ZOON. 1806. No. 281. 44© Jaargang. fsa-sctmua Donderda 29 November. ¥an week tot week. !L. 1.10 ïummer 90 liteit per 16 H.L. lg.gg L- l.Sfi i.3a 2.10 1.80 1.70 1 1 1 l 1 1 1 ng. s p r jj s. jrgd. zich de waarop oorkomt, ardevolle schaffen. Hi?i»üSE3SÏ. vm. 6.6.20, 7.—, '.30, 10.—, 10.20, 10.40, 12.—, 12.30, 1.05,1.30*, 3.55, 4.30, 4.50, 5.20, '.35, 8.20. Insluis: vm.. 6,10, 6.30, 9.15, 9.50, 10.10, 10.30, .50. Nm, 12.10, 12.45, §.10, 8.40, 4.10, 4 .40 7.05, 7.25, 8.—, 3,S0, ïr vallen Zondags nit RAMD1EN8T ngen-Mlddelburg t.t. 'en 4.40f 5.50f 7.55* 50f 12.30* 1.16§ 2.—* 5§ 5.—* 5.50§ 6.55* 10.858. van de Remise, van de Zeilmarkt. van het Badhuis. urg 5.15f 6.25fj8.40* 2.30§ 1.15* 2.—2.45* -§ 5.50* 6.55§ 7.50* 15* ll.lOf. verder dan tot de Be de Zeilmarkt, het Badhuis. EREN. URQ. 1.27 4.07 6.47^9.27 1.20 4.— 6.40 9,20 .1.08 3.48 6.23 9,03 12.53 3.36 6.16 8.56 12.49 3.29 6.09 8.49 12.40 3.20 6.— 8.40 13.24 3.04 5.44 8.24 12.18 2.58 5.38 8.18 JEN. 1.27 4.07 6.47 9.27 12.40 3.20 6.— 8.40 12.28 3.03 5.48 8.28 12.25 3.05 5.45 8.25 12.20 3.— 5.40'8.20 12.15 2.55 5,35 8.15 ïari 1907. I b) nm. 3,23 c)g) ia) nm. 3,50 g) 1,55 f) 3,23 c) het vertrek van :erke n. Neuzen vm. 8,30 ens, Borssele eu Neuzen Neuzen ten hoogste IS wachten. ;emaakt, van 1,55 van Neuzen raohtea. VI.ISSIYfc,MAE COURANT Prijs pet drie maanden ffiraao© psï piste jt 1.50. Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij den Uitgever F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt, I. 187- 11 ADVEKÏENTÏËN; van 1—4 regels ƒ0.40, Voor eiken regel meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de, prijs slechts Weemaal berekend. Groote letters en cliché's naar plaatsruimte. Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zon- en feestdagen. Telepli oonmimniei' 10. Aboiinenients-AdverteiRiën op zeer voordeelige voorwaarden. Het wil ons voorkomen dat men in het Marokkaansohe poppenspel nu toch wel eens aan het dansen zal gaan. Admiraal Touohard, de bevelhebber te Toulon, heeft last ontvangen om de noodige pantserschepen gereed te houden om op het eerste sein te vertrekken. Drie schepen lagen reeds onder stoom. Waarom Omdat het leven van verscheidene honderden Europeanen ge vaar kan loopen. Erraisoeli, het ban- dietenhoofd, heeft verklaard dat er van de te Algesiras besloten instelling van politie onder Europeesch toezicht in de acht havenplaatsen, niets mag komen. Natuurlijk hebben de gezanten in Tan- ger er bij den Sultan op aangedrongen, dat aan den ondrageljjken toestand een einde worde gemaakt, maar zij weten zeer goed dat hij dit niet k a n en hebben dus slechts de noodige formaliteiten in acht genomen. Frankrijk zet de bespre kingen met Spanje voort. Uit Cadix en Gibraltar gaan troepen naar den over kant en de gelegenheid is opengesteld om te dingen naar de betrekking van instructeur bij de politiekorpsen. De troepen zullen echter alleen aan land gezet worden wanneer do omstan- heden het gebiedend eiechen maar dit kan wel zeer spoedig het geval worden. Gelukkig zullen Frankrijk en Spanje nu tamelijk de handen vrij hebben en, komt het tot feiten, dan mag men dus wenschen dat het oude spreekwoord nu eens niet bewaarheid worde „vergeefs wascht men den Moor." Waren de Mooren maar als de Ohi- neezen, die ons nu waarlijk een bescha mend voorbeeld gaan geven 1 Zooals men weet is in China in be ginsel besloten tot bestrijding van het opium-kwaad, en '.et mo6t gezegd wor den dat men de zaak heel flink aanpakt ook. Eik stuk grond, dat men voor het eerst voor opium-aanplant wil gaan ge bruiken, zal kunnen worden verbeurd verklaard. Van alle opium-schuivers worden lijsten aangelegd, waarin de gebruikte hoeveelheden worden vermeld. Nieuwe vergunningen tot verkopp wor den niet meer uitgereikt. Geene nieuwe kitten mogen meer worden geopend en ambtenaren, die het gebruik na den vastgeatelden termijn voortzetten, zullen worden ontslagen. Behalve de oude luidjes zal ieder per jaar Let gebruik FEUILLETOiL 46.) Wat moet ik verder nog zeggen Ik bleef standvastig tegen zijn smeeken en zijn dreigen, en daarom tracht hij nu, mij in het verderf te storten." „Met welke middelen „Dat weet ik niet." Nu werd de commissaris Kuhnel verhoord. Hij verhaalde eerst, hoe bij bij zjjn komst te Wilmersdorf Valentine, tante en Bauerlieh samen had aangetroffen en toen meende te bespeu ten, dat zijn komst de beklaagde niet onverwachts overkwam. „Hoe deden de beide andere aanwe- j flgen zich dan voor f" vroeg de ver- 'ediger nu. „De oude dame was geheel buiten I flchzelvemijnbeer Bauerlieh was zeer teruggetrokken en trad eerst meer op voorgrond, toen ik de beklaagde met 20 moeten verminderen, zoodat bij in vijf jaar geheel van dezen duivel los is. Of dit alles nu voldoende zal te controleeren zijB, kunnen wij natuurlijk niet uitmaken. Het groote gevaar is gelegen in den invoer uit Britseh-Indië, Pcrzië, Fransch-Indië en dqsNederland- sche koloniën, maar men zal trachten dien invoer op zoodanige wijze te ver minderen dat hij na tien jaar geheel heeft opgehouden. Dit zijn wel zeer buitengewone maat regelen, maar men vergete niet dat de opium een veel grooter kwaad is dan de sterke drank bij ons, daar tussehen 30 en 40 percent der bevolking zich aan gebruik van het heulsap overgeeft. Terwjjl men in Duitschland met den vleeschnood tobt en waarschijnlijk nog wel een poosje zal blijven tobben, tenzij de Germanen tot het vegetarisme moch ten besluiten, doet zich in Oostenrijk- Hongarije ongeveer hetzelfde verschijn sel voor. De grenzen van de groote monarchie zijn ook veelal gesloten, om de groote grondbezitters te believen. Zoo komt er tegenwoordig niets meer uit Serviëevenmin uit Roemenië maar het schijnt toch te erg te worden, zoodat 't adressen regent. Van bare zijde beweert de regeering dat de hooge prij zen het gevolg zijn van de handelingen van tusscbenpersonen, waarom men de veefokkers en de verbruikers meer direct tot elkander zou willen brengen. Ook hier is de strijd dus begonnen. Wij moeten de opmerkzaamheid ves tigen op de zeer onomwonden verklaring door den Eogelschen minister van bui- tenlandsche zaken afgelegd inzake het wanbeheer in den Congostaat. 't Is wel niet in de Kamer gezegd, maar overi gens van zeer groote beteekenis. A!s het met dat wanbeheer en de onveilig heid in koning Leopold's schepping zoo voortgaat, moet er een OoDgo-conferen- tie gehouden worden en Engeland zal niet dulden dat hervormingen langer worden uitgesteld. Men wil de quaestie wel zoo lang mogelijk internationaal houden, maar, als België en de andere mogendheden niets doen, zal Engeland alleen optreden. Zoo ziet men dat een liberaal minis ter ook wel imperialistische neigingen kan hebbenwant men moet toegeven wat reeds beweerd is, dat in het ge zegde zeer duidelijk het verlangen door straalt, om zich van den Congostaat verzocht mij te volgen toen stelde hij zijn rijtuig te mijner beschikking," „En scheen hij aan de schuld der beklaagde te gelooven vroeg nu de openbare aanklager. „Stellig zou ik dat niet durven be weren", antwoordde Kuhnel, „maar toen ik in zijn bijzjjn onder den gootsteen de flesch met vergiftigd bessensap vond, zag ik wel, dat hg aan haar schuld niet meer twijfelde", en nu vertelde de commissaris op zijn eigenaardige manier, boe hij die flosch ontdekt had. Nu volgde de beëedigde scheikundige, die het vergift in de tweede fleBch gevonden had. Wat hij zeide, kon aan gemerkt worden als eene aanvulling van hetgeen de commissaris getuigd had. „Wat hebt ge daar op te zeggen?" „Niets, dan dat ik geen vergift in de flesch heb gegoten en ook geen flesschen verwisseld heb", antwoordde zij. „Ik wist zelfs niet, dat er nog een tweede flesch bessensap in huis was, en waar zou ik het vergift vandaan gehaald hebben De president was niet geroepen om deze vraag te beantwoorden het was te voorzien dat de openbare aanklager en de verdediger zioh daar later wel meester te maken, die eertijds als veilig heidsklep voor de Belgische overbevol king en als voorwerp van voldoening aan BeJgië's behoefte aan koloniaal bezit werd beschouwd. Tot het Turksche volk is een zeer opmerkeljjk manifest gericht vanwege de zoogenaamde jong-Turksche partij. Daarin wordt gewezen op het feit dat de regeerende sultan,dia zooals men weet aan eene ongeneeslijke ziekte lijdt, in de dertig jaren van zijn bestuur niets dan ellende over het volk heeft gebracht, den geheelen vroeger bestaanden re- geeringsvorm vernietigd en niets in wezen heeft gelaten van het maat schappelijk samenstel en de beschaving van het verleden terwijl hij het geheele bestuur in zijn eigen persoon vereenigd heeft en macht heeft gegeven aan ban dieten en verraders. Ronduit wordt het gezegd, dat voor de Osmanen het leveneeinde van den Sultan een groot f'eeBt zal zijn. Onwillekeurig doet dit denken aan het einde van Lodewijk XVmaar de quaestie is hier toch een andere. Zoo als wjj reeds vroeger opmerkten gaat het om de troonsopvolging en worden pogingen gedaan om, in strijd met de gebruiken, des Sultans vierden zoon, den jongen Burnhan-eddin op den troon te plaatsen, met voorbijgang der rechten van prins Mohammed Resjad-effendi. De Turken worden in dit merkwaar dige stuk bezworen om de rechten van den wettigen troonopvolger met alle kracht te handhaven. Dan zal men weer kunnen komen tot herstel der grondwet van 1876, die reeds twee jaren later door den tegenwoordigen Sultan werd ingetrokken. Het manifest is van uit Parijs tot het Turksche volk en alle Turksche onder danen gericht en zal, ofschoon misschien zuiver historisch wat al te sterk ge kleurd, zijn doel wel niet missen. Iniïenlandsoïie berichten. Tweede Kamer. Bij de voortzetting der algemeene beschouwingen over de Staatsbegrooting werd gisteren nog een rede gehouden door den heer de Visser. Hij zeide dat het ministerie zich aandiende als ver zoenend. Daarin ligt voor hem ieta sympathieks, mits het niet leide tot een wegdoozeling van beginselen. Eo dat meent spr. bij dit Kabinet te bespeuren, zoowel als bij zijn meerderheid. Hij ernstig mee zouden bezighouden. Der halve zette de president het getuigen verhoor voorter moesten nog twee getuigen gehoord worden Adolf Bauer lieh en Constance Zier. Bauerlieh werd eerst opgeroepen.er ontstond onder het publiek een bewe ging eu gedruisch, waaraan duidelijk ta bemerken viel, dat men iets belangrijks verwachttedeze getuige was het voorwerp der algemeens aandacht. Alie halzen werden uitgereikt, de binocles werden op hem gericht, men fluisterde elkander opmerkingen over zijn persoon toe en vergeleek hem met Koenraad Reckling de vergelijking viel bij de meesten ongunstig voor hem uit. Met ernstig gelaat en kalrae houding trad hij naar voren en scheen niets te bemerken van Koenraads vijandige blikken, die hem overal volgden. DERTIENDE HOOFDSTUK. Met zachte, maar duidelijke stem beantwoordde Bauerlieh de gebruikelijke inleidende vragen, terwijl Lageman ijverig aanteekeningen maakte en dit voortzette gedurende het geheele ver hoor van dezen getuige. De president vroeg hem in welke wil geen theologisch debat hier gaan voeren, al is wat we hier bepleiten, vrucht van een levensbeschouwing, Spr. wil de aangeheven verzoeDiugsleus toet sen aan den politieken toestand, en dan begrijpt bij niet, dat beloofd wordt, dat rekening zal worden gehouden met alle groepen van het volk en dat door man nen, die eigen beginselen poneeren. Hij tracht met voorbeelden aan te toonen, dat het ministerie geen rekening kan houden met de beginselen van alle groepen. Spreker wil nu overgaan tot de rede van den heer Borgesius in de „Unie". (Gelach en geroep aan de linkerzijde). Spreker tracht aan te toonen, dat er tegenstrijdigheid is in de rede van mr. Borgesius. Mr. Borgesius zei, dat de vrijzinnigen er niet aan denken, de geloovigen, die zioh beroepen op de openbaring Gods, uit hun gelederen te verbannen. Maar mr. Van Houten dan Hoe denkt die daarover Spreker tracht aan te toonen, dat de „Liberale Unie" geen positief standpunt inneemt ten opzichte van de scheiding van Kerk en Staat, en hij gelooft, dat men van deze zijde de democratische elementen van rechts wil lokken naar den overkant. Hij zet zeer in den breeds uiteen, wat, naar zijn meening, demo cratie is. In de militaire kwestie steken twee beginselen, bet gazagsbegrip en het beginsel van liefde voor het vader land. Buizenden vrijzinnigen waren in 1903, tijdens de staking, verheugd, dat het gezag werd verdedigd door het ministerie Kuyper. (Gelach en geroep links). Spre ker staat tegenover alle wetsontwerpen als een christen-historisch en als een vrij man. Verhooging en wijziging van hot VIIIo Hoofdstuk (oorlog) dor Staats begrooting 1906. Eakele leden gaven in het voorloopig verslag betreffende dit wetsontwerp den wensch te kennen, dat bij alle wetsont werpen tot wijziging der begrooting een overzicht van de verboogingen en ver minderingen sou worden overgelegd. Met leedwezen hadden verschillende leden ontwaard, dat deze wijziging het eindcijfer der begrooting voor 1906 met niet minder dan f155,489 verhoogde. Gevraagd werd of daartegenover geen verminderingen waren aan te brengen geweest, Eakele leden konden niet na laten er ook bij deze gelegenheid op te wijzen dat een zuin'g beheer aan het departement van oorlog blijft ont breken. Enkele leden werisc'nten ingelicht te worden omtrent de schadegevallen die tot grooter behoefte hebben geleid an beklaagden zioh over de schrale toe lichting van verschillende posten waar voor verhooging der begrooting werd gevraagd. Zoo onder anderen zou man gaarne vernemen of het gerucht juist is, dat aan de firma Krupp, die buizen betrekking hij had gestaan tot de familie der beschuldigde. Bauerlieh beschreef dia houding op zulk eene wij ze, dat hjj daarbij in een gunstig licht werd ge plaatst. Hij bekende, dat hij wegens eenig9 jeugdige dwaasheden Duitschland verlaten had, in Amerika een veelbe wogen leven had geleid en verzweeg ook niet, dat de heer Zier hem na zijn terugkeer uit Amerika met groote terughouding behandeld had, „Hjj zag mij aan voor een gelukzoeker", voegde hij er lachend bij. „Kwam daar geen verandering in „Spoedig, zeer spoedig. Ik durf zeggen, dat tussehen ons een betrekking bestond als tussehen vader en zoon." Hier maakte Valentine een beweging, alsof zij iets wilde zeggen doch zij ging weer zitten, zonder den mond geopend te hebben. „U kwam dus veel ten huize vau wijlen den heer Zier?" vroeg de presi dent weder. „Ik kwam er dagelijks." „En daar ontmoette u dan zij n dochter? „Zoo dikwijls slechts mogelijk was." Bauerlieh richtte een blik op Valen tine, die kleurde van schaamte en boosheid. Reohling gaf zijn toorn zoo heeft geleverd voor artillerie-materiaal, nog een afzonderlijk bedrag is betaald geworden voor het geheim van een onderdeel van geleverde buizen, en zoo ja, uit welken post die uitgaaf is ge schied. Door sommige leden werd de ver goeding volgens militie- en landweerwet afgekeurd. Verkiezing Eerste Kamer. De Prov. Staten van Gelderland heb ben gisteren herkozen tot lid van de Eerste Kamer generaal Van Löbeu Seis, met 39 stemmen. Twintig biljetten waren in blanco. Deze tussehentijdsche verkiezing was noodig wegens de bevordering van den heer Van Löben Seis tot generaal-ma- joor, waardoor bij van rechtswege op gehouden had lid der Kamer te zijn. De rechterzijde op de loer. In „de Volksbode", het orgaan tot handhaving van het chr.-hist. karakter der natie, constateert (ds.) W(agenaar) in de gelederen der reohterzijde een „kwalijk verholen gevoel van politiek leedvermaak." Het verwondert hem, dat men aan die zijde maar al te veel het landsbelang uit 't oog verliest bij het groot verlangen dat opkomt naar het eerloos einde van het vastloopende eoncentratie-bewind. Schr. merkt op, dat de rechterzijde door het advies harer voormannen aan de Kroon ten opzichte van den weg tot oplossing der crisis mede aansprakelijk is voor het optreden van dit Kabinet en dat tenzij het landsbelang de omverwerping gebiedend vordert aan het Kabinet dus de gelegenheid dient gelaten, om te toonen wat het vermag én uit te werken wat het heeft aan gekondigd. „Met deze door haar anti-revolutio nair beginsel gevorderde en door de omstandigheden voorts bepaalde houding strookt onzes inziens de stemming, die ia nagenoeg heel de reehtsche pers voorzit, bijster slecht. „Wanneer men leest, wat er zoo ai in de a. r. en r.-k. bladen ten opzichte van het ministerie dag aan dag schier wordt gezegd, kan men den indruk niet van zich afzetten, alsof de coalitie op de loer ligt. Is er een kansje om aan de liberale concentratie een vlieg af te vangen, men zal de gelegenheid niet laten passeeren. Ea verder: „Wij mogen niet mede werken aan den val van een minister, ook al levert de executie belangrijke politieke voordeden op aan de party, tenzij 't landsbelang dit vordert. Maar wij mogen het evenmin nalaten, ook al zou het aftraden van hot Kabinet op een ongelegen oogenblik aas ds rec'n- terzgde moeielijkheid baren en de poli tieke verwarring nog doen stggen, als het land tengevolge van een onverde digbare houding van een minister zoo ernstig wordt geschaad. luid te kennen, dat een gerechtsdienaar hem tot stilte moest aanmanen. „Er wordt beweerd, dat u genegenheid voor haar gevoelde", zei dë president, „O, dat is het rechte woord niet. Ik beminde haar, ik aanbad haar, het was mijn liefste wensch haar hart en hand te winnen", riep Bauerlieh met geestdrift. Als echo op deze woorden klonk van de bank der getuigen zeer duidelijk „Schobbejak, als ik je onder mijn han den krijg, breek ik je den nek." „Werd uw genegenheid beantwoord „O, ik was niet zonder hoop", ant woordde Bauerlieh, die niet scheen te bemerken, dat Valentine opsprong, alsof zij door een adder werd gebeten. „Maar Valentine Zier had zich met den heer Reohling verloofd 1" „Daar wist ik niets yan en haar gedrag tegenover mij gaf mg reden om te gelooven dat ze mij niet ongenegen was." „Dat is niet waar 1" riep de beschul digde zoo angstig gillend, als de rechters haar stem nog niet gehoord hadden en van de bank der getuigen klonk een eeho, die veel krachtiger woorden deed vernemen.

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1906 | | pagina 1