12 November.
No, 266.
44a Jaargang.
ieoa
Maandag-
GETROUWD ZIJN.
jUmeert 1 of te
FEUILÏjETOM.
Wjjtajjdit (mat
ast gel. ïiiipitsl,
Bimenlaïidsok krielen
Jfaft JMtlU ta
jfeiialf glKKlailf.
VLISSlMSdlE COlltAAT
Prijs per drie maasden l»30o Ami» pes pi 1.50,
Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Bock
handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij den Uitgever
F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt, I. 187-
lil
ADVEKÏENTIËN: van 1-4 regels 0.40. Voor eiken rege!
meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde
advertentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Groote letters
en cliehé's naar plaatsruimte.
Ybrscktynt dagelijks, uitgezonderd op Zon- en feestdagen.
Teleplifton nummer
Abonnements-Advertentiën op zeer voordeelige voorwaarden.
Er bestaat een bekend woord van
Swift, die als reden opgaf dat zoo weinig
huwelijken gelukkig zijD, dut de jonge
dames hun tijd besteden om netten te
maken, niet om kooien te vervaardigen.
Wij zouden niet willen beweren dat
hierin geen grond van waarheid gelegen
ismaar de uitspraak komt ons toch
een weinig eenzijdig voor. Waarom had
da schrijver alleen het oog op de vrouw
Het wil ons voorkomen dat, waar schuld
bestaat, die schuld aan beide zijden
moet worden gezocht.
Dat er betrekkelijk weinig gelukkige
huwelijken zijn, hiervan zijn wij ook
wel overtuigd. Veel zal daarbij afhaDgen
van de mate van ontwikkeling, dia men
bereikt heeft. Het is een geluk, een
zorgvuldige opvoeding te hebben genoten,
maar bet is ook waar dat de zorgvuldig
opgevoede mensehen fijoer gevoelen
en allerlei eigenschappen ontwikkelen,
die het moeilijker maken, op den duur
tot een ander in innige verhouding te
staan. Vandaar dan ook dat het voor
personen uit de volksklasse gemakkelijker
is, gelukkig getrouwd te zijD, omdat
dhar, uit den aard der zaak, tussohen
man en vrouw weinig verschil zal
bestaan.
Ook zij die, met ons, de oorzaak
niet bij één, maar, als regel althans,
bij beide partijen zoeken, tasten toch
nogal eens mis. Velen denken dat het
noodzakelijk is, dat man en vrouw
elkaar vóór het huwelijk in alle op-
'zichten leeren kennen en het huwelijk
op die kennis van elkaar moet ge
grond zijn.
Als het waar was, dat slechts zij
gelukkig kunnen zijn, die elkander
volledig hebben gekend, dan zouden er
naar onze meening geem gelukkige
huweljjken zijnwant die volledige
kennis schijnt ons vrij wel onmogelijk
toe. Bovendien wordt de meeaing door
ds feiten weersproken.
Het ia zeer vaak voorgekomen, al
komt het gelukkig minder voor dan
vroeger, dat kinderen van der jeugd af
voor elkander bestemd werden. Het is
onzes inziens een der grootste misstap-
32.)
De flesch werd nog denzelfden dag
onderzocht, en toen bleek, dat daarin
eene hoeveelheid atropine was, voldoende
om nog verscheidene menschen om het
leven te brengen.
Nu was Valentine's schuld zoo goed
Is bewezen. De rechter toonde haar bij
het verhoor de gevonden flesch en zeide,
dat langer ontkennen nutteloos was.
„U heeft niet met koele berekening,
maar in drift en daardoor zoo onver
standig mogelijk gehandeld. In plaats
van uwe vijandin een paar droppels in
het glas toe te dienen, hebt ge uw
geheelen voorraad vergift in de floech
gedaan. Toen ge tot kalmte waart geko
men en de gevolgen van uw daad kon
overzien, hebt ge de flesch verborgen
om ze later uit den weg te ruimeD, en
Wtt» een andere flesch met onschade.
pen, waaraan ouders zich kunnen schul
dig maken, maar 't is toch een misstap
die vaak begaan wordt. De jongelui
worden als 't ware reeds in de prilste
jougd verloofd ze gaan jaren lang heel
veel met elkander om ze kennen el
kanders karakter en neigingen, elkan
ders sympathiën en antipathiën, wen-
schen en verlangens, deugden en ge
breken, nagenoeg geheel. Dat s c h ij n t
een voorrechtmaar het kan op den
duur niet uitblijven, dat zij bij elkander
eigenschappen opmerken, waartegen de
hunne lijnrecht over staan dat zij nu
en dan met elkander in gevoelen ver
schillen en dat de genegenheid, die zij
meer uit gewoonte dan uit natuurlijken
aandrang voor elkander gevoelen, nu
en dan een schok krijgt, zoo et' van
werkelijke liefde tusschen die jonge
menschen ooit sprake is geweest, dan
is het zeer waarschijnlijk, dat die eer
zal afnemen dan grooter worden en
wanneer zij, ondanks de ontdekking
daarvan, zoogenaamd door eer en plicht
gebonden, de ouderlijke illusies toch
tot werkelijkheid maken, dan is het
duizend tegen een dat zij als man en
vrouw zeer ongelukkig zullen zijn.
Onze hooggevierde schrijfsters Wolff
en Deken hebben eens naar waarheid
gezegd dat, nadat het huweljjk gesloten
is, men niet meer angstvallig naar ge
breken moet zoeken. Toegeeflijkheid
moet dan de plaats van onderzoek ver
vullen.
't Is volkomen juist, zouden wij mee-
nen maar bij de jonge mensehen met
hun half opgedrongen huwelijk, die wij
hierboven bedoelden, zal het wel an
dersom gaan. Zij zullen heel weinig
toegeeflijkheid aan den dag leggen en
zij zullen wel de fouten opmerken waar
naar zij zoeken maar de deugden, die
zij niet vermoeden en die er toch ook
wel zullen zijn, die zullen zij niet
opmerken.
Wij achten, in gewone gevallen, eene
grondige kennis van elkander, vóór het
huwelijk, niet alleen vrij onmogelijk,
maar ook niet noodig en zelfs niet ge-
wenscht. Oppervlakkig moge dit vreemd
schijnen maar het is niets dan schijn.
Menschen die niet gewoon zjjn om vóór
het huwelijk zoo angstvallig naar ge
breken te zoeken, die loopen ook min
der gevaar dat uk het huwelijk te doen.
Dat zal tengevolge hebben, dat zij wel
eens fouten vinden, die zij niet hadden
lijken inhoud daarvoor in de plaats."
Tevergeefs verzekerde Valentine, dat
ze nooit een droppel atropine had beze
ten, en niet wist, dat er nog een flesch
bessensap in huis was. Zij bezwoer ook
dat ze niets wist van een geheime
bergplaats onder den gootsteen, waarop
de rechter vroeg, hoe de flesch daar
dan moest gekomen zijn. Valentine
schudde het hoofd, daarop maakte zij
een beweging alsof zj) wilde spreken
doeh de half geopende mond sloot zich
weer en na een poos van dof stilzwijgen,
mompelde zij „Ik weet het nietIk
weet het niet 1
Daarmee was de rechter niet voldaan.
Hij bracht haar onder het oog, dat het
opbergen van de flesch en het omspoelen
van het glas op een tijd, dat zij door
smart over haar vaders dood overwel
digd moest zijn, haar onder sterke
verdenking brachten. Hij herhaalde
telkens weder, dat zij stellig in drift
had gehandeld, daar de ontdekking niet
lang zou uitblijven, en om haar een
bekentenis gemakkelijk te maken, wees
hij er op, dat ze bijna ontoerekenbaar
was,toen ze de daad pleegdehij kon haar
echter niet tot bekentenis brengen. Met
angstige zorgvuldigheid vermeed zij
Koenraad Rechling in het gesprek te
noemen, en toen de rechter dit opzette
lijk deed, week zij terug en alsof zij
een spook zag, riep zij „Stil, stil, wek
de doodea niet. Duistere schaduwen
scheiden ons. Elke gedachte, elk gevoel,
zou een zware zonde zijn."
Was dat geen verdekte bekentenis
van haar schuld Daarentegen berichtte
de opzichteree, die haar 's nachts be
waakte, dat Valentine vele uren van
den nacht slapeloos doorbracht, den
naam van haar geliefde telkens riep,
hem verweet, dat hij haar geheel ver
geten en verlaten had en eindelijk hem
vergiffenis vroeg - voor alles, wat ze ham
had aangedaan.
„Zulk een gevangene heb ik nooit
gehadik kan niet gelooven, dat zij
een moordenares is", verklaarde de
vrouw doch door den rechter werd zij
onzacht terecht gewezen, over dis mee
aing, misschien juist wel, omdat hij zelf
niet zeker van zijn zaak was.
„Ik wou dat het voorloopig onder
zoek gesloten kon worden", bromde hij.
„Het is om zijn verstand er bij te
verliezen. Laten anderen er zich het
hoofd eens mee breken,"
Er zouden echter nog weken verloo-
verwachtmaar hot omgekeerde is ook
waar zij zullen deugden vinden die zij
niet hadden vermoed, en dan zullen zij
die deugden wel degelijk opmerken en
er gemakkelijker toe kunnen komen om
het eene tegenover het andere te stel- J
len. Dat is de ware bron van toegeef- j
lijkheid. j
Het huwelijk kan meer geven, dan j
waartoe eenige andere instelling in staat
is maar 6n dit wordt vaak vergeten
dit is de wezenlijke bron van ongeluk
kige of althans minder gelukkige huwe
lijken het is evenmin eene volmaakte
verhouding tussohen mensehen als eeni
ge andere. De menschen zeiven zijn
niet volmaakt hunne verbintenissen
en de gevolgen die e? uit voortvloeien,
kunnen het dus ook niet zijn. Die dit
uit het oog verliest, die dus te veel
verwacht, dien moet noodzakelijk teleur
stelling wachten.
Ook, en wij zouden bijna zeggen
vooral bij het huwelijk,juist o m d a t
het huwelijk ae innigste, de meest be-
teekenisvolle verhouding tusschen men
schen is, mag men geen oogenblik uit
het oog verliezen, dat er geen volmaakte
toestanden bestaan dat de echtgenoo-
ten elkander niet kunnen geven wat
zij zelf niet bezitten dat de mensehen
vermoedelijk niet eens het ware geluk
zouden kennen, wanneer volstrekt niets
meer te veranderen of te verbeteren viel.
Yeel aannemelijker »ia de verklaring
van het huwelijk, die man en vrouw
voorstelt als wezens, die wel, op grond
van wederzijdsche sympathie en genegen
heid, den levensweg saam wenschen te
bewandelen, maar toch zeer goed weten
en ook willen weten, dat zij ganseh
niet volmaakt zijD en hunne verbintenis
het ook nimmer wezen zal. In die be-
teekenis van het huwelijk zijn man en
vrouw wezens, die het zich tot plicht
stellen, matig te zijn in eisehen en
verwachtingen en elkander gaarne niet
alleen gelukkiger, maar ook beter zou
den willen makenmensehen die niet
beweren dat ze elkaar volledig kennen,
maar er juist een groot genoegen in
vinden elkaar te leeren kennen. Zulke
menschen zullen bij dat „leeren ken
nen" vanzelf veel meer de lichtzijden
dan de schaduwzijden opmerken, zich
naar elkander leeren voegen en schikken
en ten slotte in elkaar opgaan.
Ons komt deze opvatting veel ver
hevener yoor, dan die andere, die slechts
verbintenissen, op volledige persoonlijke
kennis gebouwd, als de eenig juiste
erkont want met die beschouwing
komt men er toe, het huwelijk op te
vatten als een zaak waarmede alles is
afgedaan, als een land waar geen land
meer achter ligt, het slotakkoord van
een mooi lied.
"W g zouden wenschen dat het mooie
eerst bij het huwelijk begon dat
zal dan vanzelf het „betere" en „hoo-
gere" wel in zich sluiten en de beste
van alle menschelijke verbintenissen
stempelen tot de ouverture, den aan
vang van een muziekstuk, dat altijd
van den zaehteren in den sterkeren
toon overgaat.
Staatsbegroting voor 1907.
Aan het voorloopig verslag der Tweede
Kamer over hoofdstuk landbouw, nij
verheid en handel is het volgende ont
leend
De plannen des ministers ten aanzien
van de oprichting van eene afdeeling
handel vonden geen onverdeelde instem
ming. Gewaarschuwd werd tegen te
groote uitbreiding van de Staatsbemoei
ing met den handel en betreurd werd
dat door het overbrengen van een deel
der taak van het departement van
buitenlandeche zaken aan dat departe
ment eene gelegenheid ontnomen wordt
zich van eommereieele en economische
belangen op de hoogte te houden.
Yele andere leden konden zich met
's ministers gevoelen vereenigen. Som
mige leden achtten het niet gewenseht
den directeur-generaal van den landbouw
de organisatie en het voorloopig beheer
der nieuwe afdeeling op te dragen.
Yoorts werd gevraagd of de afdeeling
nijverheid niet meer in denzelfden trant
kan optreden als de afdeeling landbouw
(door proeven te houden met machines
voor het klein bedrijf, het organiseeren
van cursussen, enz.)
Men wenschte dat het departement
splitsing van bestekken voor groote
werken zou bevorderen.
Eenige leden wenschten aan het hoofd
der afdeeling arbeid iemand te zien
geplaatst die in de practijk eenige er
varing op arbeidsgebied heeft opgedaan,
b.v. een ingenieur die bij da njj verheid
of het spoorwegwezen werkzaam is ge
weest.
Bij vele leden bestond bezwaar tegen
de subsidie voor banken voor den mid
denstand.
Het wekte bevreemding, dat dit
voorstel gedaan wordt, voordat het lang
verwachte verslag van de Staatscom-
pen, voordat deze wenseh vervuld werd.
NEGENDE HOOFDSTUK.
Op denzelfden dag, bijna op hetzelfde
uur, dat de heer Zier op het Invaliden-
kerkhof begraven werd, kreeg mevrouw
Rechling' een plaatsje naast haar echt
genoot in het familiegraf, dat haar
echtgenoot bjj zijn leven op het kerkhof
te Zecta had aangekocht. Den dag na
de begrafenis was Koenraad naar
Berlijn teruggekeerd hoe eenzaam hij
zich ook in de woning in de Yictoria-
straat gevoelde, hij kon toeh niet op de
fabriek blijven. Het kwam hem voor of
hij ontrouw pleegde aan Valentine, als
hij verder van haar verwijderd bleef
dan noodig was.
In zijn vertwijfeling zocht hij dan
rechter Hausler weer op, om naar den
loop der zaak te informeeren, en kreeg
de verpletterende mededeeling, dat een
tweede flesch bessensap op een verborgen
plaats was gevonden, ea dat deze een
groote hoeveelheid atropine bevatte. Had
de rechter verwacht, dat deze mededee
ling Koenraads vertrouwen in zijn
geliefde aan het wankelen zou brengen,
dan werd hij daarin teleurgesteld. Geen
oogenblik wankelde hijhij zei alleen
missie voor den middenstand versche
nen is.
Andere leden hadden met genoegen
gezien, dat op deze begrooting enkele
bescheiden posten ter bevordering van
de belangen van den middenstand zijn
uitgetrokken. Zij hoopten dat de regee
ring op dezen weg zal voortgaan,
Tegen den post voor een Rijksbureau
voor het onderzoek van handelswaren
en gebruiksartikelen bestond bij zeer
vele leden bezwaar.
Men zou gaarne nader vernemen, op
welken grond het voorstel des ministers
berust en waarom hij winkeliers en
klein-industrieelen en niet andere parti
culieren wil helpen aan kostelooze on
derzoekingen ©n adviezen.
Met bevreemding hadden vele leden
opgemerkt, dat in de jongste Troon
rede gesproken wordt van ouderdoms-
verzekering, terwijl in de Troonrede
van 1905 niet een ouderdomsvarzeke-
ring, maar een ouderdoms- en invalidi
teitsverzekering was toegezegd. De
scheiding van de ouderdoms- en in
validiteitsverzekering heeft groote be
zwaren. Daar deze bezwaren toenemen
hoe langer met de invoering dezer ver
zekering wordt verwacht, meenden deze
leden op spoed te moeten aandringen,
Eenige leden waren van oordeel dat
de verzekeringen tegen ongevallen,
ziekte, ouderdom en invaliditeit ala
deelen van een geheel moeten worden
beschouwd en zooveel mogeljjk op de
zelfde leest moeten worden geschoeid.
Blijkens het Voorloopig Verslag over
hoofdstuk justitie werd door verschillen
de leden hulde gebracht aan 's ministers
werkkracht.
Met betrekking tot de kinderwetten
werden veie opmerkingen gemaakt. Men
vroeg of da regeering den eisch van
gestichtsverpleging in eigen gestichten
wilde laten vervallen (voor het in aan
merking komen van rijksubsidie)en
hoe thans de voorwaarde is omtrent de
inrichting van slaapzalen in de ge
stichten. Over den procesvorm werd
geklaagd of verplichting om zich van
een advocaat te bedienen voor het ver
zoekschrift, afgekeurd.
Andere leden vroegen zich af of niet
te veel voor onbeduidende zaken wordt
vervolgd ter wij! gevraagd werd of het
wenschelijk is een afzonderlijke tucht
school te stichten voor kinderen wier
opneming door de ouders wordt ge
vraagd,
Met verwijzing naar de malversatiën
door een notaris wenschte men te ver
nemen of niet mogelijk was een regeling
te treffen waarbij door den hypotheek
bewaarder van elke inschrijving of
doorhaling van hypotheken ten name
van minderjarigen moet worden kennis
gegeven aan den toezienden voogd.
Gevraagd werd opnieuw wettelijke
regeling van het aceountsbedrijf en welke
„Het arme kind Welke booze maohten
hebben toeh tegen haar samengespannen."
De reehter wees hem nu op alles,
watde verdenking tegen Yalentine scheen
te rechtvaardigen. Koenraad luisterde
aandachtig on antwoordde toen
„Dat klinkt alles heel geloofwaardig
voor iemand, die Yalentine niet kent,
zooals ik haar ken. Het is omnogelijk,
dat zij het gedaan heeft,"
„Maar als het in drift gebeurd is P"
vroeg Hausler.
Een oogenblik zweeg Koenraad maar
toen verklaarde hij, dat ook dit onmo
gelijk was. Zelfs in drift was zjj niet in
staat om zulks booze gedachten te
koesteren.
„Nu vergist ge u toch ze heeft zelf
gezegd, dat zij booze gedachten had",
merkte de rechter op.
„Ge maakt mij waanzinnig 1" mom
pelde Koenraad doch op eens sprak hij
zoo vleiend, zoo aandoenlijk, als de
rechter van zoo'n reus niet verwacht
had.
(Wordt vervolgd.)