1S06.
Zaterdag*
27 October,
Nb» 253.
44e Jaargang.
FEUILLETON.
BraiieBlaEdsÉe berichten
VlISSINGSCHE COURANT
Prijs pet drie maande® 1,39» jfiaooo fer pré I 1.50,
Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek
handelaren Postdirecteuren of rechtstreeks bij den Uitgever
F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt, I. 187-
ADVERTENTIES van 1—4 regels ƒ0.40, Voor eiken rege:
meer ÏO cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde
advertentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Groote letters
en cliclié's naar plaatsruimte.
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Kon- en feestdagen.
TelephoonnuiniHei*
Abonnements-Advertentiën op zeer voordeelige voorwaarden.
Db Koningin sn de Prins
in het buitenland-
H. M. de Koningin en Z. K. H. de
Prins zullen deze week het buitenver
blijf bjj Dresden voor eenige dagen
verlaten, ten einde een bezoek te bren
gen aan den groothertog van Saksen,
te Weimar.
Tweede Kamer,
De afstemming van het wetsontwerp
tot reorganisatie van het korps mariniers
acht de „K. Ct." geenszins vaa onmid
dellijke politieke beteekenis. Toch voor
spelt, naar zij meent, indirect deze be
slissing weinig goeds. Want de minister
moge dan al niet zeer sterk in zijn
schoenen hebben gestaan, het ia wel
opmerkelijk, dat in een zuiver zakelijke
quaestie als deze de rechterzijde zonder
een enkels uitzondering tegen stamde.
Voor onze beide ministers van landsver
dediging moet deze eenparigheid van
oordeel over een technisch-militaire zaak
als de organisatie, reorganisatie of des
organisatie van het korps mariniers een
slecht voorteeken zijn. En gegeven
de vriendelijke belangstelling waarmede
in het Voorloopig Verslag geïnformeerd
wordt of de regeering voor de afschaffing
van het blijvend gedeelte en het mee
geven van geweren aan de landweer
mannen zich verantwoordelijk stelt, zelfs
voor het kabinet.
Waarbij dan nog komt, dat drie vrij
zinnig-democraten en één lid der liberale
unie, wel beschouwd, het échec van
Dinsdag op hun geweten hebben. Op de
socialisten (toen ten getale van vijf
aanwezig) valt in militaire aangelegen
heden nu eenmaal nooit te rekenen.
Maar hadden de hearen Limburg, Ke
telaar, Marchant en Thomson anders
gestemd, de verwerping met 33 tegen
27 ware in een aanneming met 31 tegen
29 verkeerd.
Meer en meer blijkt echter, dat juist
onder die groepen der linkerzijde, waar
ministerieel zijn h8t eerst of uitsluitend
kon worden verwacht, zich elementen
bevinden, die ongeneigd zijn hun in
zichten naar die der regeering te plooien.
Misschien, ter wille van zuivering der
politieke verhoudingen, verdient het toe
juiching zeker is, dat het de positie
van dit kabinet te hachelijker maakt.
Het „Hdbl," zou haaBt denken, dat
er weer een ohristelijk-politiek beginsel
in de zaak zat. Hoe anders te verklaren,
dat de heele rechterzijde, onder com
mando van den heer Duymaer van Twist,
als één man stemde tegen het ontwerp P
Zakelijk kon er immers toch niet zéé
overwegend bezwaar tegen zijn, dat
niemand van rechts er vóór kon stemmen.
Dat de zaak zoo slecht zou wezen, is
kwalijk aan te nemen als men opmerkt,
dat zelfs de heer Verhev, kolonel van
19.)
„Neen", antwoordde zij vastbesloten.
„Waar wilt ge op wachten
Zij haalde de schouders op.
„Hoopt ge misschien, dat Koenraad
Rechling u zal trouwen, nu zijn moeder
dood is vroeg bjj weer.
„Wat gaat het u aan, wat ik hoop
of vrees
„Wat mij dat aangaat herhaalde
tij. „Veel, zeer veel I Laat het u gezegd
zjjn, Valentine, ik zie nooit van u af.
Ik ben niet de man om mij iets te
laten ontrukken, waar ik mijn zinnen
'P gezet heb, dat heeft reeds menigeen
lot zijn schade ondervonden, en naar
"iets heb ik zoo'n vurige begeerte als
faat u, mjjn aangebedene. Zie, hier lig
'k aan je voeten, zet je voet op mijn
tok. Je kunt van me maken, watje wilt."
Hij knielde voor haar neer, sloeg zijn
het korps, vóór het ontwerp stemde, al
ging dat natuurlijk bij hem niet erg
van harte (het ontwerp kwam neer op
een geleidelijke afschaffing van het korps
mariniers).
Vermoedelijk dus is het een onna
speurlijk christen politiek beginsel ge
weest, dat de rechterzijde er toe dreef
om tegen te Btemmen.
De „Residentiebode" schrijftZonder
een poging zelfs tot weisprekendheid
las de heer Stuart zijn zorgvuldig op
geschreven verdediging voor van eenige
groepeering der bezwaren was absoluut
geen sprake zoodat de „rede" verbijs
terend onsamenhangend klonk. Opmer
kenswaardig was, dat de Kamerleden,
die over da wet gesproken hadden, niet
naar volgorde werden beantwoord, maar
volgens hun rang. Zoo kwam 't eerst
voor weerlegging aan de beurt kolonel
Verheij, daarna de kapiteins Duymaer
van Twist en Thomson. Hiermede was
echter de naspeurige volgorde uit, want
nu werden behandeld de heeren Hugen-
hoitz en J. C. Jansen. Dit had juist
andersom moeten zijn, wijl immers
laatstgenoemde niet alleen als ingenieur
bij de marine betrokken is geweest,
maar ook de portefeuille des heeren
Stuart gestort heeft.
Er werd in de Kamer bitter weinig
geluisterd naar den minister, die zjjn
rede besloot met een peroratie, dat zijn
ontwerp een gezonden toestand en bezui-
ging zal brengen een verzekering,
welke intusschen weinig geloof vond,
De „Standaard" De minister had
zijn rede op papier en las die voor op
dreinerige» toon, zonder eenige ver
heffing in de stem. Er was ook geen
draad in, zoodat het niet doenlijk was
hem te volgen. Op het iaatst luisterde
dan ook bijna niemand naar den mi
niate. Zulk een antwoord kon van zelf
geen indruk makenen in elk geval
kon het de heeren Duymaer van Twist
en Van Wassenaar niet overtuigen van
de onjuistheid van hun critiek, kon
die rede niet de ongerustheid weg ne
men, dat door dit wetsontwerp onze
weermacht zou worden verzwakt, in
plaats van versterkt, Bovendien waren
de verklaringen van den minister zeer
weifelend.
„De „Maasbode" verwerpt het verwijt
van het „Vaderland" dat de rechterzijde
een politiek fortuintje uit het geval
heeft gesmeed. „Uit het halfslachtig
optreden van den minister is het een
parig tegen van rechts volkomen te
verklaren,"
Vakonderwijs.
Kaar de „K. Ot." verneemt is de
quaestie tusaehen den minister van
binnenlandsche zaken en de staatscom
missie voor den handeldrijvende» en
industrieelen middenstand omtrent het
iD te stellen onderzoek naar den toe
stand van het vakonderwijs nog steeds
hangende. De commissie had reeds twee
jaren geleden een lijst van 200 vragen
armen om haar heen en verborg zijn
hoofd in de plooien van haar kleed.
Zij trachtte zich I03 te rukken en
riep „Laat me los, of ik roep om hulp."
„Ik zal je op mijn handen dragen.
Ik ben niet minder rijk dan die Koenraad,
al je wenschen zal ik vervullen, zelfs
nog vóórdat ze uitgesproken zijn. Kom,
ga met mee, en word mijn vrouw."
„Kooit, nooit 1 Houd op, ga heen
Het was haar gelukt los te komen.
Zij wendde zich naar de deur, haar
gelaat toonde zooveel afkeer, dat hij
begreep, dat dit meisje liever alles
wilde verduren dan aan hem toe te
behooren.
Hij werd razend van toorn en gevoelde
een woesten haat tegen haar in zich
opkomen. Een boosaardige grijnslach
vloog oyer zijn door woede misyormd
gelaat.
„De wraak is een gerecht, dat het
best smaakt, wanneer het afgekoeld is",
mompolde hij tusschen de tanden. Luid
vroeg hij „Is dat uw laatste woord
„Het is mijn laatste woord", ant
woordde zij vastberaden.
„Hoor dan nu ook mijn laatste woord.
Ik kan u redden of verderven. Hoe ver
dit strekt zult ge later ondervinden."
samengesteld betreffende den toestand
van den middenstand. Onder daze 200
vragen waren er 80, welke het vak
onderwijs betroffen. De minister weiger
de de staatscommissie officieel op te
dragen de door haar voorgestelde en=
quête in te stellen, omdat hij meende,
dat het vakonderwijs niet op den weg
der staatscommissie ligt. Kiet dan onder
protest heeft de commissie er ten slotte
in toegestemd, dat haar door den mi
nister een offioieele bevoegdheid wordt
gegeven tot het instellen eener enquête,
zich uitsluitend bewegende op het ge
bied der overige 150 vragen.
den Atnaterdamschen tijd over, dan
vervalt de gebeele quaestie van den
zónetijd voor het burgerlijk leven. Dan
schiet er voor de regeering niets anders
over dan het thans aanhangig wets
ontwerp in te trekken. Wil zij dan
nog tegemoet komen aan het bezwaar,
dat de plaatselijke tijd in verschillende
gemeenten verschillend is, dan kan zij
daarin voorzien door de indiening van
j een wetsontwerp, waarbij de Amster-
damsohe tijd als wettelijke tijti voor
geheel Kederland wordt ingevoerd."
Se nieuwe tijd.
Wat het „Hbld," dezer dagen mede
deelde, nl. dat de twee groote spoor
wegmaatschappijen zeer ernstig over
wegen, den Amsterdamschen tijd in haar
dienstregelingen in te voeren, noemt
de „K. R. Ct." een belangrijk bericht.
Blijkt het zoo, dan ware het wetsont
werp tot invoering van den Midden-
Buropeeechen tijd overbodig. Dat zou
de „K. R. Ct.® niets jammer vinden.
Het blad toch somt allerlei bezwaren
tegen dat wetteke op 's winters zal
men erg den last van de donkere
morgenuren ondervinden het platteland
zou van die vervroeging allerminst
gediend zijn nominaal komen de treinen
later aan, waardoor de postbestellingen,
die van de aankomsttijden der treinen
afhankelijk zijn, nominaal later plaats
vinden, tot groot ongerief voor de kan
toren, beurs en winkelsonze handel
met Duitschland moge er gemak van
hebben, groote bezwaren zal hij onder
vinden in 't verkeer mof Belgis en
Engeland die den Greenwich tijd hebben.
De „K. R. Ct." verwacht dat de tijd-
quaestie op de meest bevredigends wijze
zal worden opgelost als de mededeeliag
van het „Hbld." juist blijkt. De ge
beele beweging toch tot invoering van
een zónetijd bij ons te lande „is oor
spronkelijk ontstaan uit het streven naar
eenheid van tijdrekening. Men wilde het
verschil tusschen plaatselijken en spoor-
tijd zien vervallen. Onze spoorwegen
nu moesten den zónetijd aannemen,
wilden zij niet de voordeelen van het
lidmaatschap „Verein Dautsoher Eisen-
bahn Verwaltungen® missen, zooals
het wederzijdsch wagengebruik in het
internationale vervoer, het gebruik van
het afrekeningsbureau te Berlijn voor
de verrekeningen, de deelneming aan
de behandeling van alle technische en
eoramercieelo quaestiën op spoorwegge
bied, ten doel hebbende eenheid te
brengen in de voorschriften over den
weg, den bouw van het materieel enz.
Wilde men dus eenheid van tijdrege-
ling verkrijgen, dan moest ook in het
burgerlijk loven de zónetijd worden in
gevoerd. Wordt echter de eisch van
aanneming van den zónetijd voor onze
spoorwegen losgelaten en gaan onze
spoorwegbesturen tot de invoering van
Belasting ambtenaren.
Bij Kon. besluit zijn de volgende
j wijzigingen vastgesteld in de bepalingen
omtrent de ambtenaren der directe
belastingen, invoerrechten en accijnzen
i lo. Art. 95 zal voortaan worden ge-
lezen ala volgt „Om tot ambtenaar te
j kunnen worden benoemd, moet men,
j onverminderd de verdere vereischten.
van goed gedrag zijn, en, zoover noodig,
j voldaan hebben san de nationale militie.
Kiemand wordt meer dan tweemaal
toegelaten tot een der examens, die
volgens dit besluit worden afgenomen".
2o. Aan art. 116 wordt het volgende
toegevoegd: „Verloven tot het nakomen
j van militaire verplichtingen komen
1 niet in mindering van den diensttijd".
Middenstand sn Politiek.
In „de Tel," komt een beschrijving
over dit onderwerp voor van de hand
van den heer J. Knoppers W.Kzn.
Politiek in de middenstandsorganisatie
brengen, zegt de heer Knoppers, is ge
heel iets anders dan aan middenstands-
politiek doen. Het laatste is probatum
het eerste is verderfelijk Het laatste
gaat uit van de neutrale zóne van
alle middenstanders. En waarom zouden
dezen niet ala een eenig man de ver
kiezingen aangrjjpen, ora middenstands-
mannen in de regeering van de ge
meente, van de provincie en van den
staat te brengen
Middenstandsmannen, die bijv. bij de
regeering willen medewerken aan de
lange rij van zaken, welke de Midden
standsbond op zijn werkprogram heeft
gebracht voor 1906/07 P
Maar binnen de organisatie da politiek
van eenige weinigen, van de helft of
zelfs van de meerderheid te brengen
leidt tot tweedracht, tot hatelijkheden,
epeldeprikken en veeten tot verlamming
en ontbinding.
Het ia leerzaam op te merken, hoe
inen in het buitenland in de midden-
stands-organisatie de politiek wel wil
maar toch ook weer niot wil. Hoe men
de politiek aangaapt als een krachtig
trekdier, maar een trekdier, waarvan
men niet zeker is, of het soms onver
wachte zal gaan bijton of misschien
den gehealen middenstandswagen zal te
De Duitsehe middenstandsvereeniging,
j
"Valentine rilde.
„Hoop niet", vervolgde Bauerlich,
„dat ge u van de beschuldiging van
moord kunt zuiveren. Men zal u ver
oordeelen en ter dood brengen."
„Ik vertrouw op mijn onschuld",
zei ze dof.
„Ge weet zelf wel, hoe weinig die
te beteekenen heeft", sprak hij hoonend.
„Maar al waart ge zoo onschuldig ala
de zon aan dsn hemel en zoo rein
als versch gevallen sneeuw, dat zou
u niet helpen. Liever zie ik uw hoofd
op het schavot vallen, liever verricht ik
zelf het werk van den beul aan u, dan
dat ik u in de armen van een ander
zie. Valentine, je behoort mij toe, je moet
de mijne worden of een schandelijken
dood storven, je hebt geen andere keus
„Den dood, den dood!" lispelde zij
bevend zij dacht het koude staal reeds
in haar hals te voelen, zij dreigde in
onmacht te vallen. „Ku toont ge u in
uw ware gedaante", kreet zij. „Ik ben
u daar dankbaar voor, nu weet ik, wat
ik van u te verwachten heb."
„Dat zal je eerst later ondervinden
siste hij. „Je hebt er zelfs geen zwak
begrip van, hoezeer ik je in mjjn
macht heb."
„Doe wat ge kunt", zei ze mat
onderwerping.
„De bedenktijd is voorbij, daar bomen
ze van de justitie", sprak hij. Er werd
aangeschold en op datzelfde oogenblik
schoof Bauerlich den grendel van de
deur weg en fluisterde Valentine toe
„Kog is het tijd redding of ondergang
wat kiest ge
Zij schudde het hoofd.
Weer vroeg de stem van een man in
de gang naar mejuffrouw Valentine
Zier, en de ontstelde Constance voerde
eon bejaard man, in een lange, blauwe
overjas gekleed, de woonkamer binnen.
Zijn baardeloos gelaat had een stereotiep
vriendelijke uitdrukking, de kleine, grijze
oogen keken onschuldig rond, doch niets
ontging aan zijn aandacht; hij kon als
het ware om een hoekje zien.
Da man maakte zich bekend ala de
commissaris van politie Kühnel en begon
met een beleefde verontschuldiging, dat
hij haar nog zoo laat kwam storen. Het
was echter noodzakelijk, dat hij heden
nog eenige inlichtingen ontving van
mejuffrouw Zier, die bij mevrouw
Rechling in de Victoriastraat als juffer
van gezelschap gediend had. Mejuffrouw
zou wel reeds vernomen hebben, dat die
die dezer dagen vergadert, had o.m.de
volgende gewichtige punten op haar
agenda staan de algemeene Zondags
rust, het innen van schuldvorderingen
en hoofdzakelijkHet deelnemen van
de^ middenstands-vereeniging aan de
verkiezingen voor den Rjjksdag. Ro-
hardt uit Berlijn sprakDe midden
stands-vereeniging wil hot daarheen
leiden, dat zooveel mogelijk alle bur
gerlijke partijen zich aansluiten bjj de
eiscben van deze vereeniging.
De spreker raadde dan leden aan, de
burgervertegenwoordigers over hun hou
ding ten opzichte van het middenstands-
vraagstuk te polsen. Inplaats vaa zoo
als vroeger geschiedde, de leden voor
den Rijksdag alleen uit de hoogere
klassen der maatschappij te recruteeren,
moeten in het vervolg menschen ge
kozen worden, die deel uitmaken van
den middenstand. Algemeen werd hierop
in toestemmenden zin geantwoord en
de motie, daarop doelend, aangenomen.
Deze menschen zullen dus zoo ver
standig zijn aan middenstandspolitiek
te gaan doen.
Maar de Britsche coöperators denken
ar anders over en de heer Knoppers
toont dan nader aan dat de msarderheid
dor Engelsehe coöperators kenneljjk
vreest, dat de parlementaire politiek
hen verdeelen zal en hij komt ten slotte
tot de conclusie dat de leering uit een
en ander te trekken de volgende is
Het is heel verstandig aan midden-
standspolitiek te doen voor zoover
er sprake is van maatregelen en wetten,
waarover allen het eens zijn, maar het
is nog verstandiger buiten de organisatie
te houden elke actie hoe nuttig ook
op zich zelve waarover verdeeldheid
heorscht.
Zoo zullen zoowei de voor- als te
genstanders van voorgeschreven winkel
sluiting verstandig doen, als zij aan hun
strijd niet al het bekende middenstands-
werk vastplakken, door gewone winke
liersverenigingen te stiohten, maar in
tegendeel dezen strijd geheel vrijhouden
van middenstands-organisatie.
Want door dit niet te doen, zouden
zij niet langer kunnen samenwerken
met de tegenpartij, waar het geldt de
bestrijding van gemeenschappelijke vij
anden.
De winkelsluiting is niet van zoodanig
belang, dat de middenstands-organisatie
binnen Amsterdam daardoor niet langer
één groot en krachtig geheel zou kun
nen blijven, één groot geheel met kraoh-
tige instellingen, die aan alle winkeliers
tea goeds komen 1
Slechts vereenigingen met een nauw
keurig omschreven bjjzonder doel, bijw.
gezamenlijke inkoop van goederen,
wering of verwerving van voorgeschre
ven winkelsluiting enz. enz., zijn naast
deze groote algemeene organisatie op
hare plaats 1
Tot lid van da Prov. Staten van
Zuid Holland in bat district Middel
dame vandaag plotseling gestorven was,
voegde hij er terloops bij en vatte daarbjj
Valentine Bcherp in het oog.
Tante Constance, dia Blechts op een
gelegenheid gewacht had, om aan haar
gevoel uitdrukking te kunnen geven,
hief een luid jammergeaehrei aan, dat
do beambte eveneens voor een teeken
van schrik als van verrassing kon
houden. Valentine eohter schudde het
hoofd. Gedachtig de belofte aan Hen
drik, wilde zij niet bekennen, dat zij
reeds bericht bad gekregen van het
plotseling sterfgevalmaar het stiet haar
toch tegen de borst te zeggen, dat zij
er niets van wist.
De schijnbare onverschilligheid, waar
mee het meisje zulk een onverwachte
aangrijpende tijding opnam, maakte op
den beambte een zeer slechten indruk
dat was zoo goad ala een halve beken
tenis van haar schuld.
„Is mevrouw Rechling hedenmorgen
bij u geweest", vroeg hij verder.
Valentine antwoordde toestemmend.
„Hebt ge een woordenwisseling met
haar gehad
„Ja."
(Wordt verve