1806. Woensdag 15 Augustus. feuilleton. No. 100. 44ö Jaargang. Binnenlandsslie lisncMen„ ïtëAffdk®» Hwrols Prijs pet drie maaodsB ÜL80S $i)3? pjöii: 1.50, Telephoon nummer ML Vlissisgen ia 1996. L ager-Onderwijs, VLISSmUSCHE COURAXT Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert, zich bij alle Boek handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij den Uitgever F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt, I. 187- ABVEKFENTIËKf.- van 14 regels ƒ0.40, Voor eiken rege sneer ÏO cent. - Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Groote letters en eüelié's naar plaatsruimte. Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Son- en feestdagen. Ahoimeinents-Adi'ertentiën op zeer voordeelige voorwaarden. Dr. A. Kuypsr. Er ia verbazing bij dr. Bronsveld, in diens Kroniek in de „Stemmen voor "W. en V.", dat dr. Kuyper in den vreemde zoo geëerd en gevierd is. Hij is een in het ambtelooze leven terug gekeerde burger, die immers een op dracht om bij vreemde vorsten en aan hoven zijn opwachting te maken niet had ontvangen. De „zoo hoog geprezen Calvinistische geringschatting van het schepsel8 is in dit doen niet te bespeu ren. Dr. K. beklaagde zich onlangs over onjuiste berichten hem betreffende, die „zijn met kruisen en grootkruisen over dekt gemoed hebben gewond*. En waar ia ooit meer persoonlijke polemiek ge voerd dan juist in „Stand.* en „Heraut*, dr. KuyperB lijforganen Bij gelegen heid van een verkiezing te Utrecht berichtte de „Stand.*, dat terwijl de lijdende Fruin zich, om te stemmen, tegen de trappen van 't stadhuis had laten opdragen, dr. Bronsveld rustig was thuis gebleven aan de koffietafel, al moest het blad later meedeelen, dat dr. B. wel had gestemd. In diergelij ken vinnigen geest werd zijn polimiek gevoerd. Ook als journalist is op hem het woord van toepassing een groot talent, maar geen groot karakter. En daarom zou dr. B. het niet betreurd hebben, „zoo de een of andere Sultan hem had benoemd tot groot-vizier." Voor een man als hij valt er in een land als Turkije heel wat meer te her vormen dan in ons vaderland. Nederland en België. Generaal Langlois zet thans in de „Tempa" uiteen, welk belang een ver bond tusschen Nederland en België voor Frankrijk zou hebben. Allereerst schetst de schrijver de ge varen, welke de beide landen bedreigen van de zijde van Duitsehiand, dat sedert lang alles doet om zoowel België als Nederland eerst economisch en daarna politiek te annexeeren. Het pan-germanisme beschouwt reeds lang de beide landen als Duitsch ge bied. In een aardrijkskundig boek van professor Daniel draagt een der hoofd stukken het volgende opschrift„Kleine Staten van Duitsche nationaliteitZwit serland, Liohtenstein, België, Nederland, Luxemburg", De Duitsche handel neemt met reuzen schreden toe hij vermeerderde van 1893 tot 1903 van 81 tot 210 millioen mark, d. i. met 160 pet., terwijl in datzelfde tijdvak de Engelsehe handel met 152 en de Fransche slechts met 23.6 pet. toenam. Voor dezen handel nu bezit Duitsehiand geen voldoende kustontwik- keling. Daarom begeert het Antwerpen en Rotterdamen reeds lang is het bezig, deze beide havens op vreedzame wijze in te palmen. 28.) Arme vriend, gij badt nog moeten leven I hoorde Robert den ouden man zuchten, toen hij met tranen in de oogen Alter hem bleef staan. Ik moest zwijgen om u geen kommer te bereiden, zoolang de dokter mjj zeide dat er nog geen werkelijk gevaar was. Neen, gij hadt nog niet moeten scheiden nu niet 1 Robert legde hem zacht de hand op den schouder. De oude man keek ver schrikt op en trachtte kalm te schijnen. Treurig boog hij weer het hootd en drukte de hand van den jongen officier. Nu stapte Robert naar het lijk, Mijn arme, arme vader 1 zuchtto hij en drukte zijn lippen op het koude voorhoofd. t^laDiS- kjj' h°e akelig verwrongen het gelaat van den dierbaren doode wa* en ontsteld trad hij terug, Ir moet iets voorgevallen zijn, In Antwerpen neemt het aantal Duitschers snel toe, Duitsohers dringen zioh in alle kringen der bevolking en men vindt ze in de belangrijkste amb ten. Van de veertien administrateurs der Antwerpsehe Bank zijn er zes Duit schers, waaronder de president en de vice president. De leden der Kamer van Koophandel bestaan voor de helft uit Duitschers. Duitschers maken zich allengs meester van de groote handelszaken en koloniale ondernemingen en van de pers. Zij hebben zelfs twee militaire vereenigin- gen, zoogenaamd tot onderling hulp betoon opgericht. De toeneming der Duitsche handels marine, in Antwerpen is buitengewoon van 1888 tot 1904 nam de tonnenmaat der Duitsche schepen toe van 500,000 tot meer dan 2,400,000 ton, d. i. met 380 pet. Voor de rivierecheepvaart be schikken de Duitschers over zestien reederijen, met meer dan 300 groote rivierschepen van meer dan 2000 ton gemiddeld per schip. De Duitsche doorvoer over de Neder- landsche en Belgische spoorwegen be- droeg in 1904 de som van 980,477,000 francs. Wat te Antwerpen geschiedt, heeft j ook te Rotterdam plaats, ofschoon wat j langzamer, omdat de Hollanders zich beter verweren en niet zoo gemakkelijk te benaderen zijn maar toch gebeurt het ook hier met denzelfden onbuig- zamen wil en dezelfde onwrikbare vol harding, die de kenmerken zijn van het Teutoonsehe ras. Bij dit alles waarvoor de gegevens door den schrijver worden ontleend aan een artikel van den heer Maurice Schwob voegen zich nog de talrijke pogingen, welke in de laatste jaren van Duitsche zijde worden gedaan, om België en Nederland te bewegen tot den Duitsohen Zollverein. Vooral aan de Hollanders worden groote voordeelen voorgespiegeld, wan neer zij met hun afgelegen en den naijver opwekkende koloniën zich bij dezen Zollverein aansloten. Tien jaar geleden zouden deze be- toogen geen kans hebben gehad om te worden aangehoord. Than3 echter na de Spaansch-Amerikaansche, Zuid-Afri- kaansche en Russisch Japansche oor logen, wordt dit vraagstuk reeds door enkele Nederlandsehe bladen, als de „Nieuwe Rotterdamsche Courant" (P) en „De Telegraaf" besproken, een feit, dat te denken geeft. Het is in het belang van Frankrijk, betoogt de schrijver verder, dat Holland zich niet werpt in de armen van Duitseh iand, doch dat het zich bij België aan sluit. De tegenstand, dien het denkbeeld van een verbond tusschen België en Nederland in de Duitsche pers vindt, wijst er op, welke partij Frankrijk in deze quaestie moet isiezen. Er zou dan een denkbeeld kunnen worden verwezenlijkt, dat door den dat Hij zei nog gisteren, dat zijne ongesteldheid vooreerst niet bedenke lijk God straffe hem die hiervan de schuld draagt I Roberts tanden knarsten op elkander. Hij ging aan de schrijftafel zitten, zijne armen vielen als krachteloos er op neer en hij verborg het gelaat in de handen. De oude man kon geen woorden van troost vinden. Tranen vloeiden hem over de ingevallen wangen. Hij voelde, dat hij den armen Robert slechts hin derlijk kon zijn. Nog een enkelen blik wierp hij op zijn overleden vriend toen ging hij tastend, daar zijne oogan door tranen verblind waren, naar de deur, waardoor hij binnengekomen was, eu sloot die zacht achter hem toe. Klaus keerde, na een uur weggeweest te zijn, ender een dolle sneeuwjacht in zijne woning terug. Hij zag Laura in hare zwarte kleeding slechts als een schaduw in de eetkamer zitten, waar zij hem wachtte. Zijn gelaat stond nog somherder dan andershij scheen zeer opgewonden. De bediende trad binnen, om op te dienen, eer Kiaus nog een woord tot haar gericht had. Hij had gedronken, 1 teï heer Leroy-Beaullieu reeds in 1879 werd aangegeven, namelijk een tolver bond tusschen Frankrijk, België, Hol land, Zwitserland en Italië. Waar België thans bij een oorlog tusschen Frankrijk en Duitsehiand on mogelijk zijn neutraliteit tegenover Duitsehiand kan handhaven, daar zou bij een militair verbond tusschen de beide landen Duitsehiand met een Hol- iandsch-Bclgisch leger van 500.000 man te rekenen hebben, hetgeen voor Frank rijk van groote strategische waarde zou zijn. En de Engelschen, thans de bondge- nooten van Frankrijk, zouden er ten zeerste belang bij hebben, om, ten einde de Duitsche expansie en de verovering der riviermonden door .Duitsehiand tegen ta gaan de neutraliteit van Nederland in het Noorden te helpen verdedigen. De schrijver eindigt met een opwek king aan de voorstanders van het Bel gisch-Nederlandsen verbond, om hun pogingen niet op te geven, daar zij, sterk door den steun van Engeland en Frankrijk, stellig zullen slagen. „Laat ons", zoo zegt hij, deze gelegenheid niet laten ontsnappen tot afwering van het Duitsche gevaar." In de algemeens vergadering van den Nederlandsehe Bond van gemeente-amb tenaren, te Amsterdam te houden op 15 September a. s, in het Gebouw van den Werkenden Stand, komen o. m. aan de orde voorstellen van het bestuur tot het uitgeven van een jaarboekje van den Bond 'en tot het instellen van pro vinciale parscommisaiën, werkende onder leiding en toezicht van een centraal bureau, een voorstel van de afdeeling Gelderland, om zich hij het stellen van stukken zooveel mogelijk to onthouden van het gebruik van vreemde woorden en een voorstel van de afdesling Zuid- Holland, om de algemeene bondsverga deringen te houden om beurten op een Zondag en een werkdag. Vlissingen, T-A Aug, door politie en (Uit hei; Gemeenteverslag.) (Vervolg.) Brandweer. In 1905 kwam, uitgezonderd eenige schoorsteenbranden, slechts één enkele uitslaande brand van eenige bsteekenis voor. Deze werd veroorzaakt door het inslaan van den bliksem in perceel O 167, bewoond door II. Lourier. Da bewoners waren tijdens het ongeval gelukkig afwezig, zoodat geen persoon lijke ongelukkon hierbij zijn voorge vallen. De schade was aanzienlijk, doch deze was door assurantie gedekt. Hst bovenperceel brandde geheel uit, doch door de verschillende aanwezige spuiten is deze plotseling ontstane brand tot de bovenwoning kunnen worden beperkt. Ik heb geen eetlust, zei hij norsch. Ik heb in het voorbijgaan den voogd konnis gegeven. Het zullen een paar onrustige dagen worden Eet jij maar ik heb nog veel te regelen. Laura wilde hem spreken van den overkant, maar hij had er geen ooren naardaarom bekommerde hij zich weinig. Hij had ook gsen vriendelijk woord voor haar over. Door den dikken zwarten sluier, die haar nog voor het gezicht hing, sloeg zij hem heimelijk gade. Nadat hij meermalen langs de eettafei heen en weer geloopen was, ging hij naar zijne werkkamer, om daar zijne wandeling voort te zetten eindelijk ging hij aan de schrijftafel zitten. Er moest eens iemand het wagen zioh met de fabriek te bemoeien bromde hij. De jaarlijksche balans moet ik aan den voogd overleggen, luidt het testament. Verder staat er, dat het kapitaal in de fabriek blijft en onder mijne leiding, tot ik Hij greep een groot rekeningenboeken verdiepte er zich in, tot hij tevreden over den inhoud en niet minder over zioh zeiven, het weer sloot en weer zijne f wandeling opnieuw begon. Eindelijk, Op 31 Januari kwam een binnenbrand voor in het perceel N 27 aan de Bad huisstraat, bewoond door den heer W, O. van de Volkere deze werd door de politie, met behulp der omwonenden gebluseht. Op 14 April ontstond een binnenbrand in het perceel H 113, hoek Bellamy kade en Nieuwendijk, bewoond door den heer J. Th. Roland, welke even. eens werd gebluseht inwonenden. Op 6 Juli had een binnenbrand plaats door het breken eenar üeseh spiritus, in perceel H 115, bewoond door den heer A. J. H. van Schaik, die door de bewoners is gebluseht. Op 17 October had een binnenbrand plaats in perceel D 107 aan de West straat, bewoond door P. Baart, welke ontstond door hef vlamvatten van kleedingstukken, die bij een verwar mingstoestel te drogen hingen. Deze brand werd door burgers met eene slang op de waterleiding gebluseht. Schoor steenbranden vonden plaats op 8 Januari in perceel A 113 in de Scherminkel- straat, bewoond door P. L. Neijts. Op 10 April bij A. Lems, in perceel B 29 san de Kaaskade. Op 12 Juni bij H. Kujjt, in perceel MM 174 aan de Ka naalstraat. Op 4 October in perceel H 224 Nieuwstraat, hoek Walstraat, bewoond door verschillende gezinnen. Op 16 October in perceel H 194 bij M. Mol, "Walstraat, hoek Zeilmarkt. Den 21 en 23 Augustus had een beproeving plaats der handbrandspuiten en wel respectievelijk op den Nieuwen dijk voor de spuiten A en B. en op de Wijnbergsehe Kade voor de spuiten C en D. De toestand der spuiten mot toebe hooren was over het algemeen goed. Bij de inspectie bleek dat enkele slangen lek waren op verschillende plaatsen eu dus verbetering eischen, welke thans zijn aangebracht. De spuiten gaven allen goed water. De voorgenomen beproeving met de stoombrandspuit, welke het bestuur der brandweer wenschte te doen plaats hebben in de Bcheldestraat, is niet kunnen doorgaan, aangezien de toevoer tot de brandkraan aldaar nog steeds bleef afgesloten en de gevoerde onder handelingen met het dagelijkseh be stuur dezer gemeente tot geen definitief resultaat heeft mogen leiden. De toe voer tot de brandkraan daar ter plaatse blijft nog steeds afgesloten en mocht in deze omgeving brand uitbreken, zoo zal de verantwoordelijkheid van gebrek aan water niet op de brandweer mogen rusten, daar deze meent voldoende op dezen gebrekkigen toestand in onze ge meente te hebben gewezen. Door den op 26 Augustus plaats ge had hebbenden uitslaanden brand ia een beproeving der stoombrandspuit later onnoodig geacht. Het onderhoud der bluschmiddelen, alsmede het luchten der bergplaatsen werd ook dit jaar door den daarmee belasten persoon naar bahooren verricht. Yan het recht bij art. 422 dier ver ordening aan de dienstplichtigen toe gekend om zich van den dienst bij de brandweer te kunnen afkoopen, werd door geene personen gebruik gemaakt. Ia de maand Augustus geschiedde eene oproeping van vrijwilligers, be doeld bij de 2e alinea van art. 405 der verordening, waarvoor geene personen zich aanmeldden. De inschrijving had plaats overeen komstig het bepaalde bij art. 400 der verordening in de eerste helft van September. In de tweede helft dier maand werd het register ter visie gelegd, waartegen geene bezwaren ingebracht werden. De loting had plaats op 14 October 1905. Het aantal ingeschrevenen be droeg 156. Daarvan werden vrijgesteld, behooiende tot het loodswezen of andere zeevarenden 36, ambtenaren S.S, of' telegraphic of in anderen openbaren dienst 16, afgekeurd wegens lichaams gebreken, overleden of vertrokken 8, vroeger reeds geplaatst 1, totaal 61. Zoodat ter inlijving overbleven 156 61 95 personen, waarvan in dienst werden gesteld 15 personen, zoodat voor de reserve overbleven 80 personen. De begrooting voor het jaar 1906 werd ingediend tot een bedrag van f1515, aizoe» f65 hooger dan die voor 1905, welke verhooging verdeeld was over vier diverse posten. Twee daarvan, nl. eene kleine verhooging der jaarwad den van den secretaris en den bode werden andermaal tot teleurstelling van het bestuur der brandweer niet toege staan, Waar meermalen op verhooging dezer laatste posten door het bestuur der brandweer werd aangedrongen, overtuigd zijnde dat de toenemende werkzaamheden deze kleine verhoogin gen alleszins billijken, hoopt hot bestuur dat deze bij eene volgende begrooting geen bezwaar meer mogen opleveren, Aan het verslag van de plaatselijke commissie van toezicht op het lager onderwijs is het volgende ontleend Op 1 September werden de iagera scholen bezocht door 3557 kindereD, van welke 2399 de openbare ea 1158 de bijzondere scholen bezochten op 1 September 1904 bedroegen deze cjjfers resp. 3524, 2396 en 1128. Het aantal ia dus in den loop van het leerjaar 1904/05 vermeerderd met 33. In het aantal scholen kwam dit jaar geen verandering. De bevolking der scholen A, B ea F is echter van dien aard, dat bij een eenigszins belangrijke uitbreiding der gemeente, b.v. door het bouwen van arbeiderswoningen op het Glacis, een nieuwe school zal moeten worden gebouwd. Hetonderwijzeud per soneel heeft zich ook in het afgeloopen jaar met toewijding en plichtbesef van moeilijke taak gekweten. Er het was reeds over tienen, ging hij aan 't yenster en keek door de kieren der jaloezieën naar de overzij. Daar waren de vensters slechts somber verlicht. Hij huiverde daar zag hij den ouden man, zijn vader, met de starende verglaasde oogen liggen. Hij stapte naar den haard, waarin het vuur reeds uitdoofde, en pookte het wat op. Alles zal anders worden Hij legde de ellebogen op de knieën en staarde in de smeulende kolen. Laura had eveneens de spijzen slechts even aangeroerd en zich toen naar hare kamer begeven. De avond was voor haar bedorven zij had zoo gaarne den be roemden kunstsnaar gehoord. Doch al leen de aankondiging der voorstelling, die daar nog lag, herinnerde De dood van den ouden heer had haar dieper aangegrepen, dan zij Klaus het eerste oogenbiik had durven toonen. Met oprechte deelneming was zij naar den overkant gegaan de indruk oehter, dien zij naar huis meenam, was kwet send voor haar hart, voor haar trots vergeefs trachtte zij dien indruk te vergeten. Als esp vreemde, die zioh zoekt in te dringen, meende zij ontvangen te zijn. Fransje, tot wie zij zich zoo aangetrok ken gevoelde, had haar bijna afschuw getoond, en Robert had teergevoelig, maar zeker slechts voor den vorm, zich tot haar gewend om haar dit te doen vergeten waarschijnlijk had hij alles begrepen, ofschoon hij gaan getuige van hare ontmoeting met zijn zuster geweest was. Dat krenkte haardroeg zij de schuld aan de vijandige familieverhou ding Had zij zich tot dusver indrin gerig getoond Had zij niet ter wille van Klaus van nauwere aansluiting afgezien Aan de overzijde had men die ook niet gezocht. Zonder afscheid te nemen, was zij dezen avond hierover vandaan gegaan, daar zij overtollig was, en dat wilde zij voortaan blijven. De laatste band tus schen hier en daar was door den dood van den ouden man verscheurd. Zij wilde het huis ook niet meer betreden. Hare deelneming begeerde men dus nietzij poogde daarom alle deelneming in haar hart te verstikken, eu toch keerden hare gedachten steeds naar Fransje en Robert terug. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1906 | | pagina 1