1.00
1.00
21 Juli.
iöoe.
Zaterdag
No. 169.
iOES.
FEUILLETON.
[arkt 62.
jlaolie
laolie
fESDiEHST.
Gemeentebestuur»
44o Jaargang.
s.
ag.
lokken en
lijke zoo-
en stand,
mvoudige
leele jaar.
iet werk.
huisarbeid,
ICo.,
263.
pt. per flesch.
x/3 flesch.
let. p. x/j flesch.
avelend,
NDEE.
llBNST
iddelburg v.v.
|0f 5.50f 7.55*
10* 1.15§ 2.-*
5 50§ 6.55*
Remise.
Zeilmarkt.
Badhuis.
15f 6.25f 8.40*
15* 2.—2.45*
I* 6 55§ 7.50*
lot-
pan tot de Re-
aarkt.
Ihuis.
6.—, 6.20, 7.--,
'tl—, 10.20, 10.40,
2.30, 1.05,1 30*,
4.30, 4.50, 5.20,
|0, 9.10.
ym. 6,10, 6.30,
50, 10.10, 10.30,
t. 12.10, 12.45,
3.40, 4.10. 4 40
7.25, 8.—, 8.80,
I Zondags uit
,13 IV.
|>7 6.47 9.27 12.37
6.40 9,20 12.30
Its 6.28 9,08 12.18
B6 6,16 8.56 12.06
E9 6.09 S.49 11.59
BO 6 8.10 11.50
D4 5.41 8.21 11.31
fj8 5.38 8.18 11.28
07 6.17 9.27 12.37
Ë0 6.— 8.10 11.60
DS 5.18 8.28 11.38
P5 5.15 8.25 11.35
5.40 8.20 11.30
55 5.35 8.15 11.26
SCBHLGE.
3,23 g) en 6,10 (c
5, 3,50 g) en 6, 40
en 4,45
en 6,10 c) f)
het vertrek van
Neuzen vm. 8,30
sen Neuzen
lorssele en Neuzen
an 16 April tot
VUSSIVLSdlE COURANT
Prijs per drie maand® 1.30» Franco f» jpusk 1.50.
Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek
handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij den Uitgever
F VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt, I. 187-
ADVER' I'ENTIËNvan 14 regels ƒ0.40, Voor eiken rega
meer ÏO cent. -- Öij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde
advertentie wordt de prijs slechts twee maal berekend. Groote letters
en elielié's naar plaatsruimte.
voordeelige voorwaarden.
REKENING.
Ter lezing liggen der gemeente-
rekening voor het jaar 1905.
Burgemeester en Wethouders van
Vlissingen
maken bekend
dat ter voldoening aan de voorschriften
van art. 219 der gemeentewet, de re
kening van de inkomsten en uitgaven
der gemeente over het dienstjaar 1905,
ter Secretarie der gemeente, voor een
ieder ter lezing is nedergelegd en tegen
betaling der kosten algemeen verkrijg
baar gesteld.
En is hiervan afkondiging geschied
waar het behoort, den 20 Juli 1906.
Burg. en Weth. voornoemd,
VAN DOORN VAN KOUDEKERKE.
De Secretaris,
J. H. DOMMISSE, L. S.
Birmeiilaiidsctie berichten
De „Avondp," had bericht dat aan
do hofhouding zou zjn medegedeeld
dat H. M. de Koningin in blijde ver
wachting verkeert.
Het Haagsche Correspondentiebureau
verklaart van de best ingelichte zijde
vernomen hebben dat dit bericht van
allen grond ontbloot is.
Toch houdt de Avon dp." de juist
heid van haar bericht vol.
Se Landweer.
De „Tijd" wijdt een artikel aan de
landweer. Het blad acht het vrijwel
vaststaand, dat zoo goed als in al d.e
kampen welke door de landweer zijn
betrokken, treurige feiten zijn voorge
vallen.Moge het hier al wat erger zijn ge
weest dan daar en de voorvallen ginds
mogen misschien wat al te hel door
bona-fide- of amateur-journalisten zijn
belicht geworden, dat doet aan de zaak
niet zooveel toe of af.
Als grondoorzaak van de geheerscht
hebbende ontevredenheid meent de
„Tijd" de gebrekkige voorbereiding te
moeten beschouwen.
„Ware de voorbereiding uitmuntend
geweest, m.a.w. waren zooveel moge-
Ijk alle gevallen vooruit overzien, ware
voor alles bijtijds, d.w.z. van te voren
gezorgd, dan hadden, zonder veel schade
voor het effect der oefeningen, de eerste
en de laatste dag óf geheel gemist öf
veel nuttiger besteed kunnen worden.
Noch den laatsten dag, noch den eersten
is er noemenswaardig geoefend. De
eerste dag werd grootendeels besteed
met geloop en gedraaf om allerlei be-
noodigheden, iets dat voorkomen had
kunnen worden, als alles, wat deland-
weerman noodig had, 's morgens op zijn
veldleger, of althans in zijn tent, ware
geweest. Nu hadden de officier van
administratie, de sergeant majoor en de
fourier een ondoorkoombaar werk, met
het gevolg, dat veel tijd onnoodig is
verloren gegaan en het landweerkamp
meer leek op een kostschool den eersten
na de groote vacantie, dan op een
verzameling niet meer jonge menschen,
die in 't belang des lands enkele dagen
bijeenkomen om hun vroeger opgedane
kennis te verfrissehen."
Dez9 bron van wanorde had kunnen
gestopt worden door een betere voorbe
reiding. Ook door van te voren het
stelsel van approviandeering in elkaar
te zetten, kan in 't vervolg een oorzaak
van ernstig en vergeeflijk gemopper
voorkomen worden.
Nog ernstiger vindt „de Tijd" de
vraag van het innerlijke van den dienst,
de discipline.
„Enkele gunstige uitzonderingen daar
gelaten, heeft er aan de discipline veel,
soms zelfs alles gehaperd» De troep
werd daardoor een bende en het resultaat
der oefeningen tot nul gereduceerd. 1
Dat moet en zal eenvoudig veranderd
dienen te worden. We hebben nu niet
meer te doen met een soort schutterij,
waarvan op dit gebied veel te verdragen
viel, maar met een onderdeel van ons
effectief leger, hetwelk zonder besef van
discipline een voorwerp van hoon en
smaad wordt, voor onze weerkracht eer
schadelijk dan voordeeiig.
Achten w(J dan een stramme, neer
drukkende militaire tucht noodzakelijk
Allerminst, men make het den land
weerman zoo aangenaam en gezellig
mogelijk. Een opgewekte geest is o.i.
alleen in staat om de naar de achter
gebleven heendwalende gedachten bij
het onderzoek der week te houden.
Maar dat neemt niet weg, dat de
orde en rust niet mogen verstoord wor
den, dat insubordinatie straffeloos zou
mogen worden toegelaten. Toont de
landweerman uit zich zeiven niet ge
noeg plichtsbesef, welnu, men scherp?
hem dat in, de krijgswetten moeten
niet alleen worden voorgelezen, maar
ook worden gehandhaafd".
„De Tijd" acht intussehen geenszins
een reeks van zware straffen noodig.
Zoekt men naar de bron der wanorde
en rebellisehe neigingen, dan komt men
h. i. tot de ontdekking, dat veel aan de
onoordeelkundige oefeningen, aan de
uiterst gebrekkige organisatie van het
geheel, aan de onbekwaamheid en het
gemis van prestige van het kader en de
aanvoering heeft gelegen. En dan ver
volgt de redactie
„Er waren blijkbaar meer krachten
noodig, dan er geschikt konden gevon
den worden, 't Is zoo, de keuze is
moeilijk. Wie zal van te voren uitma
ken, of iemand voor landweer-officier
geschikt is of niet. Maar voor de toe
komst dient men toch wel bijzonder
goed uit de oogen te zien. Niet ieder,
die als officier bij 't militieleger of bij
het Nederlandseh-Indisehe leger een
kranig figuur sloeg, is geschikt voor
Verbroken leiels
Zijn kameraad gespte de sabel om en
volgde hem in den tuin. Beiden schenen
weinig lust te hebben aan het onderhoud
weder deel te nemen, sedert zij het toch
daarover eens waren geworden, dat een
zangeres niet in een zoo solied koopmans
huis paste, en het in de werkelijke
wereld toch heel anders toeging dan ou
het tooneel.
Hoe vond je vader vandaag vroeg
Robert, met zijn zuster nog in het prieel
zittend, toen de oude heer in zijne kamer
gegaan was om zijn slaapje te doen, zijn-
kameraad afscheid had genomen en de
verloofden in den hun wachtenden lan
dauer van zijn vader uitgereden waren
En wat zeg je oprecht gesproken
van onze schoonzuster
Dat zij recht betooverend kan zijn.
Ik waagde het niet naar hare familie
en herkomst te vragen en ze zei ook
het geheel eigendommelijk soort men
schen, waaruit de landweer nu eenmaal
bestaat. Menigeen die nu in hoogeren
rang bij de landweer is ingedeeld ge
weest, hoorde daar klaarblijkelijk niet
thuis, 't Baantje was aanlokkelijk, niet
te zwaar en leverde nogal wat op, dus
groen en dor solliciteerden maar. Bang
voor onvoltalligheid van kader en
officierscorps, werd maar benoemd
maar ware, achteraf gezien, een ineom
pleet, maar zorgvuldig uitgezocht kader
en officierscorps niet nog verkieslijker
geweest dan een wèl compleet, maar
voor een deel ongeschikt
„De Tijd" geeft toe, dat critiek nu
gemakkelijk, maar de kunBt moeilijk
was, mits men dan maar voor 't vervolg
oogen. en ooren wijd openhouden wil,
en zij besluit aldus
„De krachten, die ongeschikt zijn
gebleken, en dat weet men wel „ara
böchster Stelle", men kan hot daar al
thans weten, moeten er uit. 't Is mis
schien hard, maar het belaDg van den
dienst vordert het. Of zijn niet de gun
stige resultaten, hier en daar verkregen,
zoo goed als hoofdzakelijk aan de oor
deelkundige leiding te danken geweest
Wil men niet tot verwijdering overgaan,
dan zal speciale opleiding, onderling
bespreken van de opgedane ondervinding,
misschien nog voor de toekomst veel
Dut stichten. Dat echter van 'tgepen-
sionneerd IndiBch element nog iets te
verwachten is, betwijfelen we op goede
gronden sterk. Men had dat ten minste
vooruit kunnen voorzien. We hebben
vele oud-Indische officieren sn onder
officieren gekend, mannen met ridder
kruisen en een schitterenden staat van
dienst, maar bij 't gewone leger in 't
moederland weer gedetacheerd, laat
staan bij de landweer ingedeeld, moesten
zij ruiterlijk erkennen „Wij deugen
daarvoor niet meer."
Streng gevoel van discipline en hoog
besef van eigen plicht zijn o. i. onmis
bare voorwaarden voor landweerkader.
En daaraan heeft 't, men verbloame het
toch niet, op vele plaatsen gehaperd.
Wij willen alweer geen feiten gaan
ophalen wat gebeurd is, is gebeurd
maar zij, die op de hoogste plaats ge
steld zijn, bedenken toch goed, wat er
van afhangt."
De lichting van 190S.
Onder dagteekening van 9 dezer heeft
de minister van oorlog goedgevonden te
bepalen, dat voor den dienst van het
blijvend gedeelte der lichting van 1906
bij het wapen der infanterie 2 ploegen
moeten worden aangewezen de eerste
ploeg ter sterkte van hoogstens 1472,
de tweede ploeg ter sterkte van hoog
stens 1171 miliciens (kader en man
schappen). De eerste ploeg wordt onder
de wapenen gehouden van 1 Deo. a. s,
tot en met 29 dan wel 30 Maart d.a.v.,
da tweede ploeg voor het tijdvak van
29 Maart 1907 tot en met 27 Juli
d.a.v., met uitzondering van 302 man,
die met groot verlof huiswaarts moeten
gezonden worden, zoodra de detache
menten, die hebben gediend tot ver
sterking van het garnizoen te Amster
dam, bij hun korpsen zullen zijn terug-
Vakonderwijs voor handwerkslieden.
De „Vereeniging tot bevordering van
de vakopleiding voor handwerkslieden
in Nederland" hield Dinsdag te Leeu
warden, in het gebouw der Ambachts
school, haar 21ste algemcene vergade-
rink zij werd gepresideerd door den heer
O, Zander.
Na de behandeling van eenige huis
houdelijke zaken deed de heer H. J,
de Groot, inspecteur van het middelbaar
onderwijs, eenige mededeelingen over
het vakonderwijs in Baden, vergeleken
met dat in ons land, waaruit bleek, dat,
ofschoon wij op bet gebied van vakon
derwijs nog veel van Baden kunnen
leeren, dat onderwijs bij ons over het
algemeen bij dat van onze Doitsehe
naburen niet achterstaat.Bie mededeelin
gen werden toegelicht door eon ten
toonstelling van teekeningen enz. van
verschillende scholen uit Baden en van
de „Fortbildungsschule", verbonden aan
de machinefabriek te Neurenberg.
Bij de bespreking over wijziging der
statuten, heeft de vergadering de wen-
scheljkheid te kennen gegeven, om de
statuten in dien zin te wijzigen, dat
ook afdeelingen der vereeniging kunnen
worden opgericht.
slechts, dat zij uit Duitsche ouders, in
Italië geboren, maar vroeg wees gewor
den was en hare plaats op het tooneel
door eigen kracht verworven had. Over
Klaus sprak zij zeer verstandig juist
zijn ernst had haar genoopt hem te
beminnen. Ik beklaag haar.
Nu, zij zal hem nog wel nader
leeren kennen. En ik zal er voor moeten
boeten, want mijn luitenant is dol op
haar verliefd. En waar gaan ze wonen
Hier in huis of hierover
Fransje haalde de schouders op. Zij
dacht nu ook ernstiger over de toekomst,
dan toen zij tegenovar de mooie gast zat.
Toen zij beiden weg waren, zeide
zij, scheen vader gebroken. Hij legde
het voorhoofd in de hand en sprak niet
toen zeide hij, dat hij toch een beetje
wilde uitrusten. Het voorval van vandaag,
juist op zijn verjaardag, had hem zeer
aangegrepen. Hij wilde tegen den avond
met ons uit rijden gaan en nu gebruiken
zij het rijtuig.
Wanneer de zaak niet zoo ernstig
was, had ik om Klaus kunnen lachen,
toen hij haar steeds ophemelde, spotte
Robert. Maar het zal wel gauw veran
deren 1 Na de bruiloft behandelt hij
haar precies als ons, Ik hoor morgen-
Bornsa (2.-0. afdasling.)
De correspondent der „N. R. Ct," te
Batavia seinde gisteren uit Batavia
De Goesti Tissa Mohamed Lantin
alsmede haar echtgenoot Toemenggoeug
Djadam hebben zich met vele volgelin
gen onvoorwaardelijk onderworpen.
Er zijn 150 geweren ingeleverd. Goesti
Brakit ou Pauglima Amin, die zich
schuil gehouden heeft, zijn naar Pasir
uitgeweken. Hun uitlevering isgevraagd.
Hierbij wordt aaögeteekendToe
menggoeug Djadam is een kleinzoon van
den pretendent-sultan van Bandjermasin,
die 24 Januari 1905 in handen viel van
luitenant Christoffel. Djadam wist toen
te ontsnappen stellig is dus zijne onder
werping thans een groot succes te noe
men, daar hij een bekwaam bendehoofd
was en een der leiders van het verzet
in Zuid Oost Borneo, die zich telkens
oonieuw aanhang trachtte te verwerven.
Het is ons niet bekend of Goesti Brahirn
en Panglima Amin ook hoofdleiders zijn
hun uitwijken naar het aangrenzende
Pasir behoeft o. i. geen onrust te baren.
De les die Pasir's sultan onlangs heeft
gekregen, zal hem zeker niet doen
dralen beide hoofden zoo mogelijk uit
te leveren.
öamesnts-amhtenarsD
Burg. en Weth.van Hilversum hebben
bij den raad dier gemeente een voorstel in
gediend tot verhooging der jaarwedden
van de gemeente-ambtenaren. Volgens
deze voorstellen zullen d6 jaarwedden be
dragen vau een commies f 1500f 2000,
adjunct-eommies f 1000—f1500, klerk
f 600f 1000, controleur der inkom
stenbelasting f1500 f 1800, adjunct
controleur f1000f1300. De ambte
naar, aangewezen ter vervanging van
den secretaris, eene verhooging van
f 100. De jaarwedden worden jaarlijks
verhoogd met f100, die der klerken
met f 50.
Land- en Tuinbouw.
WinterposteleJ.il en winter-
spinazie.
Da eerste is een smakelijke groente
voor 't voorjaar, ia smaak veel met
postelein overeenkomend, en daar ze
weinig eischen stelt, verdient ze meer
bekend en gekweekt te worden. Men
kan ze in Juli zaaien, maar ook nog later,
in Aug. en Sept., van welke late zaai
ing men dan in Maart kan beginnen
te eten en wanneer men er eenige zorg
aan besteden wil, reeds in Februari,
wanneer men nl. het bed mat een
raam, steunende op vier aan de hoeken
geplaatste bloempotten bedekt.
Van zulk een bed winterpostelein kan
men lang snijden. In het zomerseizoen
is de groente minder aanbevelenswaar
dig, ze schiet dan lioht en heeft dan
ook veel van haar malschheid verloren.
Da planten worden uitgedund op een
ouderlingen afstand van 10 15 e.M.s
het uitdunsel kan worden genuttigd,
later snijdt men 'de groente af.
Winterpostelein houdt van een tame
lijk vruchtbaren voehtigen grond.
De' Engelsehe winterspinazie of pa
tiëntie levert eveneens een malsehe
voorjaarsgroente, waarvan de eersto
blaadjes reeds in Februari uitloopen.
Deze „overblijvende spinazie", zooals
ze ook wel genoemd wordt, is eigenlijk
een soort zudng, welke dan ook later
in den tijd door haar zuurachtigen smaak
minder begeerd wordt. Men kan ze
zaaien in April, maar ook in Augustus
en doe dit bij voorkeur op oen bescha
duwden, voehtigen grond. De zaaiing zij
dun, daar de plantjes op 15 e.M. moe
ten worden uitgedund.
Velen ruimen na den oogst het bad
op, dit is wellicht het beste, dewijl het
schijnt, dat het gebruik van overjarige
patiëntie ongesteldheid kan veroorzaken.
De arts Th. Moinat deelt in het
Aprilnummer van het „N. Tjdschrfc v.
Geneeskunde" mede een door hein waar
genomen vergiftigingsgoval na het ge
bruik vau Engelsehe winterspinazie,
waaraan 8 personen geleden hebben,
die echter allen na melkdiëet en rust
herstelden. In dit vergiftigingsgeval was
de 2-jarige plaat gegeten, die de bewoner
toevallig in zijn tuin door een vorigon
huurder achtergelaten had gevonden.
Toevallig hoorde de schrijver van een
vroeg mijn luitenant Fellethin in de
kazerne al, terwijl hij roept„Wonder
lijke dingen beleeft men toeh!" Hij zal
natuurlijk jaloerseh zijn. En dau „Uw
broeder was al lang haar stille vereer
der ik had echter geen idee, dat de
zaak zoo ernstig gemeend was, anders
had ik reeds laDg dan aftocht geblazen.
Zij heeft mij een beetje bij den neus
gehad, die mooie Wandel 1" Let maar
op, aan mij koelt hij zijn woede 1
Geloof je dat werkelijk vroeg
Fransje verschrikt.
Ba, wat moet zoo'n arme tooneel-
dame doen Zij treedt hier als gast op
en met de officieren mag zij het niet
aan den stok krijgen.
Hij keek op zijn horloge en stond op,
Aan het souper kom ik terug. A
propos, je verwacht vriendinnen, niet
v/aar
Ik heb laton afzeggen. Ik was niet
voorbereid op die verloving.
Nu dan, adieu 1
Robert verliet haar onder het neuriën
van een liedje.
Ik had mij voorgenomen vandaag
recht vroolijk te zijn, en nu gevoel ik
mij plotseling zoo ongerust, ja treurig,
t zuchtte Fransje, thans alleen. Zij was
zeer aardig, maar hartelijk was zij toch
nietDat mag wel den kunstenaressen
eigen zijn, bij mijne vriendinnen zou
zij heden niet gepast hebben
De avond van den verjaardag was
zeer stil en ernstig. Fransje gaf zich
veel moeite om haar vader wat op te
vroolijken, die er over klaagde dat hij
onwel was, als gevolg van den genoten
wijn, en Robert verborg slechts met
moeite zijne boosheid „over de geheele
geschiedenis van heden,"
Klaus was natuurlijk bij zijne bruid,
die aan zijn vader des namiddags nog
een reusachtige bloemruiker en haar
portret had gezonden
Geen van de kinderen wist, dat juist
dit portret, dat hij in zijn slaapvertrek
gebracht en met treurig gelaat lang
bekeken had, hem zoo had ontstemd.
Toen men hem aan tafel riep was hij
slecht gehumeurd j zijn bleek gezicht
toonde diepe plooien, zijne oogen waren
ingezonken. Wel herstelde hij zich, maar
Fransje zelf moest hem eindelijk in zijn
kamer brengen, ofschoon hij beweerde
dat hem niets mankeerde.
Blijf nog wat hier, ik ben in zoo'n
akelige stemming, sprak het meisje tot
haar broeder, toen zij terugkwam. Ik
begrijp vader niet. Er moet iets bij zondera
in hem omgaan. Hij was dezen middag
toch zoo vroolijk gestemd.
Robert schudde het hoofd en zei
Op het laatst niet meer. Hij keek
Laura zoo verstrooid aan en sprak
weinig meer.
De bediende, die den ouden heer
altijd moest uitkleeden, kwam binnen
en meldde, dat de handelsraad nog niet
naar bad wilde gaan en dat man zich
niet verder om hem bezorgd behoefde ta
maken, want hij gevoaldezioh weer beter.
Nu, de dag is toch eenmaal be
dorven. Ik ga vóór tien uur nog eenige
vrienden opzoeken. Robert stond mis
noegd op en zei zijn zuster goedennacht.
Nog zeer ongerust, zocht Fransje haar
kamer opniet vóór middernacht ging
ze te bed, daar zij toeh den slaap niet
kon vatten.
Een tjdlang hoorde zj nog de schre
den haars vaders onder zich in diens
slaapkamer, toen werd het stil en zj
zelf rustiger. Zj meende, dat hj zjn
bed had opgezocht.
(Vbrdt vervolgd»)