekend. Groote letters
en cfichë's naar plaatsruimte.
VarscliQnt dagcljjiis, uitgezonderd op Zon- en feestdagen.
Abonnements-Advertentiön op zeer voordeelige voorwaarden.
HUISNUMMERING.
Burg. en Weth. van Viissingen bren
gen ter algemeene kennis
dat in verband met de afgekondigde
verordening op de numme
ring der perceelen binnenkort, van
gemeentewege zal worden overgegaan
tot eene geheele vernummering van
alle thans bestaande huizen en erven
dat derhalve zij, die gebruik wenschen
te maken van de bevoegdheid om op
hunne kosten een geëmailleerd
plaatje, volgens ter secretarie aan
wezig model, in plaats van eon met
olieverf geschilderd nummer aan te
brengen, worden uitgenoodigd hiervan
uiterlijk binnen 14 dagen
na heden kennis te geven ter secretarie
(Bureau bevolking).
Viissingen, 28 November 1906.
Burg. en Weth. van Viissingen,
VAN DOORN VAN KOUDEKERKE.
De Secretaris,
WITTEVEEN.
DRANKWET.
Burg. en Weth. van Viissingen
gelet op artikel 87 der Drankwet
doen te weten
dat bij hen is ingekomen een verzoek
van ARIE VAN GELDER Ezn., te
Viissingen, om verlof tot verkoop van
alcoholhoudende dranken andere dan
sterken drank in perceel MM 154, ge
legen aan de Kanaalstraat
dat vanaf heden, gedurende veertien
dagen schriftelijke bezwaren tegen het
eventueel verleenen van het gevraagde
verlof kunnen worden ingebracht bij
Burg. en Weth. voornoemd.
Viissingen, 30 November 1906.
Burg. en Wsth, voornoemd,
VAN DOORN VAN KOUDEKERKE.
De Secretaris,
WITTEVEEN,
NATIONALE MILITIE.
Zitting van den Militieraad.
Burg. en Weth. van Viissingen
brengen ter algemeene kennis van de
lotelingen dezer gemeente, behoorende
tot de lichting 1907
dat de Militieraad in Zeeland te
Middelburg in bet Tehuis voor Mili
tairen, G no. 223, Nieuwstraat, zijne
zitting zal houden om uitspraak te
doen omtrent de lotelingen, die redenen
van vrijstelling hebben ingediend, op
grond van bepalingen der militiewet en
omtrent hen die volgens artt. 54 en 56
der wet niet tot de diensten der militie
49.)
„Liet mijnheer Bauerlichhet bessensap
bij u thuis bezorgen, of bracht hij het
zelf mee P"
Weer weifelde Constance, maar na
eenig zwijgen antwoordde zij „Hij
bracht het meeals de flesch leeg
raakte, zei ik het hem, als er niemand
bij was, en dan bracht hij weer wat mee."
„En wanneer bracht hij het laatst
„In den voormiddag van den dag,
dat mijn broeder gestorven isden
vorigen dag had ik hem gezegd, dat het
bijna op was, en toen kwam bij uit
eigen beweging om weer nieuwe te
brengen."
„Hoeveel flessehen
„Dat weet ik niet. Ik had mijn bezig
heden en daarom zette hij de flessehen
self in de keukenkast."
^Dus mijnheer Bauerlich wist goed
kunnen worden toegelaten en wel op
Maandag 10 December 1906 voor de
nummers 1 tot en met 50
op Dinsdag 11 December 1906
voor de nummers 51 tot en met 100 j
op Woensdag 12 December 1906 voor
de nummers 101 tot en met 173
dat, volgens art. 74 der wet, voor
den militieraad moet verschijnen, de
loteling die vrijstelling verlangt wegens
ziekelijke gesteldheid of gebreken, of
gemis van de gevorderde lengte, dat
evenwel, zoo een loteling uithoofde van
ziekte of gebreken buiten staat is voor
den militieraad te verschijnen, daarvan
eene ongezegelde geneeskundige verkla
ring moet worden overgelegd, met op
gave van de woonplaats, straat, wijk en
nummer van dan zieken loteling, een
en ander tijdig door tusschenkomst van
den Burgemeester aan den militieraad
in te zenden, zullende by alsdan over
eenkomstig art. 75 der Militiewet, on
derzocht worden op de plaats waar hij
zich bevindt
dat, hoewel art. 74 der wet bepaalt
dat de genoemde lotelingen voor den
militieraad moeten verschijnen, men
zich echter aan teleurstelling blootstelt,
indien men daaruit afleidt, dat voor
hen, die meenen om andere redenen
recht te hebben op vrijstelling, deze
vrijstelling niet, ten dienende dage, be
hoeft te worden gevraagd bij den militie
raad en de inlevering van bewijsstuk
ken bij den Burgemeester zou zijn aan
te merken als bjj het inbrengen van reden
van vrijstelling bij het college, dat
daaromtrent uitspraak moet doen
dat teneinde zooveel mogelijk teleur
stelling in het verkrijgen van vrijstel
ling wegens broederdienst of uithoofde
van eigen militairen dienst te voorko
men, de aandacht van belanghebben
den er op wordt gevestigd dat het op
geven der redenen van vrijstelling (bij
de inschrijving of bij de loting) het
inleveren van bewijsstukken bij den
Burgemeester en het doen opmaken van
het bij de wet gevorderde getuigschrift
niet voldoende is om zich vrijstelling
te verzekeren, maar dat hun belang
medebrengt om bovendien de vrijstel
ling te vragen in de zitting van den
Militieraad, op tijd en plaats in hoofde
dezer vermeld
dat de gevolgen van onvolledigheid
van stukken of van misstelling daarin,
die onopgemerkt bleven en oorzaak zijn
dat eene g6wcnschte vrijstelling door
den militieraad niet is verleend, niet
kunnen worden opgegeven, indien niet
tijdig (binnen tien dagen) tegen de uit
spraak van dat college bezwaren zijn
ingebracht bij Gedeputeerde Staten
dat een beroep op onvolledige of
onjuiste inlichting omtrent het bestaan,
al of niet, van recht op vrijstelling ter
gemeente secretarie of elders verstrekt,
niet kan leiden tot vrijdom van dienst,
den weg bij u
„Zeer goed, hij
Hier maakte Valentine zulk een hef
tige beweging, dat de verdediger zich
omkeerde en vroeg „Heeft u iets te
zeggen
Zij knikte en na bekomen verlof van
den president, vertelde zij „Op den dag
van mijn vaders dood, toen Bauerlich
voor de tweede maal bij ons kwam, viel
de schemering in. Mijn tante bracht de
koffie binnen. Hij vroeg ook een kopje,
maar wilde niet toegeven, dat een van
ons beiden in de keuken zou gaan om
een kopje te halen hij wilde dit vol
strekt zelf doen en bleef wel tien mi
nuten weg."
„Is dit zoo gebeurd vroeg de pre
sident nu aan de oude juffer.
„Ja, ja, nu herinner ik me dat ook
ik zou er niet aan gedacht hebben en
het beteekent niemendal."
„Misschien toch wel iets", merkte
Lageman op en hij vroeg den president
„Zou u den getuige Bauerlich hierover
nog eens willen ondervragen
Bauerlich werd ondervraagd, doch
verklaarde met minachtende houding,
dat het wel zoo wezen kon hg begreep
niet, waarom do verdediger daar zooveel
indien verzuimd is de reden van vrij
stelling te bekwamer tijd waar het
behoort overeenkomstig de wet te
doen gelden worde"do de loteling die
om bovengemelde redenen vrijstelling
van den dienst verlaagt, mitsdien aan
gemaand om op den bepaalden tijd
voor den militieraad te verschijnen en
zich niet te verlaten op het ontvangen
van een oproepingsbi'jet, daar het niet
ontvangen van dit biljet niet ontheft
van de verplichting tot het verschijnen
voor dien raad.
En is hiervan afkondiging geschied
waar het behoort den 30 November 1906.
Burg. en Weth. voornoemd,
YAN DOORN VAN KOUDEKERKE.
De Secretaris,
WITTEVEEN.
Wij weten niet meer door wien en
op welke plaats het gezegd is en
het doet er ook niets toe dat, zoo
het leven van den aanvang af werke
lijkheid was, niemand het zou kunnen
dragen.
Wij durven zonder aarzelen een stap
verder gaan en zeggen dat niemand
het leven dragen zou, indien het geheel
en al werkelijkheid ware. Evenmin
als iemand zou kunnen leven zon
der slaap, zou hij het kunnen, indien
er geen dingen waren, die nu en dan
van de werkelijkheid aftrekken en ver
plaatsen in niet bestaande toestanden.
Wij zijn in gedachten verdiept, onze
lectuur neemt ons geheel in beslag,
het gesprek leidt ons volkomen af en
dat alles werkt op den geest zooals de
slaap op het lichaam werkthet geeft
rust, verfrischt en versterkt.
Vooral in de jeugd is de behoefte
daaraan zeer groot. De jeugd heeft de
gelukkige eigenschap van zich zelf zeer
gemakkelijk buiten de werkelijkheid te
kunnen denken. Het kind leeft in niet
bestaande toestanden, meestal seheppin-
gen van zijn eigen verbeeldingskracht,
en, evenals wij het jongs lichaam zoo
veel mogelijk sparen, door het onder
wijs niet te vroeg te doen aanvangen
en methodisch te werk te gaan, even
zoo sparen wij den geest, wanneer wij
zooveel mogelijk die behoefte van het
bind in de hand werken wanneer wij
het laten spelen en leeren spelen wan
neer wij toelaten dat het zich in zijne
illusiën verdiept en een eigen wereld
scheptwanneer wij het sprookjeB ver-
drukte van maakte.
„Zoo, zool" zei Lageman. „Nu, ik
denk er anders over. Ik vorder dat de
flasschen onderzocht worden om te zien
of één daarvan op handige wijze weer
dichtgemaakt werd."
De rechtbank besloot aan deze vor
dering te voldoen. Er meldden zich twee
deskundigen aan een blikslager en de
meesterknecht van een flasschen fabriek,
die onder het publiek aanwezig waren, j
Zjj legden d._n eed af en begonnen hun
onderzoek onder toezicht van een beambte, j
Ondertusschen wendde Lageman zich
tot Bauerlich, die slechts met moeite
zijn ontsteltenis kon verbergen, en zei
„Daar straks heeft u Landsberg aan de
Warthe als uw geboorteplaats genoemd
maar u is toch zeker dezelfde Adolf
Bauerlich, die al3 kiud van vier jaar
metuw vader naarHavelberg verhuisdeP"
„Als dat zoo was, wat dan?"
„Dan zou de jeugdige dwaasheid,
waarom ge naar Amerika zijt gegaan,
niets minder zijn dan een poging tot
moord op de oude dame, die met uw
ouders in hetzelfde huis woonde en bij
wie ge u zoodanig in het vertrouwen
hadt gedrongen, dat zij u tot erfgenaam
van haar klein vermogen benoemde."
tellen en lang in de zalige onwetend
heid laten, van wat het later toch al
koud en hard genoeg vinden zal.
Wanneer het kinderfeest, dat wij
Sint Nicolaasfeest noemen, een product
is van mensohelijke vinding, dan heeft
zelden iemand een meer gelukkige ge
dachte gehad want geen tijd en geen
vorm leenen zich beter om aan kinder
lijke behoeften tegemoet te komen.
De vorm vooral. Niemand zal
wenschen dat het leven hem nooit iets
anders oplevere dan wat hij te voren
met zekerheid kan verwachten. Het
vaag bewustzijn van een komende gave,
nu nog omringd door de nevelen der
geheimzinnigheid, stemt reeds tot geluk
en vooral de kinderziel ia daarvoor zoo
vatbaar.
Niemand zal wenschen nimmer eens
in staat te wezen een genot of een
aangenaam oogenblik te verschaffen.
Daartoe een poging te doen, zichzelf
met een mysterisch waas te omhangen,
zich uit te putten in vindingrijkheid,
wie kent niet het zalige gevoel daar
door veroorzaakt En, alweer, 't is de
jeugd die daarin het sterkst is.
Trouwens, laat ons het maar eerlijk
bekennen, Sint-Nicolaas is een bijna
eenige gelegenheid om eens allen
saam te gaan zoo'n echt nationaal feest
van kleine en groote kinderen prettig,
vroolijk en onschuldig. En daarom
hopen wij van harte, dat het feest ook
nu weer zjja gewone, scboone rol zal
vervullen.
Onze lezeressen en lezers kennen
immers wel het verhaaltje van Mimi, die
Herman plaagde met het verzoek, hem
haar schoentje te mogen zenden Zeker,
dat wilde hij wel, maar dan moest zij
ook beloven, te zuilen aannemen wat
er in stond. Natuurlijk zou ze dat graag.
En, toen Mimi den anderen morgen
bij Herman, haar schoentje ging halen,
stond Herman er zelf in Dat
was nog eens een surprise, en men
zegt dat Mimi eerlijk haar woord heeft
gehouden.
Ongetwijfeld soa men 't voorloopig
met iets minder kunnen doen en boven
dien zouden velen zulk een geschenk
ook niet meer kunnen plaatsen i Ook
in anderen zin echter kan de goede
Sint harten verwarmen en harten tot
elkaar brengen, zooals hij vrede sticht
en tot blijdschap en dankbaarheid stemt.
„Wat durft ge daar zeggen P Mijnheer
de president, besoherm mij tegen de
aanvallen van dien heer", riep Bauer
lich uit,
„Het zal u niet aan bescherming
ontbreken. De verdediger zal moeten
bewijzen, wat hij zegt."
„Dat kan ik", antwoordde Lageman.
„Hetgeen ik van de beklaagde vernam
en nog andere dingen brachten mij op
het vermoeden, dat mijnheer Bauerlich
haar vjjandig is en haar ten verderve
wii voercD. Het kwam mij voor, dat hij
opzettelijk de ontdekking van de flesch
met vergiftigd bessensap had veroorzaakt
en van die gedachte is slechts één
schrede tot het vermoeden, dat hij die
flesch zelf onder den gootsteen heeft
verborgen."
Weer viel Bauerlich heftig in doch
de president gebood hem te zwijgen en
hg deed dit op een toon, die merkbaar
verschilde van de beleefde voorkomend
heid, welke hij tot dusver dezen getuige
betoond had.
„De reden voor zijn handeling is hier
heden duidelijk genoeg gebleken maar
ik wilde die ook uit zijn vroeger leven
afleiden en heb dit met de hulp van
een bekwamen rechercheur nagespeurd.
Eén ding is wel zeker dat Sint en
de zijnen vooral onze echte vrienden
waren, toen we ze meenden te hooren
rijden over de daken en te glijden door
den schoorsteen.
Hier vooral is het zalig, een kind
nog te zijn een kind dat niet hecht
aan omvang en waarde, aan glans en
weelde. Die gedachte is misschien ook
een wenk, om niet al te vroeg de illu
sies van het jonge leven weg te nemen
een wenk ook om er toe mede te werken
dat, waar de kinderhand zoo gauw ge
vuld is, allen, althans éénmaal per
jaar, de weelde eener verrassing leeren
kennen en Sint-Nicolaas goede lijsten
in handen moge krijgen, opdat hij moge
kloppen aan aller deur.
Wat ons, oudaren, betreftvoor ons
persoonlijk is hei heel aangenaam dat
het Sint-Nieolaasfeest, oudtijds een kin
derfeest, niet uitsluitend een kinderfeest
gebleven is. Toch moeten wij daarbij
niet vergeten dat de Sint-Nicolaas-avond
der kleinen, want dat is en blijft hij
toch, iets van zijn natuurlijken eenvoud
en ongekunsteldheid heeft verloren. Op
zichzelf is dit geen ernstig nadeel, want
het verschijnsel ligt geheel in de lijn
van den tjjdmaar wjj mogen niet
vergeten dat wel degelijk nadeel zou
ontstaan, wanneer wij aan het Behoone
feest zijn kinderlijk-schoon karakter
ontnamen, Hoe hooger eischen men
voor zichzelf gaat stellen, hoe meer
gevaar er bestaat om tot zelfzucht te
geraken, en wat de kleinen aangaat,
zoodra hunne hand niet meer met wei
nig gevuld en het echt kinderlijk-na
tuurlijke verdwenen is, hebben zij reeds
een deel der vatbaarheid voor rein en
waar geluk verloren.
Wij zijn vast overtuigd dat geen en
kel feest, hoe heerlijk op zichzelf, het
alien-omvatteade feest van den vijfden
December-avond vervangen kan. Niets
zal ooit de aantrekkelijke gezelligheid
en de bekoorlijke geheimzinnigheid er»
van evenaren.
Ons te beijveren den St.-Nicolaas-
avond in stand te doen blijven, dat zal
wel niet noodig zijn.
Toch valt er nog wel iets meer te
doen den in vloed ervan te versterken,
door echt kinder!jjke vreugde te ba-
vorderen. En dan, wij zijn nu allen
in blijde verwachting, laat ons niet
vergeten dat er velen zijn die niet
Hier zjjn de authentieke verklaringen
van die te goeder naam en faam bekend
staande burgers van Havelberg, die zich
het bedoelde geval nog zeer goed weten
te herinneren. Zij wisten ook, dat de
heer Zier, die toen te Havelberg in
garnizoen lag, de poging tot vergiftiging
verijdeld heeft en de oude dame bewoog
om geen vervolgiug tegen den schuldige
in te stellen. Met zijn hulp werd Bauer
lich naar Amerika gezonden."
Lageman had een pak schrifturen op
de tafel gelegd en voegde er nu weer
andere bij, terwijl hij vervolgde „Ik
i heb hier verder authentieke bewijzen,
dat mijnheer Bauerlich zijn vermogen
in Amerika niet op de eerlijkste manier
heeft verkregen doch daar zullen wij
later wel over spreken. Het verdient
thans meer onze aandacht, dat Bauerlich,
na een twintigjarige afwezigheid in
Duitschland terugkeerende, zijn wel
doener, den heer Zier, opzocht en bij
hem de rol van den barouwhebbenden
verloren zoon speelde. Ik wil graag
aannemen, dat dit hem ernst was, doch
hg ziet de dochter van zijn weldoener
en vat een hartstochtelijke liefde voor
haar op.
HiVvl&a.)