Dinsdag
No. 273.
44© Jaargang.
180ft
20 Nov ember.
limnoniaadssbe MgMbil
FEU1LLET01C
Gemeentebestuur.
VLlSSl\ft,S» HE (OIKAVT.
Prijs pet drie maanden L8@3 iftaK» jet JOK 1.50,
Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek
handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij den Uitgever
F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt, I. 187.
ADVERTENTIÉNvan 14 regels 0.4©. Voor eiken regel
meer ÏO cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde
advertentie wordt de prijs slechts taemaal berekend. Groote letter»
en cliché's naar plaatsruimte.
Verschflnt dagelijks, uitgezonderd op Zou- en feestdagen.
Telepli aon nummer 10.
Aboimements-Advertentiën op zeer voordeelige voorwaarden.
BEDRIJFSBELASTING.
Afkondiging van een kohier der bedrijfs
belasting, dienst 1906/1907,
De Burgemeester van Vlissingen
maakt bekend
dat op heden bij hem ontvangen en
aan den Rijksontvanger is gezonden,
een door den Directeur der directe be
lastingen te Middelburg executoir ver
klaard kohier wegens de bedrijfsbelas
ting, dienst 1906/1907
de daarop voorkomende belasting
schuldigen worden uitgenoodigd om
hunne aanslagen op den bepaalden tijd
aan te zuiveren, ook ter voorkoming
van vervolgingen
en herinnert
dat de bezwaarschriften binnen zes
weken na heden behooren te worden
ingediend.
En is hiervan afkondiging geschied
waar het behoort, denl9Novemberl906.
De Burgemeester voornoemd,
VAN DOORN VAN KOUDEKERKEr
Da Drankwet.
In art. 28, 4o der Drankwet wordt
bepaald, dat de vergunning wordt inge
trokken, wanneer daarvan gedurende
drie maanden achtereen opzettelijk niet
wordt gebruik gemaakt. Deze bepaling
heeft in de laatste jaren aan sommige
administratieve colleges aanleiding ge
geven tot beslissingen, die naar het
oordeel der regeering niet in overeen
stemming met haar geest en haar woor
den, en voor de uitoefening van het
bedrijf noodeloos belemmerend zijn.
Door de ministers van binnenlandsche
zaken en van justitie is nu een redactie
van bedoelde bepaling ontworpen, waar
door een einde wordt gemaakt aan den
ongewenscbten toestand, dat dezelfde
wetsbepaling in verschillende provinciën
verschillend uitgelegd en toegepast
wordt. Het betreft hier een soort van
aoodregeling, door de omstandigheden
geboden en waarbij de oplossing van
de rechtsvragen, welke met het onder
werp in verband staan, tot de latere,
meer algemeene herziening der wet kan
aangehouden worden.
De bedoeling van de wetgevers was
gericht op den feitelijken toestand, op
feitelijke staking van het bedrijf. Daarom
wordt voorgesteld art, 28, 4o. aldus te
lezen
„4o. wanneer de verkoop van sterken
drank in het klein in de localiteit, waar
voor de vergunning is verleend, gedu
rende langer dan drie maanden achter
een opzettelijk niet heeft plaats gevon
den".
Tevens wordt voorgesteld te bepalen,
dat aan hen, wier vergunningen zijn
ingetrokken op grond dat daarvan ge
38.)
„O, neem dan plaats", sprak Lageman
en wilde haar een leuningstoel terecht
schuiven. Hij bleef echter met de hand
op de ieuning rusten en vroeg onderda
nig vleiend: „Mag ik u in mijn woon
kamer brengen
Vlug nam zij in den leuningstoel
plaats en terwijl ze haar blik langs de
boekenrekken vol akten liet zweven, zei
ze: „Neen, neen I laten wij hier blijven.
Hier komt ge mij voor als een koning
in zijn rijk
„Of als een ambachtsman in zijn
werkplaats", verbeterde Lageman, die
nu voor zijn schrijftafel ging zitten.
„Dat komt op hetzelfde neer", zei
Agnes, „maar wij zijn hier niet samen
om een geestig woordenspel te drijven",
en zjj begon haar gesprek met juffrouw
Constance zoo gauw mogelijk te ver
durende drie maanden achtereen opzet
telijk niet is gebruik gemaakt, hoewel
de verkoop van sterken drank in het
klein niet gedurende langer dan drie
maanden achtereen opzettelijk niet had
plaats gevonden, indien zij daartoe bin
nen diie maanden na het in werking
treden van deze wet een schriftelijk
verzoek tot burgemeester en wethouders
richten, door dat college een afschrift
van de akte der ingetrokken vergunning
wordt uitgereikt, door welke uitreiking
zij in den vroegeren staat van houder
eener vergunning voor den kleinhandel
in sterken drank worden hersteld.
Minister Staal ea het blijvend
j I)e „Residentiebode" schrijft
Onze lezers weten het, wij zijn geen
vrienden van het plukken der vrucht,
vóór ze rijp isvan het zien vallen
j van een ministerie vóór diens tijd ge
komen is, Herhaaldelijk hebben wij dit
bewezen, o.a. door te trachten den storm,
1 die tegen het verlof aan minister Kraus
opstak, te bezweren, door ons betoog,
dat de zaak „niet zoo erg" was, als
velen wel aannamen. Yooreerst achten
wij stabiliteit in de regeering gewenscht.
En daarenboven moet men niet ver
geten, dat de politieke omstandigheden
er niet naar zijn, om zich een onnoo»
dige crisis te veroorloven. Valt het
tegenwoordige kabinet, dan is er geen
partij gereed om op te volgen. Behalve
dat, houden wij niet van kleine poli
tiek. Moet deze regeering vallen, dat
zij dan valle op groote zaken, op haar
belastiDgpolitiek, of op haar politiek van
een blancokiesreehtartikel in de Grond
wet.
Maar de oprecht gemeende wenseh,
dat dit Kabinet niet valle moge door
een ongeluk, sluit niet uit onze afkeu
rende critiek op wat wij verkeerd noe
men en onze verdediging van hetgeen
wij gosd achten en hoog achten. Onder
het eerste, vreezen wij, moet de politiek,
door den minister van oorlog gevolgd,
gerangschikt worden onder het tweede
noemen wij de houding, door den pas
ontslagen inspecteur van het wapen der
cavalerie, generaal Smeding, aangeno
men.
En verderWelnu het staal heeft
gebogen en veert lenig opwaarts in
's meesters hand en geeft blijken, hoe
zeer het aan die verklaring, door den
meester in de avondzitting van 8 De
cember afgelegd, gehoorzaamt, door druk
bezig te zijn met de afshaffing van het
blijvend gedeelte. De leiding van de
vrijzinnige coalitie wordt blijkbaar ge
volgd en de minister kan op den steun
rekenen, die hem verleden jaar ont
houden of noode gegeven werd.
„Wel voegt het dit zjjn wij met
do „N. R. Ct." eens de memorie
van antwoord af te wachten, maar die
voorteekenen zijn te duidelijk, dan dat
zij bedriegen zouden.
ftalen.
Schijnbaar hoorde Lageman aandach
tig toe, doch hij betrapte zichzelven er
op, dat hij meer naar de welluidendheid
van haar stem, dan naar den inhoud
van haar verhaal luisterde, en dat zijn
oogen en gedachten geboeid waren door
haar liefelijke verschijning. Langzamer
hand kreeg hij zijn zelfbeheersching
terug en hoe verder zij met haar verhaal
kwam, hoemeer belang hij er in begon
te stellen.
„Dat zijninderdaad gewiohtige dingen,
die u vernomen heeft", zeide hij 6n
teekende nu en dan iets aan op een
blad papier.
„Nietwaar?" riep zij vroolijk als een
kind dat van den onderwijzer een goed
keuring ontvangt, „maar het moet onder
ons blijven, Koenraad Rechling mag er
niets van weten."
„Hoe minder personen hiervan weten,
des te beter", verklaarde Lageman,
„maar ik begrijp niet, waarom wij
mijnheer Rechling onkundig moeten
laten."
„Ha, ha!" riep Agnes luid lachend
uit en zij klapte in de handen, „nu zie
ik, dat ge nog geen juiste voorstelling
hebt van mijn vriend Koenraad Ge
Schrijven van den minister van oorlog
betreffende het blijvend gedeelte.
Men meldt aan de „N. Arnh. Ct."
Dezer dagen schreef de minister van
oorlog aan een der inspecteurs van de
wapens o. m. het navolgende
„Geheel stem ik ia met uwe ziens
wijze, dat thans het tijdstip nog niet
is gekomen, de vermoedelijke bezwaren,
die zich ten aanzien van het blijvend
gedeelte kunnen voordoen, onder mijne
aandacht te brengen, met dien verstande
evenwel, dat achteruitgang van goede
ren, wapenen enz. niet zal mogen
worden afgewacht, alvorens de in het
belang van het onderhoud daarvan drin
gend noodige maatregen te nemen of,
wanneer de bevoegdheid daartoe niet
bestaat, in overweging" te geven.
Het behoeft voorts geen betoog, dat
ik heb voorzien, dat de genomen maat
regelen, met betrekking tot de inkrim
ping van het blijvend gedeelte ook bij
het wapen onder uw bevel wel eenige
voorziening zou kunnen noodig maken.
Daar, waar zich voordoende bezwa
ren op geenerlei wijze uit den weg te
ruimen zijn door maatregelen in hot
wapen zelf te nemen, zij het ook
met het oog op den nieuwen toestand
met voorloopige of tijdelijke ter
zijdestelling van voorschriften of bepa
lingen, zullen door mij de vereischte
bevelen worden gegeven om de voren
bedoelde bezwaren op te heffen.
Intusschen moet ik bij de uitvoering
van de getroffen maatregelen kunnen
rekenen op de volle medewerking van
allen van den koogsten tot den
laageten in rang alsdan zal, met den
noodigen goeden wil uitvoerbaar blijven,
wat aanvankelijk bezwaarlijk uitvoer-
werd geacht."
Dr. Bronsveld en het Kabinet.
Dr. Bronsveld bespreekt in zijn jongste
kroniek der „Stemmen voor Waarheid
en Vrede" de verkiezing van dr. De
Visser in Leiden. Over de manier waarop
dit geschied is en waarop de zege is
gevierd, is hij al heel Biecht te spreken.
En aan 'tslot schrijft hij: „De wijze,
waarop in de kerkelijke pers tegen het
ministerie wordt opgetreden, doet ver
wachten, dat een vinnige strijd ophanden
is. Wij hopen, dat niet alle „christelijk
historische Kamerleden mee zullen doen
aan het streven om tot eiken prijs het
ministerie tot heengaan te noodzaken.
En wij vertrouwen, dat de regeering
het conservatieve element, dat in haar
is, zal doen zegevieren over het radicale.
Esn nieuwe verkiezingscampagne zou
een ware ramp wezen voor ons land en
volk".
Minister en Inspecteur.
Omtrent de redenen die geleid heb
ben tot bet achterwege laten van de
koninklijke dankbetuiging bij het eervol
ontslag van generaal Smeding verneemt
de „N. Ct." het volgende.
gelooft, dat hij rustig en bedachtzaam
is. Goed en wel, maar o wee, als bij
hem een vonkje in hef kruit valt. Als
Koenraad verneemt, dat Bauerlich zijn
Valentine bemint en haar met huwelijks-
voorstellen vervolgd heeft ik geloof'
dat hij hem zou vermoorden!"
„Dat zou jammer wezen", merkte
Lageman droogjes op.
„Om wien vroeg Agnes.
„Om beiden, maar in de eerste plaats
om Bauerlich, want dien hebben wij
zeer noodig."
„O, wat doet me dat een plezier I"
riep Agnes uit. „Wij begrijpen elkaar
voortreffelijk, zie ik. Komt u thans
ook tot de overtuiging, dat Bauerlich
in deze zaak een noodlottige rol heeft
gespeeld
„Het schijnt me zoo toe,"
„Het is zijn doel Valentine in het
verderf te storten hij wil zich wreken,
omdat zij hem afgewezen heeft, en
zonder dat zij het bemerkt, richt hij die
arme oud.a tante Constance tot een
werktuig af", zei Agnes.
„Het komt me nu zoo onwaarschijnlijk
niet voor, dat hij de flesoh met vergif
tigd bessensap in de geheime bergplaats
onder den gootsteen verborgen heeft en
De Inspecteur heeft, zoodra hij zijn
aanvraag om ontslag aan H. M. de Ko
ningin had ingezonden, een schrijven
aan de regiments- en korpskomman-
danten van zijn wapen gericht, waarin
hij hun verzocht aan de onder hun
bevelen staande officieren het feit zijner
ontslagaanvraag mede te deelen. Aan
de genoemde hoofdofficieren persoonlijk
(dus niet voor mededeeling aan t de
officieren bestemd en ook niet als zoo
danig gebruikt) werd in dat schrijven
tevens de reden der ontslag-aanvraag
bekend gemaakt.
Den minister van oorlog moet, naar
ons werd bericht, dit feit als een in-
disciplinaire handeling van genoegzame
beteekenis zijn voorgekomen, om H. M.
de Koningin te adviaeeren tot toeken
ning van eervol ontslag zonder de ge
bruikelijke dankbetuiging voor bewezen
diensten,
Sê nieuws tijd.
De „Stand." verklaart zieh ertegen.
Het blad wjjst op het verzet, dat „nu
toch" is komen opdagen van mannen
van wetenschap, die saam met spoor
wegdirecties en andere belanghebbenden
een advies indienden, waarin ze ver
klaarden dat invoering van den Midden-
Europeeacken tijd onzinnig voor ons
land zou zijn en dat, zoo men niet den
nationalen tijd wil nemen, alleen de
West Europ8esche tijd voor ons in aan
merking komt. Van al dat gepraat over
vervroeging van het leven ten onzent
willen ze niets weten, en wijzen er met
nadruk op, dat heel dit pogen van de
Midden-Europeesche tijd-minnaars tegen
de natuur ingaat; dat'de zon het leven
regelt en dat hiertegen geen wetsbepa
ling k6lpt.
Zeer hopen we verklaart „de
Stand". dat dit ernstig protest ge
hoor moge vinden. Aanneming van het
ingediende voorstel zou een misslag zijn.
We hooren niet bij Midden-Europa,
maar bij West-Europa. Heel onze his
torie dankt daaraan haar beloop. In
onze taal is dit Westersch karakter uit
gedrukt. In heel onze levensmanier
komt ons verschil van bestaan met onze
Ooatersche naburen uit,
Aan dit Westersch karakter van ons
volkstype en onzea landaard mag geen
afbreuk worden gedaan. Niet alleen
onze ligging in de Wester zone en de
eisck der natuur, maar ook ons natio-
naal-historisch belang eiackt, dat we óf
den Amsterdamschen nationalen tijd
vaststellen, of, zoo we een zó ae nemen,
dat we dan de Middea-Europeesche
beslist afwijzen en de Westersche kiezen.
In een hoofdartikel over „Eenheid
van tijd" in „De Middenstandsbond",
bepleit de schrijver, de heer Frans
Matthijssen, de invoering van den Mid-
den-Europeeschen tijd en wekt hij alle
Middenstand vereenigingen op, om door
het onverwijld indienen van sympathie
betuigingen in den vorm van adressen
dat hjj tegenover den commissaris
comedie heeft gespeeld, toen die fleseh
te voorschijn ksvam. Wat Kuhnel me
vandaag daarvan verteld heeft, sluit dit
vermoeden niet uit", voegde Lageman
er bij.
„Nu twijfelt u toch zeker niet langer
aan Valentine's onschuld P"
Die vraag klonk eenigszins knorrig,
vandaar dat Lageman antwoordde op
een toon, alsof hij verschoonïng vroeg
„Maar beste mevrouw, als bewezen kan
worden, dat Bauerlich dien schurken
streek heeft begaan, dan is nog niet
bewezen, dat mejuffrouw Valentine niet
het vergift aan mevrouw Rechling heeft
toegediend,"
„Maar evenmin bewezen, dat zij het
wel gedaan heeft", voerde Agnes hem
tegemoet.
„Voor haar is daarmee nog niet veel
gewonnen", zei de advocaat treurig.
„Toch wel", hield Agnes vol, „als wij
maar eerst één draad in handen hebben,
zuüen wij er wel meer vinden. Ik heb
nu ook ontdekt, waar ik den naam
Bauerlich reeds vroeger gehoord had."
„Ei 1 Waar dan vroeg Lageman
vol belangstelling.
„Ik was een kind van ongeveer zeven
aan de Tweede Kamer, dit lichaam te
verzoeken de voorgestelde wet tot in
voering van den Midden Europeeschen
tijd als de wettige tijdregoling voor
Nederland, te willen aannemen.
Lichting 1905.
Den 28 en 29 dezer vertrekt bij de
infanterie het gros der lichting 1905
met groot verlof huiswaarts. Na dien
datum wordt in het garnizoen Ede,
waar slechtB 42 miliciens van genoemde
lichting overblijven, kazerne no. 2 ge
sloten.
Ter versterking van het garnizoen
zullen op den 29 dezer 250 manschap
pen van de verschillende regimenten
infanterie te Amsterdam aankomen.
Zaterdag is te Bussum in allen een
voud het stoffelijk overschot vau wijlen
den bekenden schrijver H. J. Schimmel
ter aarde besteld. Bloemen noch kransen
dekten de lijkbaar en toespraken wer
den niet gehouden.
In het bericht omtrent het overlijden
van den schrijver, werden drie romans
abusievelijk op naam van Schimmel ge
schreven. De daar genoemde romana
zijn resp. van mevr. Bosboom-Toussain,
Van Lennep en Oltmans. Schimmel
schreef o. a. „Mylady Carlisle," „Mary
Hollis", „De Kapitein van de Lijfgarde*»
„HetGezin van Baas van Ommeren, "enz.
Celebes.
Blijkens een bij het ministerie van
koloniën uit Nederiandsch-Indië ont
vangen telegram is op 15 dezer bij de
Qvervalling van een vijandelijke schuil
plaats in het landschap Sawietto van den
Adjataparang-bond (Zuid Celebes) licht
gewond eenEuropeeseh militair beneden
den rang van officier. De vijand leed
'iij een verlies van 31 dooden,
De directeur-generaal der posterijen
en telegrafie brengt ter algemeene
kennis
Bij gelegenheid van het aanstaande
Sint Nicolaasfeeat wordt de vergunning,
om meerdere pakketten aan hetzelfde
adres van slechts een enkele adreskaart
te doen vergezeld gaan, voor den tijd
van 3 tot en met 7 December inge
trokken en zal derhalve, bij elk gedu
rende dat tijdvak ter verzending aan
geboden pakket, een adreskaart behooren
te zijn gevoegd. Voorts wordt ter ver
zekering van een goede overkomst van
de pakketten, aanbevolen lo. zorg ta
dragen voor ec-n doelmatige en stevige
verpakking van da te verzenden voor
werpen, in diar voege, dat deze op
afdoende wijze tegen breken of bescha
digen verzekerd zijn2o. zoo mogelijk
de adressen op den omslag van de
pakketten te schrijven en, waar op-
plakking of aanhechting van een adres
onvermijdelijk is, dit zoodanig vast te
jaar, toen wij thuis een bezoek kregen
van twee heeren. Ik mocht 'a middags
ook mee aan tafel komen, en toen
vertelde een van hen, dat de oude
hoefsmid Bauerlich te Havelberg plot
seling doodgebleven was in drift over
het wangedrag van zijn zoon Adolf. Men
had het geval zooveel mogeljjk geheim
gehouden en den zoon naar Amerika
gezonden, voegde hij er bij en toen
volgde een half fluisterend gesprek. Wij
waren reeds aan het dessert, en daarom
gebood inoeder mij in den tuin te gaan
spelen. Ik heb het rechte daarvan niet
vernomen en er later nooit weer iets
van gehoord."
„En gelooft u, dat dit dezelfde Bauer
lich is, die naar Amerika trok
„Zeker 1 Hij komt uit Havelberg en
heet ook Adolf
„Genoeg, genoeg 1 Wij zullen hem
eens aandaohtig nagaan", viel Lageman
in, nadat hij weer iets had aangeteekend,
„Havelberg is gemakkelijk genoeg te
bereiken, en twintig jaar is zoo'n lange
tijd niet of' men kan nog voldoende
vernemen, wat toen gebeurd is. Het zou
ons misschien van nut zijn, als wij zijn
leven in Amerika eens naspaurden."