Donderdag
Op Audiëntie.
No, 149.
FEUILLETON.
Binneniandsche bericftteii
44® jaargang.
I80Ö.
VLISSIMSCIE (OilIIAM
Prijs pet drie maanden lift 1.50.
Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek
handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij den Uitgever
F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt, I. 187-
28 «fuiiL
ADVBKTIENTlËNs van 14 regels JÖA10, Voor eiken 0
meer lO cent. Bij diieete opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde
advertentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Groote letters
en eliché's naar plaatsruimte.
Verseh (jnt dagelijks, uitgezonderd op Zou- en feestdagen.
G emeentebestnur
NATIONALE MILITIE.
Oproeping Verlofganger tot den
werkelijken dienst.
De Burgemeester van Vlissingen
gelet op een aanschrijving van den
Commissaris der Koningin in deze pro
vincie, dato 22 Juni 1906, A no. 2341,
3e afdeeling N.M.,
Roept bij dezen op den milicien
verlofganger dezer gemeente
CORNELIS MARTINUS DE ROO,
lichting 1902, beboerende tot het 3e Re
giment infanterie 4e bataljon, die zich
heeft schuldig gemaakt aan overtreding
van art. 121 der militie wet, voor den
tjjd van veertien dagen tot den werke
lijken dieüBt krachtens art. 124 dier
wet
en gelaat hem om, voorzien van de
hem bij zijn vertrek met verlof mede
gegeven kleeding- en uitrustingstukken,
van zijn zakboekje en van zijn voor
vertrek afgeteekenden verlofpas, op
30 Juli a.s. vóór vier uur namiddag bij
zijn korps te Vlissingen aanwezig te zijn.
Vlissingen, 25 Juni 1906.
De Burgemeester voornoemd,
VAN DOORN VAN KOÜDEKERKE.
KENNISGEVING.
Verkrijgbaarstelling soldijen Zeemacht.
Do Burgemeester van Vlissingen
brengt ter kennis van belanghebben
den, dat de aanvrage tot uitbetaling van
postwissels voor betrekkingen van offi
cieren en mindere schepelingen te wier
behoeve, ingevolge Koninklijk besluit
van 28 Juni 1898, no. 42, een gedeelte
zeetractement of soldij is afgestaan, ter
gemeente-secretarie (bureau bevolking)
kunnen worden afgehaald dagelijks van
des voormiddags 10 tot des namiddags
4 ure, uitgezonderd Zon- en feestdagen.
Vlissingen, 27 Juni 1906.
De Burgemeester voornoemd,
VAN DOORN VAN KOÜDEKERKE.
Van to®k tot week.
Aan het einde van ons vorig over
zicht gaven wij ons voornemen te ken
nen, om thans weder terug te komen
op de Russische aangelegenheden. Wij
deden dit in de meening dat de zaken
in dien tusBchentijd eene beslissing zou
den hebben genomen maar dit is niet
het geval geweest. Wel wijst alles
op de nadering eener nieuwe groote
omwentelingsbeweging, maar het blijft
bij op zichzelf Btaande onlusten, onge
regeldheden, vecht- en moordpartijen
en pogingen van de geregelde en on
geregelde troepen, althans voor zoover
deze niet zelf revolutionnaire neigingen
toonen, om die op zichzelf staande ver
schijnselen te smoren. Dat alles moet
uitloopen op plaatselijke anarchie of
anders op een plaatselijke herstelling
ran de rust, maar wezenlijke verande
5)
Toen werd ik boos over den smaad,
mij aangedaan ook begon ik pijn te
voelen aan de groote buil aan mijn hoofd.
Zoo bleef ik ongeveer een half uur
in droevige gedachten op de brits
zitteD, toen ik plotseling de deur van
het gevangenhok hoorde openmaken. Ik
vreesde dat ik gezelschap zou krijgen,
een roover of moordenaar misschien,
doch hoe aangenaam werd ik verrast,
toen de binnentredende politiebeambte
mjj beleefd mededeelde, dat door een
ongelukkigen samenloop van omstan
digheden op mij de verdenking van
ring in den algemeenen staat van
kan en zal er niet door komen.
Uit den strijd tusschen regeering en
vertegenwoordiging wordt meer en meer
de bevestiging verkregen van hetgeen
men sinds lang meende te weten, dat
het in dit groote rijk niet de regeering
is die regeert. De regeering geeft alleen
bevelen, maar is niet bij machte te
controleeren of ze worden nagekomen
en evenmin tot nakoming te dwingen.
Ondergeschikten zijn koning in eigen
kring en handelen naar welgevallen tot
onder de oogen van de groote chefs.
Het is boven allen twijfel verheven,
dat ook weer de jongste jodenmoorden
op die wijze zijn ontstaan, en wanneer
de regeering er ten slotte met de eene
of andera mogendheid over in moeilijk
heid geraakt of Rusland zijn crediat
verliest, dan zai zij er toch niets aan
kunnen doen. Niets dan moeilijkheden
en ellenden staan voor de deur en de
hevige ziekte, waaraan dit vreeselijk
ondermijnde lichaam thans lijdt, kan en
zal nog zeer lang duren, eer een begin
van herstel intreedt.
Het vreeedzame Norenvolk heeft dan
nu, voor het eerst sinds vele eeuwen,
een eersten, eigen koning. In het mid
den der veertiende eeuw regeerde Hakon
VI, die thans door Hakon YII is op
gevolgd. In 1397 werd het drievoudig
verbond gesloten, in de geschiedenis
bekend onder den naam van Unie van
Kalmar. De drie Scandinavische rijken
kwamen onder één bestuur, totdat, in
1814, de Noren, tegen hun verklaarden
wil, aan de Zweedsche kroon werden
onderworpen. Waren de afzonderlijke
belangen van het fiere Noorsche volk,
eens de schrik van Europa, thans zoo
vreedzaam, niet op minachtende wijze
veronachtzaamd waren zijne wenschen
een weinig geteld, dan zou waarschijn
lijk niet hebben plaats gevonden wat
thans gebeurd ia.
Maar het is goed dat het gebeurd
is. Europa telt een beschaafd, zelfstan
dig rijk te meereen rijk dat onge
twijfeld naar strenge onzijdigheid zal
streven, oprecht tot behoud van vrede
en tot verheffing der scheidsrechterlijke
uitspraak tusschen de volken zal mede
werken en, oude veeten vergetende
tegenover Zweden, nauwer verbonden
met Denemarken, een middelpunt kan
worden van een nieuwe Unie van Kal
mar, waarin rustig en tot heil der drie
beschaafde natiën van het noorden,
wordt gearbeid aan de toepassing der
groote en schoone beginselen van re
geerkunst, door het Noorsche ministerie
bij de kroningsplechtigheid ontwikkeld.
Een Russisch blad komt nog weer
Telepfa joh nummer
eens terug op de bekende, oude be
schuldiging, dat men in Japan de on
lusten in Rusland tracht aan te wak
keren door geld, wapenen en ontplof
bare stoffen te verschaffen.
Wij zouden niet wetei- welk voordeel
Japan er bij zou kunnen hebben, in de
Russische ruïne nog bovendien brand
te stichten. De toestand in Rusland zal
noch de algemeene veiligheid, noch de
algemeene welvaart der wereld ver-
hoogen. Reeds tijdens den oorlog zou
men van Stockholm uit den gewapenden
opstand hebben voorbereid. In Zwitser-
land zouden duizenden goweren en mil - I
lioenen patronen voor Japansch gold
zijn aangekooht, enz.
Op dit alles te wijzen zou ternau- j
wernood de moeite waardig zijn, indien
er niet uit bleek, welke middelen moeten
worden te baat genomen om den lieden j
een rad voor de oogen te draaien. Wij
zijn vast overtuigd dat Japan geen de
minste poging zal wagen om zich met
de binneniandsche toestanden van den
ouden, thans vleugellammen vijand te
bemoeien. Met andere mogendheden
staat de quaestie eenigszins anders.
Zooals men weet was er sinds lang
sprake van, de vriendschapsbanden tus j
achen Engeland en Rusland wat nauwer
toe te halen. De betrekking met Frank-
rijk brengt dat mede. In het Engelsche
Lagerhuis was men echter van meening
dat de regeering eerst een? het gevoelen I
van het volk aan de regeering te St. j
Petersburg moest bekend maken, aan
gaande de Jodenmoorden. Nu was het
wel de opinie der regeering dat de
diplomatie zich in deze zaak had te
onthouden, maar het schijnt dat men
den koning toch persoonlijk heeft doen
zeggen, wat man langs ambtelijken weg
niet zeggen mocht.
Zooals wij reeds opmerkten, de Rus
sische regeering is niet bij machte te
doen, wat zij misschien zon willen doen.
Hapert het aan den wil, althans aan
den moed om een eigen wil te hebben
en dien te toonen, dan zullen misschien
da Joodsche, Engelsche financiers nog
meer kunnen bewerken dan de diplo
matie. Men beweert dat de financiers
zich bij de jongste leening niet ont
hielden, omdat de Franschen, die sterk
bij de Russische financien betrokken
zijn, gevoelig zouden lijden bij den
ondergang van het Russische Staats-
credietmaar wij betwijfelen zeer of zij
zich door dergelijke overwegingen zullen
laten leiden. Wij vreezen veeleer, dat
de zekerheid van zeer groote winsten
velen heeft verleid om het solidariteits
gevoel met de verdrukte stamgenooten
aan de belangen van het eigen ik op te
offeren en daarvoor in het vervolg vrees
moet bestaan.
Het is er mede als met het Ameri-
Abonncmcnts-Advei'tentiën ©p zeer voordeelige voorwaarden.
diefstal was gevallen, tengevolge waarvan
ik in hechtenis was genomen. Gelukkig
was heel spoedig mijn onschuld gebleken
Hij wenschte mij daarmee geluk en
zeide, dat het rijtuig van Zijne Excel
lentie den minister gereed Btond om
mij naar diens woning te brengen. Zijne
Excellentie wenschte mij zelf ophelde
ring van het onaangename voorval te
geven en zjjne verontschuldiging aan
te bieden.
Zoo wanhopig ik een oogenblik te
voren was, zoo verheugd was ik nu
ik had den beambte wel kunnen om
helzen, ik duizelde bijna van den grooten
ommekeer. Een minuut latsr zat ik
in het prachtige rijtuig van Zijne Excel
lentie. Hoe verbaasd was ik echter,
toen het stilhield voor het groote huis,
van welks balkon de bloempot op mijn
hoofd was gevallen.
Een livreikneoht wachtte mij beneden
en geleidde mjj de trap op. Daar stond
kaanscbe vleeschscbandaal. „Wij zullen
onze zakken spekken, al moest de
wereld vergaan". Wat malen die lui
om leven en gezondheidGelukkig
toch dat sr kans bestaat, dat de hoogste
autoriteiten bet over de wetgeving be
treffende de vleeschinspectie volkomen
eens zullen worden. Jammer dat men
van weerszijden, om het maar eens te
worden, en de industrie te behouden,
wat van zijne eischen heeft laten vallen.
Europa zou veel doen, indien het van
zijn kant die vleeschindustrie maar
boycotteJammer dat ook hier het
bekende woord van toepassing iB„Die
zonder zonden is, werpe den eersten
steen".
Se tweede Bathpsider.
Bij het afdeelingsonderzoek in de
Eerste Kamer is, naar de Haagsohe
correspondent van het „Hdbl." hoorde,
ernstige tegenstand tegen het Bathpol-
dor ontwerp gebleken. In twee secties
was men er vrij algemeen tegen, terwijl
in de andere secties de meeningen ver
deeld waren, doch eer ten ongunste dan
ten gunste van het ontwerp neigend.
„Het Volk" verneemt bij geruchte,
dat in het koopcontract, waarbij de
Eerste Bathpoider op Zuid-Beveland door
de Zseuwsche eombinatie van de En
gelsche combinatie is aangekocht, „de
geheime bepaling moet voorkomen, dat,
indien de subsidie door de beide Kamers
wordt toegestaan, de EDgelschen, boven
den reeds overeengekomen koopprijs,
nog f75,000 zouden ontvangen."
Het blad voegt aan deze mededeeling
toe, dat het zich niet verantwoord acht,
dit gerucht achterwege te houden.
Bsdrss.
Onze Zeeuwen zullen wel geschrokken
zijn, schrijft de „Ned." in antwoord op
het driestarretje van de „Stand." over
het Bathpolder-ontwerp. Na het eatre-
füetje te hebben weergegeven, vervolgt
het Christelijk-Nationaal orgaan
Het is vooral de vorm, die schrik
aanjaagt. Twijfel aan de juistheid der
uitspraak schijnt uitgesloten.
Zóó duidelijk en klaar schijnt de
kwestie, dat toelichting of argumentatie
onnoodig geacht wordt.
Zóó dom schijnt de door de Tweede
Kamer genomen beslissing, dat een kind
in het Nederlandsch staatsrecht
natuurlijk vermag in te zien, waarin
de „bévue" bestaat.
En zóó kortzichtig schijnt zij te zijn
geweest, dat niemand, zeifs niet de
christelijk historische Kamerleden, zoo
min die van de eene als die van de
andere groep, bespeurd hebben dat met
het bedoelde ontwerp de „historische"
beginselen van ons Nederlandsch staats
recht gemoeid zijn.
De „Ned." moet tot hare niet geringe
beschaming erkennen, niet wel te be
vroeden, waarop deze zóó stellige uit
spraak in het driestarretje steunt.
Het blad ia van oordeel, dat oud-
miniBter Lely ten onrechte dit geheel
exceptioneels geval als een wettig
antecedent voor volgende gevallen wilde
doen doorgaan.
De „Ned." besluitNatuurlijk kau
men het regeoringsbeleid in deze afkeu
ren men kan den stillen tegenstand van
Gedeputeerden vanZeeland veroordeelen,
of meenen, dat het beter was er een
stormpje aan te wagen, dan een paar ton.
Maar hoe het bedoelde wetsontwerp in
beginsel ons historisch vaderlandsche
staatsrecht aantast, het gaat onze be
vatting te boven.
Postwst.
In de memorie van antwoord der
Tweede Kamer op het afdeelingsver-
slag nopens de Postwetwijziging zegt
minister Teegens o a., dat het niet
mogelijk is de besteHingekringen van
de postkantoren in overeenstemming te
brengen mei de staatkundige grenzen
der gemeenten, daar regel moet blijven,
dat het verlaagd tarief alleen wordt
toegepast op die stukken, die geen ver
zending ondergaan, d.i. die besteld wor
den binnen denzelfden kring, waarin
zij zijn ter post bezorgd.
Van de wenschelijkheid om ook voor
brieven boven 200 gram in locaal ver
keer portverlaging ia te voeren, is de
minister ganschelijk niet overtuigd.
Daardoor zou de verzending van stukken,
die thans per postpakket of per andere
gelegenheid verzonden worden, in het
vervolg veelal als brief plaats hebben,
istig zou zijn.
Voor enkele postkringen, zooals die
van 's GravenhageSchevertingea, ia
een betere regeling van het locaal brief
porttarief dringend noodzakelijk geble
ken en ten einde het desbetreffende
wetsontwerp spoedig tot stand te bren
gen, heeft de regeering zich daartoe
bepaald.
De quaesties omtrent circulaires van
buitenlandsche loterijen wordt nog met
den minister van justitie besproken
omtrent pornographische stukken wordt
overwogen of en op welke wijze hieraan
iets te doen is zonder aan de postad
ministratie te groote macht toe te
kennen.
De in het voorioopig verslag gestelde
vraag, of het niet wenschelijk ware,
de bepaling, dat twee aan eikaar gren
zende postisringen eventueel als ééa
kunnen worden beschouwd (voor het
locaal tarief) uit te breiden tot „twee
«f meer" kringen, wordt door de me
morie ontkennend beantwoord met het
oog op de al te verstrekkende gevolgen
van deze uitbreiding.
ik nu "weer in de kamer, waar ik van
kleeding verwisseld had, en een oogen-
j bük later traden de minister en de
jonge dame binnen. Zijne Excellentie
hield eenige papieren in de hand, waarbij
ik mijne aanbevelingsbrieven meende
te herkennen, hij kwam recht op mij af
•j en drukte mij de hand.
j „Mijnheer", sprak hij vriendelijk,
1 „vergeef mij de onverdiende krenking,
die ik u veroorzaakte. Ik bevind mij
I tegenover u in groote verlegenheid.
Zoodra u in hechtenis was genomen,
snelde ik naar huis, in de vaste meoning,
dat u mijn rok en hoed gestolen had
want ik bemerkte dadelijk dat die mij
toebehoorden, eerstens aan het ordeliat,
tweedens aan het monogram in den
hoed en derdens aan de stukken, die u
mij overhandigde. Het waren mijne
aanteekeningen op een nieuw wetsont
werp. Bij raijn thuiskomst vernam ik
van mijne dochter de oplossing van het
raadsel en tegelijkertijd welke ramp zij
door haar onvoorzichtigheid u veroor
zaakte. Voor uwe inschikkelijke goed
heid werd u nog door mij gestraft. Wij
hebben hier te doen met een samenloop
van omstandigheden, die komiek ge
noemd zou mogen worden als ze voor
u niet zoo droevig was. Ik hoop voor
mijn verkeerd optreden op dezelfde
goedheid als u aan mijne dochter be
toond heeft."
Eenige oogenblikken kon ik geen
woord spreken ik drukte de mij aan
geboden hand en stamelde eindelijk
eenige woorden, die puur onzin waren.
Ik zeide, dat het ongeval niets te be-
teekenen had, dat ik integendeel met
veel genoegen aan het bevel van gevan
genneming gehoorzaamd had, enz. De
minister keek mij glimlachend aan en
zeide toen
„Het dienstmeisje heeft mjj intusschea
uw aaabevelingepapieren. uit uw rok
Spoediger uitbetaling door het rijk.
Men meldt aan het „Hbld."
De minister van justitie heeft, in
overleg met zijn ambtgenooten, wijzi
ging gebracht in de uitbetaling van de
rekeningen ton laste van het rijk, nadat
deze door de Algemeene Rekenkamer
zijn geverifieerd.
Tot dusverre werden deze rekeningen,
declaratiëu enz. door de Provinciale
besturen uitgereikt. Thans is bepaald,
dat de uitreiking rechtstreeks zal plaats
hebben door de posterijen, een minis
terieels bepaling die ten gevolge zal
gehaald, ik heb ze gelezen, de mondelings
informatiën zijn ook zeer gunstig en
daarom heb ik bereids een aanstelling
voor u geschreven, doch voor eene
betrekking, waaraan het dubbele tracte-
meut verbonden is.
Mjjnheer 1 hier is uwe aanstelling 1"
Met bevende hand nam ik het lang
begeerde document aan. Een half uur
later was ik thuis. De schoenmaker, da
timmerman eu Lena waren bij elkander.
Een uur lang wachtten zij mij reeds
met angst. Ik verhaalde mijn avonturen
en liet hun ten slotte mijn aanstelling
zien. Was het wonder, dat toen vreugde
tranen geschreid werden Sedert dien
dag ben ik steeds gelukkig geweest
aanhoudend heb ik bevordering gemaakt,
zoodat ik thans een benijdenswaardige
betrekking aan het ministerie bekleed.
EINDE.