'•14b Jaargang.
1006.
Donderdag
22 November.
¥asi week tot week.
FEUILÏjETOM,
Bimeaiaiiilssk MsMbil
No, 275.
VLISSIUSdlE <01111VI.
Prijs per drie maanden 'g 1=80» few» pes post 1.50.
Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek
handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij den Uitgever
F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt, I. 187-
ADVERTENTIÉN: van 1-4 regels ƒ0.40. Voor eiken regel
meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde
advertentie wordt de prijs slechts twee maal berekend. Groote letters
en eliclié's naar laats ruimte.
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zon- en feestdagen.
Telephoonmiminer 10.
Ahonnenients-AdvertentlBn op zeer voordeelige voorwaarden.
Zaterdag jl. was het het vierde eener
eeuw geledeD, dat prins von Bismarck,
toen nog op het toppunt van zijn macht
staande en pas zjjn vjjanden, de socia
listen, een geduchten klap gegeven
hebbende, dat aan den anderen kant
weer goed wilde maken en in den
Rijksdag de boodschap van den ouden
keizer, eigenlijk zijn eigen boodschap,
voorlas, waarin het programma werd
uiteengezet, van een uitgebreide sociale
wetgeving.
Het moet erkend worden dat de Duit-
sehe werkliedenverzekering tegen ziekte;
invaliditeit en ongelukken, voor de
overige staten van Europa een zeer
goed voorbeeld is geweesthetgeen niet
wegneemt dat von Bismarck, door eerst
de wet tegen de socialisten te maken,
de paarden achter den wagen spande.
De macht van het socialisme in Duitach-
land is er niet door gebroken, en wan
neer het socialisme er, zoowel als elders
gaat verloopen, dan is dat alleen omdat
men meer algemeen de waardeloosheid
der socialistische stellingen voor de
praktijk gaat inzien. Ondanks de be
roemde Duitsche wetten, ontbreekt er
aan de sociale toestanden maar al te
veel, omdat op den breeden grondslag
niet ia voortgebouwd. Het is geen on
waarheid, wanneer keizer Wilhelm in
zijn open brief in de Staatscourant aan
den Rijkskanselier, er op wijst dat er
een toenemend beter begrip moet komen
van hetgeen op economisch gebied mo
gelijk is. Z. M. slaat den spijker op den
kop, waar hij aldus wil doen uitkomen,
dat de socialistische leer utopiën ver
kondigt en dat er grenzen zijn maar
het is er verre van verwijderd dat er
altijd jjverig naar gestreefd is, die
grenzen te bereiken en juist indien dit
laatste het geval ware geweest, zou
men gemakkelijk de macht van het
socialisme hebben gebroken, die nu
door het persoonlijke regeerstelsel en
de eenzijdige binnenlandsche politiek
eerder versterkt wordt.
En wat de buitenlandsche politiek
van Duitscbland betreft, hebben wij
weer eens kunnen genieten van de
rethorica van den geheel opgeknapten
heer Yon Bülow in den Rijksdag maar
hoe mooi uitwendig die rede ook was,
de werking van het ontleedmes kon zij
niet verdragen. Wanneer de verbetering
der betrekkingen met Engeland uit de
overkomst van burgemeesters en journa
40.)
Bij het houten huisje, waar de oude
König de locomobiel bediende, stonden
nu eenige van de meesterknechts, meest
ernstige, bejaarde mannen, met elkaar
te praten de opzichter Lehnet, die van
zijn rondgang naar huis terugkeerde,
had zich bij hen gevoegd. Hij was ook
op weg om te gaan eten, doch de
belangstelling in het gesprek deed hem
vergeten hoe spoedig de tijd voortsnelt.
„Ik ben nu vijf en dertig jaar hier
op de fabriek, bjjna even lang als ze
bestaat", zei König, „en ge weet allen
nog wel hoe onze oude patroon zaliger
mijn 25 jarig jubilé gevierd en mij een
gouden horloge met ketting geschonken
heeft. Ik heb moeilijks tijden hier
beleefd, zoo moeilijk, dat wij verwacht
ten, dat mijnheer Rechling de fabriek
zon moeten verkoopenj maar een jaar
listen moet blijken, dan ziet het er vrij
treurig uit. En de openlijke bekentenis
dat een nauwer aansluiting met Frankrijk
nog niet te verwezenlijken is, maakt ook
een tamelijk pijnlijken indruk. De mee
ning des kanseliers, dat er geen zorg
voor afzondering behoeft te bestaan,
zou heel mooi wezen zonder de slotzin;
de voorwaarde „a 1 s hét zwaard maar
scherp.blijft." Het is geen gezond teeken,
wanneer het zoo telkens herinnerd moet
worden dat men, zai de boel goed mar-
eheeren, het kruit heeft droog te houden i
Voor de toestanden in Rusland is weer
zeer teekenend de aanstelling van zes
tien jonge dames-bespiedsters, onder
eene chef bespiedster, welke dames zul
len helpen aan de bewaking van het
paleis te Tsarskoje Salo.
Misschien zai dit heuglijke feit, dat
overigens meer in den tijd van Lodewijk
XV tehuis behoorde, nog iets kunnen
bijdragen tot de betrekkelijke rust, in
welke de partijen zich voorbereiden tot
de verkiezingen voor de nieuwe Doema,
waarvan die in den eersten graad thans
zijn aangevangen. Als de kiescolleges
in reaotionnairen geest uitvallen krijgen
we natuurlijk ook een dito Doema en
het moet, om een koopmansterm te
gebruiken, gezegd worden dat de regee
ring niets onbeproefd heeft gelaten om
zich de gunst van het publiek te ver
zekeren,
Toch big ft die gunst altijd een zeer
onbestendig iets vooral omdat de eon-
stitutioneele democraten besloten om,
uitgezonderd de conservatieven, met
andere partgen mede te gaan wanneer-
uit hoofde van verbrokkeling eene neder
laag van de linkerpartijen te vreezen
zou zijn.
Onder die bedrijven verminderen de
rooverijen en aanslagen niet veel en,
in welken geest de verkiezingen ook
mogen uitvallen, onder de tegenwoor
dige omstandigheden kan niemand van
de instelling eener zoogenaamde ver
tegenwoordiging eenigo directe verbete
ring verwachten.
In Oostenrijk is de behandeling van
het kieBrechtontwerp, dat in hoofdzaak
beoogt de invoering van het algemeen
stemrecht in de landen der Oostenrijk-
sche kroon, de huofdsohotel van het
politieke menu. De Kamer is er ijverig
mee bezig.
Of van het algemeen stemrecht eene
betere onderlinge verhouding tuaschen
de verschillende nationaliteiten mag
als dit heb ik hier toch niet beleefd."
„En daarbij gelden de steenen drie
en dertig mark per duizend, en het is
best mogelijk, dat de prijs nog hooger
wordt", zei de opzichter.
„De patroon heeft ons loon verhoogd",
merkte een der mannen op.
„En wij hebben de vracht verhoogd",
riep een schipper, die er ook bij stond,
en hij lachte vergenoegd. „Mijnheer
heeft geld genoeg."
„Wat helpt hem dat? Met al zijn
rijkdom zou ik toch mijn lot niet willen
ruilen voor het zijne", verklaarde een
ander: „hij is erg veranderd."
„Als hij geen menschen had, waarop
hg vertrouwen kon, zag het er slecht
uit", zeide Lehnert met zelfverheffing.
„Als ik kom om over het een of ander
te spreken, zegt hij gewoonlijk Ga je
gang, mijn waarde Lehnert, doe maar
wat je het best acht."
„Hij was anders flink bij zijn zaken,
evengoed als de oude patroon zaliger,
ofschoon hij het niet meer noodig had",
liet een der oudste mannen zich hooren.
Er zou dit jaar een spoorweg gemaakt
worden om de klei uit de groeven aan
te voeren j komt daar niets van
„Daar weet ik niets ran", antwoordde
worden verwacht, dit is op zijn minst
genomen twijfelachtig.
Zoo is het bekend dat sinds zeer
lang de Duitsohers en de Tsjechen of
Slaven in Bohemen een verwoeden zoo-
genaamden kultuuckamp voeren en dat
de Duitsohers daarbij gestadig terrein
verliezen. Nu weer hebben ze een groote
nederlaag geleden, namelijk in de hoofd-
stad van Zuid-Bohemen, die, het vierde
eener eeuw geleden, nog een zuiver
Duitsche stad was. Velen betreuren
dezen omkeer, omdat Bohemen aan de
Duitsohers zijn rijkdom en beschaving
te danken heeft. Men gaat er stelsel
matig te werk, door langzaam maar
zeker al wat Duitseh is te verdringen.
Alle ambtenaarsplaatsen komen lang
zamerhand in handen der Slaven en
het schjjnt wel dat de hooge regeering
daarin haar heil voor de toekomst ziet,
omdat de Tsjechen clericaal gezind zijn.
Gaat de beweging zich later in andere
richting uitbreiden, dan zal ook elders
het Duitsche element het hard te ver
antwoorden krijgen en of de Oosten-
rij ksche monarchie er innerlijk wei bij
zal varen, is eene geheel andere vraag.
In Hongarije is het echter juist an
dersom en hebben de Slaven niet veel
kans in hun strijd tegen het Magyaar-
sohe ras maar 't moet gezegd worden,
dat de Duitsohers er ai evenmin een
prettig leven hebben,
Zoo ziet men, hoe de nadeelen zich
eeuwig voortsleepen van het bij eikan
der houden van bestanddeeien van zoo
verschillend gehalte en vooral komt dit
uit waar het betreft oorspronkelijke
nationaliteit en taal. De Duitsohers
willen hun Poolache onderdanen met
alle geweid Duitseh leeren, en niet
minder dan 4600Ü kinderen weigeren
in die taal godsdienstonderwijs te ont
vangen, ondanks de strafoefeningen der
autoriteiten. Honderden geestelijken
houden zich met eene adresbeweging
bezig en de keizer zelf zal in de zaak
gemoeid worden maar bij de bekende
gezindheid van Z. M., die ook liefst
van al zijn landen één Duitsche pap
zou willen maken, is er niet veel van
te verwachten.
Wat den rommel in Marokko betreft,
schijnt het duidelijk dat men den mo
gendheden weer eens een loer wil
draaien. De benoeming van een bekend
rooverhoofdman tot gouverneur van
Arzila en aangrenzende gewasten, stem
pelt de handelingen van dezen eer
waarden bandiet tot een officieel gedoe.
Lehnert, tot wien deze vraag gerioht
was, „de jonge heer zegt niet veel."
„Dat is ook niet te verwachten", zei
König op beslisssnden toon. „Men moet
er eerbied voor hebben, dat hij het
hoofd nog boven houdt en zijn oogen
over de zaken laat gaan het ia oin
gek te worden. Zijn moeder dood en
zijn beminde
„Ja, was zij al met hem verloofd P"
vroeg een der maDnen, toen König
ophield.
„Hij noemt haar zijn beminde, ik
neb het zelf gehoord" bevestigde Lehnert.
„Thans ook nog?" vroeg de schipper,
en toen Lehnert knikte, vervolgde zij
„Dan kan zij den moord op zijn moeder
ook niet gepleegd hebben I"
„Hij gelooft het niet
„En ik geloof het ook niet", viel de
oude König in. „Zoo'n mooi, lief meisje,
ze leek wei een zonnestraaltje, toen zij
den vorigen zomer hier kwam en dikwijls
vriendelijk met mij praatte. Die heeft
het niet gedaan
„Van zijn moeder kon de jonge heer
geen toestemming krijgen om met haar
te trouwen", merkte de schipper op.
„Dat was dom en slecht genoeg van
haar", riep König heftig uit; doch
Nog pas had de Amerikaansche gezant
i op zijne bestraffing aangedrongen.
Wat nu Als men den man moles
teert doet men hat den SuItaD, die
niets te zeggen hoeft en de vreemde
kruisers kunnen voorloopig niets doen,
ofschoon de Europeanen steeds op aller
lei wijzen worden geplaagd en lastig
gevallen.
't Is te hopen dat de heer Erraisoeli,
zooals 's mans officieels naam luidt, maar
eens een fermen streek zal uithaleD,
dan komt er wel een einde aan.
Von Bülow mocht wel zeggen dat
men den Oostenrijker dankbaar is voor
hetgeen hij op de conferentie tot "steun
van Duifschland deed. Had men den
heer Von Bülow maar liever alleen
laten Btaan
Bs tien opcenten,
De „Arnb. Ct." zegt, dat de minister
de MeeBter in de Memorie van Antwoord
op het Voorloopig Verslag over hoofd
stuk I der Staats begroeting wel aan zijn
voorstel betreffende da opcenten vast
houdt, maar dat er wel niet meer als
ten vorige jare een portefeuille-kwestie
van zal worden gemaakt, naar verwacht
mag worden. In die verwachting wordt
het blad versterkt door uitingen van
den minister zeiven in de Memorie van
Antwoord. En zet de minister niet,
zooaie het verig jaar, de Kamer het mea
op de keel, dan durft het zelfs hopen,
dat hij overtuigd zal worden, dat het
maar beter is zijn voorstel niet aan een
onzekere stemming te wagen.
't Zou in werkelijkheid geen daad van
lichtzinnigheid of roekeloosheid wezen,
indien de minister de Meester voor het
volgende jaar de heffing der opcenten
losliet. Daardoor zou op heldere wijze
het tijdelijk karakter dezer heffing in
't licht zijn gesteld en de minister zou
bovendien een blijk van vertrouwen
geven ten opzichte van het siagen zijner
verdienstelijke poging tot belastingher
vorming. En al mocht al alles tegen-
loopen, dan nog zal een geringe inkomst
voor de schatkist van iets meer dan
f l1/, miliioen toch nog niet de rijks
financiën hopeloos in de war sturen of
's lands crediet ernstig aantasten.
Naturalisatie ontwerpen.
Bij het afdeelingsanderzoek in de
Tweede Kamer van eenige naturaiisatie-
ontwerpen werd nogmaals gewezen op
de wensehelijkheid, spoedig een wette
lijke regeling van het Nederlandsch
onderdaanschap tot stand te brengen.
Men verwachtte, dat, ind en zoodanige
regeling bestond, personen als de in een
dezer wetsontwerpen bédoelde met het
onmiddellijk voegde hij er deemoedig
bij „God vergeve mij de zondevan
de dooden geen kwaad. Maar daarom
behoeft juffrouw Valentine haar niette
vergiftigenze zou wei toegegeven
hebben."
„Nu, zij was zoo malsch niet, God
hebbe haar ziel 1 En onze jonge patroon
had niet gaarne oneenigheid met haar."
„Dat is wel zoo", zei König, „maar
daarom heeft juffrouw Valentine toch
die verschrikkelijke misdaad niet ge
pleegd, dat zeg ik en daar blijf ik bij.
Ik ben oud genoeg om wat menschen-
kennis te hebbeD."
„Het is waarzij was lief en goed.
Zij sprak met iedereen, speelde met de
kinderen en toen Hankel en Mauer ziek
waren, zorgde zij, dat hun alle dagen
soep gestuurd werd van het heerenhuis
dat was anders de gewoonte niet van
mevrouw Rechling", zei weer een ander,
„maar om niomandal brengen ze je niet
in de gevangenis."
„Oho, dat is wel meer gebeurd.
Daarom is er reeds een wet voorgesteld
om schadevergoeding te geven aan on
schuldig veroordeelden", riep König,
die een ijverig oourantenlezer was.
„Zjj is ook nog niet veroordeeld
onderdaanschap zouden tevreden zjjn
en niet zouden begeeren Nederlander te
worden. Bjj dergelijke verandering van
staat zou dan ook waarschijnlijk meer
dan tegenwoordig de verantwóórdelijk
heid van den minister van koloniën zijn
betrokken. Dit kwam wenschelijk voor,
omdat bij de beoordeeling van gevallen
zooals het onderhavige het verleenen
van de gunst van naturalisatie aan
Chineezen in onze koloniën gevestigd
aan de adviezen van de koloniale
regeering het hoogste gewicht behoort
to worden gehecht.
Telephoonverkeer.
In een nota ter beantwoording van
het verslag der Eerste Kamer betreffen
de de suppletoir© waterstnatsbegrooting
voor 1906 met betrekking tot de uit
breiding van hei interlocale telephoon-
net, zegt de minister, dat op grond van
de uitkomsten der handelsboekhouding
niet kan worden beweerd dat de voor
het telefoonverkeer toegestane gelden
gelijk zouden staan met een rentegevende
geldbelegging. Wel is het naar de
meening van den minister, uit een
commercieel oogpunt verstandig, met
kracht aan den aanleg door te werken
ten einde zoodoende eerder te komen
tot een toestand waarin het telephoon-
bedrijf directe baten kan afwerpen.
Lastigs kiezers.
„De Ned," ontzegt aan de leiders van
politieke partijen om in hun program
te schrijven en voor de kiezers te ver
dedigen inkrimping van militaire uit
gaven.
Immers, om te weten of inkrimping
geoorloofd is, moet men weten lo. wat
een ernstige verdediging eiseht en 2o,
hoever de draagkracht der natie reikt.
Deze vragen heeft „Hr. Ms. Kabinet
in overleg met de Staten-Generaal" op
te lossen. Daarvan hebben de kiezers,,
heeft „het volk" geen verstand van.
Men mag zich dus op een uitspraak van
de kiezers niet beroepen om een eisch
te stellen aan de regeering.
„Land en Volk" schrijft naar aan
leiding hiervan
Mogen wij vragenwaarvan hebben
de kiezers dan wel verstand
Wanneer de rechterzijde meerderheid
is geworden, ontleent zij dan niet aan
haar macht, bij de gratie der kiezers
veroverd, het reoht om ons den zegen
van het protectionisme te brengen
Hebben de kiezers daarvan soms meer
verstand
Wjj houden de kiezers voor snugger
genoeg om te b9oordeelen, hoe in de
Staten-Generaal het streven naar her
vorming onzer defensie steeds door een,
te dezer zake vooral groote, conserva
tieve meerderheid is tegengewerkt.
Op een algemeen onderzoek is nimmer
algemeen aangedrongen. Hot streven
naar een militieleger is altijd tegenge
werkt met den dooddoener „dat het niet
zai Lshnert. „Binnen weinige dagen zal
de zaak voor de rechtbank te Berlijn in
het openbaar behandeld worden, en
daar heeft de jonge patroon veel ver
driet van,"
„Maar zij wordt veroordeeld", be
weerde de schipper met overtuiging
„dezen morgen ben ik met mijn sohuit
van Berlijn gekomen ik had mijn lading
bij de Molktebrug gelost, en dat is dicht
bij bet gerechtsgebouw."
„En toen heb je een potje bier met
de rechters gedronken spotte König.
„Dat juist niet", antwoordde de
schipper, „maar men hoort zoo toch heel
veel praten, en ik zeg ude zaak staat
slecht,zeer slecht. Zij wordt veroordeeld."
„Ter dood
„Dat kan niemand vooruit zeggen."
„Nu,als zij die misdaad gepleegd heeft,
is zij niet te beklagen.
„Maar ze heeft bet niet gedaan."
„Wie zou het dan gedaan hebben?"
„Dat moet het gerecht uitmaken",
oordeelde de oude König, „en ge zult
zien, de reohte dader zal wel gevonden
worden."
(Wordt vervolgd.)