VELAAT, helft van Donderdag 21 Jiitiir Het Spook van bet Mof. Hollandsche grove 1.50 ire bussen Ho. 143. 44e Jaargang, BraaTga-SCHELQH. Van week tot m%k FEUILLETON. Bmneniandsche berichten. Gemeenteraad. xfra deugdelijke Worst. per ens. I. E. HAAKSMA. 3. 1§06, )MTRAMDIEK8T fllssingen-Middelburg v,v. issingen 4.40f 5.50f 7.55* 11 50f 12.30* 1.15§ 8.-* 4.15§ 5.—* 5.50§ 6.55* 9.40§ 10.25§. jekken van de Remise, lekken van de Zeil markt, ikken van het Badhuis. .delburg 5.15f 6.25f 8.40* 45* 12.30§ 1.15* 2.—2.45* i* 5.—5.50* 6.55§ 7.50* j 10.25* ll.lOf. niet verder dan tot de Re- naar de Zeilmarkt. naar het Badhuis. mu ummm. ssingen: ym. 6.6.20, 7.—, 8.55, 9.30, 10.—, 10.20, 10.40, .Nm. 12.—12.30, 1.05,1.30*, 3.25, 3.55, 4.30, 4.50, 5.20, 7.15, 7.35, 8.20, 9.10. Buitensluis: ym. 6,10, 6.30, 8.30, 9.15, 9.50, 10.10, 10.30, .0, 11.50. Nm. 12,10, 12.46, 2.50*, 3.10, 3.40, 4.10, 4 ,40 6.30, 7,05, 7.25, 8.—, 8.30, fvaartcn vallen Zondags rat CHERKN. DDELBÜRG. Iü.3i3 1.27 4.07 8.17 9.27 12.37 10.25 1,20 4.6.40 9,20 12.30 10.13 1.08 3.48 6.28 9,08 12.18 10.01 12.56 3.36 6,16 8.56 12.06 9.51 12.49 3.29 6.09 8.49 11.59 9,45 12.40 3.20 6.— S.10 11.50 9.29 12.21 3.04 5.44 8.24 11.34 9,23 12.18 2.58 5.38 8.18 11.28 LISSINOEN. 10.32 1.27 4.07 6.47 9.27 12.37 9.45 12.40 3.20 6.— 8.40 11.50 9.33 12.28 3.03 5.48 8.28 11.38 9.30 12.25 3.05 5.45 8.25 11.35 9.25 12.20 3.— 5.40 8.20 11.30 9.20 12.15 2.55 5,35 8.15 11.25 ober 1906. agelijks. .1,50 a) b) nm. 3,23 g) en 6,10 (e 12,15 a) nm. 3,50 g) en 6,40 5 nm. 1,55 a) en 4,45 i) b) nm. 3,23 en 6,10 c) f) minuten na het vertrek van iekenskerke u. Neuzen ym. 8,30 r Breskens, Borsssla en Neuzen ir Breskens, Borssele en Neuzen [kt, lekdagsn van 16 April tot fowd, YUSSIMbSdlE COURANT Prijs per drie maand® jv LSO, fesaoa jpe» j*** jf 1.50. Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alïe. Boek handelaren Postdirecteuren of rechtstreeks bij den Uitgever F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt, I. 187- ADVERTENT1ËNvan 1-4 regels ƒ0.40, Voor eiken regel nreer ÏO cent. - Bij diiecte opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slechts hoeemaal berekend. Groote letters en cliclié's naar plaatsruimte. Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zon- en feestdagen. Telepliaoiiiiiimmei' 10. Aboxmenicnts-Adirertentiën c-p zeer voordeelige voorwaarden. Zooals van zelf spreekt is thans aller oog weer naar Frankrijk gericht en wel naar het Hof van Cassatie te Parijs, waar het laatste bedrijf van het voor Frankrgk's instellingen zoo beschamen de Dreyfus-schandaal wordt afgespeeld. Wij herinneren er aan dat het Hof nu al twee jaar bezig is met het onder zoek der revisie-aanvrage. Bij vernieti ging van het vonnis van den krijgsraad te Rennes zal Dreyfus, wat zijn bedoe ling is, in volle eer worden hersteld. Mogelijk wordt ook een nieuw onder zoek gelast. De Dreyfus geschiedenis is nagenoeg- geheel en in vollen omvang bekend. Wat gebeurd is en wie hebben ge knoeid wist men al lang en al heel lang wist men dat het niet Dreyfus waB. De verklaringen namens den Duit- sehen keizer gedaan waren natuurlijk voor ieder verstandig menscb afdoende •naar, iets in rechten te bewijzen, is iets anders dan van eene zaak overtuigd te zijn. Ook aan het strenge recht evenwel kan thans worden voldaan, hetgeen trouwens reeds te Rennes had kunnen en behooren te geschieden. Er waren een aantal stukken, welke tot ontlasting van den beklaagde hadden kunnen dienendoch zij werden een voudig achter gehouden. Generaal Guérin verklaarde voor den raad, dat Dreyfus bij de degradatie schuld be kend had, terwijl zijn eigen rapport werd achtergehouden, waaruit precies het tegendeel blijkt. Verdere bewijzen van valschheden en knoeierijen kunnen geleverd worden hij is o. a. veroor deeld op een stuk dat gemaakt is toen hij reeds op het Duivels eiland zat. Gelukkig dat Frankrgk's politiek thans door deze treurige geschiedenis niet meer beheerscht wordt. Aan de schandelijke knoeierijen in het leger en aan de anti-republikeinsche woelingen onder de hoofdofficieren is een einde gemaakt en men zal in die richting voortgaan, zooals door de regeering uit drukkelijk is medegedeeld. Het doet ons weldadig aan, de Eran sche republiek thans sterker dan ooit te zien staan. Van harte juiohen wij de verklaring der regeering toe omtrent de verder te volgen buitenlandsche politiek. De heer Sarrien hesft niets te veel gezegd, toen hij in de Kamer ver klaarde dat beginselen van rechtvaar digheid en vrede haar hebben bezield 5.) Deze zeiden nu: „Ziet ge? Het is alles waar Niet alleen te Parijs, maar ook bij ons geschieden wonderen 1" De wijsgeerigen en vrjjdenkers, waar toe ook dr. Duponchel behoorde, wisten daar aanvankelijk niets van belang op te antwoorden voor dit geheimzinnig voorval konden zij geen natuurlijke verklaringen vinden. Den derden dag kwam er wat meer licht in deze duistere zaak, Eenige knapen, die hjj het kerkhof St. Sulpice op een weg tusschen tuinen en wijnber- gen speelden, vonden een verfrommeld doodshoofdmasker van zijde en een hand, die uit hout gesneden was en meesterlijk het ontvleeschde geraamte van een menschenhand nabootste. Het was dui delijk, dat deze voorwerpen in verband moesten staan met de geestverschijning. Maar met welk doel was deze akelige in de Marokkaansche quaestie en hare oprechtheid aller wege is erkend. Wan neer de Eransche regeering verklaart dat zij niet voornemens is van deze politiek af te wijken en daardoor in het vervolg het gevaar voor verwikkelingen en botsingen wenscht te verminderen, dan hechten wij daaraan meer waarde dan aan dergelijke verklaringen van gekroonde hoofden, die, heiaas, maar al te vaak, gelegenheidswoorden bezigen en bovendien, vooral in onzen tijd, te veel voor zich zeiven spreken. Dat de Eransche regeering zich nu ook uitdrukkelijk heeft verklaard voor vermindering van militaire lasten, daar bij wijzende op de tweede vredes con ferentie te 's Gravenhage, schijnt ons mede eene verblijdende gebeurtenis toe. De steen is aan het rollen en dan zal het nog slechts een quaestie van. tijd zijD, hem een zeker eindpunt te doen bereiken. - Konden wij nu ook maar zooveel gewicht hechten aan de verklaringen der nieuwe Italiaansche regeering. On- beteekenend zijn zij zeker niet en ook merkwaardig, in zooverre als er dui delijk uit blijkt dat men te Rome wel lid wil blijven van het Drievoudig Ver bond, maar er niet aan denkt, daarom minder vriendschappelijk te staan tegen over Frankrijk en Engeland, En nu za! er eene commissie worden benoemd om de oorzaken na te gaan van den gedrukten economisehen toe stand, zal men trachten de arbeidsvoor waarden te verbeteren en de financiën te herstellen. Hoevele ministeries zal de grillige Italiaansche Kamer nog naar huis jagen, eer het zoover komt En nu staat de naasting der spoor wegen bovenaan op het menueen hooggewenschte zaak, maar juist iets om over te struikelen Op goeden voet te blijven met En geland is tegenwoordig voor iederen staat, die aan de politiek mee doet, zeker wel eene gewenschte zaak. Er is nu eenmaal geen tweede mogendheid op de wereld die, zooals Groot-Brittanje thans feitelijk doet, twee groote eska ders tot het houden van vlootoefenin- gen bij elkander brengt op vo6t van oorlog, ze versterkt met flottiljes onder- zeesche booten en ze aanvult met tot oorlogsbodems ingerichte koopvaardij schepen, ingeschreven bij de reserve, welke schepen door reederjjen ter be schikking van de admiraliteit zijn ge steld. Zóó heeft Albion thans een macht vertooning afgespeeld, die zulke nood lottige gevolgen kon hebben Dat kon onmogelijk een onschuldige grap geweeBt zijn Nu zeiden de vrijdenkers tot de bijgeloovigen „Hebt maar geduld 1 De zaak zal langzamerhand wei opgehelderd worden1" Men behoefde inderdaad niet lang meer te wachten. In den morgen van den vierden dag na hot bal, had dr. Duponchel zijn patient bezocht en hem in zoodanigen toestand aangetroffen, dat hij niets dan den dood of krankzinnig heid voorzag. Juist had onze dokter het grafelijk kasteel verlaten, toen dr. Gué rin van het stadsziekenhuis hem tegen het lijf liep en zeide„Wel, waarde collega! ik ben juist er op uit om ute spreken. Gij moet met mij naar het ziekenhuis. Een uur geleden hebben eenige boeren uit het dorp Martory ons een jonge vrouw gebracht, die zij in verschrikkelijken toestand in het bosch hadden gevonden. Het is buiten twijfel, dat zij met die spookgeschiedenis in nauwe betrekking staat. Aanhoudend praat zij van het kerkhof St. Sulpice en gelooft, dat de hand van een geest haar aanhoudend vervolgt en haar wil meetrekken.'1 van vier honderd ijzeren bodems bijeen, groot genoeg om tegen de vereenigde vloten van de voornaamste mogend heden op te wegen. Het is voorwaar om een weinig trotsch op te zijn. Jammer maar dat het fraaie en indrukwekkende schouwspel zoo weinig gelijkt op vermindering van militaire lasten I Tusschen Grieken en Roemenen is het dus tot een openlijke breuk geko men maar vechten zullen zij nietzij zullen zich eenvoudig voortaan niet meer met elkaar bemoeien, en ofschoon dit eenigszins grappig schijnt, is dit „elkaar den rug toedraaien", voor de wereld heel wat beter dan vechten. In Zuid-Macedonië vindt men de klein WallaeheD, die zeer nauw ver want zijn aan de Roemeniërs (vroeger Wallachen en Moldaviërs). Deze Wal- lachen behoorden vroeger onder het Grieksche patriarchaat te Constantino- pel j maar dat is door den invloed van Roemenië veranderd en de klein-Wal lachen vormen nu eene eigene kerke- j lijke gemeenschap. De Grieken waren daarover woedend en Grieksche vrij scharen en Hacedoniërs richtten moord 1 partijen aan onder de vreedzame Wal- lachische bevolking. Het kwam van het eene tot het andere de Grieksche journalisten werden uit Roemenië ver wijderd, de gezanten werden terugge roepen en thans zijn ook alle consuls weg. Keizer Frans Jozef heeft de groot ste moeite gedaan om de zaak nog te sussen maar het heeft hem niet mo gen baten en het 13 te vreezen dat de Wallachen nu nog meer zullen moeten lijden. Zij worden door de Turken be schermd, maar de brutale Grieksche benden keeren zich ook tegen dezen en het is reeds tot een gevecht gekomen, waarbij de Turken het gelukkig wonnen. In het voormalige Moldavië liggen geheel met Grieken bevolkte dorpen en het staat te vreezeu dat ook deze lieden nu wederkeerig van de Roemeniërs last zullen krijgen. Over de thans weder zoo diep treu rige toestanden in het Russische rijk een volgende maal. lente Earner. Gisterenavond kwam de Eerste Kamer bijeen. De griffier deed voorlezing van Met vluggen tred ging Duponchel met Guérin naar het ziekenhuis. In een afzonderlijke kamer vonden zij de pa tiënte, bewaakt door een oppasseres. Blijkbaar lag zij in een ijlkoorts, want aanhoudend sprak zij verwarde taal. „Trek j9 weer aan mijn rok. Wil je mij meenemen in het graf?" klouk het op hartverscheurenden toon van baar lippen. „Ik smeek u, vergeef mij. Ik weet het, ge zijt de gravin de St, Aiguan. Oh, ik zal het nooit meer doen De vervloekte ridder!" „Zoo ijlt zij voortdurend", zei Guérin. Nu begrijp ik de samenhang", fluis terde Duponchel hem toe. „Hier is het werktuig, waarvan men zich in een vreeselijke intrigue bediend heeft. Van die waanzinnige verbeelding geloof ik het ongelukkige schepsel te kunnen bevrijden." Hij vatte de patiënte bij de hand en zeide: „Ongelukkige, verlicht uw gewe ten door een volledige bekentenis Ik wil u verlossen van de geestenhand, die u meetrekt Zij keek hem vragend aan. „Waart gij Vrijdagnacht gemaskerd op het kerkflof St. Sulpice Droegt gij toen een doodshoofdmasker achter uw een ontvangen kennisgeving van het overlijden van den heer mr. J. G. Gleichman, minister van Staat, oud-lid van de Eerste Kamer. De Voorzitter deelde mede dat deze kennisgeving met een brief van rouwbeklag is beantwoord. Besloten werd verschillende kleine wetsontwerpen heden in de afdeelingen te onderzoeken, terwijl goedgevonden werd Donderdagmiddag een openbare vergadering te houden ter behandeling van de ontwerpen die dan voor afdoening vatbaar zijn. Handel in vrouwsn en meisjes. Het voorloopig verslag nopens het wetsontwerp tot goedkeuring der rege ling tot bestrijding van den handel in vrouwen en meisjes meldt, dat alge- meene instemming door de Kamer werd betuigd met de strekking der regeling. Algemeen was men van oordeel, dat de hier bedoelde dusgenaamds handel, welke met de grootste list en sluwheid in het verborgen wordt gedreven en waarom trent door tot oordeelen alleszins be voegde personen de afschuwelijke bij- zonderheden zij a aan het licht gebracht, een kwaad is, dat niet met rust mag worden gelaten en met wortel en tak behoort te worden uitgeroeid. Met betrekking tot de bepalingen van 1 de regeling zelve bestond verschil van meening over de „autoriteit", die in- i gevolge het bepaalde bij art. 1 door 1 ieder der contracteerende regeeringen j zal moeten worden aangewezen voor of belast met het bijeenbrengen van alle inlichtingen omtrent de ronseiarij van vrouwen en meisjes. Sommige leden j toch zouden gaarne zien, dat daarvoor werd aangewezen de voorzitter of een der andere bestuursleden van een ver- esniging of instelling, welke zich het lot van da hier bedoelde vrouwen en meisjes aautrekt. Groot bezwaar bestond bij zeer veel leden tegen art. 2 van het wetsontwerp. Het ging, meende men, niet wel aan, bij art. 1 een overeenkomst goed ts keuren, waarbij de Nederlandsche re geering uitdrukkelijk verklaart, dat de regeling van toepassing zal zijn in alle Nederlandsche koioniën, en dan in art. 2 hot voorbehoud te maken, nader over een te komen nopens de niet-toepasse lijkheid der regeling in diezelfde kolo niën. Men betwijfelde of van een zoo zonderlinge gelijktijdige toepassing van het tweede en van het derde lid van art. 59 der Grondwet in een en de zelfde wet wel een voorbeeld valt aan te wijzen. Onlangs is medegedeeld, dat de mi nister van oorlog besloten had, aan de landweerverlofgangers wapenen en leder goed mede naar hunne haardsteden te geven. In verband daarmede heeft thans de minister, in overleg met zijn ambtgenoot van binnenlandscke zaken, bepaald, dat bij verhuizing van verlofgangers, die niet wonen in gemeenten waar een land- weerdistricts-commandant gevestigd is, de verlofganger wapenen en ledergoed, in sommige gevallen ook de overjas, zullen inleveren bij den burgemeester der gemeente waaruit zij vertrekken. De burgemeester doet dan deze stukken aan den landwearcommandant toekomen. De noodige pakmiddelen kunnen door den burgemeester worden aangevraagd aan het hoofd der magazijnen aan de Hembrug. Ook kan de burgemeester de goederen door een gemeente-veldwachter doen overbrengen. besluit zijn met iugang van a. s. bij den marine-stoomvaart- Bij Kon 21 Juni dienst benoemd tot officier-machinist der 2e kl. de hoofdmachinisten H. O. But en J. van Ouwerkerk De Internationale bakkerij-tentoon stelling werd gisterenmiddag in het Paleis van Volksvlijt te Amsterdam geopend door den minister van buiten landsche zaken. Vooraf werd een wel komstrede uitgesproken door den heer II. Franken Jr., voorzitter van het uit voerend comitié. De tentoonstelling maakt een zeer gunstigen indruk. Tal rijke belangstellenden, onder wie veie autoriteiten on dames, waren bij da opening tegenwoordig. Tijdens de opening had een groote meeting van bakkersgezellen van alle richtingen in „d'Geelvinok" voor af schaffing van deh nachtarbeid plaats. Er waren, blijkens mededaeling van den voorzitter, van ongeveer 25 Kamerleden sympathiebetuigingen ingekomen, welks mededeeling met geestdrift werd begroet. zwartzijden masker?" Zij knikte bevestigend. „Eu toen werd er aan japon getrok ken, zoodat ge er van ontsteldet „Ja, ja", riep zij bevend uit. Dat was geon hand van een geest het was het hondje van de gravin de St. Aignan, dat gewoon is den nacht bij het graf van zijn meesteres door te brengen. Den volgenden dag heb ik zelf het beestje gezien het speelde nog met het lapje, dat het van uw japou had gescheurd." Zij dacht een oogenblik na, haar gelaat verhelderde en zij vroeg fluiste rend „Was het werkelijk zoo?" „Ja, dat kan ik bewijzen 1" Zij streek de verwarde haren van haar voorhoofd weg, haalde met blijkbare verlichting een paar malen diep adem, keek Duponchel dankbaar aan en zeide zacht„ik wil alles bekeanen 1" De chef der politie en andere ge rechtelijke ambtenaren werden ontboden en toen werd het volgende getuigenis opgateekend „Ik heet Eanchon Jadis, ben een 6n twintig jaar oud, van beroep tooneel- speelster en sedert mijn prilste jeugd S op de planken. Om mijn leelijb gelaat Vrijdag werden ia de verschillende garnizoensplaatsen in ons land aanbe steed de levering van aardappelen voor de soldaten-menages gedurende het tij J- vak van 16 Juli—31 October. Dat de prijzen nogal uiteenloopen kan hieruit blijken, dat te Breda da minste in schrijving f 1,7 7 per H.L, bedroeg, te Assen zeifs slechts f 1,50 en te Vlis< singenf3,25. Zitting van 20 Juni, des nam. 2 ure Voorzitter de heer jhr. mr. Van Doorn van Koudekerke. Tegenwoordig II laden. Afwezig de heeren Winkelman sn Au3r met kenuis- geving verder de heeren Lacieer eu Merekens. 2 vacatures. De notulen van de vorige vergadering werden goedgekeurd. Da Voorzitter deelde made dat da stemming van laden van dea gemeente raad warden bepaald op 3 Augustus en de stemming eu herstemmiag op 16 en 28 Augustus. Overgelegd werd het jaarverslag der noemde men mij spottend „Fanchonette", wat „nachtuil" beteekent. Ik heb een goede stem ik zing, dans eu spael met talent, doch voor de dankbare rollen ben ik niet te gebruiken. Ik was steeds de booze fee, de leelij be toovenares of het vreeselijke spook in de kluchten, die de heeren Lasage en Orneval in de zuidelijke provinciën vertoonden, laatst in het stadje Moissac aan de Garonne, niet ver van Agen. Daar voerden wij een tooverspel op, waarin ik verscheen als een spook met een doodshoofd, dat een klagend lied zong. Wij maakten echter helaas 1 slechte zaken, wij hadden met die stukken geen bij val van het publiek. Op zekeren dag kondigde onze directeur, mijnheer Dug- zon, ous aan dat hij bankroet was. Hg verdeelde de laatste ontvangsten ouder ons, voordat de schuldeischers daar beslag op konden leggen j mijn aandeel bedroeg zeven francs. Daar kwam ik slecht mee uit, want in mijn logement was ik zes en tachtig francs schuldig. Ik betaalde de zeven francs op afreke ning en wilde uitstel vragen voor bat overige bedrag, maar ik wist waarlijk niet, waar ik 't geld vandaaa zou halen, (o'lo£ oolgt.)

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1906 | | pagina 1