m Donderda 25 October, M(h 251. 44e-Jaargang» Ü06. Van week tot week. FEUILLETON BmnealaaMie teelm IEN en worden |v Patent per ons sr ÖO. -•L- 15.60 1- B 1*25 1.30 2.10 1.80 1.70 R 1.10 t zich aan voor m Schrijf, wass Bos- 3e middag- of opgaaf van I, Bureau van 99 Pi Pi 99 99 99 99 99 99 99 99 99 99 1 IV. [47 9.27 UO 9,20 1.28 9,08 1,16 8.56 1.09 8.49 8.40 [44 8.24 |38 8.18 147 9.27 I— 8.40 [48 8.28 145 8.25 40 8.20 ,35 8.15 I9SLGE g)en 6,10 (e >0 g) en 6, 40 4,4a 6,10 o) f) vertrek van izen vm. 8,30 ile en Neuzen ile en Neuzen 6 April tot VLINNINOiSClIE COURANT Cf Prijs pet drie maanden SJft ïwhk» p& jjosk jf 1.50, Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek handelaren; Postdirecteuren of rechtstreeks bij den Uitgever F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt, I. 187- ADVEKPENTÏËNvan 14 regels J Ö.4;Ö, Voor eiken regel meer ÏQ cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt, de prijs slechts tweemaal berekend. Groote letters en eliehé's naar plaatsruimte. Vurschynl dagelijks, uitgezonderd op Zou- en feestdagen. De storm in Duitschland begint vrij wel te bedaren en misschien zal menig een er spijt van hebben, de onthullings- gescbiedenie niet wat kalmer te hebben opgevat. De Bismarck-vereerders door dik en dun, hebben natuurlijk niet ïonder leedwezen den groeten man van bet bespottelijk hooge voetstuk zien vallen, waarop zij hem te kwader ure hadden geplaatst. De degelijke gesebied- kenners wisten sinds lang dat vorst Von Bismarck een echt diplomaat van den ouden stempel was, volstrekt niet afkeerig van intrigues en zich veelal door persoonlijke antipathiën en sym» pathiën latende leiden, "Wat Hobenlohe o, a. mededeelt over de eerste jaren na den Frsnsch-Duitschen oorlog, stemt volkomen overeen met hetgeen reeds door Fransehe geschiedschrijvers was openbaar gemaakt. Wanneer het niet tot een tweeden oorlog gekomen is, dan is dat waarlijk niet aan Bismarck, maar aan de gematigdheid van den ouden keizer en de wijsheid der Fransehe staatslieden te danken. Frankrijk er kunstmatig onder te houden, dat was •jarenlang Bismarck's doeldaartoe hit ste hij de Duitsche pers op en vuurde de partijschappen in de toen nog jonge republiek aan. 't Is waarlijk, of wij weer teruggevoerd worden naar de dagen van Lodewijk XIV, toen alom in Europa de intrigue de politieke za ken en gebeurtenissen leidde. Frankrijk heeft nooit wellicht een grooter vijand gehad dan deze rijkskanselier maar in de oogen van het Fransehe volk mosten de Hohenzollerns nu vrij wat hooger staan en dat kan op de betrekkingen tassohen beide landen niet anders dan gunstig werken. De belangstelling in de gedenkschrif ten kreeg overigens een leelijke con current in het boevenstuk van den op lichter van Köpenick. 't Is een stuk zonder voorbeeld, dat geven wij toe en begrijpen dat er recht hartelijk om ge lachen wordtdoch naar onze meening werpt het een zeer treurig licht op de toestanden in het militaire Pruisische rijk. Men stelle zich toch eens heel kalm een man voor, gekleed in de ni e t-onberispeiijte kleeding van kapi tein yan de garde. Doze man requireert soldaten en gendarmen, die niet on der zijn bevelen staan. Hij beveelt po litiedienaren waarover hij niets to 17.) In hun trots achtten die twee het Weden hun waardigheid van iemand iets aan te nemen, dat zelfs den gering- sten schijn had van een ondersteuning. Bijzonder was dit 't geval met Adolf Bauerlich, want mijnheer Zier had hem steeds op een afstand weten te houden was hij ten langen leste aan hem gewoon geworden. Zoo dikwijls zij Adolf Jij haar vader aantrof, toonde Valentine bem een zeer duidelijke terughouding, die tot afkeer en koelheid overging, hoe duidelijker zijn Btreven om haar gunst te winnen aan den dag kwam. Bauerlich liet zich echter niat af schrikken. Bjjna dagelijks bezocht hij den luitenant, die zich eindelijk liet j Welgevallen, dat hij allerlei bestellingen 61 hevelen voor hem uitvoerde, een Mij schaak met hem speelde, zonder bevelen heeft. Hij neemt ambtenaren in arrest, in naam van den koning, die er de bevoegdheid niet toe bezit, ambtenaren die weten dat zij in ar rest worden genomen door iemand die er evenmin toe bevoegd is. Wan neer deze ambtenaren slechts één oogen- blik in staaf waren geweest om kalm na te denken, dan hadden zij moeten weten dat bet een comedirspel was en een ganscb niet onschuldig eomediespel ook. Maar de menschen in Pruisen, de ambtenaren niet uitgezonderd, zijn zoo onder den indruk der militaire almacht, dat voor hen alles mogelijk is. Het is te hopen dat de regeering niet blind zal wezen voor de leering die in dit geval gelegen is en waarbij bet geheele boevenstuk, dat overal elders onmoge- lijk zou wezen, in het niet verzinkt. Wij zijn het eens met de „Gennania", i dat de heeren van Köpenick eigenlijk maar verstandig deden met zich te laten inpikken. De Pruisische soldaat is in zooverre slechts een automaat. Hij schiet op elk bevel van esn meerdere en ook hier zouden deze in dergelijke gevallen hoogst gevaarlijke lui, niet anders ge handeld hebben. Heerlijke burgerlijke vrijheid toch in dit land van discipline In Frankrijk is Ciémenceau geslaagd met da vorming van een nieuw minis terie, de samenstelling waarvan op een andere plaats in dit blad is opgenomen. Generaal Picquart, de edele verdedi ger van Dreyfus is in dit ministerie belast met de portefeuille van oorlog. Deze benoeming zal zeker aan de vrien den van het recht groote voldoening geven en beteekent tevens verdere zuivering van de misbruiken in het leger. Wat de scheidiBg betreft, het blijkt dat, naarmate de 11e December nadert, men er wel degelijk over denkt aan de bedoeling der wet te voldoen, door zich vrijwillig tot kerkelijke gemeenten, zoo als wij zouden zeggen, te vormen. Ge schiedt dit, dan blijven de kerkgebou wen ook voor den eeredienst beschik baar en worden de tractementen der geestelijken uitbetaald. Het volk zelf, voor zoover het aan den eeredienst ge hecht is, heeft er het grootste belang bij, dat de zaken ongestoord haar gang gaan. Men begint dit langzamerhand in te zien en waar nu op die wijze ge handeld wordt, dan moet de geestelijk heid toegeven, omdat het anders toch aan fondsen zou ontbreken om daaruit dat de luitenant zijn neef overigens meer welwillendheid betoonde. Des te grooter was echter de welwil lendheid die Constance hem toonde. Zij hield het voor haar plicht, door haar voorkomendheid goed te maken, wat haar broeder en nicht, volgens haar inzien tegen hem misdeden. Zij kon volstrekt niet begrijpen, wat die twee op den aangenamen, deftigen, beschaaf den man hadden aan te merken. Zijn manieren waren onberispelijk, ofschoon hij niet verzweeg, dat hij in Amerika bootwerker, koffiehuisbediende, eouran- tenverkooper en nog veel meer geweest was, totdat het hem eindelijk gelukte een stuk land te koopen, waarop een petroleumbron ontdekt werd, die hem binnen weinige jaren tot een rijk man maakte. Zijn hartstocht voor Valentine was aan Constance niet verborgen gebleven. Zooveel zij kon, begunstigde zij hem, mits haar broeder er niets van ba- merkte. Zij deed dit met de eerlijke overtuiging, dat ze daardoor het geluk van haar nieht bevorderde, en meewerkte om haar ta bevrijden uit haar afhan kelijke positie, waarin ze verkeerde, sedert ze volwassen was. en waarin ze Teleplidonnnmmei* 10. de kosten van den eeredienst te be strijden. 't Is ts hopen dat het tot zulk eene oplossing moge komen. De Russische binnenlandsche politiek kenmerkt ziel in Jin jongsten tijd in hoofdzaak door eene geheel bijzondere voorbereiding voor cc verkiezingen voor de nieuwe Doema, en men doet zijn uiterste best, te zorgen dat bet er eene wordt, waarmede men kan doen wat men wil. De leden der voormalige Doema zijn er grootondeels treurig aan toe en er wordt stelselmatig voor ge zorgd, dat ze niet andermaal worden gekozen. Velen onder hen, die tot den handwerkestand bebooren, zijn feitelijk tot den bedelstaf e-ebraoht, want ze worden overal geplaagd en vervolgd men verhindert ze werk te vinden of rustig hun werk t> doen. Zij moeten zich verstoppen, om aan de ellendige nasporingen der autoriteiten te ontko men, Van de meer ontwikkelden der liberale partij, zijn er niet minder dan 250 van hunne politieke rechten be roofd, in ambt of bediening geschorst, voor den rechter gedaagd, gevangen gezet of op andere wijze bemoeilijkt, mishandeld of tot de vlucht genoodzaakt, Het is bijna ongelooflijk, en onder wijl gaat men aan dan anderen kant voort, knollen voor citroenen te ver- koopen en hervormingen in te voeren, •die toch niet feitelijk tot uitvoering komen. Zoo Ï3 nu weer het recht uit gebreid om tot staatsambten te worden benoemd en zijn eenige gunstige bepa lingen gemaakt ten opzichte van den boerenstand. Nog vele andere dingen zijn beloofd met een vrijgevigheid, die aan het bekende spreekwoord van belo ven en geven doet denken.Nu de kinderen voor een oogenblikje wat zoeter zijn wordt hun een bolooning toegezegd. Maar als ze dan feitelijk niets krijgen P We zullen weer afwachten wat de tegenwoordige weinig betrouwbare stilte in haar schoot verborgen houdt. Abonnemonts-AdvertentiSn op zeer voorcleclige voorwaarden. Dr. J. Th. da lissen. Welke eigenschappen aldus „Poli ticus* in zijn Schetsen „Uit 's Lands Raadzaal" iu de „Opr. Haarl. Cf." welke eigenschappen den man, die thans voor de Leidsche vacature den steun van nagenoeg ai wat tot „rechts" ba- hoort heeft verworven, werden ingebo ren, een „slappe ruggegraat" j nei- tot water—in-den-wijn plengen levenslang zou moeten blijven, als zij geen goede partij deed. En zoo'n goede partij was Adolf Bauerlich het uitzicht op een verbintenis met Koenraad Reeh- ling was tante Constance steeds zeer twijfelachtig voorgekomen en nu scheen haar dit uitzicht geheel verdwenen. De dood van den luitenant en de onzinnige beschuldiging tegen Valentine hadden, naar Constance meende, plotse ling een beslissing uitgelokt. Zij twij felde niet, of Bauerlich bood nu haar nicht zijn hart en hand aan. Een aanzoek, terwijl bet lijk des vaders in de aan grenzende kamer lag, zou haar een half uur geleden nog als zeer ongepast zijn voorgekomen nu scheen het haar een daad van edelmoedigheid. Zjj vergoot tranen van bewondering en dankbaar heid, en verwachtte niet anders dan dat Vaientine haar toevlucht zou zoeken in de armen, die beschermend voor haar werden geopand, on waar zjj, Constance, in haar onbekendheid met de wereld, haar nicht volkomen veilig geloofde voor elke aanklacht. Het gesprek tusschsn Bauerlich ea Valentine nam echter een geheel anderen loop, dan Constance verwachtte. Zoodra de tante met Hendrik de kamer verlaten tot laksch-karakteriooze aaneensluiting, tot „modderen" en „schipperen" ze zijn de Visser vreemdHij heeft, in zeer hooga mate, den kranigen moed zijner overtuiging. Een vijand van deu candidaat zal misschien zeggen„bij wil baantje-de-voorste zijn en weigort daarom tot het „gevolg" van een ande ren leider, dan hij zelf is te worden gerekend. Een vriend zal daartegen aanvoeren bij De Visser geldt enkel en alleen, uitsluitend, de vraagwat acht ik in 's lande belang Wanneer men de drijfveeren, die zekere politieke figuur beheerschen, wil gaan ontleden, ontraadselenop een goudschaaltje wegen, wat zou er resten van zoo veel en van zoovelen, die nu als on betwistbaar-groot en eerbiedwaardig bekend staan Wat men van dr. de Visser, gedu rende diens politieke carrière en in diens openbaar leven te aanschouwen kreeg, was slechts in Btaat om achting ia te boezemen voor de gaven van hoofd en hart, den theoloog politicus eigen. Zijn verschijning maakt aanstonds op u den scherpen indruk van iets kor daats, iets „parmantigs". Hij is klein van gestalte en het baardelooze' gelaat heeft al heel weinig „expressie", welke hem stempelt tot redenaar, die eens vergadering aanstonds onder de be- toovering van zijn voordracht kan 'oren- gen. Men lette op 't houtige fiksehe, krachtig-durvende, waarmee die kleine uiterlijk onaanzienlijke figuur zich ia de vergadering beweegt. Elke beweging heeft iets resoluuts, iets van den man, die „bang is voor niemand*. Er straalt rijk gedachtenlaven uit den vasten blik der achter brilleglazen schuilgaande oogen. Zjj kondigen u aan den man van buitengewone geestesga ven, van groote schranderheid. En wie den levensloop van dr. de Visser ken nen weten van diens schitterende antecedenten als voedsterling der Leidsche „Alma Mater", zij zullen het begrijpen, dat ook de leek den indruk met zich meeneemt van een buitenge woon man tegenover zich te hebben gezien, Wanneer hij in da openbare verga dering sprak, dan bezat hij doorgaans „bet oor" dier bjjeenkomst. Ten deele mocht dit zeker worden toegeschreven aan de eigenaardige politieke poaitie van den door Amsterdam gezonden uitverkorene. Voor belangrijker deei neem ik aan vond 't zijn bron in de zeer bijzondere manier, waarop hij zijne gedachten tot uiting bracht. Hij spreekt langzaam, bedachtzaam, woord voor woord afrondend, zooals een Keu- chenius. En gelukkiger, physieke gaven bewerken, dat eene rede van dr. de Visser, aldus uitgesproken, veel meer tot haar „recht" komt dan eene van den begaafden en geëerden man, wiens onaantastbare eerlijkheid ia de verga dering ook Keuchenius' naam met zoo veel eerbied deed noemen. Boven een had, was Bauerlich opgesprongen, had de deur gegrendeld en eveneens de deur, die naar ds slaapkamers voerde. „Wat moet dat beduiden vroeg Vaientine, verschrikt opspringende. „Waarom grendelt ge de deur Ik blijf hier niet met u alleen", en zjj wilde zich een doortocht banen. Hij trad haar in dsn weg, riehtte zijn donkere oogen op haar en zei „Waarom wilt ge mij niet laten uit spreken, wat ge reeds lang weetdat ik u waanzinnig liefheb, dat ik zonder u niet leven kan, niet leven wil „Omdat ik daar niet naar wil luiste ren, en allerminst heden, nu mijn vader op zijn doodbed ligt", antwoordde zjj. „Ge hebt den tjjd voor uw liefdesver klaring al zeer slecht gekozen. Op zij, laat mij er uitl" Zij trachtte hem voorbij te komen, dooh hjj week niet van zijn plaats en hield haar bij den arm vast. „Mjjn tijd is zeer goed gekozen, of iiever hij is volstrekt niet gekozen, ik zwicht voor den drang der omstandigheden. Valen tine, innig bemind meisje, zie je dan niet in, dat je geen minuut te verliezen hebt Het zwaard zweeft boven je hoofd. Een spoedige vlucht is je eenig redding, Keuchenius heeft hjj ook voor, dat hij, veel meer dan de man der motie van '66, de kunst verstaat van zieh beperken, van comprimeeren, van de stof eener rede saamtrekken tot iets, hetwelk 't geduld der vergadering niet op eene zóó harde proef stelt als waaraan wijlen Keuchenius de Kamer en zich wel eens waagde. Dr. de Visser heeft genoeg practischen tact om te begrijpen, dat men om iets in de Kamer te „propa- geeren* niet moet beginnen met de be langstelling af te knotten, te verlammen, door hopelooze langdradigheid, dat men ook rekening heeft te houden met den smaak van een parlement up to date, hetwelk nu eenmaal noch Van der Palm- sche bespiegelingen, noch fanatisch-ge» tinte predikatiën wenseht te slikken. De afgevaardigde De Visser sprak bedaard, bedachtzaam, den rijkdom van zijn weten niet verbergend, dooh er evenmin mee koketteerendmet ge spierde kracht, zonder geveinsde be scheidenheid openhartig, rondweg, zonder vrees, zonder aarzeling, met besef van eigenwaarde en foch weer zonder iets van „aanstellerij" of hinderljjke zelfadoratie Gelijk man van sterk en eerlijk karakter, van onafhankelijke positie, die niet „poseert" voor onschend bare voortreffeljjkhaid, doch zich elechta leiden laat door de roerselen, die hem inderdaad besturen. Do vraag of de aanwinst der rechter zijde door De Visser's eventueele ver kiezing winst of verlies voor het alge meen belang moet heet6n, zij daarge laten. Dat het moreel zoo goed als het intellectueel peil der Kamer door het afvaardigen van mannen ale dr. De Visser gebaat wordt, daarvan houd ik me overtuigd. Ongevallenrisico. Naar het „Vad." verneemt, bestaat bij commissarissen van de Nationale Wsrkgevera-Verzekerings-Bank" te Utreeht het voornemen een buitenge wone vergadering van aandeelhouders bijeen te roepen, waarin dat college o.82. het voorstel zal doen per 2 Janu ari 1907 alle verzekeringscontracten op te zeggen. Zooals bekend is, bepalen de werk zaamheden dezer instelling zieh uit sluitend tot het overnemen van het risico volgens de ongevallenwet op on- derlingen grondslag. Alle bjj haar aan gesloten werkgevers zullen dus, indien, het hiervoren bedoelde voorstel van commissarissen wordt aangenomen, met ingang van 1 Januari e.k. ambtshalve bij da rijksverzekeringsbank worden in gelijfd, tenzij voor 20 November a.a. risico-overdracht op een andere parti culiere maatschappij wordt aangevraagd. Ears Majesteit de Koningin-Moeder en hst Leger deg Hails. Maandag 22 Oct. bezocht H. M. de Koningin-Moeder, vergezeld van jonk- vrouwe van Ittersum en Ridder Pauw Ga met mij mee, ik zal je verbergen, ik zal je verdedigen al kostte het mijn leven. Geen macht ter wereld zal mjj mijn geliefde, mijn vrouw ontrukken Hij wilde haar in zijn armen sluiten, maar zij stiet hem terug, „Hoe durft ge zoo spreken "Wat geeft u het recht, mij zulke beleedigende voorstellen te doen Hij trad een schrede terug, de uit drukking van zijn gelaat, die zoo even. nog liefdevol en teeder was, werd nu spottend en boosaardig. Zijn blik werd listig, zijn stem klonk scherp en de vingers van zijn hand kromden zich als de klauw van een roofdier. „Eerder zou ik verwonderd moeten zijn over de taai, die u voert", zei hij op harden toon. „Het is nutteloos en hoogst gevaarlijk voor u, tegenover mij komedie te willen spelen. Ik weet alles." Met een onderdrukten kreet drukte het meisje de hand op haar hart. „Wat weet ge stotterde zjj. „Daar hebban we het", sprak hjj nu op den toon van een deelnemend vriend. „Arm kind, ge verraadt u bij ieder woord, ge zijt niet gewoon te liegen." „Maar ik bid u (Wordt vervo'gd-}

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1906 | | pagina 1