1606. 16 October* No, 243. 44a Jaargang* Stand, sloteri] rtentiën Dinsdag Birmanlandsohe hericIiteiL FEUILLETON. bod© Land- eo Tuinbouw. hun ad- ebben, dader van smbadse in a de eerste naar den >nbewoond in. De ge- omsingeld zocht. Zoo ader op te onden ver- i zich had. gen haven dat de re ien aanslag viel voor jte gedeelte ernield, 3 werden de ge- licht jl de nevens wetst bleef. Sabastopol n verlaat in de officieren met moord - dreigen. In iderd" weer partij voor ng verzocht aaf Heyden op aan te tegen de nen zouden de overheid zin te zullen te Belgrado deelt mede, het geschil zich zal af- die Zondag ring zal den en de ment bereid tenrijk-Hon- iet. Daar de afwijzend zal verwachten, g zal komen, rachen minis- zaken sullen Warna wor- >a ongeregeld- op de betoo- htig optreden aa wordt in eschreven aan d van vorst gen. et. (WD: en M, Tien- D: n, 25 j. en F. A. J. van Jchmelzer, jd. dr. 29 j. en W. P, Wiele- 3. Willink, jd. Jijen, jm. 36 j. N: .aftink, d. - C.C. Geel- - A, König, - H. J. Bos- - P. Meul- - N. Duve- (levenl.) EN: na. Een ge- van ontbinding ijkje van het e trekk. 5e kl. an hooger. ƒ100. 3000. VLlSSIItSCUE COURANT. Prijs per drie maanden ftao. FvEilwG' poft 'pQSÏ Jf 1.50. Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert, zich bij alle Boek handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij den Uitgever F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt, I. 187- ADVERTENTTËN s van 14 regels f 0.^:ö3 Voor eiken rege! meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slechts tiueemaal berekend. Groote letters en cliché's naar plaatsruimte. Vsrschynt dagelijks, uitgezonderd op Zon- en feestdagen. Telephoonnummer 10. Abonnemcnts-Advertentiën op zeer voordeclige voorwaarden. Bs financieels ontwerpen. De „N. Arnh. Ct." komt tot de vol gende conclusie De slotsom van onze beschouwingen over de plannen van den minister van financiën is, dat de grondslag waarop deze rusten een gezonde is, nl. dat de nieuwe offers welke van de natie ge vraagd worden, over alle klassen der be volking zijn verdeeld in billijke ver houding tot hun draagkracht. Voorts dat zij niet alleen in een tijdelijke be hoefte voorzien, doch door hun natuur lijk accres tevens nieuwe middelen ver schaffen voor de toekomst, ruimer, naar mate de natie toeneemt in welvaart en de bronnen daarvan meer worden ont wikkeld. Hierdoor nu onderscheiden zij zich van de plannen van minister Harte, die wellicht een schijnbare toeneming van rijkdom tengevolge konden hebben, maar dan slechts ten koste van den algemee- nen welstand. De tijdelijke bloei van nijverheid, handel, landbouw, voorzoover deze althans het gevolg is van het be schermend stelsel, moge de oogen ver blinden, zij wordt, als in Duitschland en de Vereenigde Staten, te duur ge kocht door de hooge prijzen der nood zakelijke levensbehoeften van den min- dervermogende. Geen hoogs loonen kunnen de gevolgen daarvan langzame vermindering van wolstand, en toene mende armoede, op den duur voorkomen. De plannen van minister De Meester daarentegen kunnen hoogstens eenigo vermindering in het gebruik van enkele artikelen van weelde tengevolge hebboD, doch zij laten de bronnen van welvaart en welstand ongemoeid. Wanneer wij daarbij rekening houden met het doel, waarvoor deze nieuwe middelen worden gevraagd, aarzelen wij niet te besluiten met den wenscb, dat deze voorstellen in en buiten de Kamers de gunstige ontvangst zullen vinden welke zij o. i. verdienen. Liberale Unie. De algemeene vergadering van de Liberale Unie is definitief vastgesteld op 10 (Nov. a. sen zal gehouden worden te Amsterdam, in „De Eensge zindheid", 's morgens 101/3 ure. Behalve de gewone jaarwerkzaam- hedan en het openingswoord van den voorzitter, staat op de agenda vermeld Bespreking van de bij de Tweede Kamer ingediende belastingvoorstellen. Inlei- daarbij zullen zijn de heeren mr. G. Pierson en K. De Boer Czn., van de Tweede Kamer der Staten-Generaal. De laatstgenoemde zal die belastingvoorstellen meer bepaalde lijk bespreken met het oog op den landbouw. Fine Monopole, tattesten ter p.fl. 1.50 e La - 1.20 1 uwendijk, Hi 82.- „Ik kan niet", klaagde zij. „Ik kaE niet slikken, het doet zoo'n pijn. En sign hoofd doet me ook pijn." Ze streek met de handen langs haar slapen. „Zou mevrouw toch maar niet liever ie bed gaan vroeg Minna weer, en achter mevrouws rug wisselde zij een blik met Hendrik, die even knikte en daarop verdween. Bij ging naar dokter Schmidtlein, die in de buurt woonde j bij was mevrouws huisdokter. Zoodra Hendrik hem den toestand van zijn meesteres had blootgelegd, kleedde hij tich haastig, om mee te gaan. Terwijl mevrouw Rechling erg over boofdpjjn en moeilijk slikken klaagde, telkens om drinken vroeg, hadden Jünna en Louise haar naar heur slaap kamer gebracht, ontkleed en te bed fiülopc. Be Kamerverkiezing te Leiden. Over den Leidschen Kamerzetel schrijft het „Centrum" De verkiezing te Leiden belooft on der meer dan één opzicht belangrijk te zullen zijn. Een Kamerverkiezing in een twijfelachtig district, terwijl de mi- nisterieele meerderheid in de Kamer reeds zoo uiterst gering is, wordt uit den aard der zaak interessant. Voorai ook omdat het een vacature betreft, ontstaan door het uittreden van een man ais prof. Yan der Yiugt. Maar niet de verhouding tusschen iiuks en rechts, ook de reiatiëa tusschen de verbonden partijen onderÜDg vragen bij deze stembus actie de aandacht. En wat daarbij in 't bijzonder treft, is de zeer groote kans, die de oud-liberalen Een poos lag zij stil in een toestand van wakend droomes. Weer geloofde zij in de kamer te Wilmersdorf te zijn. Weer verweet zij Yalentine het stelen van het halssnoer zij had toch gelijk, die schijnheilige was een dievegge. Zjj wilde haar niet bij haar naaitafeltje laten komen, maar zij schoof haar ter zijde, trok het laadje open, haalde het halssnoer daaruit te voorschijn en hield het triumfeerend in de hoogte. Daar vat een ijskoude vuist haar in den nek, de verschrikkelijke man met het lijk kleurige gelaat grijpt haar aan, hij ontrukt haar het halssnoer, slingert het om haar hals en trekt hét al vaster en vaster dicht, zij moet stikken. Met een angstkreet vliegt ze op en ziet een man, die over haar gebogen stond. Zij herkent den dokter. „Hendrik heeft u zeker gehaald, dokter?" mompelde ze zacht. „Dat is goed, ik gevoel mij zoo ziek." „Wel neen, mevrouw, een ver koudheid", zei de dokter geruststellend, doch zijn gelaat logenstrafte zijn woorden. Haar gelaat was scharlakenrood, de pupil van haar oog zooveel grooter geworden, dat bijna geen wit overbleef. „Ik sterf van dorst", klaagde zij. H. M. da Koningin te Drssdaa. De „Sachsische Zentral-Korrespon- denz" schrijft De jonge Koningin van Holland, die sadert kort voor herstel van gezondheid met haar echtgenoot op het Blot „Al- breehtsberg" bij Dresden vertoeft, is reeds ofschoon zij zeer teruggetrok ken leeft de lieveling der Dresden- sche bevolking. Men ziet de vorstin des namiddags gewoonlijk in gezelschap van den prins-gemaal of een der hofdames dikwijls en ook reeds 's morgens, een frissche wandeling maken langs de Elbe. Ook wel eens slaat zij den weg „Zur Weissen Hirsch" in. 'De Koningin vestigt geenszins den indruk van een zieke of herstellende te zijn ze ia het ook niet, integendeel, ze is uitermate vroolijk, lacht en schertst met hare omgeving en toont zich een uitstekende wandelaarsfer. De sympathieke vorstin beheerscht het Duitscb volkomen, en al glippen hier en daar Hollandsche klanken van haar lippen, toch voert zij levendig en met gemak een gesprek in het Duitsch. Een warm hart toont Vorstin Wilhel- mina te bezitten voor armen en kreu pelen. Onlangs ontmoette zij op een tocht langs de Elbe een ouden man, die in den oorlog van 70 een been heeft ge laten, en wiens knoopsgat een ordelint siert. De oude bood de vorstelijke wan delaarster, die hij natuurlijk niet kende, lucifers te koop, Dadelijk bleef de Hooge Vrouwe staan en vroeg den ouden krijgsman naar zijn omstandig heden. Zij beval haren begeleider, een kamerheer, den naam van den kreupele te noteeren en den volgenden dag kreeg deze man een geldgeschenk van 50 mark thuisgestuurd. Dit is slechts één voorbeeld. Met de leden van het Saksische koningshuis onderhoudt Koningin Wil- helmina een levendig verkeer. Vooral in bet hart van de grijze koningin weduwe Carol heeft zij zich een plaats weten te veroveren. loopen, om den door hun bezetten zetel kwijt tc raken. Da vrijzinnig-democraten en ook een groot deel der Unie-libera len schijnen niet voornemens hun de plaats van prof. Van der Vlagt te la ten. Van een candiuatuur-Smissaerfc willen zij niet wetende heer Paul heeft de meeste kans. Vrage: zal men het te elfder ure eens worden en zullen de oud-liberalen, die reeds herhaaldelijk zich door hun meer radicaal gezinde broeders zagen verdrongen, opnieuw fiat onderspit moe ten delven Men zal het spoedig weten. Maar dit kan men wel reeds zeggen, dat, al wordt men het ter linkerzijde ten slotte weer tijdelijk eens op de anti-clericale leus, de stemming tusschen conservatief- en radicaal-liberalen er niet op verbeteren zal. Eu eveneens is met vrji groote zekerheid te verwachten, dat, als de zetel voor links behouden wordt, het niet de heer Smissaert zal zijn, dis er mee gaat strijken. Voor de liberalen van het type Van der Vlugt schijnt Leiden in elk geval verloren. Lager onder wijs. Men schrijft aan „L. en V." Meermalen is de klacht vernomen, dat jonge onderwijzers, pas van kweek of normaalscholen ontslagen, minder van de praktijk van het oaderw.ijsgeven ver staan, dan zou mogen verwacht worden. Hoewel 't alleszins begrijpelijk is, dat zij in die kunst niet volleerd zijn, zoo schijnt toch de ervaring te leeren, dat zij bij hun eerste indiensttreding beter voorbereid zouden kunnen zijn. Het hoofdbestuur van de Vereenigicg van Hoofden van Scholen heeft deze kwestie in hare afdeeliagen-aan de orde gesteld en gevraagd naar de waarschijnlijke oorzaken. De bedosÜDg is niet nu een geheel nieuw stelsel van opleiding te ontwerpen, maar genoemd hoofdbestuur wensebt voorgelicht te worden, welke verbeteringen in den bestaan dan toestand onder de huidige regeling zouden kun nen aangebracht worden, om beter practisch onderlegde onderwijzers te krijgen. Staatbuishoudktmde ea statistiek, Zaterdag kwam de Vereeniging voor de Staathuishoudkunde en Statistiek, te 'a-Gravsnhags, onder presidium van mr. N. G. Pierson, bijeen, ter behandeling van de vraag: is invoering eaner ver plichting tot verzekering tegen de gel delijke gevolgen van ouderdom en in validiteit wenschelijk f zoo neen, door wélke andere middeien kan de Staat deze verzekering bevorderen Preadviezen waren over deze vraag uitgebracht door prof. mr. H. B Bre ven, mr. J, H. W. A, ter Spill en E. M. Wibaut. Eerste spreker was mr. J. P, Cau, uit Zierikzee, die het stelsel van vrij willige pensioenregeling aanbevalna hem volgde mr. R. Macalester Loup uit Minna reikte haar een glas water toezij beproefde te drinken, maar het ging niet, zij kon gaen slok door de keel krijgen. De dokter voelde haar pols en wenkte daarop de keukenmeid naar een hoek der kamer. „Wat heeft mevrouw vandaag gege ten?" vroeg hij fluisterend. „Daar zit het juist", jammerde Lauise, „zij heeft vandaag veel te weinig gegeten, en dat is zij niet gewoon. Zij heeft koffie gedronken en een paar broodjes met boter gegeten en toon is zij uitgereden. Bij haar thuiskomst had zij grooten honger en kon niets ge bruiken." „Hebben allen van die koffie gedron ken en van dat brood gegeten vroeg de dokter. De keukenmeid twijfelde een oogen- biikslechts ongaarne wilde ze dit bekennen maar zij durfde het toch niet wagen, den dokter oen leugen te zeggen. „Ja, mijnheer", bekende zij. „Goed", zei de dokter. „Ge hebt mij gezegd, dat mevrouw uitgereden is, kan zij missohien onder weg iets gebruikt hebben Vlug van begrip zijnde, had Louise Amsterdam, die zich deed kennen als een voorstander van het dwangstelsel mr, S. van Houten verklaarde in het opleggen van den dwang ten deze nooit een algemeen belang te kunnen zien. De minister van oorlog heeft als zijn verlangen doen kennen, dat het verblijf onder de wapenen van miliciens aan wie uitstel van herhalingsoefeningen werd verleend, niet alleen wordt benut voor het onderhouden van de krijgstucht en ter versterking van den band tusschen de verlofgangers en hun militaire ver plichtingen, maar ook ter bevordering in het bijzonder van hun individueele geoefendheid. Opdat ten deze onder zoo gunstig mogelijke omstandigheden worde verkeerd, zullen de in December e. k. te verwachten verlofgangers,na aankomst bij hun korps en onderdeel, zoo spoedig mogelijk, voor zooveel noodig, door de tacheering in de garnizoenen Leiden en Haarlem, in elk ongeveer de helft, wor den samengevoegd, teneinde aldaar ge zamenlijk naar een, ook met het oog op het seizoen, oordeelkundig vast te stellen programma te worden geoefend. Terzeheriug van handbeuvers legem ©ngeralless. De troonrede heeft ons teleurgesteld, omdat we er in misten de aankondiging van een wetsvoorstel betreffende boven genoemde verzekering. Toch ie de wenseheljjkheid van zoodanige verzeke ring erkend èn door den voormaligen minister èn door het landbouweomité èn door de commissie uit de Groninger Mij. van Landbouw. Een wettelijke regeling van het onderwerp is dan ook geenszins een overbodige weelde. Wie als wij sedert jaren te midden der plattelandsbevolking leeft, zal met ons de ervaring hebben opgedaan, dat bij den landbouw het aantal ongevallen waarlijk niet zoo gering is, ais Bom- migen meenen. Ernstige, levensgevaar lijke ongelukken worden natuurlijk ook buiten de woonplaats der betrokken werklieden bekend, met de minder ernstige, niet-levensgevaarlijke, is dit echter niet het geval, en het aantal van deze is ongetwijfeld veel grooter. Eerst bij invoering der ongevallen-verzekering zou uit de boeken en geschriften der administratie een vrij betrouwbare statistiek kunnen worden opgemaakt en alsdan blijken van welken omvang het aantal ongevallen bij den landbouw is. Ia Duitschland bedroeg dit, volgens den heer Fockema Andrea, in 1902 5.18 per 1000 verzekerden onder ge lijke omstandigheden zouden we dan voor ons land het aantal ongevallen op 3000 moeten stellen. Waar evenwel het groot-bedrijf ten onzent niet zoo sterk ontwikkeld is ais in Duitschland met zijn vele landgoederen, kunnen we het getal veilig lager stellen, waarbij haar eigen gedachten over den toestand van haar meesteres reeds gevormd zij begreep de bedoeling van des dokters woorden onmiddellijk. „Ach hemel, dokter, denkt u, dat mevrouw soms iets vergiftigs heeft gebruikt riep zij in haar ontsteltenis zoo luid, dat de zieke het hoorde. Mevrouw Rechling lichtte het hoofd een weinig op en riep: „Vergift 1 Ja, ja, ik ban vergiftigd 1 Nu weet ik het I Ze heeft mij vergift gegeven 1 Ik moet sterven „O, neen zei de dokter geruststel lend, doch zijn gelaat was met deze woorden in tegenspraak. „Haast u, breng spoedig koffie of citroenzuur", beval hij de keukenmeid, scheerde meteen uit zijn notitieboekje een blaadje, schreef daarop een recept en gaf hot Louise met bevel dit on middellijk naar den apotheker te zenden. 1 Hij boog zich weer over de zieke heen, de strakke glans van haar onna tuurlijke uitziende oogen was nog sterker geworden. „Niet sterven niet sterven I" smeekte zij, „Rad mij, red mij 1" Daar overkwam haar iets vreemds zij kan niet meer goed zienalle voor- we echter weder in aanmerking moeten nemen, dat ook hier het gebruik van onderscheidene machines gestadig en steeds sterker toeneemt, en hiermede de kans op ongevallen tevens. Belangrijk is in dit verband wat een medewerker van de „Leeuwarder Cou rant" een paar jaar geleden vernam van den heer T. te Kimswerd. De heer T. had zijn werkvolk tegen invaliditeit en ongelukken verzekerd bij een Naderl. Verzekering-Mij,, die hiertoe op drieërlei wijze gelegenheid geefta. voor een uitkeering in eens bij een ongeval met doodelijken afloop b. voor een uitkee ring in eens, wanneer tengevolge van een ongeval levenslang geheele of ge deeltelijke ongeschiktheid om te werken ontstaate. een zekere uitkeering per dag naar verhouding van het verzekerd jaarloon, gedurende een bij contract aan gegeven, voor verschillende omstandig heden verschillend aantal dagen. Bij den aanvang der verzekering werd het aantal verzekerde personen als gemiddeld 15 opgegeven, waarvan het loon toen op f 5000 werd gesteld. In 12 jaar tijds kwamen bij den heer T. vijf ongevallen voor, waarvoor de Mij. verzekering moest uitkeeren, n.l. 1. Een werkman breekt een been door de woestheid van een stier. 2. Eau werkman valt in den hooitijd bij het vastmaken van den bindstok op den krommen dissel en breekt twee ribben, 3. Bij het volgen van een stier, die met een hokkeling aan een ketting verbonden was, komt een werkman over den ketting te vallen tegen den harden grond, waardoor hij een lichte hersen schudding krijgt, die echter na eenigen tijd herstelde. 4. Bij het ophalen van een paard gaat een arbeider daarop zitten, valt er af en breekt zijn been. 5. De dienstmeid brandt zich aan ko kend water. Ook voor dit laatste on geval, waarbij de genezing der wonden 10 weken vorderde, keerde de Mij. schadeloosstelling uit. Op een boerderij met een personeel van gemiddeld 15 personen dus niet minder dan 5 uit- keeringegevallen in een tijdsverloop van 12 jaar I Of op 12 maal 15 is 180 verzekerden 5 ongevallen, d.i. 27 per 1000 I Hiernaar een berekening te willen maken over het geheele land zou zeker gewaagd zijn men zou dan komen tot een aantal ruim 5 maal zoo groot als in Duitschland ia 1902. Maar wel is de ervaring in het bedrijf van genoem den heer T. een bewijs te meer voor de noodzakelijkheid van de verzekering ook der veldarbeiders tegen de geide- lijko nadeelen van ongelukken, en zal men met deze ervaring yoor oogen, moeilijk de bewering kunnen staande houden, dat een zoodanige verzekering niet noodig is. Van harte hopen wij dan ook, dat het recht der genoemde arbeiders in deze spoedig door een wettelijke rege ling wordt erkend en ook zij, zoo goed als de arbeiders in andere bedrijven, werpen schenen zich verder en verder van haar te verwijderen, en werden al kleiner en kleiner. „Ik kan niet, ik kan niet!" kermde zij. „Moet ik dan sterven? Ik kan niet. Ik wil niet! Mijn zoon! Mjjn zoonl" „Waar is de jongeheer?" vroeg da dokter, „Buiten op de pannenfabriek", fluisterde Minna. „Moeten wij hem een telegram zenden De dokter knikte, maar toen Minna heen wilde gaan, hield hij haar bij den arm vast, en meer met de oogen dan met den mond zeide hij „Blijf maar hier, het helpt niets, hij komt tooh telaat." „Ik zie niets meer", stamelde de zieke. „Er treedt reeds blindheid in", mom pelde da dokter, terwijl hij waer aan het ziekbed kwam. „Zoo dadelijk komt er een drank, die u varliohting zal, geven", troostte hij haar. „Help mij rad mij smeekta zij, terwijl zij zija hand trachtte tc vatten. „Ik mag niet sterven, ik wii niet sterven 1" (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1906 | | pagina 1