1006.
260.
KT
ce&f.
iën8t
£lMEHSTe
:mum
Maandag
8 November,
1st maet mijn dochter worden
iiowift Ij ij li
FEUILLETON,
Mpét Cinti
■tl Gil. Zwèfillai,
Birmenlanfklie berichten
Jfknrt JMtMil
Jtellali ItomluiHg.
Telepliaon nummer 10.
rÊif
■eerende p r i i
zoekt,tegen flinJ
lijke en bij wij
voerde
44© Jaargang..
sen der provincij
itiën onder Nol
idv.-Bur. MAXJ
d a m.
WE vraagt
matte Was\
;s Walstraat.
Iddelbnrg v»t,|
iOf 5.50f 7.55*1
SO* 1.15§ 2.-*
5.5 0§ 6.55*
Remise.
Zeilmarkt.
Badhuis.
5f 0.25f,8.4O* I
5* 2.2.45*
6.55§ 7.50*
)f.
an tot de Re-
larkt.
luis.
6.20, 7.—,
10.20, 10.40,
?0, 1.05,1.30*,
30, 4.50, 5.20,
i. 6,10, 6.30,
10.10, 10.30,
12.10, 12.45,
40, 4.10, 4 ,40
15, 8.—, 8.20.
Zondags uit
IN.
.17,9.27
.40 9,20
..28 9,08
.IS 8.50
.09 8.49
8,10
.44 8.24
,38 8,18
.47 9.271
8.40
48 8.28
45 8.25
.0 8.20
35 8.15
C)g)
g)
k van
jen vm. 8,30
e en Neuzen
hoogste 15
ran Neuzen
VLISSI\(bS(IIE COUMNT.
Prijs per drie maanden L30L Fii'SiBOÖ jjlBü jpOS'Ü 1.3 Q.
Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek
handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij den Uitgever
F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt, I. 187-
ADVERTENT1ÉNvan 14 regels ƒ0.40, Voor eiken rege5
meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde
advertentie wordt, de prijs slechts tweemaal berekend. Groote lettere
en cliebé's naar plaatsruimte.
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zou- en feestdagen.
Abonnements-Advertenfiën op zeer voordeelige voorwaarden.
Dat is, meenen wjj, de titel van een
boekje. Zoo heel zeker zijn wij er niet
van maar bet zou dan toch stellig de
titel van een boek kunnen zijn.
Immers, de vraag, hierboven gesteld,
wordt in onzen tijd, in den eenen of
anderen vorm, zeer vaak gedaan en
er is een tijd geweest bij ligt nog
niet zoo beel lang achter ons waarin
het anders was.
Of die tijd beter was dan de tegen
woordige? Een onpractisehe vraag eigen-
Ijjk, want naar den ouden toestand
kunnen we toeb niet terug. Eerlijk
gezegd zouden we het ook niet gaarne
willen. Tusschen de ouderwetsohe be
schouwing en de nieuwerwetsohe eman
cipatie, ligt zulk een groote klove In
den ouden tijd bestond er voor de vrouw
die niet in ondergeschikte betrekking
was en daarin bleef, slechts één keus
een eigen gezin op te richten of thuis
te blijven. Dat bad wel eens ten ge
volge dat de vrouw te veel naar het
huwelijk uitzag, als de hoop en het doel
van haar leven, zonder al te nauwlet
tend toe te zien op eischen, die men
in redelijkheid aan zulk een gewichtige
verbintenis stellen mag. Onder de velen,
die het doel toch niet bereikten, waren
er oen groot aantal die een ongelukkig
en in ieder geval een leven zonder
bepaald doel leidden, een leven van
geheele of gedeeltelijke afhankelijkheid.
Vooral voor eene vrouw bestaat er
goen grooter ongeluk dan een doelloos,
vreugdelooB bestaan. Zij gevoelt het nog
dieper dan de man, heeft minder hulp
bronnen om zich op de eene of andere
jza schadeloos te stellen en minder
j uitzicht om eene andere wending aan
aar lot te geven.
Hierbij kwam nog een tweede kwaad.
I Omdat men het niet noodig achtte,
stelden ouders zich zelden de vraag
I wat moet onze dochter worden Uit
sleur liet men die quaestie in 't midden
men besefte niet dat, het geluk en
toekomst zijner kinderen te verhoo-
n en te verzekeren, geen zaak is van
I ondergeschikt belang, maar wel eene
die zeer ernstige overweging verdient.
26.)
3Ik wenschte wel, dat zij met u was
wegegaan, en dat ge u beiden aan
'ndsche zijde der Alpen bevondt",
zuchtte Koenraad en vertelde toen wat
chen zijn moeder en Valentine was
'oorgovallen.
Agnes sprong op. „En moet ik dat
|tu eerst vernemen riep zij misnoegd.
liWaarom zijt ge niet bij mij gekomen?
I Waarom heeft Valentine mij niets van
I#1 het gebeurde laten weten?"
„Neem bet mo niet kwalijk, Agnes",
l'erzocht Koenraad, terwijl hij haar weer
IfNen stoel trok, „ik kon u niet inwijden
I"! den strijd tusschen mij en mijne
hoeder, ik kon niet, ik kon niet
Hij legde de hand voor de oogen
l '6' was aandoenlijk te zien, hoe diep
Ipchaamd hjj was. Agnes begreep hem
1 had gevreesd haar getuige te doen
Verschillende omstandigheden hebben
tengevolge gehad, dat men wel ver
plicht werd, over deze aangelegenheid
na te denken. Het meer spoedig uiteen
gaan van het gezin, het stellen van
hoogere levenseischen, het doordringen
van andere denkbeelden en andere ver
schijnselen, deden vanzelf de aandacht
op de zaak vestigen en al zijn die
verschijnselen volstrekt niet alle zonder
bedenking, het is voldoende dat zij er
zijn en dat wij er rekening mee te
houden hebben.
Wij zijn volstrekt geen voorstanders
van de vrouwen-emancipatie. De vol
komen gelijkstelling van beide geslach
ten achten wij in strijd met de natuur
der dingen. De emancipatie is een
uiterste, maar de vroegere beschouwing
was ook een uiterste, en juist dat wij
ona voor uitersten kunnen behoeden is
een van de beste gevolgen, die de
nieuwere denkbeelden met zich brachten.
Onze beschouwing van de maatschap
pij is eene andere geworden, eene mil
dere. Wij willen dat man en vrouw
beiden, zooveel mogelijk, een nuttigen
werkkring hebbendat beiden leven,
in de wezenlijke beteekenia van het
woord j iets bijdragen tot een bepaald
doel, en dat zij beiden, in hun ver
schillende maateehappeljjKe verhoudin
gen, zich zoo gelukkig mogelijk ge
voelen en een betamelijk levensgenot
hebben.
Er is een tijd geweest waarin het
leven van de vrouw als het ware een
plantenleven was, vastgelegd in ver
steende vormen, die nooit veranderden.
Tegenwoordig is dat gelukkig anders.
Wij beschouwen nog altijd de zorg
voor het eigen gezin de ware taak der
vrouw, om verschillende redenen, die
wij hier nu niet behoeven uiteen te
zetten. Toch worden niet ailen tot die
taak geroepen en daarom vinden wij
een vrouw, die minder sympathie voor
het huwelijk gevoelt of om een andere
reden een ander levensdoel najaagt,
volstrekt geen belachelijk wezen. Haar
streven verdient geen geringschatting.
Evenmin verdient het geringschat
ting, wanneer eene vrpuw liever het
eigen brood verdient dan te leven in
een voortdurenden staat van afhanke
lijkheid. Hoe meer welvaart er heerscht,
hoe beter de toestanden in de maat
schappij zullen worden. De vrouw, die
voor zichzelve zorgen wil of zorgen
moet, behoort daartoe te worden in
staat gesteld anders zal zij zieh onge
lukkig gevoelen en dat is niet het doel
zijn van de ruwe uitvallen zijner moeder,
waaronder zijnfijn gevoel zoo zwaar leed.
„Yalentine had mij ook verzocht te
wachten en alias aan den tijd over te
laten", vervolgde hij, „en toen ging ik
naar Zeckta, echoot hazen en peinsde om
een uitweg te vinden, want ik wilde
mijne mosder niat krenken. Maar
Valentine kon ik niet opgeven, van haar
hangt mijn levensgeluk af."
„Arme Koenraad", zuchtte Agnes.
„Arm,ja arm!" herhaalde de jonkman.
„Terwijl ik nadacht over de manier,
waarop die knoop kon losgemaakt
worden, werd hij doorgehaktmijn
moeder dood en Valentine
„Houd op, spreek het niet uit", viel
AgneB hem in de rede. „Ge kunt het
niet gelooven!"
„Zou ik gelooven, dat zij een afschu
welijke misdaad gepleegd zou hebben
Zij, die alles in zich vereenigt wat goed,
edel en rein is P" riep Koenraad uit-
„Wanneer ik er bij gestaan had, dat
ze het deed, al had ik zelf het
vergift op de tong gevoeld, ik zou het
tooh niet hebben kunnen gelooven
„En ik zou eerder mijzelve voor eene
giftmengster houden dan haar 1" riep
Agnes met vuur.
Maar daarom is het volstrekt niet
onverschillig, welke opleiding wij onze
dochters geven, in welke richting wij
hun aanleg en ontwikkeling leiden. Bij
de opvoeding onzer zonen moeten
wij ons wel de vraag stellenwat moet
mijn zoon worden Maar laat ons ook
vragen wat moet mijn dochter worden
En dat beteekent eigenlijk het volgen
de laat ons vroegtijdig en zorgvuldig
nagaan, of het meisje eenige bijzonde
ren aanleg, vooral ook eenige bijzon
dere voorliefde voor het een of ander
toont. Zoo niet, dan zullen wjj er ook
haar op moeten wijzen, dat niets wis
selvalliger ia dan de meneehelijke om
standigheden en daarom niets gevaar
lijker dan zorgeloosheid voor de toe=
komBt dat niets ineer het menechelijk
geluk in de maatschappij verhoogt, dan
onafhankelijkheid en zelfstandigheid.
Zóó zullen wij er toe kunnen komen,
ook de toekomst van het meisje beter
te verzorgen ze minder van het toeval
afhankelijk te doen zijn en ze een be
stemming te doen bereiken meer over-
komstig hare wensehen en hoedanig
heden. Het is een dwaalbegrip, dat een
meisje door een verstandige voorberei
ding tot een zelfstandigen werkkring,
afkeerig zou worden van hetgeen wij nog
altijd als hare voornaamste maatschap
pelijke bestemming beschouwen. Wan
neer de ouders slechts bij da opvoeding
hunner doehters en de opleiding, die
zij ze doen geven, steeds in het oog
houden, dat het meerendeel nog steeds
die natuurlijke bestemming bereikt en
het meisje dus ook altijd gereed moet
wezen voor de vervulling der plichten,
die alsdan op haar zullen rusten, dan
bestaat er geen het minste gevaar.
Uit aileB blijkt dat de vraag, die wij
aan het hoofd van dit opstel neerschre
ven en die misschien, met een kleine
omzetting, zou kunnen luiden„wat
moet ar van mijn dochter worden
voor ouders een hoogst ernstige levens
vraag is, die, bij de zorg voor de toekomst
onzer jongens, volstrekt niet mag wor
den ten achter gesteld.
Nemen wij de zaak ernstig ter harte
en handelen wij dienovereenkomstig,
dan zal die verstandige zorg misschien
in later tijd er onze kindereu ook voor
Zwijgend boog hij zich over haar
hand en kuste die, ten teeken van dank
voor die woorden.
„Wat wilde uw moeder toch bij
Valentine in Wilmersdorf vroeg zij
W6or«
Hij wendde zich af. „O, dat ik u dit
ook nog moet vertellen I Met horten en
stooten, met veel halve woorden aan
duidende, verhaalde hij van het paarlen
halssnoer want deze geschiedenis had
bij van den commissaris vernomen en
men had bij zijn moeder het bewijs van
den juwelier gevonden, dat zij van
Valentine ontvangen had.
Gedachtig dat haar woorden eene
doode, de moeder van haar beklagens-
waardigen vriend, zouden gelden, be
dwong Agnes haar verontwaardiging.
Zij mompelde slechts„Afschuwelijk,
onbegrijpelijken zeide telkens
„Verder, verder
Koenraad braobt zijn verhaal teneinde.
„Wat, mijnheer Zier ook dood
„Gedood door de hevige gemoeds
aandoening, waarin hij geraakte bij 't
hooren, van wat mijn moeder zei 1 En
die arme Valentine werd van het lijk
weggehaald om een marteling van een
verhoor te ondergaan en daarna in de
behoeden, om te vervallen in de dwa
lingen en buitensporigheden der eman
cipatie, die in onze dagen zoo menige
vrouw ontsieren.
De afdeelingen der Eerste Kamer zijn
gereed gekomen met het onderzoek van
het ontwerp-arbeidscontraet op één sectie
na, die a.s. Woensdag haar werkzaam
heden zal voortzetten.
De Kamer wordt dan weer bijeenge
roepen in de eerste helft van Decem
ber in afwachting der goedkeuring der
Indische begrooting door de Tweede
Kamer,
Politiek sa PantserBckepea.
Den laatsten tijd doen herhaaldelijk
geruchten de ronde van een voorgeno
men aanval der rechterzijde op het
kabinet. Vooral schijnt men den aanval
te willen richten op de militaire depar
tementen die wel 't minst van alle
verband houden met partijkwesties.
„Land en Volk" zegt hierover „De
ingenomenheid met den minister Staal
is omgeslagen in verwoede aanvallen
op zijn beleid en zijn collega van ma
rine zal men straks het terugnemen
van da tweede „Heemskerck" als een
halszaak aanrekenen," enz.
Wij hopen dat minister Cohen Stuart
zijn pantsersehip zal terugnemen, en
bereid gevonden zal worden tot" de in
stelling van een marineraad, aan welken
permanent de bestudeering van ons de
fensiewezen ter zee zal worden opge
dragen. Zoo zouden wij ons ook kunnen
voorstellen, dat zij, die nog pantser
scheepjes voor Nederland willen bouwen,
den minister evenzeer trachtten te be
wegen, dat kardinale geschilpunt voor
goed te onderwerpen aan het op dege
lijke studie gegrond oordeel van een
marineraad. Zooveel is zeker, dat èn
voorstanders èa tegenstanders van onze
paniaerschepen elk voor zich de kwestie
van overwegend nationaal belang ach
ten. Dat moet trouwens voor ieder,
die onbevooroordeeld is, zeer duidelijk
zijn. Het algemeene en overwegende
nationale belang opofferen aan partij
politiek, welke dan ook, zeu in het
groot juist dat gene zijn, wat de samen
leving in 't algemeen aan zijne minder
waardige leden moet trachten te beletten.
Indien het gerucht waarheid bevatte,
zou het in de hoogste mate weerzin
wekkend zijn. („Avondp.")
De bsoor&Bslingslijstan.
Een nieuw voorschrift is vastgesteld
betreffende het inschrijven enz. van
gevangenis te komen!"
In stomme vertwijfeling wrong Agnes
de handen. Koenraad was opgestaan en
bij het venster getreden, waar hij naar
buiten staarde. Verscheidene minuten
heerschte een drukkend stilzwijgen.
Agnes von Beeren was echter de
vrouw niet om dit lang uit te staan. Zij
stond op, naderde den jonkman, legde
de hand op zijn arm en zei„Koenraad,
i jammeren en klagen helpt niets laten
wij handelen I"
„Handelen handelen herhaalde hij.
„Dat is juist het ontzettende wij kunnen
niets doen, dan met de armen over
elkaar den loop der dingen afwachten.4'
„Oho", riep Agnes uit, „dat is niet
waar, KoenraadMen kan altijd iets
doen, ais men het maar goed weet aan
te pakken. In de allereerste plaats rijd
ik er heen om de arme Valentine te
zien."
„Dat zal u niets helpen", antwoordde
Koenraad, „niemand wordt bij haar
toegelaten."
„Ja, dat zegt men, maar mij zal men
wel bij haar toelaten", antwoordde de
jonge vrouw, die gewoon was haar wil
door te zetten en geen begrip had van
de maatregelen, die in. een strafrechtelijk
beoordeelingslijsten der officieren bij de
landmacht.
Daarbij is o.m. bepaald De beoor
deelingslijsten zijn geheim. Alle brieven
en beseheiden, die lijsten betreffende,
zullen als van vertrouwelijken aard be
handeld en bewaard worden.
Invulling der beoordeelingslijsten van
reservemilitie en landweerofficieren, die
in h6t loopende jaar niet onder de
wapenen zijn geweest, geschiedt alleen
dhn, wanneer in dat jaar te hunnen
opzichte omstandigheden zijn bekend
geworden, welke zich buiten den dienst
hebben voorgedaan en op hun beoor
deeling van invloed bunnen zijn.
De invulling van de beoordeelings
lijsten moet met de grootste nauwge
zetheid verrieht worden en gegrond
zijn op hetgeen de chefs stellig weten
of waarvan zij stellig overtuigd zijn
zij vermelden voorts alles wat strekken
kan om het in voorgaande jaren uitge
brachte oordeel aan te vullen of te ver
beferen.
Met nadruk wordt er op gewezen,
dat tijdig vóór dat een officier voor be
vordering in aanmerking kan komen,
omtrent hem door alle beoordeelende
autoriteiten een beslist oordeel moet
worden uitgesproken.
De beoordeelingslijsten moeten door
de autoriteit, die de beoordeeling uit
brengt eigenhandig worden ingeschre
ven. Radeeren, over het reeds ingevulde
heenschrgven of beplakken is niet ge
oorloofd.
Zoodra in den loop van het jaar door
den chef een opmerking betreffende
een officier wordt gemaakt, welke aan
leiding zal geven tot een aanmerking
in de beoorueeiingslijst, zal de chef dien
officier schriftelijk daarmede in kennis
stellen. Het desbetreffende stuk wordt
door den betrokken officier voor „ge
zien" geteekend en moet bij de beoor-
deelingslijst worden overgelegd. Is de
officier in den loop van bet jaar ge
straft, dan moet dit vermeld worden
onder overlegging van een extract
strafregister.
Zoowel tevredenheids- en dankbetui
gingen als ontevredenheidsbetuigingen
namens den minister van oorlog, zoo
mede een vonnis in een strafrechtelijke
zaak gewezen, moeten in de beoor
deelingslijsten worden vermeld.
Indien de beoordeelde officier zieh
over hem ten laste gelegde feiten be
zwaard gevoelt, heeft hij bet recht,
rechtstreeks aan den minister van oorlog
een memorie van rechtvaardiging in te
zenden, welk stuk uiterlijk 15 Mei bij
het departement van oorlog moet zijn
ingekomen.
Botsrwet.
Bij de Tweede Kamer is ingediend
een wetsontwerp tot wijziging van de
wet van 9 Juli 1900 (8tb!. 112), hou-
proces genomen worden. Waar is het
lieve kind
„In de gevangenis in Moabit."
„Ik rijd er heen 1" en zij ging naar
de (leur.
„Agnes, het helpt u niets
„Dat zullen wij zien", antwoordde zij
vastbesloten. De gevangenbewaarder
zal een paar goudstukken niet van de
hand wijzen", voegde zij er bij, zonder
te vermoeden, welk een ernstige over
treding der wet zij in den zin had.
„Om Gods wil, doe dat niet, Agnes",
zei Koenraad, en hij hield haar ver
schrikt bij den arm vast. „Zulk een
stap bon de zaak veel erger maken,
zou in n een medeplichtige kunnen
vermoeden."
„Waarom niet Dat zon niets dwazer
zijn dan de aanklacht tegen Valentine",
zei ze met een spottenden glimlach.
„Zeg eens, wie is eigenlijk de Cer
berus, die mij den weg naar haar
verspert
„Het onderzoek wordt geleid door den
rechter Hausler."
„Vind ik dien man in het gerechts
gebouw
„Ongetwijfeld."
(Worvervolgd,)