KI Ml 1006. Donderdag 18 October. No. 245. 44© Jaargang. Gemeente bestuur. Van week tot week. FEUILLETON. Teleph oon nimmer 10. SB @3 ass ss§ e=-e* SB —3 55 CSS CO sw "-3 ss sass S3 g® tffia SB e© e© ">3 SB C3 SS ca 2ks viissimsche courant. Prijs per drie maanden 1,30« ffiao» pw post 1.50. Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij den Uitgever P. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt, I. 187- ADVERTENTIËN: van 1-4 regels ƒ0.40, Voor eiken regel meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Groote letters en cliché's naar plaatsruimte. SB® Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zon- en feestdagen. Abonneinents-Advertentiën op zeer voordeelige voorwaarden. BEKENDMAKING. Aangifte van leerlingen voor da Herhalingscursussen. Burg. en Weth, van VlisBingen brengen ter kennis van belanghebbende oudera of voogden, die hunne kinderen of pupillen wenschen toegelaten te zien tot een der beide herhalingscursussen in deze dat van af Donderdag 11 October e. k. tot en met Woensdag 24 Oct. d. a. v, uitsluitend ter gemeente secretarie (Grif fe) iederen werkdag van des voormiddags 9 tot 12 uren gelegenheid tot aangifte van leerlingen voor die cursussen gegeven wordt dat ingesohreven kunnen worden zij, die het gewoon lager onderwijs genoten hebben en dat de cursussen zullen aanvangen n len November a.s. en eindigen den lan April d.a.v. Zij vestigen voorts de aandacht op de navolgende artikelen der „Verordening tot regeling van het herhalingsonderwijs in de gemeente Vlissingen." Artikel 1. In deze gemeente worden ten minste twee afzonderlijke herhalingsour- lussen in verschillende openbare school- iwen gehouden, één voor jongens en voor meisjes, teneinde hen, die het gewoon lager onderwijs hebben doorloopen, in de gelegenheid te stellen tot bevesti ging en voortzetting van het geleerde in de vakken, die voor het maatschappelijke ven van groote waarde zijn te achten. Indien daaraan behoefte blijkt te be ton kan het getal cursussen worden vermeerderd. Artikel 3. De vakken waarin onderwijs wordt gegeven, zijn voor jongens de Nederlandsche taal, >t rekenen, de kennis der natuur- en de kndelsaardrijkskunde, ii. voor meisjesde Nederlandsche taal, t rekenen, de kennis der natuur en de nuttige handwerken. Artikel 6. Het onderwijs wordt gegeven a, aan den cursus voor jongens op aandag, Dinsdag, Donderdag en Vrijdag, :s avonds van 6 tot 8 uur b. aan den cursus voor meisjesop 'oensdag- en Zaterdagnamiddag van 2 ;ot 5 uur. Ouders en voogden worden er op attent maakt dat de herhalingscursussen van iel belang zijn voor jongelieden die zich willen voorbereiden voor kleinhan del en winkelnering. Vlissingen, den 10 October 1906. Burg. en Weth. voornoemd, VAN DOORN VAN KOUDEKERKE. De Secretaris, WITTEVEEN. Het is zeer natuurlijk speciaal in Ouitschland dat de bekende Bis- oarok onthullingen de geheele pers in leroering hebben gebracht. Het is een Waar rumoer. Het gekst van alles is ivenwel, dat men van sommige zijden 12.) Sehmidtlein keek verwonderd. Hij er anders de man niet naar, om bij 'e dienstboden te informeeren omtrent lun meesters, doch hier dwong hem de joodzakelijkheid hij vroeg „Wat is er "n voorgevallen «De jongeheer wou met de juffrouw 'ouwen en daar is daar was mevrouw 'Bon. Kan u daar iets van begrjjpen, lokter Had ze wel ooit een betere 'boondochter kunnen krijgen P" vroeg ^ouiue, «Dat is onze zaak niet", antwoordde dokter afwijzend. „Dus sedert eer- Weren is juffrouw Zier niet meer hier buig." «Juist sedert eergisteren, het ging 'bt genoeg zonder haardaarom is 'oitouw dan ook vandaag haar gaan '"eken prins Hohenlohe, die de gedenkschriften zijns vaders in de wereld zond, heeft trachten te verontschuldigen. Wij zou den niet weten waartoe die veront schuldiging moest dienen. In geen en kel land, dat niet met den knoet ge regeerd wordt, zou het hoofd van den Staat durven beweren dat een zoon de gedenkschriften yan zijn vader niet zou mogen uitgeven, zonder toestemming van dat hoofd, wanneer diens persoon en handelingen er deel van uitmaken. Wanneer de keizer eenvoudig gezwegen had, dan zou de zaak zijn prestige hebben verhoogd, want het staat nu ontwijfelbaar vast, wat trouwens een publiek geheim was, dat de groote oude niet altijd zulk een schitterende rol heeft gespeeld. Hy hield den ouden keizer onder den duim en volgde zijn eigen, tamelijk avontuurlijke politiek twistte met den jongen keizer over persoonlijke rechten en verpliehtingen en bracht het volk in den waan dat men hem ondankbaar behandelde. Het blaadje is nu omgekeerd en keizer Wilhelm zal in kalmer oogenblikken erkennen dat Hohenlohe hem een ont zaglijken dienst heeft bewezen terwijl het Duitsche volk duidelijk zal inzien, dat de jonge keizer indertijd een daad van persoonlijken moed verrichtte, toen hij den ijzeren kanselier, van wien men aan sommige Duitsche hoven sinds lang meer dan genoeg had, tot heengaan noopte. Het moge onaangenaam aandoen dat het meer intieme leven der Hohenzol- lerns thans over aller tong gaat, maar die bui zakt wel af en daar de schat rijke prins wel geen belang bij de zaak zal hebben, moet er een andere reden zijn. Wellicht dat de zaak nog nader opgehelderd wordt, H* Nog een ander schandaaltje loopt dezer dagen waarschjjnlijk af. De Land dag van Brunswijk tooh, doende wat eens goeden Duitschen Landdags is en dus het besluit des keizers eerbiedigende, zal öf een regent kiezen of aan een ander vorstelijk persoon het bewind des lands erfelijk opdragen. Zooals men weet heeft de keizer niet willen ingaan op het voorstel van den Hertog van Cumberland, om zijn tweeden zoon de regeering over Brunswijk op te dragen' daar het niet duidelijk bleek dat de hertog en zijn oudste zoon van de nog altijd bestaande aanspraken op den troon yan Hannover afstand willen doen en nu vreest men dat, onder de vleugelen „Haar gaan bezoeken Weet ge dat zeker P" viel Sehmidtlein in. „Ik stond er bij, dat zij den koetsier bevel gaf naar Wilmersdorf te rijden. Hij moest in de Zeestraat stilhouden, en daar woont immers mjjnheer Zier", sprak Hendrik. „Zjj heeft zeker de juffrouw terug willen halen, en die wou niet komen daarom was zij in haar laatste oogen blikken nog zoo woedend op haar", opperde Louise. „Maar zeg ons nu toch dokter, wat mevrouw gemankeerd heeft. Het is onbegrijpelijk van morgen was ze nog zoo gezond als een visch, en nu is zoo dood. Het lijkt wel hekserij." „Bij mij staat vast, dat mevrouw Rechling aan vergift is gestorven. Ik heb geen reden om u dit te verzwijgen, en het kan toch niet geheim blijven. Ik moet onmiddellijk naar de politie om kennis te geven van het geval." „Om Godswil, mynheer U gelooft toch niet wat mevrouw in haar laatste oogenblikken gebazeld heeft?" riep Louise verschrikt uit. „Wij mogen daar aan niemand een woord van zeggen." „Wat ik geloof en wat gij gelooft is in dit geval geheel onversohillig", ant woordde Sehmidtlein. „In de kamer, van eenHannoverschen hertog vanBruns- wijk, de zoogenaamde Weltische party in het hertogdom het hoofd zou op steken. En wat zou dat dan nog, willen wij vragen P Wanneer de regeering van hei Duitsche rijk zoo bang Ij voor verwik kelingen, dan schijnt zij er nog niet zeker van te wezen, dat de groote in- slikkerij van 1866 ten allen tijde zal worden geëerbiedigdmaar dan was het zaak om de eenheid door andere middelen te bevorderen dan thans wor den aangewend. Eigenlijk politiek nieuws uit Rusland is er niet. Nu het voornemen om eene deputatie uit de liberale leden van het Britsche parlement ter compümentee- ring van de oud-leden der Doema naar Rusland af te vaardigen, volkomen in duigen is gestort, daar het bleek dat de reis volstrekt niet zonder gevaar was, kraait het befaamde officieele ver bond van het Russische volk victorie. Dit heerlijke genootschap, een waar duivelseh verbond, zal de orde in het groote Russische rijk nu eens op zijn manier herstellen en als algemeen verkiezings-comité optreden, om er voor te zorgen dat noch liberalen, noch joden in de nieuwe Doema komen. Het ge heele jodendom wordt door het verbond beslist in den ban gedaan en de op- stokerij kan nog kwaad genoeg doen maar zal, als een uiterste, toch weer tot een tegenovergesteld uiterste aan leiding geven, te meer daar het ook alle maatregelen verwerpt, tot verbete ring van den toestand der boeren aan de hand gedaan. Terwijl deze opstokers overal brand stof verzamelen, gaan de veldkrijgeraden met hun bloedig handwerk voort. Te Lodz is de hel losgebroken, nu de militaire tirannie er haar toppunt heeft bereikt en in andere groote plaatsen is het niets beter. En nu de winter voor de deur staat blijkt het, hoe schrikke lijk handel en vertier onder de gebeur tenissen beginnen te kwijnen. In Peters burg krijgen duizenden werklieden ge daan. De arbeid raakt opdoch wij vreezen dat de maag niet zwijgen zal. Yoor Pruisen zijn de jongst verloopen dagsn, dagen van rouw geweest en van verootmoediging. Honderd jaren geleden waren de toestanden er door en door bedorven en achterlijk, maar men was blind voor alle gevaren en wraakzuch tig gestemd wegens vroegere vernede- waar mevrouw ligt, moogt ge niets aanroeren of verplaatsenalles moet blijven, zoo het nu is, totdat de politie hier een onderzoek heeft ingesteld." „De politieP de politie?" riepen de beide meisjes, en ze begonnen nog erger te schreien dan daareven bij bet lijk van hun meesteres. „Ten laatste zult ge ons nog beschuldigen, dat wij onze mevrouw vergift hebben toegediend I" „Wees toch niet dwaas", antwoordde de dokter. „Waarom ons niet even goed als juffrouw Yalentine P" snikte Louise. Sehmidtlein keerde zich om, hij wilde niet in een woordenstrijd met de meisjes gerakeD. „Doe wat ik u gelast heb", zeide hij. „Kom Hendrik, gij gaat met me mee." Vergezeld van den huisknecht verliet de dokter het huis en begaf zich naar de naaste politiewacht om aangifte te doen. Terwijl van daar uit per telefoon aan eenige ambtenaren van de justitie bevel werd gezonden om naar het sterfhuis te gaan, bracht de telegraaf naar Zeckta het bericht over, dat me vrouw Rechling plotseling ernstig on gesteld was geworden. -O—- ringen. Pruisen was destijds, zoo goed als Duitschland nu, in een vrij geïso- leerden toestand geraakt. Tien jaar lang had men zich wijselijk onthouden van een optreden tegen Napoleon, maar in dien tusschentijd letterlijk niets gedaan om zich zoovele lessen en ervaringen, als de laatste tijden hadden gegeven, ten nutte te maken. Toch werd aan Napoleon de oorlog weder verklaard, een zeer kortstondige oorlog, want de Pruisische legers werden bij Jena en Auerstadt als verpletterd j de Pruisische monarohie stortte als het ware in el kander en de koning mocht zich ge lukkig rekenen, dat hij nog een deel zijner landen behield en de ontruiming daarvan voor een ontzaglijke som van den Franschen keizer moest koopen. Wij vinden het op zichzelf geen on gelukkige gedachte om aan dezen tijd van vernedering te denken, zooals men het doet aan een tyd van glorie. Dat gebeurt thans in Pruisen, en het is iets nieuws, Maar wij vreezen dat het al weer blijven zal bij verheerlijking van gevallen helden, waaraan men dan ook druk bezig is en dat, hetgeen uit het gebeurde te ieeren valt, minder op den voorgrond zal worden gesteld. Daar de kleine zaken ook mosten worden gememoreerd, willen wij gaarne het 'feit herdenken dat werkelijk te Teheran, de hoofdstad van het rijk der Perzen, een parlement geopend is. Een vooruitstrevende priesterschap is zeker geen bepaald alledaagsche zaak, maar in Perzië bestaat die dan toch en de constitutioneel gezinde heeren geeste lijken hebben het pleit gewonnen. Het plan schijnt overigens niet van vandaag of gister te wezen en volgens de troon rede heeft het acht jaren liggen rijpen. Laat ons voor Perzië, het tusschen de groote Europeesche mogendheden heen en weer geschudde land, hopen dat de vrucht werkelijk rijp zal zijn ea de Sjah inderdaad als een constitutioneel yorst zijn vaderland tot meerderen bloei en ontwikkeling zal mogen brengen. Wellicht komt er dan ook nog eens een tijd, waarin Perzië zal ophouden aan anderen ten speelbal te verstrekken. Twijfel is hier echter gerechtvaardigd want dat er een toekomst is weggelegd voor de volken van den Islam, leert de geschiedenis althans niet. Om afleiding te vinden voor zijn verwarde gedaohten en om den Btrijd tusschen zijn kinderlijken plicht en zijn liefde een oogenblik te vergeten, was Koenraad Rechling ter jacht gegaan. Hij was juist thuisgekomen, toen hem het telegram werd gebracht. De vorm, waarin het gesteld was, deed hem het ergste vreezen, maar te vergeefs zocht hij in het telegram naar een aanduiding, die hem kon verklaren, hoe zijn krach, tige, gezonde moeder zoo plotseling ziek was geworden. Nauwelijks een kwartier later zat hij in het rijtuig, dat hem in ijlende vaart naar het naaste spoorwegstation voerde hij kwam nog op tijd om vlug plaats te nemen in den sneltrein naar Berlijn. Zonder op zijn medereizigers acht te slaan, zat hij gedurende den geheelen rit in een hoek van de coupé, en dacht er over na, wat zijn moeder overkomen zou zijn, en in welken toestand hij haar zou aantreffen. Welke schrikbeelden de phantasie den jongen man ook voor den geest too- verde, ze bleven alle beneden de wer kelijkheid. Hij vond zijn moeder reeds versoheidene uren dood, en haar ljjk in handen van de justitie, daar geen twijfel BiriEgfllaiidssk berioMeiL Om den Leidschen Samenstel. Bij den burgemeester van Leiden wer den gisteren candidaat gesteld voor het lidmaatschap van de Tweede Kamer der Staten-Generaal (vacature-mr. W. Van der Vlugt) de heeren H. Paul, civiel- ingenieur, lid van de Provinciale Staten van Zuid-Holland en van den gemeen teraad te Leiden, candidaat van de Unie- liberalen en van de vrijzinnig-democra ten jhr. mr. H. Smissaert te 's Graven- hage, candidaat der oud liberalen dr. J. Th. De Visser, oud-lid der Kamer, predikant te Amsterdam, candidaat der as tire volution., christ.-hist. en Roomsch- Katholieken, en mr, M. Mendeïs te Zaandam, candidaat der soo. democr. Enquête-Middenstand. Het „Huisgezin" meldde, dat de minister van landbouw zeer spoedig komen zal met een wetsontwerp tot instelling eener commissie van enquête naar de toestanden in den handeldrij- venden en industrieelen middenstand. Nader verneemt het „N. v. N.", dat dit wetsontwerp bedoelt, de thans be staande Staatscommissie voor den han- deldrij venden en industrieelen midden stand het recht van enquête te versohaf fen. De bedoeling komt er dus op neer de werkzaamheden van deze commissie uit te breiden. Reeds onder het minis- terie-Kuvper moet de commissie op deze uitbreiding harer bevoegdheden hebben aangedrongen, doch eerst thans is ze met de regeering op dit punt tot overeenstemming kunnen geraken. Voorgesteld zal worden de bestaande commissie in drie sub-commissies te splitsen, waarvan er een haar onderzoek zal instellen in het Noorden, een andere in het midden en de derde in het Zuiden van ons land. Se anderzeesehe torpedebaot, Blijkens het verslag der Tweede Kamer over de voorgestelde verhooging der begrooting van marine zullen enkele leden hun stem niet aan het wetsont werp geven, omdat blijkbaar de minister meent dat aanschaffing van onderzeesohe torpedobooten geen invloed zal kunnen oefenen op de sterkte van het noodig geachte groote materieel. Vele andereleden merkten hiertegen over op, dat de Staten-Generaal na hun votum van 1904 moeiljjk kunnen weige ren, nu de onderzeesche boot aan de gestelde eischen heeft voldaan, het voor den aankoop benoodigde bedrag besohik- baar te stellen. Maar ook afgezien van deze overweging vond het voornemen tot aanschaffing van de boot vrij alge meen bijval. Men zou gaarne met stelligheid ver nemen of de regeering voor verderen aanbouw geheel onafhankelijk is van mogelijk was of zij was vergiftigd met atropine. Dit was echter nog niet ai het ver schrikkelijke wat hij vernam. Op haar sterfbed had zijne moeder het meisje, dat hij tot levensgezellin had verkozen, genoemd als degene, die haar het doo- (lelijk vergift had toegediend. VIERDE HOOFDSTUK. Met de hulp van buren werd het lijk van luitenant Zier van den vloer opge nomen en op zijn bed gelegd. Buren hadden ook den dokter gehaald. „Een beroerte!" zeide hy tot de beide wee- nende vrouwen, die vast geloofd hadden dat de luitenant slechts in onmacht lag en spoedig zou bijkomen, „Een beroerte Ik had het reeds lang verwacht en eerlijk gezegd ik heb er naar verlangd", vervolgde de dokter,terwijlhy de snikkende Valentine de hand drukte. „Ja, ik verlangde er naar", herhaalde hij met nadruk. „De arme heeft lang en zwaar geleden en dat lijden zou nog veel erger geworden zijn, als een plotselinge, pijnlooze dood hem niet verlost had." ("Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1906 | | pagina 1