Mo. 288. 44e Jaargang. 1806. Woensdag 10 October. Binnenlaiidsck berichten* FEUIMjETON. YUSSIMSCIIE €0(JRANT Prijs per drie maandea 1,30» Kmk» pes? poel 1.50. Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij al!e Boek handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij den Uitgever F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt, I. 187- ADVEKÏBNTIËN: van 1-4 regels ƒ0.40. Voor eiken regel meer 10 eent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing deraeifdö advertentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Groote letter® en cliehé's naar plaatsruimte. Vemfcynt dageiyks, uitgezonderd op Zou- en feestdagen. Telcpliaou nummer 10. Abonneiiients-Advertentiën op zeer voordeelige voorwaarden. Accijns cp suiker en gedistilleerd. De „Nederlander" begroet de ver jaging van den euikeraecijna en de verhooging op het gedistilleerd met instemming „Dezelfde reden, die er voor pleit den suikeraccijns te verlagen, doet ver hooging van den gadistiileerd-aceijns blijmoedig aanvaarden. Reeds vroeger, toen het verhoogiDgsvoorstel van mi nister Harte aan felle bestrijding bloot stond, hebben wij dit betoogd. Wanneer thans, doordat het voorstel niet meer ran rechts, maar van links komt, ook in de liberale pers de oogen hiervoor in meerdere mate geopend blijven, dan zal ons dit ter wille van de zaak uit- teraard verheugen. Zooals men weet, is bij de jongste suikerwetgeving een amendement aan genomen, volgens hetwelk de suiker- aecijns vóór September 1906 aan een herziening moet worden onderworpen. Dergeljjke bestellingen plegen nogal eens onvervuld ie blijven of te laat vervuld te worden. Zoo ook ditmaal. Intusschea, zij het wat laat, de her ziening van den suikeraccijns blijkt clan toch aan de orde te komen. En wel in den zin van gelijk ook bedoeld was verlaging. Ons land staat op dit punt bij de meeste landen van Europa ten achteren. Met name in Engeland ia de accijns ontzaglijk veel lager, wat op het gebruik van dit uitnemend volks voedsel vanzeif een grooten invloed heeft. De verwachting, is dan ook vrjj algemeen, dat een eenigszins aanzien lijke accijns-verlaging ook ten onzent het gebruik in die mate zou doen toe nemen', dat op den duur zelfs de schat kist geen schade zou lijden. De op- brengst van den accjjns zou, over eenige jaren, in de breedte winnen, wat zij in de diepte verloren had. Kocht dit juist blijken en mocht dan bovendien een flinke verhooging van den gedistilleerd-accijns het jeneverver- bruik een kloek eind terugdringen wat weliswaar de opbrengst van dien accijns zou temperen, maar in meerdere wolvaart en dientengevolge hooger op brengst der andere belastingen ruim sehoots zou worden ingehaald dan zou deze gezamenlijke accijnsherziening niet slechts uit sociaal en hygiënisch, maar ten slotte ook uit fiscaal oogpunt een gelukkige operatie zijn." Gelijk gemeld aldus schrijft het „Centrum" behoort tot het samenstel van financieels maatregelen der regee ring een verlaging van den suiker accijns en een verhooging van den ac cijns op het gedistilleerd. Beide zoowel de verlaging als de verhooging zijn aanzienlijk. De belasting op de suiker zal wor den verminderd van 27 tot 17 gulden per 100 K.G.de accijns op het ge- 5.) Korten tijd, nadat zij tot lidmaat der kerk was aangenomen, had Valentine het vaderlijk huis verlaten, om zelve haar onderhoud te verdienen als helpster in de huishouding of als gezelschaps juffer bij burgerlijke of adellijke fami lies. Zij wilde haar vader niet langer bezwaren tante Constance kon den siebe wel verplegen en bovendien voor de huishouding zorgen. Vader en dochter hielden innig veel van elkander het scheiden viel hun awaar, doch zij brachten dit offer, wegens de dringende omstandigheden, en omdat de oude tante, die beider dankbaarheid wel verdiend had, geen ander onderko men had kunnen vinden. Mynheer Zier was een veelzijdig ontwikkeld man, maar in den laatsten fd was hg knorrig en stoof hg spoedig distilieerd wordengebracht van 63 op 69 gulden per H,L. De minister gaat daarbij uit van de veronderstelling, dat de opbrengst van den suikeraccijns geen mindere baten voor de schatkist zal opleveren, wijl het verbruik aanzienlijk zal toenemen, wanneer het artikel merkbaar goed- kooper wordt. Een juiste veronderstelling, welke gestaafd wordt door de ervaring in hot buitenland, met name in België waar in zeer korten tijd de verlaging van den accijns reeds werd opgewogen door het ruimere verbruik. Dat wij hier hetzelfde zullen zien gebeuren, is wel met zekerheid aan te nemen, en de verlichting van de zware belasting, welke thans op de suiker gsen luxe artikel drukt, vindt dan ook ongetwijfeld algemsene instemming. Ietwat zonderling staat daarnaast, of daartegenover de voorgenomen verhoo ging van den accijns op het gedistil leerd. De minister schjjnt van de meening uit te gaan, dat, tengevolge van een zoo sterke opdrijving der belasting, er ook minder zal worden gedronken. De borrel zal zoo duur worden, dat men hem in geringere mate zal moeten drinken, terwijl toch de bate voor den fiscus niet vermindert, maar stijgt. Oppervlakkig beschouwd ljjkt dit heel mooi. Maar afgezien nog van de omstan digheid, dat de jenever al meer en meer de kurk wordt, waarop onze schatkist drijft, wat juist geen verheffend denk beeld is, leert de ondervinding, dat op den duur geen accijns-verhooging van het gedistilleerd het alcoholverbruik en misbruik merkbaar doet verminderen. Al is de borrel duur,men wil drinken. De clandestiene gelegenheden zullen toenemen, de smokkelhandel zal zich uitbreiden en vooral, er zal meer „bocht" worden gedronken, vervalschte jenever en vervalschte brandewijn, om van de vele andere „dranken" maar niet te spreken. Het is waar, er wordt door de drank- bestrijdingsvereenigiiigen een groote in vloed ten goede uitgewerkt. Maar de bezwaren, hierboven opge somd worden daardoor toch niet weg genomen. Een verhooging van den drank-accijns als door de regeering ia ontworpen, lijkt ons een bedenkelijk stap. Aanvulling oerlogsbegroeting 19CS. In de toelichting tot een nota van wijzigingen, wijst do minister van oor log er op, dat het overleg dat dezerzijds met het departement van binnenlandsche zaken werd aanhangig gemaakt, met het doel om de behandeling der aan vragen tot het bekomen van vergoeding ingevolge art. 118bis der Militiewet 1901 en art, löbis der landweerwet, naar vermeld departement.to doen over op. Een hartziekte, die hij uit een ernstigen aanvai van rheumatiek in de gewrichten had overgehouden, nood zaakte hem op nog jeugdigen leeftijd tot het verlaten van een loopbaan, die hij met voorliefde gekozen had. Nader hand schreef hij met veel bijval arti kelen over oorlogszaken, maar de daar aan verbonden inspanning kon hij niet verdragen, en daarom had hij ook deze bezigheden laten varen. Zoo leidde de beklagenswaardige man nu een eenzaam, treurig leven. De eenige gast, die hem nu en dan kwam opzoeken, was een achterneef van zijn overleden vrouw, die voor eenige maanden uit Amerika was terug gekeerd, waar hij geruimen tijd gewoond had. Zijn eenige vreugde was zijn dochter, en het deed hem vóór alles goed, zoo deze voor langeren of kortoren tijd bij hem kwam. Zoo dacht hij ook nu, daar zijn dochter voor eenige dagen bij hem te logeeren was gekomen, Valentine wist, dat haars vaders leven als aan een zijden draad hing, en had hem daarom de waarheid niet durven bekennenvoorloopig had zij haar toevlueht genomen tot een leugentje en gezegd, dat zij van mevrouw Rechling gaan, niet tot een gunstig resultaat heeft geleid. Daarom stelt de minister thans voor een positieverbetering speciaal van de ambtenaren bij zijn departement met deze zaak belast. Voor de kwijting der uitkeeringen kraohtens bovengenoemd art. löbis der landweerwet, was oorspronkelijk f 48,000 aangevraagd. Er is echter f 8500 meer noodig, die de minister thans aan vraagt. Voorts wordt f95,000 meer aange vraagd te vinden door afschrijving op andere artikelen voor het ver richten van arbeid door particulieren buiten de eonstructiewerkplaatsen. Onze aiaigter van Meniën, „Uit 's Lands Raadzaal® van Poli ticus" in de „Opr. Haarl. Ot." geeft een schets van den minister van koloniën. De heer Fock zoo lezen we o. m. wiens reputatie als handig en bui tengewoon werkzaam man van zaken en rechtsconsulent hem van uit Indie voorafging, heeft ijver en tact te gader bezeten om zich van meet af aan met voile kracht van toewijding en sc'araxx- dsren kop te werpen op de belangrijkste, meeat actueele quaesties van den dag, waar zij Insulinde's wel en wee raken Hij kent Indië door en door, weet uit rijke en rijpe ervaring wat daar behoort tot de noodigste dingen, is iemand van de jongere school, die met overtuiging bezield is voor ai wat ons arm Insulinde kan opheffen uit hetgeen minister Ideu- burg „de inzinking" noemde. Mr. Pock is veel te praciisch-michter van aanleg, te modern zakenman, ora de Kamer te gaan vermoeien met plechtige of' jero- miëerende peroratiën van ouder wetschen stempel. Zakelijk wil hij wezen allar- eerst en allermeest. Hij mist ongetwij feld het frissche, prettig-kioeke, klaak- vol-suggestiave van een Idenburg als redenaar in 't Parlement. Gelijk de iaage, schrale figuur van den man met het door Indische zon wat verdroogde, vertraande gelaat, met den puntigen schedel, de leerachtige trekken, de eer- zuchtigseherpe expressie der zwarte oo gen, den heer Pock meer doen gelijken op, meer doen denken aan een Otto van Rees, dan naar de uiterlijke verschij ning van zijn voorganger, die thans te Paramaribo het hoogste gezag vertegen woordigt. Ongewoon snol, ongewoon korf na zijn optreden als Kamerlid'heeft de hoer Pock zulk eea hooge plaats in de Tweode Kamer veroverd, gewichtig genoeg om op hem voor een portefeuille het oog te doen vallen. Hij raisie, met zijn vermoeiend, zwak-eentonig keelgeluid en tamelijk maften, dorren stijl, alle redenaarsgave. Hij ging aarisverkwis tend om men den „nationalen tijd." Hij spon een speech uit tot iets zóó lang dradigs, dat zelfs den geduldigste de oogleden zwaar werden Hij herhaalde soms driemalen wat hij beweerde, en betoogde dan nogmaals even vaak wat bij bereids herhaald had. Maar minister Pock heeft veel van den afgevaardigde Pock geleerd. Hij is veel pittiger, kort- bondiger dan deze. Zoowel kracht als kleur zijner parlementaire redevoeringen zijn gestegen. Hoofdzaak echter bleef mr. Pocks talent om, wat voor Insulinde 't meest drong en 't m6est aandacht verdient, op 't tapijt te brengen, en dat wel voortreffelijk gedocumenteerd, zooals slechts hij doen kan, die de zaak „on der de knie" heeft en wien tevens moeite noch inspanning noch diepgaande studie te veel zijn om haar dusdanig te „verwerken" en toe te lichten, dat het algemeen belaag er werkelijk door gebaat wordt 't Is niet onmogelijk, dat de faetor eerzucht ook in dit geval dien bran denden ijver prikkelde doch reden mag dit in geen geval zijn om de hooge waarde te betwisten, welke een land heeft ts hechten aan het bezit van zulke kundige, talentvolle en doortastende mannen a!s de minister Pock is. van afdeelingsbesturen ingesteld naar het lot van weduwen en weezen van overleden onderofficieren. Celebes. Blijkens uit Indië ontvangen tele grafische berichten is sedert de jongste mededeelingen dienaangaande in de „Staatsoourant" van 3 Oot. de kapitein der genie P. W. P. Ciig- nett 4 October jl. nabij Baroepoe in de Toradjalanden (Celebes), tijdens eene verkenning voor mijnaanleg, levensge vaarlijk gewond door een schot in de linkerborst, en 20 September te voren nabjj Baroepoe, bij het werpen van een bom (door onvoorziohtigheid) liobt ge wond de geniesoldaat 2de klasse G. van Zwieten de Blom (no. 52968.) acht dagen verlof had gekregen. Daarin lag niets onwaarschijnlijks, want me vrouw had haar reeds meermalen toe gestaan eenige dagen bij haar vader door te brengen, wanneer zij zelve met haar zoon op reis was. Mijnheer Zier zat ia de ruime kamer, die als salon, woon- en eetkamer diende, en waarvan de meubelen, ofschoon netjes onderhouden, van veeljarigen dienst getuigden, Hij zat in een met leer overtrokken leuningstoel bij den haard, die slechts weinig warmte verspreidde, ofschoon buiten een snijdende noord oostenwind blies, die ook zijn weg dooi de kieren van het half vermolmde venster wist te vinden, De luitenant had een lange, magere gestalte en ingevallen trekken, die vroeger schoon geweest waren en waaruit nu nog veel verstand sprak. Op de magere kaken lag een roode kleur, in de grijze oogen flikkerde een onrustig vuur, dat verried hoe do geest van dezen man nog immer streed tegen de zwak heid van zijn lichaam. Zijn stijve ledematen waren gehuld in een grijze kamerjapon, een huis- mutsje bedekte zijn dunne haren en een deel van zijn hoog kaal voorhoofd. Door hot hoofdbestuur van „Ons be lang", vereeniging van onderofficieren geëmployeerden in den rang van on derofficier is een adres gericht tot de Tweede Kamer der Staten-Generaal, o. m, het volgende gezegd wordt dat het van algemeens bekendheid is, het lot van weduwen en weezen van onderofficieren voorziening behoeft dat door de vereeniging een onderzoek is ingesteld naar den werkelijken toe stand der biet-bedoelde weduwen en wee zen dat bij dit onderzoek omstandigbe- den aan hst licht zijn gekomen, zoo diep treurig, dat zoo spoedig mogelijke verbe tering een dringende eisch is dat ten op zichte van weduwen en weezenverzorging voor alle andere landsdienaren reeds lang eene voorziening is getroffen dat het hier geldt de nagelaten betrekkingen van de meest van den Staat afhanke lijke dienarendat deze dienaren, uit noodzaak van staatsbelang, in eens rechtsverhouding zijn geplaatst, welke het hun vrijwel onmogelijk maakt ap andere wijze, dan door het recht van petitie, daarin verandering te verkrijgen dat het bestuur voornoemd, vermeent, het daarom een nog groote, zedelijke en materieele plicht van den Staat ia, verbetering in den toestand de weduwen en weezen dezer dienaren te brengen dat ook het ontbreken van ©en goede regeling, als hierbedoeld, een der hoofd oorzaken is van het verloop van het onderofficierskader. Om deze redenen vraagt het hoofd bestuur de Tweede Kamer zeer dringend, maatregelen te treffen, tot instelling van een rijkspenBioenfonds voor wedu wen en weezen van mindere militairen. Bij het adres is gevoegd een uitvoe rige memorie van toelichting en ook een verslag van een enquête door tal Kussens en dekens dienden om hem te steunen en te verwarmen. Aan het andere einda van het vertrek zat Valentine. Zij droeg een grijswollen japon met nauwsluitenden halshoe j ©onvoudig dit kleedingstuk ook was, het j deed da fijne onberispelijke figuur van het meisje allervoordeeligst uitkomen, j Zij zat met den rug naar het venster gekeerd, en terwijl de Februarizon nu en dan door de wolken brak, scheen die haar lokken met gouden vonkjes te bestrooien. Valentine hield een fraai gebonden boek in de hand, dat door zijn nieuw heid aanmerkelijk afstak bij de veel gebruikte klassieke en wetenschappelijke werken, die in de boekenkast in haar nabijheid stonden. Met haar welluidende stem las zij haren vader voor dit was een der grootste genoegens, die de zieke nog smaken kon, en zjjn dochter ver zuimde nimmer, hem dit genoegen te verschaffen, zelfs al kwam zij voor eenige uren. Ook nu dwong zij ziehzelve om haar aandaoht te schenken aan de lectuur, ofschoon haar hoofd en hart met geheel andere dingen vervuld waren, en reeds langer dan een uur had zij haar vader reads voorgelezen. Thans Huigiatatris. De Kamer van Arbeid voor de ta baks-industrie te Rotterdam heeft een cir culaire verzonden aan alle Kamers van Arbeid, waarin zij als haar meening te kennen geeft, dat de Kamera van Ar beid nuttig werk kunnen doen door in de door haar vertegenwoordigde bedrij ven een onderzoek te gaan instellen door hoeveel personen, voor welke loonen en onder welke omstandigheden huisarbeid wordt veracht. In afwachting van de vorming eener staatscommissie kunnen de Kamers van Arbeid zich naar haar inzien verdien stelijk maken door reeds nu te begin nen het terrein in eigen omgeving te verkennen. De Kamer zelf heeft dit dezen zomer gedaan en daarbij goede gegevens ver kregen, die zij alreeds heeft gepubli ceerd. Üitv9@r van Nederlaadsch vee naar DuitschUtncL. De Haagsche correspondent van de „Daily Telegraph" meldt, dat hij uit goede bron heeft vernomen, dat de Nederl. gezant te Berlijn van zijn re geering een wenk heeft gekregen om te beproeven van de Pruisische regee ring da opening van de grenzen voor den invoer van Nederlandsch vee te verkrijgen. Met het oog op den toestand van de Duittche vleeschmarkt, rekent men er in Holland op, dat de bemoei ingen van den. gezant resultaten ople veren, zegt genoemde correspondent. De „Tel." verzocht zijn Berljjnschen correspondent telegrafisch om naar de juistheid van dit bericht te informeeren. Deze seinde, dat van een aanvrage om de grenzen van Pruisen voor Neder landsch vee open te stellen te bevoegder plaatse te Berlijn absoluut niets be kend is. Lijkverbranding. Een gedeelte van de te Haarlem onlangs plaats gehad hebbende vergade ring van de „Vereeniging voor facul- liet zij echter het boek even zakken, keek naar haar vader, die de oogen gesloten hield en vroeg vol bezorgdheid „Spant het u niet te veel in, lieve vader P Zal ik eenige oogenblikken wachten Hij sloeg de oogon op en antwoordde met levendiger en krachtiger stem dan men verwacht zou hebben „O, neen, neenlees maar verder, als het je ten minste niet vermoeit." „O, volstrekt nietlieve vader", verzekerde Valentine met een vriende lijken glimlach. „Ik lees mevrouw Rechling meer dan eens uren lang voor, zonder dat 't mjj inspanning kost." „Dat zullen) mooie werken zijn, die het arme kind haar voor moet lezen", dacht de luitenant, die geen goeden indruk van mevrouw Rechling gekregen had, toen zij eens op een rijtoer eenige oogenblikken aan zijne woning was afgestapt. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1906 | | pagina 1