1806. 'S O IKS ,AGD Donderdag 1© September. FEUILLETON. >ruik alle qpj@n@em dl m ut/ Ho; 221. 44a Jaargang» ppij; een 50. a 15 I Muitend geleverd ELIAATSCHAÏHI van Stokvis Zonen, ROTTERDAM, -de Weegbruggen, Adres: Firma: C,I OON. Paliugstraat.f vraagt tegen 1 Nov. sbode, en en van goede pon f 100. Zich aan na 7 uur. MDIKN8T n-Middelburg v.v 4.40f 5.50f 7.55' 12.3U* 1.15§ 2.-' 5.—* 5.50§ 6.55' ,0.25§. n de Remise. J de Zeil markt, n het Badhuis. 5.15f 6.25f 8,40 S§ 1.15* 2.—2.45' 5.5Ü* ö.55§ 7.5(J ll.lOf. der dan tot de Re Zeilmarkt. Badhuis. H4?£ftÖiENSï. vm. 6.6.20, 7. 10.—, 10.20, 10.40 12.30, 1.05,1.30* .55, 4.30, 4.50, 5.20, 8.20, 9.10. uis: 5, 9 Nm 3.10, 7.05, vm. 6,10, 6.30, .50, 10.10, 10.30, n 12.10, 12.45, 3.40, 4.10, 4 ,40 7.25, 8.—, 8.80 vallen Zondags uit SH-aCHSiaöS. 06. nm. 3,23 g) en 6,10 (o om. 3,50 g) en 6, 40 55 a) en 4,45 5 a) 3,23 en 6,10 e) f) na het vertrek van ke n. Neuzen vm. 8,30 s, Borssele en Neuzen ns, Borsaele en Neuzen n van 16 April tof VLISSINYSdlE Prijs per drie monaden 1=8®, 'femt® pen josic 1.50, Afzonderlijke nummers 5 cent Men abonneert zich bij alle Boek handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij den Uitgever F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt, I. 187. M COURANT ADVERTBNTIÉNs van 14 regels ƒ0.40. Voor eiken rege; - meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Groote letters en cliché s naar plaatsruimte. Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zon- en feestdagen. Telephoonimminor 10. Ahonncjnents-Advertcntiën op zeer voordeelige voorwaarden. Zij, die aicli met het volgende kwartaal, aan vangende 1 October a.s., op ons blad abonneeren, ontvangen «ie van lieden tot dien datmm ver schijnende nummers GRATIS. Van w@@k tot w@ek. Toen in 1885, hertog Wilhelm van Brunswijk overleed, was de mannelijke linie van zij ahuis,dat van Brunswijk-Lu- neburg, uitgestorven en kwam voor den vaoanten troon in aanmerking de hertog van Cumberland, zoon van den laatsten koning van Hannover. Na den ongeluk- kigen oorlog, dien in 1866 Oostenrijk ea eenigo üuitsche Staten tegen Pruisen voerden, werd reeds in October van dat zelfde jaar het geheele koninkrijk Han nover bij Pruisen ingelijfd, maar die in lijving is door het regeerenda stamhuis nooit erkend. De Hohanzollerns werden Bteeds als overweldigers beschouwd (de overweldiger was eigenlijk von Bismarck) en dientengevolge bewerkte de Pruisi sche regeering, dat het Hannoversche huis van de regeering over Brunswijk werd uitgesloten. Prins Albert van Pruisen, werd toen voorloopig als regent aangesteld, welk regentschap thans door zijn dood geëindigd is, en nu komt de vraag aan de orde, of de uitsluiting van het Hannoversche stamhuis nog langer kan of zal worden gehandhaafd. Wanneer de hertog van Cumberland van zijn rechten op den Hannoverschen troon afstand wil doen, zal hem bet hertogdom wel toevallen. In ieder geval heeft hij een jaar tijd om zich te beden ken, daar een raad van regentschap ingesteld is, totdat de Landdag de zaak beslist. Totnogtoe heeft de zoogenaamde "Welfischa of Hianoversohe party geen enkel lid in den L jnddag, maar zy wint toch veld en is in Hannover zelf ook nog vrij sterk. Dit zaakje kan dus nog wel eenige moeilijkheden opleveren. Langzamerhand komt toch een weinig licht in de Cubaansche aangelegenheden, in zooverre betreft de plannen der revo- lutionnairen, die weer dapper aan 't vechten zijn en, nota bene langs vrede- lievenden weg, de jongste presidente verkiezing zouden willen doen vernieti gen. Zij zouden dan, na staking der vijandelijkheden, langs scheidsrechter lijken weg hun doel willen bereiken, waarbij ook bijzonder op de belangen der vreemdelingen zou worden gelet, 58.) Hij had in het hotel gewoond en was beschouwd als een voornaam heer, wien niemand lastig durfde vallen. Zijne rekening had hij steeds op het eind van de maand betaald en daar de rekening over deze maand juist zou afloopen, durfde men bij zijne levenswijze hem nauwelijks verdenken, dat hy opzettelyfe was heengegaan om de betaling te ontloopen. Zijne kleederen dekten in- tussohen nauwelijks een tiende deel van zijne schuld. Men vermoedde dat hem een ongeluk was overkomen, dat hij ais een bekend nachtbraker beroofd en vermoord was geworden, want men wist, dat hy ateede veel geld bij zich droeg. Zijn gehuurde knecht werd in een scherp verhoor genomen en heimelijk'bewaakt, maar moest in vrijheid gesteld worden, daar hy zijn alibi kon bewijzen. De eigenaar en waartoe zy den steun van vreemde kapitalisten zouden willen winnen. Maar de Amerikaansche interventie is er intusschen al en zelfs een geheel eskader gaat goed bemand naar het eiland. Natuurlijk zal de landing van troepen, die ook met voorkennis der opstandelingen schijnt ste zijn geschied, ten doel hebben de speciale bescherming der Amerikaansche onderdanen en be langen. Wat er verder van worden zal, zullen wij afwachten. Of de Amerikanen inderdaad de ro! van vredestichters op zich zullen nemen, en na afloop van het zaakje precies gaan zooals ze gekomen zijn, hierachter kan men wel een bui- tengewoon groot vraagtoeten zetten. Al wei intusschen, wanneer dat eeuwige vechten maar weer een einde neemt. Het is de „Kö'msche Zeitung", die de Russische regeering nu eens flink de les leest over haar schandelijk officieel rapport inzake de moordtooneelen te Siedlce, Met een stalen gezicht laat men het voorkomen, alsof de gansche zaak weer niets te beduiden had terwijl het een feit is, dat de eer en -plichtvergeten Russische militairen als wilde dieren hebben huisgehouden. Het is by deze gelegenheid gebleken, dat een aanzienlijk deel van het jongere Israëlitische volk zich gevormd heeft tot een bond, die de revolutie van de daad in het vaandel voert. In hoeverre handelingen van dezen bond aan het gebeurde sohuld hebben, kan men niet uitmaken. Vast staat het, dat de militaire bezetting de gelegenheid heeft aangegrepen, om een van die menschonteerende gruwelen te doen plaats hebben, waarvan de Russi sche geschiedenis wemelt, en dat men de uitspattingen tegen de onschuldigen niet heeft beiet. De eisch van den gouyernsur, dat men hem de leden van den bond zou uitleveren, was gewoon onzinnig, en bewjjst dat men een voor wendsel zocht. Tereoht merkt de „Köluische" op, dat de regeering er het nadeel van onder vinden zal, daar zij zorgen moest haar eerlijk streven naar het invoeren van hervormingen te doen uitkomen maar zy doet niets dan een armzalig leugen achtig rapport publiceeren, waaruit blijkt dat er slechts 89 dooden en gewonden zijn, en dat in een slachting, die dertig uren aanhield, en zóó gruwelijk was, dat er zelfs een christen-deputatie,, naar den gouverneur toog, om hem te smeeken, het bloedvergieten te laten ophouden. en de bedienden van het restaurant, waar de baron dien avond het laatst was gezien, zonder dat een van hen had bemerkt, dat hij dit verlaten had, konden slechts hetzelfde zeggen. Op een bescheiden ondervraging bij eenige van de officieren met wie hij dien avond tezamen was geweest, kreeg men het overeenstemmende antwoord, dat hij plotseling uit hun kring was verdwenen, zooals hij wel meer deed, onder voor wendsel, dat hij op een andere plaats nog een samenkomst had. In dien zin luidde dan ook een be richt, dat van overheidswege aan d9 kranten werd toegezonden. Het was de politie zeer opgevallen, dat zij bij hare navraag met de heeren met wie hij in dat restaurant had verkeerd, zoo weinig- deelneming voor den verdwenen baron had gevonden. De heeren waren allen ontstemd, omdat zij wegens hem lastig gevallen werden. Niemand had zich over hem uitgelaten zij schenen allen over tuigd te zijn dat hij weg was, en dit bracht de politiebeambten tot nadenken, tot navorschen. Dit leidde evenwel bij achterhoudendheid der offioieren tot niets slechts iets kwam daarbij toeval- lig aan het lichter was dien avond 't Is weer een treurig staaltje van I Russische oprechtheid, dat weinig goeds voor de toekomst belooft. De dood van Trepof zal daarin wel geen verandering brengen. De bewaker van Peterhof, de vergulde kooi van den Czaar, de bewaker die zelf nooit buiten zijn gevangenis kon bomen zonder ernstig levensgevaar, is dan ten minste een natuurlijken dood gestorven. Men mag dit althans aannemen, omdat zijn gestel onder de uitoefening zijner, be trekking leed maar natuurlijk is een geheimzinnige misdaad zeer wel moge lijk. Vroeg of iaat zou de bom hem toch wel getroffen hebben en bij de reactie was hij evenmin gezien als bij de vooruitstrevender}, zoodat zijne po sitie vrij treurig mocht heeten. Ziju opvolger is waarlijk niet te benijden. van vuur en verhaasten het uitbreken van nieuwe ongeregeldheden door de Griek- eehe inlijvingspartij contra de oppositie. Zóó gist en kookt het alweer aardig in 't warme zuiden. Zal de heete bodem van Sicilië met zijne vreeselijke natuurkrachten zich mengen in dit menschelijk concert van dissonanten BlMenlanisGlie krictópii In Macedonië is het smeulende vuur weer uitgeslagen. Men wist te voren dat het er toe komen zou. Zoowel de Buigaarsche als de Grieksche vrijacha- ren, onderling verbitterde vijanden, maakten het in den laatsten tijd weer zoo bont tegen den genseenschappelijken vijand, dat de Turksohe soldaten deden wat te doen gebruikelijk is en er weer eens flink op lossloegen, zóó, dat de vertegenwoordigers der buitenlandsche mogendheden zich verplicht zagen tot het instellen van een onderzoek. De Porte zal er zich wsl heel weinig van aantrekken en heeft blijkbaar schik in de gelegenheid die zich voordoet, om te toonen dat zij nog baas is. Vandaar dat de groote mogendheden gewaar schuwd zijn, dat de krijgstoerustingen van Bulgarije, waar men de woelingen in Macedonië aanstookt, niet langer lijdelijk kunnen worden aangezien. Zou de oorlog, die hier al zoo lang in de lucht zit, dan eindelijk toch eens komen 't Zou een leelijk geval wezen. De Bul garen zouden het alleen moeten uit vechten, maar als de Turken het wonnen, zouden zij de vruchten hunner over winning toch niet plukken, 't Is wel verdrietig, maar de Sultan, die nu weer een beetje opgeknapt is, kan dat op zijn vingers narekenen. Op Kreta is het een veeg teeken, dat de vertegenwoordigers der mogend heden, een wettig uitgeschreven ver gadering der Kamer hebben verdaagd. Men was blijkbaar bang voor de be sluiten die genomen zouden worden, maar zulke willekeurige en onwettige maatregelen werpen slechts olie in 't een vreemde oude voorname heer in het gezelschap der officieren geweest, van wien geen der ondervraagden gewag had gemaakt en die aan den eigenaar van het restaurant ook onbekend was. De politie vermoedde, dat er in dis kamer gespeeld was, of liever gezegd, zij was er zelfs van overtuigd. De ver miste kon veel gewonnen hebben misschien stond de vreemde heer in verband met het verdwijnen van den baron, maar men waagde het niet te informeeren, wegens den naam en de positie van de heeren dat kon een openlijk schandaal geven en dat wildo men zoo lang mogelijk vermijden. De officier van justitie snoeet eerst pogen uit te vorschen, waarheen de vreemde heer zich vermoedelijk metden baron had begeven, wanneer di9 ook in dien nacht nog een samenkomst had gehad, en dezen draad kon men slechts in handen krijgen, wanneer men den vreemden heer gevonden had. Dit laatste zou niet moeielijk geweest zijn indien men in het restaurant had geweten dat luitenant Yen Schimmel- pfennig des avonds met een ouden heer versohenen was. Maar zij hadden beiden in de voorste zaal in een halfdonkeren Se opening der Earners. De groote Ridderzaal, waarin de Ko ningin gisteren voor de derde maal de Staten-Generaal hoeft geopend, vertoon de weder dsnzelfden luisterrijken aanblik als de beide voige jaren. Het geflonker van het goud dar uni formen, de helle kleuren der ordelinten op de met eereteekenen bezaaide gala- costuums der hoogwaardigheidsbeklee dera zetten het schouwspel weder zijn gewonen glans en schittering bij, waartoe ook de kleurige damestoiletten niet wei nig medewerkten. In de zaal was echter niet zooveel licht als de vorige jaren, daar de lucht tijdens de plechtigheid bewolkt was. De me6ste Kamerleden waren weder in uniform, sommigen in militair tenue driewerf „leve de Koningin, hoeral" gevolgd door een drievoudig „leve de Prins" door de in de zaal aanwezigen aangeheven, waarop de Koningin, vriendelijk neigend, naast den hear Welt, den voorzitter van de commissie, de zaal verliet, gevolgd door den Prins en den schitterenden stoet van hofdig- nitarissen. De voorlezing van de troonrede duurde tien minuten. Op straat had de plechtigheid haar gewoon verloop. Duizenden en duizen den woonden weder het steeds aantrek kelijke schouwspel bij, dat ditmaal, nu de Koningin zich in de gouden koets naar de Staten-Generaal begaf, nog schitterender was dan verleden jaar. Allerwegen werden de Koningin en de Prins door de dichte menigte, in de met vlaggen getooide straten het voorbijtrekken van den stoet verbeidend, met geestdrift toegejuicht. De stoet ging ditmaal niet ianga de vroegere hoofdwacht, doch langs het kadasterge bouw op het Buitenhof. Overigens was in den weg geen verandering aange bracht. Na haar terugkeer in het paleis ver schenen H. M. de Koningin ea de Prins eenige oogenblikken op het bal kon, door het volk met luiden jub3l begroet. de heer Nolens in priesterkleed enkelen de heeren Yan Yliet, De Klerk, Plate, Bos, Roodhuyzen, Hubrecht, Mees en Ketelaar - in het zwart. Onder de gezanten werd ditmaal voor het eerst opgemerkt de nieuwe Chinee- sche gezant in zijn typische kleedij, het hoofd getooid met gouden punt, terwijl voorla het schitterende uniform vanjhr. Ruijssenaers als gezant in disponibiliteit de aandacht trok. Omstreeks kwart over eenen verkon digde het geschetter van het koper buiten, dat de Koningin in aantocht was. Nog eenigo oogeublikken, en onder het plech tig weerklinken vau het aloude „Wilhel mus", met dof kanon gebulder doormengd, treedt de Koninklijke stoet de zaal binnen. De Koningin was uiterst smaakvol gekleed in crème satijnen japon, over het corsage het ordelint van het groot kruis van don Nederlandschen Leeuw, terwijl een hoed van geel paille met aigret haar hoofdtooi vormde. Aan haar linkerzijde nam de Prins plaats, die in groot marinetenue was. Zoowel de Ko ningin als de Prins zagen er welvarend uit. Met haar heldere, klankrijke stem waardoor elk woord tot in de verste hoeken der zaal duidelijk was te vol gen, las de Koningin de vrij lange rede voor, op enkele woorden eenigen meer deren nadruk leggend. Tegen het eiade scheen zij echter eenigszins vermoeid al kon zij ook toen nog zeer goed ver staan worden. Evenals de vorige jaren werd, toen H. M. haar rede geëindigd had, een hoek gezeten. De luitenant was gedu rende zijn verlof langen tijd niet meer in het restaurant geweester waren intusschen andere bedienden gekomen, zoodat de kelluer, die de beide gasten bediende, hem niet kende. De oberkell- ner had niet op den uhlanenluitenant in burgerkleeren gelet, omdat deze zoo'n bescheiden plaats had opgezocht. Intusschen waren de officieren, die aan bet spel hadden deelgenomen, over eengekomen op geen enkele vraag, die betrekking had op dien avond, antwoord te geven, en ook geen gewag te maken van den ouden heer Yon Schimmel- pfennig, die hier een vreemdeling was. Het zelf recht oefenen, door dezen heer voorgeslagen, was inderdaad een uit stekend denkbeeld geweest, dat hen weer aan hun geld had geholpen, maar dat was juist de hoofdzaak, die moest verzwegen worden. liitusschen had de oude heer Yon Schimmelpfennig zijn neef meegenomen naar zijn landgoederen, om hem daar na een onderzoek van den toestand te zeggen, wat voor hem het beste was te doen Otto had hem ook het bedrag zijner persoonlijke schulden genoemd, dat voor één mensoh bijna ongelooflijk Be Millioesea-neta. Aan de nota betreffende den toestand van 's lands financiën, gisteren, Dins dag door den minister van financiën overgelegd bij de aanbieding van de staatsbegrooting voor 1907 is het vol gends ontleend Voor het dienstjaar 1904 bedroegen de ontvangsten f 170,556,769.46 en de uitgaven 1175,037,770.3572, zoodat dit dienstjaar een tekort van f 4,481,000.89" aanwijst, welk tekort f 1,067,524.667» minder bedraagt dan een jaar geleden werd verwacht, aangezien de uitgaven f 904,404 657» lager en de ontvangsten f 163,120.01 nooger zijn gebleken dan uit da toenmaals voorhanden gegevens kon worden afgeleid. Ook do uitkomsten van het dienst jaar 1905 zullen vermoedelijk geen te leurstelling baren. Naar de thans voorhanden gegevens zullen de uitgaven over het jaar 1905 f 174,219,750.117» bedrageu en de ont vangsten f174,952,768.027», zoodat er een vermoedelijk overschot zal zijn van f 733,027,91, terwijl oorspronkelijk een tekort van 18,867,433.267» werd Men vindt als einduitkomst over de jaren 18921905 een tekort van f8,522,230.32, dat het resultaat is van eeu overschot op den gewonen dienst van f43,387,888.167» en een tekort op den zoogenaataden buuengewonen dienst van f 51,920,118.4873. Omtrent de vermoedelijke uitkomsten van het dienstjaar 1906 valt uit den Zijn oom had hem intusschen de treu rige overtuiging uitgesproken, dat hij er het best aan toe zou zijn, wanneer hij naar het buitenland en in vreemden dienst ging, totdat onder zijne mede werking de treurigo toestand weer ver beterd was. De eer van zijn naam duldda niet, dat hij de woekeraars, aan wie Otto zich zoo onverantwoordelijk over gegeven had, zou aanklagen en hij kon evenmin dulden, dat zijn neef intusschen in de handen van andere geldmannen viel, die bereid waren de majoraatsheer zoo lang boven water te houden, want dat was erger dan een gerechtelijke be waring, die hem bij goede oogsten weer op de been kon helpen. Iets blijft je nog over, wanneer jij je daartoe in staat acht, had hij ten slotte getroost. Ga naar Heirichshof eu bestudeer ernstig de landbouwkunde. De oude Waldmüller, die zoo zwak geworden is, moet weg jij moet echter de huwelijksplannen uitje hoofd zetten (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1906 | | pagina 1