1806.
Donderdag-
30 Augustus.
Birinenlandsclig berichten
No. 203.
44# Jaargang,
G emeente bestuur.
Van week tot week.
FEUIOaETON.
VUSSlMSdIE COURANT.
Prijs per drie maandess 1.30. föaaie© f® jiüSï jt 1.50.
Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek
handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij den Uitgever
F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt, I. 187-
ADVERTENTIES: van 14 regels ƒ0.40, Voor eiken rege
meer ÏO eent. Bij diiecte opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde
advertentie wordt de prijs slechts twee maal berekend. Groote letters
eu cliché's naar plaatsruimte.
Verschijnt dageiyks, uitgezonderd op Zon- en feestdagen.
Telepl» aonnummer 10.
Ahoniiemcnts-Advertentiën op zeer voordeelige voorwaarden.
PUBLICATIE.
Verjaardag van H. M. de Koningin.
Burgemeester en Wethouders van
VliBsingen
maken bekend
dat bjj gelegenheid der feestviering
ter herdenking van den geboortedag
van Hare Majesteit onze geëerbiedigde
Koningin, bij afwisseling het klokken
spel zal worden bespeeld, en van alle
openbare gebouwen zal worden gevlagd,
terwijl de fontein op het Betje Wolffs-
plein zal springen.
Zij vertrouwen, dat die dag, die overal
elders in ons vaderdand wordt herdacht,
ook bier feestelijk zal worden doorge
bracht en noodigen de ingezetenen uit
om op elke gepaste wijze, ook door het
uitsteken van vlaggen als anderszins,
van hunne ingenomenheid daarmede te
doen bljjken.
Ylissingen, den 27 Aug. 1906.
Burg. en Weth. voornoemd,
C. A. KALBFLEISCH, L. B.
De Secretaris,
WITTEVEEN.
PUBLICATIE.
Afstegen van "Vuurwerk.
Burgemeester en Wethouders van
Vlisaingen j
gelet op art. 122 der Algemeene
Verordening van Politie voor de ge
meente Vlisaingen, (Gemeenteblad no.
1 van 1893)
maken bekend
dat het op Vrijdag 31 Augustus a. s.
geoorloofd zal zijn vuurwerk af te ste
ken, uilsluitend op de Bierkade, de
Zeilmarkt, het Beursplein, den Noord
zee-Boulevard en de Kleine- of Rit-
themsche Markt, uiterlijk tot des avonds
10 uur.
Ylissingen, den 27 Aug. 1906.
Burg. en Weth. voornoemd,
C. A. KALBFLEISCH, L.B,
De Secretaris,
WITTEVEEN.
Men zegt dat, toen Cuba door de
Yereenigde Staten op niet al te eerlijke
manier vrij wasgemaaktvandeSpaansche
overheersching, een republiek was ge
worden en een president aan het hoofd
van het bestuur zag gesteld, deze van
zich zelf de getuigenis aflegde, dat hl
de eerste en de laatste president van
Cuba wezen zou. Men is steeds alge
meen van meening geweest, dat de
schoone parel der Antillen beBtemd is
om een wingewest der Yereenigde Sta
ten te worden, en misschien nadert het
41.)
Klaus bewonderend, Robert zyn
opwinding tegengaande, in ridderlijke
achting voor de mooie vrouw, die on
danks alles steeds zijne bewondering
toonde wanneer hij haar ontmoette.
Ook zjj scheen geneigd meer partij
voor hem, den mooiensoldaat, te trekken,
dan voor haar „solieden* echtgenoot,
op wiens gelaat niets dan hoon te be
speuren viel.
Klaus zal zeker alles doen om dit
misverstand op te helderen.
Zjj wierp haar man daarbij een ge
biedenden blik toe.
Jullie bent immers broeders
Nietwaar, Klaus, je zult het doen, wan
neer je werkelijk
Klaus perste zijne lippen op elkaar.
Zoo gaarne wilde hij haar believen,
maar terug nemen wat hjj voor een feit
hield «s tegenover Robert nooit
oogenblik reeds, dat deze profetie ver
vuld zal worden, want, het is daar, als
naar gewoonte, weer erg rumoerig.
Een gemakkelijke prooi zal, wanneer
Amerika als rusthersteller tusschen-
beide moet komen, Cuba wel wezen.
Het groote land bevat slechts anderhalf
miliioen inwoners. De republiek bezit
een legertje van slechts drie duizend
man maar zoowat de geheele bevolking
kan de wapens dragen en, even als alle
Zuid- en Midden-Amerikanen van La-
tijnschen oorsprong, zit het samen-
zweeren dezen menschen wel een beetje
in 't bloed. Zij zijn nooit tevreden over
hun bestuur, willen steeds een ander
en vinden altijd oorzaken, die een om
wenteling rechtvaardigen. Zóó is het
ook thans en wij houden ons overtuigd,
dat de omwentelingsgezinden geen
meerdere reden hebben voor hun ge
wapend verzet, dan de ontevreden bur
gers in eiken anderen staat, welks re
geering geen model van volmaakt
heid is.
In het Ozarenrjjk aanschouwt men
voortdurend niets dan ellende. Dage
lijks ontvangen wij diep treurige be
richten en de treurigste ervan zijn onzen
lezers nu reeds weer in alle bijzonder
heden bekend.
Bij elke gewelddaad komt natuurlijk
de oude vraag boven of de regeering
zal terug komen van hare stelling, dat
eerst volkomen rust in het land moet
keersohen, eer de hervormingen komen.
Zoo ook nu weer. De revolutie blijft
voortgaan met hare Btellingeerst
de hervormingen en dan de rust, met
daden te verdedigen. YYie zal aan het
langste einde trekken Men gevoelt
dat hier de oplossing van het vraagstuk
zit, waarbij men in het oog dient te
houden dat in de volgende maand een
derde van het leger naar huis gaat en
het er dus op aan komt, dat te ver
vervangen door voldoende en betrouw
bare strijdkrachten. Tan den geest van
bet leger toch hangt alles af en dan
is weer zeer teekenend daarvoor het
gebeurde in het zomerkamp bij Odessa,
waar de soldaten een politieke bijeen
komst hielden onder het zingen van de
„Marseillaise", waarop besloten werd
op werkstakers en revolutionairen niet
te schieten.
YYat tot dusver nog slechts sporadisch
voorkwam, neemt thans een stelselmati-
gen vorm aan. Wjj bedoelen de geld-
rooverjjen. Dagelijks worden honderd
duizenden uit stations, treinen, banken
Laat hem eerst wat tot kalmte
komen, zeide hij schijnbaar bereidwillig.
Maar in geldzaken houdt de bloedver
wantschap op. Ik heb gezworen, Diet te
rusten, voordat ik weet, waar dat geld...
Je zult je broeder tegenover zijne
superieuren rechtvaardigen. Je zult dat
doen, om mg te toonen, dat je werkelijk
een goed hart hebt. En daartoe zal je
vandaag reeds gelegenheid hebben. Ik
had nog niet den tijd om je zelf te
zeggen, dat ik, om aan mijne vriendin
revanche yoor de sledepartij te geven,
haar en eenige anderen van het gezel
schap voor een eenvoudige theevisite
uitgenoodigd heb. Ook mynheer Yon
Felienthin vroeg zoo dringend, ook te
mogen komen, dat ik het hem niet
kon weigeren. Ik zal de zaak zelf ter
sprake brengen.
Klaus beet zich op de lippen. Hij
bemerkte haar voornemen niet om het,
na die sledevaart over hem gewonnen
overwicht ten volle te willen exploiteeren,
maar hij bood nog weerstand aan hare
macht, waartegen hij ongewapend stond
want Laura, terwijl zij in haar coquet
huistoilet den vy andelij ken broer tot
stomme bewondering dwong, toonde in
dit kritieke oogenblik al haar vrouwe
en fabrieken ontvreemd, natuurlijk om
te dienen als voedsel voor de revolutie,
want ook een revolutieman moet op
den duur kunnen leven maar voor het
land is dit stelselmatig stelen een ramp,
want de bodem van de geldkisten wordt
langzamerhand goed zichtbaar.
Het meest kenmerkende in deze om
wenteling is zeker wel het gebruik, dat
de politie maakt van de slechtste elemen
ten der samenleving, door ze betaalde
handlangersdiensten te doen verrichten.
Men noemt die mensehen „de zwarte
sotnie". Zij ontvangen hunne orders op
de politiebureaux. Toen indertijd de
Doema nog vergaderde en de mensch-
onteerende gruwelen te Bjelostok waren
voorgevallen, is met de stukken aan
getoond dat de autoriteiten met deze
moordende en plunderende menschen,
men het natuurlijk oio straffeloos plun
deren te doen is, onder één deken
hadden gelegen. Trouwens, toen deze
onthullingen gedaan waren, is de Doema
ook ontbonden en reeds twee leden der
vertegenwoordiging zijn door de lieden
dezer bende uit den weg geruimd.
Dat de betrekkingen tussehen de
regeering te Athene en die te Sofia na
de jongste gebeurtenissen zeer gespan
nen zouden worden, of liever, dat de
bestaande spanning zou verergeren, dit
was te voorzien. Zaterdag jl. was or
sprake van, dat de Grieksche gezant
zijn paspoort zou vr. gen, maar aange
zien de beide vorsten op 't moment in
't bad zitten, de een te Aix en de an
der te Mariënbad, zullen er nu wellicht
nog geen belangrijke besluiten worden
genomen. De Turksche regeering heeft
aan die te Sofia haar misnoegen be
tuigd, waarop de Bulgaarsche regeering
fier heeft geantwoord dat van die nota
geen nota genomen wordt, omdat
de Poite met de binnenlandsche aan
gelegenheden van het vorstendom niets
te maken heeft, en dat bovendien het
gebeurde slechts een terugwerking is
van de gruwelen, door Grieken in Ma
cedonië bedreven zoodat de Turksche
regeering er voor behoort te zorgen
dat binnen haar eigen gebied eerst de
orde wordt hersteld.
't Is eigenlijk een moeilijke quaestie,
want niemand weet precies te zeggen,
wat de opperheerschappij van den Sul
tan over Bulgarije beteekent. Feitelijk
beteekent ze in elk geval niets ea wij
kunnen ons begrijpen dat de Bulgaren
met hun uitstekend leger, waaraan de
RusBen hun slagen in den jongsten
oorlog tegen Turkije te danken hadden,
heel graag eens aan den dans zouden
willen gaan. Dat gaat echter heel slecht
buiten consent van de groote ooros in
Europa en we denken dus dat het kef
fen voorloopig nog wel zal aanhouden.
De Grieken, al zullen ze aan de
Bulgaarsche beweging niet veel doen,
mogen overigens wel in hun schik
wezen, dat de aanhechting van Creta
aan huu land, een stap nader schijnt
te zijn gekomen. In de Bulgaarsche
quaestie zal hun dat wel iets van den
steun des Sultans doen verliezen. Dat
prins George zjjn ontslag nam als gou
verneur van het eiland schijnt wel waar
te wezen, maar het feit, dat de mo
gendheden het nu verder maar aan den
koning van Griekenland overlieten om
een gouverneur te kiezen, is vol be-
teekenis. Naar het gevoelen des Sultans
is stellig niet gevraagd en trouwens,
ook hier heeft deze geen feitelijk gezag
meer alleen heelt hij er nog een goede
hoeveelheid onderdanen, die in de han
den der Grieken niet al te veiiig zjjn
en wel eens konden boeten voor de
.zonden van het voorgeslacht.
Zooals wij reeds opgemerkt hebben,
zit Z. M. in het bad van Aken en zal
daar thans meer van de frissche wateren
dan van de politiek genieten. Hjj zal
wel een puren Griek naar Creta sturen,
waarschijnlijk een lastig oppositieman,
om dezen in een vriend van het minis
terie te doen verkeeren. 't Zal dan wel
op raad van de ministers zijnwant
deze Grieken zitten vol truc's.
Intusschen, hoe minder dwarshouten
in de wereld hoe beter. Laat ons dus
maar hopeu dat dit het begin van het
einde zij.
heer Von Schlözer, vergezelde den ge
neraal.
Maandagavond gaf de gezant ter eere
van graaf Yon Moltke een diner in het
gezantschapsgebouw, waarbij o.a. waren
genoodigd de minister van buitenland-
sche zaken en eenige hoogwaardigheids-
bekleeders aan Harer Majesteits Hof.
ljjke scherpzinnigheid.
Klaus hoorde het zwijgend aan, dat
luitenant Yon Felienthin zou. verschijnen
en Robert was haar dankbaar voor hare
bemiddeling. Hij greep hare hand, drukte
die en zij beantwoordde zjjn druk met
lachende oogen.
Je zult tevreden zijn 1 zeide zij.
Klaus wendde zich, inwendig boos,
af en Robert nam afscheid van haar,
zonder hem met een blik te verwaar
digen.
Hij keerde nu kalmer terug en vond
zijne zuster in tranen. Klaus had beloofd
de lastering hedenavond te herroepen
hij verliet zich zeer op Laura, die zich
de zaak wilde aantrokken. Zoodra hij
dit verteld had, ging hij heen.
Den volgenden morgen zei luitenant
Yon Felienthin hem, dat zijn schoon
zuster, mevrouw Brinkman, gisteravond
in de fatale aangelegenheid, dia in het
regiment ter sprake was gekomen, hem
ijverig verdedigd hadzjjn broeder
echter had weinig gesproken en alleen
gezegd, dat het nu doo-r een onderzoek
maar moest worden uitgemaakt, wie de
schuldige was. Zoolang die niet ontdekt
was, zou Robert gemeden worden in
zyn regimenthjj gaf hem daarom den
Hofberichten.
Gisterenochtend 9 u. 40 min. is de
Duitsche generaal graaf Yon Moltke,
adjudant-generaal van keizer YYilhelm
en kommandant van Berlijn, per Staats
spoor naar Het Loo vertrokken tot het
overhandigen namens zijn Souverein
van diens geschenk aan H. M. de Ko
ningin.
Ten 2 uur verleende H. M. den ad
judant-generaal des keizers audiëntie
tot het aanbieden van het geschenk, dat
bestaat uit vjjf statuetten, voorstellende
de Vorsten uit het Huis van Oranje.
De Duitsche gezant bjj ons Hof, de
De minister van marine brengt nader
ter kennis van belanghebbenden, dat
met wjjziging in zooverre van de aan
kondiging, voorkomende in de „Staats
courant" van 26 Juli j 1. no. 72, de
hiernagenoemde jongelingen, gerang
schikt voor de bjj het toelatingsexamen
behaalde cijfers, voor een plaatsing bjj
de marine machinistenschool te Helle-
voetsluis in aanmerking komen A. J.
Gelderblom, F. C. P. Mallée, P. Tap-
perwjjn, J. De Jong, J. N. Kramer, IJ,
L. De Vries, J. Van Rugge, E. Kuipers,
G. Branderhorst, P. A. Tazelaar, C,
A. Poot, J. R. Hofstra, G. H. Klazinga,
W. J. Dalinghaus, L. C. Kooien, O.
Van Drimmelen, W. J. Stefels, O.
Schuurmans, YY. F. Hoedemaker, A.
Roos.
Scheepsrampen.
Er is in den laatsten tijd nogal do
draak gestoken met de talrijke staats-
eommissiën, welke door de regeering
in het leven zyn geroepen om het werk
te verrichten dat aan de ministrieele
departementen behoorde te worden vol
bracht.
Heden is er weder een bjjgekomen,
maar eene die allen zeker met vreugde
begroeten, omdat hare taak een hoogst
nuttige en hoogst noodzakeljjke is
maatregelen beramen om door een prae-
ventief rjjkstoezioht op koopvaardjj sche
pen en zeevisscherjj-vaartuigen scheeps
rampen zooveel mogeljjk te voorkomen.
Reeds lang vóór Hejjermans in zjjn
„Op Hoop van Zegen" de algemeene
aandacht bad gevestigd op den gruwel
der „drijvende doodkisten," is van ver
schillende zijden de wenscheljjkheid en
noodzakelijkheid betoogd van beter toe
zicht op de „zeewaardigheid" van de
schepen, waarmede zooveel menschen-
levens gemoeid zjjn.
Ons land komt zeker niet te vroeg
met de poging om hierin verbetering
te brengen.
De benoemde commissie bestaat uit
een aanzienljjk getal leden, zoodat het
vraagstuk van alle zjjden zal worden
onderzocht. Tot onze bevreemding mia-
sen wjj echter vertegenwoordigers van
het vak der „zeeverzekering." Toch zyn
onder dezen ongetwijfeld velen die nut
tige wenken kunnen geven. YYel telt
de commissie eenige „experts," die de
verzekeraars bjj het sluiten van assu
rantiën voorlichten, maar naast dezen
waren eenige bestuurders van maatschap-
pjjen van zeeverzekering, dunkt ons,
niet misplaatst in dergeljjke breeds
commissie. („Hbl.")
vriendschappeljjken raad, overplaatsing
bjj een ander regiment aan te vragen.
Terneergeslagen, nauwelyks in staat
zjjn dienst te doen, keerde Robert in
zjjne woniDg terug. De revolver lag
nog van gisteren geladen op de tafel.
Hij was voor zjjne carrière verloren
Een onderzoek, waarin hjj de rol van
den verdachte zou spelen 1 Geen officier
zou, wanneer hij naar zjjn brevet dong,
met hem samen willen dienendit had
hjj reeds op hunne gezichten gelezen.
Als waanzinnig liep hjj in de kamer
rond. Meermalen pakte hjj de revolver
op, doch zoekende naar een sprankje
hoop, wierp hjj haar telkens weer neer.
Eindelijk viel zjjn oog op een brief.
Deze was van Sehimmeipfennig en
scheen in zeer opgewonden stemming
geschreven te zyn.
Sehimmeipfennig schreef, dat hjj
van dan regiments-adjudant, die hem
zeer kameraadschappeljjk gezind was,
een brief had ontvangen. Daaruit ver
nam hjj, dat een schurk een intrige
tegen hem bij den overste gesponnen en
van zyn groote schulden gesproken had
maar ook de bloedverwanten, voorna
melijk een neef, waren tegen hem op
en verlangden eea revisie van
den toestand zijner goederen, om ze te
beschermen tegen verwaarloozing door
roofbouw. De overste was zeer opge
wonden en had verklaard, dat hjj geen
verkwisters en doorbrengers in zijn
regiment dulddeer was hem in den
laatsten tjjd zooveel ter oore gekomen,
dat hij een strenge inspectie zou houden.
Het ergste was nu, dat de lasteraar
Robert's broeder was. Hij moest er zijn
verlof aan geven en dezer dagen ver
schijnen, om zjjne verdediging te leiden.
Hem zoeht hjj dus ook te benadeelen,
om het hart van zjjne arme zuster te
treffen. Sehimmeipfennig had hem voor
zeker vóór zjjne afreis gezegd, dat hjj
op een nacht, toen hjj sterk gedronken
had, een „waanzinnig" verlies bjj het
spel had gehad maar hoe kon hjj dit
tegen hem gebruiken I
Klaus is zelf reserve-offieier I riep
Robert vertoornd. Bjj den hemel, komt
het tot het uiterste, dan breng ik hem
voor oen raad van eer, en dan zullen
ook daar, voor de kameraden, twee
broers tegenover elkaar staan 1
(Wordt vervolgd.)