Zaterdag
et Spook van bet Kerkhof.
1806.
16 Juni
No. 139.
44e Jaargang.
Binnanlandscbe Méten
FEUILLETON.
VlISSINGSCHE COURANT
Pr§s pet drie maaaaeB S08@0 Sfeaeo fat ftm 1.50.
Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alie Beek-
handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij den Uitgever
F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt, I. 187-
ADVERTENTIES van 1—4 regels ƒ0.40, Voor eiken regel
meer 10 cent. -- Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde
advertentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Groote letters
sn cliché s naar plaatsruimte.
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zou- en feestdagen.
Telepluoiinummor 10.
Abonnements-Advertentiën op zeer voordeelige voorwaarden.
Sehadsvsrgoeding sn werkstaking.
Met groote meerderheid heeft de
Tweede Kamer uitgemaakt, dat werk
staking of ontduiking inbreuk is op de
arbeidsovereenkomst, wat alzoo den
werkgever bij staking, en den werk
nemer bij uitsluiting, recht geeft op
schadevergoeding zij heeft daarbij te
vens geweigerd in het bewuste artikel
de bepaling op te nemen, dat in 't al
gemeen de rechter bevoegd zal zijn de
schadevergoeding te verminderen of niet
toe te kennen, ingeval de eene party
aan de andere een dringende reden
heeft gegeven tot dienstopzopsegging
zonder inachtneming van den termijn,
zonder in de wet uitdrukkelijk van
werkstaking of uitsluiting te ge
wagen, zooals teu slotte het amende
ment der vrijzinnig-democraten luidde.
Daarover is het „Volk" natuurlijk
niet erg gesticht't blad spreekt van
„het nieuwe recht, zooals onze bezit
tende klasse dat opvat." Maar toch be
hoeft „de arbeidersbeweging het geval
len besluit niet als een ramp te be
treuren. De slachtoffers ervan zullen
juist zij zijn die zieh buiten de organi
saties, buiten de beweging bevinden.
Misschien zal het een spoorslag zijn
voor duizenden om aan de beweging
deel te nemen."
Het „Vad." stelt de vraag, „of niet
iets te zeggen ware geweest voor het
toekennen van de bevoegdheid om schade
vergoeding te vragen zonder dat tevens
gebruik behoefde te worden gemaakt
van het recht om het zooveel hard
handiger middel, verbreking der dienst
betrekking, toe te passen."
Het „Hbl." betreurt, dat het amen
dement der vrijz.-dem. verworpen is,
omdat werkstaking en uitsluiting wel
zijn inbreuken op de overeenkomst,
maar niet gelijk Btaan met dienstop
zegging. Het blad wil „volstrekt geen
privilege invoeren voor werkstakingen
en uitsluitingen, maar ook geen be
lemmering van de vrije ontwikkeling
bij dit maatschappelijk verschijnsel,
waarbij ook eenmaal een wettelijke rege
ling in plaats van geweld tegen geweld
zal behooren te treden."
De „N. JEt. Ct." vindt de oppositie van
mr. Troelstra tegen het regeeringaartikel
vreemd. Het bevat geen dwingend recht
er kan dus van afgeweken worden bij de
overeenkomstdat heeft mr. Troelstra
zelf erkend. Welnu, zegt de „N.R.Ct."
welke redactie ook in de wet zou wor
den gelezen die van de regeering of
die van het amendement-Troelstra in
de practische werking zal er geen ver
schil zijn hoegenaamd," zijn de arbei
ders bij het sluiten der overeenkomst
krachtig genoeg om hun wil te doen
zegevieren, „dan sluiten zij onder do
heerschappij van bet regeeringsartikel
het schadeverhaal bij werkstaking te
I.
Op een zoeten avond in de maand
Februari van het jaar 1739 heerschte
ia de stad Agen aan de Garonne eene
ongewone drukte.
In de groote stadszaal werd een bal
masqué gegeven, waaraan door de voor
naamste ingezetenen van de stad en hare
omstreken werd deelgenomen.
Daar schitterden honderden lichten,
daar hoorde men yroolijk gelach en
opwekkende muziek, daar zag men het
bonte gewoel der gemaakerden en
slechts honderd schreden verder lag in
den helderen maneschijn het groote
Kerkhof met zijn witte marmeren graf
monumenten, waaronder de dooden stil
en vreedzaam den eeuwigen slaap sliepen,
nadat zij het bal masqué des levens
hadden doorgemaakt en den schuimenden
voren uitof de arbeiders missen de
organisatie en de macht, om hun ver- j
langens op dit punt aan den werkgever j
op te dringen, maar dan had hun het
amendement-Troelstra geen snipper ge
baat het bevatte geen dwingend recht,
en de werkgever zou het in optima
forma bij reglement of overeenkomst
hebben op zij gezet."
De „Stand." acht de genomen be
slissing van groot gewicht. Ze ligt
volkomen op de lijn „van de booze daad"
van het ministerie-Kuyper, zooals dr. Bos
het beleid van dat Kabinet bij de spoor
wegstaking heeft geqnalificeerd. „Van
groot belang" noemt de „Ned." het ge
vallen besluit, want het gold hier de
vraag „zal contractbreuk tot een recht
matige daad worden verheven, wanneer
zij niet door een enkel persoon, maar
door meerderen tegelijk geschiedt Zal
onrecht recht worden, doordat men het
onrecht met honderd vermenigvuldigt P"
Daarop heeft de Kamer een ontkennend
antwoord gegeven en dat was goed
„een kwaden dienst bewijst aan de
vakbeweging, wie haar met open oogen
den weg van het onrecht opdrijft." En
het is gebleken „dat de geheele rechter
zijde één is in deze „klassieke" waar
heid, dat ook in het groeiproces onzer
maatschappij de vaste rechtsvormen be
hooren te worden geëerbiedigd. Inzóo-
ver was de strijd dezer dagen een voort
zetting van dien in 1903."
Bs tweede Vredesconferentie.
Kaar aanleiding van het wetsontwerp,
waarbij gelden worden aangevraagd voor
de te 's Gravenhage te houden tweede
Vredesconferentie, achtten sommige le
den van de Tweede Kamer het bij het
afdeelingsonderzoek van dat voorstel
noodig om van hun geringe sympathie
voor die conferentie te doen blijken.
Zeer vele leden echter verklaarden
deze beschouwingen niet te deelen. Zij
meenden, dat wanneer de onderhande
lingen tuseehen de natiën leiden tot een
versterking van het beginsel van inter
nationale arbitrage tot betere regelen
omtrent oorlogsgebruiken en de rechten
der neutralen in oorlogstijd, misschien
ook tot beperking van de lasten, die
de toerusting tot ;den oorlog aan alle
Volken oplegt, dat men dat reeds een
gewichtige uitkomst zou kunnen noe
men. Een der kleinere Staten schijnt
het meest aangewezen een conferentie
van deze strekking binnen zijn grenzen
te ontvangen men verheugde er zich
over, dat aan Nederland die eer te beurt
valt en stelde gaarne de voor de ont
vangst vereischte gelden beschikbaar.
Ook werd door sommige leden de
hoop uitgesproken, dat vooral het vraag
stuk der geleidelijke ontwapening niet
op het programma der conferentie zal
ontbreken. Zij wezen erop, dat onlangs
het Engelsche Parlement een motie ten
gunste daarvan heeft aangenomen. De
Nederlandsehe regeering behoorde er
beker der vreugde geledigd hadden.
Jean en Pierre, twee mannen, die
samen met een draagkoets hun brood
verdienden, hadden juist eene adellijke
dame iu het costuum vau eeue Spaansche
danseres, naar het bal gebracht en
stonden uit te kijken naar een nieuw
vrachtje, toen zij door een heer met een
zwart masker werden aangesproken met
de vraag „Ben jelui vrij
„Ja wel, mijnheer antwoordde Jean
met eene beleefde buiging.
„Dan moet ge een dame gaan afhalen
en naar het bal brengen. Hier is een
driefranesstuk. De dame betaalt natuurlijk
niets en ze zal geen woord met je
spreken."
„Best, mijnheer 1 En waar moeten wij
de dame afhalen Welk huis P"
„Volstrekt niet uit een huis. Je ziet
daar ginds het hek wel van het Kerkhof,
nietwaar Daar wacht je en doet het
portier van je koets open. Er komt dan
een dame, die instapt zonder een woord
te spreken. Je brengt haar naar het
bal, begrepen
„Zeer goed, mijnheer."
Jean en Pierre sloegen de zeelen van
de draagkoets over hunne schouders en
richtten hunne schreden naar het aan-
huns inziens op san te dringen, dat ge"
noemd punt een onderwerp van onder
handeling op de Conferentie uitmaken
zal.
Door dezelfde leden werd gewenscht,
dat de regeering er naar zal streven
het beginsel van verplichte arbitrage
voor bepaalde quaestiën, reeds gehuldigd
in meer dan één door Nederland
ten conventie, tot een algemee
dus tusschen alle natiën geldende, te
verheffen.
Mid&en-Iurcpeesche tijd.
De „Opr. Haarl. Ct." zet haar protest
tegen het wetsontwerp, dat den Midden-
Europeeschen tijd poogt in te voeren,
voort.
lo. Het stelsel van den zonnetijd
schrijft voor Nederland voor den West-
Europ. tijd. Nader betoog behoeft dit,
na het door haar reeds aangevoerde,
niet. Alleen tracht zij te ontzenuwen
wat de regeering uit het voorbeeld van
Ierland, Duitschland en Oostenrijk-Hon-
garij, ten bate van haar stelsel aan
voert.- 2o. De regeering wil den Hidd.-
Eur. tijd uitsluitend om daardoor de dag-
verdeeling met 40 minuten te vervroe
gen. Maar is zij daarin wel oprecht
Zoo ja, dan is zij sinds 1892 al zeer
belangrijk van inzicht veranderd. Toen
was de bedoeling van mr. Van Houten
met zijn wetsontwerp geen ander dan
om te komen tot eenheid van tijdrege-
ling en geenszins eene vervroeging van
het leven met 40 minuten, gesteld al
dat dit mogelijk ware. Thans schijnt
ze om eindelijk tot eenheid van tijd te
komen een offer te brengen aan een waan
van den dag. 3o. Invoering van den
Midden-Europeeschen. tijd zal echter niet
leiden tot het vervroegen der dagver-
deeling. Er is, dus tracht het blad aan
te tooneu, in onze samenleving van de
laatste 50 jaren inderdaad een neiging
tot vervroeging. Een dagverdeeling van
een volk is ongetwijfeld geenszins sta
biel. Misschien gaat men in die richting
van de neiging tot vervroeging nog
eecigen tijd voort. Maar dan zal dat
geschieden, onafhankelijk van de invoe
ring van den een of anderen tijd. Het
eenige wat toegegeven kan worden is
indien in de naaste toekomst eene ver
vroeging van 40 minuten te wachten
ware, deze door invoering van den
M. E.-tijd bespoedigd zou kunuen wor
den. Maar een zóó aanzienlijke vervroe
ging is te onwaarschijnlijk om daarvoor
een kunstmatigen tijd aan te namen.
De kunstmatige vervroeging zou weer
te loor gaan. De nachtrust duurt thans
vau 11—7. Men brengt onze stedelijke
bevolking er niet toe, reeds te kwart
over zes uur op te staan. En dan ds
dagelijksche temperatuur is het laagst
om en nabij zonsopgang. Wat men be
sparen zou aan kunstlicht, zou wellicht
ver overtroffen worden door da meerdere
kosten van kunstwarmte.
In een vierde en laatste artikel be
spreekt het blad, het wetsontwerp-zelf,
gewezen hek van het kerkhof, terwijl
de heer met het zwarte masker de trap
van de stadszaal besteeg, boven in het
portaal staan bleef en achter een zuil
verscholen hen naoogde hij hoorde in
de zaal de dansmuziek en vroolijk gelach
weerklinken.
Toen Jean en Pierre voor het hek
waren, zetten zij de draagkoets neer en
openden het portier. De maan scheen
helderzij keken rechts den weg over,
die langs den kerkhofmuur liep, en links
in de nauwe straat, naast de St. Sul-
pice-kerk doch er was geen dame
te zien. Daar keek Jean toevallig door
het hek van het kerkhof en plotseling
rilde hij van angst en schrik.
Nog bevend fluisterde hij zijn kame
raad toe „Kjjk, daar komt ze
Bij een groot prachtig grafmonument,
niet ver van het hek, stond eene in het
zwart gekleede dame met een zwart
masker. Zij keerde zich om, schreed
langzaam naar het hek voort, opende
dit en sloot het uok weer achter zich,
zonder eenig gedruisch te maken en
stapte zwjjgend in de draagkoets.
Dit kwam den beiden dragers zeer
vreemd voor, maar in de vele jaren dat
i zij hun beroep hadden uitgeoefend, waren
waartegen het eveneens groot bezwaar
heeft.
De meest correcte oplossing zou o.i.
deze zijn dat de W. E. of de M. E.
tijd als wettelijke tijd wordt erkend
met bepaling voorts, dat waar in den
vervolge in wetten enz. een bepaald uur
zal worden genoemd, dat uur naar den
wettelijken tijd zal zijn te nemen.
Op die wijze zal bij de invoering van
den wettelijken tijd het maatschappelijk
leven geenerlei verandering ondergaan.
De eenige verandering, die het publiek
zal bemerken, is, dat aan alle officieels
uurwerken een tweede groote wijzer
zal worden aangebracht die den wette
lijken tijd aangeeft. Naar dien wette
lijken tijd zjjn dan als de keuze valt
op den West-Europeesche tijd steeds de
Bpoorweg en post- en telegraafdiensten
geregeld. Aan alle autoriteiten zal voorts
zijn op te dragen de bepalingen in
wetten, verordeningen, 6nz., waarin een
uur genoemd wordt, opnieuw vast te
stellen, waarbij elk geval op zichzelf
zal kunnen beoordeeld worden. Stel,
dat dit werk in zes maanden kan af-
loopen, dan zal op dat tijdstip de plaat
selijke tijd voor zooverre het openbaar
gezag er mede te maken heeft, uit het
leven verdwenen zijn, en voor den wet
telijken hebben plaats gemaakt, zonder
dat aan het verkeer eenige onge-
wenschte dwang zal zijn opgelegd ter
wijl van eene verlating of vervroeging
van het leven geen sprake zal zijn.
Het wetsontwerp gaat daarentegen
van een geheel verkeerd standpunt uit,
dat nl. de wetgever ook de bevoegdheid
en de macht zoude hebben wijziging te
brengen in de bestaande particuliere
afspraken en overeenkomsten, waarop
naast de wettelijke voorschriften het
maatschappelijk verkeer beru3t.
Dit is intusschen geenzins het geval.
Overeenkomsten strekken aan partijen
tot wet, en wanneer in die overeen
komsten tijdsbepalingen voorkomen, dau
behooren die natuurlijk beoordeeld te
worden naar de tijdregeling, die bij het
aangaan der overeenkomst door partijen
bedoeld is geworden. "Wenschen partijen
de tijdsbepaling opnieuw te regelen en
iu verband te brengen met den later
van overheidswege ingevoerden wette
lijken tijd, dan staat haar dat vrij doen
zij het niet, dan blijft haar tijdsbepaling
geregeld naar den vroegeren plaatse-
lijken tijd.
Ten aanzien van dit ontwerp gelooft
de „Maasbode" niet, dat van de zijde
der Kamer ernstige bezwaren zullen
worden geopperd. H. i. is het de eenige
weg en zij meent, dat de gemeenten
zich thans even gaarne bij de beslissing
van het parlement zullen neerleggen als
zij vroeger weigerden het verzoek van
den minister op te volgen.
De vervroeging van het morgenuur
gedurende de donkere dagen vóór en nh
Kerstmis is het hoofdbezwaar, dat tegen
de regeling kan aangevoerd worden.
Doch misschien is hierin te voorzien
zij gewoon geraakt aan vreemde avontu
ren met „voornaam volk" en verdiepten
zich niet verder in hot geval.
Zij namen de draagkoets op en brach
ten de dame naar het portaal van de
stadszaal, waar zij uitstapte zonder iets
te zeggen.
De zwart gemaskerde heer, die op
haar scheen gewacht te hebben, trad uit
de schaduw der zuil te voorschijn en
zeide tot de dragers
„Ik huur jelui voor twee uren. Hier
zijn zes .francs."
„Dank u, mijnheer riep Jean. „Wat
moeten wij daarvoor doen Moeten wij
nog eene dame gaan halen P"
„Neen Je moet hier wachten tot
middernacht. Je blijft ter beschikking
van deze dameals zij terugkeert en
in je draagkoets plaats neemt, brengt
ge haar naar de plaats waar ze in
gestapt is."
„Dus aan het hek van het kerkhof 1
Best, mijnheer
„En je zwijgt er over
„O, we weten wel, wat ons past,
mijnheer! U zal over ons tevreden zijn."
De heer knikte, nam den arm der
geheimzinnige dame en ging met haar
naar de balzaal.
door het openingsuur der scholen gedu
rende enkele weken wat later te stellen.
Bij Kon. besluit is met ingang van
1 Juli benoemd tot burgemeester der
gemeente Dordrecht, H. J. Wichers,
met toekenning van gelijktijdig eervol
ontslag als burgemeester der
Winschoten.
Be Amstsrdamsche belastingen.
Naar men verneemt valt het resultaat
der gemeente rekening over 1905, met
name wegens een ontvangst aan inkom
stenbelasting, 3 ton hooger dan begroot
ia, zoozeer mede, dat men het op de
begrooting voor 1907 hoopt te zullen
bol werken, zonder het belastingpercentage
op te schroeven.
Het heeft trouwens reeds het onge
hoorde cijfer van ö1/^ bereikt, waarbij
dan nog komt het maximum opcenten
dat de wet toelaat.
Jaarfeest te Neerboseh.
Het 43e jaarfeest van de Weesinrich
ting te Neerbosch is Woensdag met
groote opgewektheid gevierd. De feest
rede werd gehouden door dr. J. H.
Gunning van Utrecht. Vervolgens werd
door den directeur dr. Schrijver het
jaarverslag uitgebracht waaraan wij het
volgende ontleenen De uitgaven be
droegen f81,813 57, terwijl aan inkom-
ten werd verkregen f99,354.11, van
het batig saldo kon daardoor 10 pOt.
worden afgesohreven op de vaste goe
deren. De nationale collecte schiet al
mooi op maar, zegt de directeur, wij
zijn er nog niet. Toch vertrouwt hij
vast, dat de honderdduizend er koman
zal. 76 kinderen werden opgenomen 37
verlieten de inrichting. Op 31 Maart
telde het gezin totaal 421 kinderen. De
invoering der Kinderwetten zal niet van
invloed zijn op de opname van verpleeg
den het bestuur maeut dat de stichting
dan te veel van haar karakter zou ver
liezen ook zou dan de bevolking te
veel in omvang toenemen. Bovendien
zou dan de verplichting worden aan
vaard zich te houden aan de bepalingen
door de regeeriDg gesteld, waarmes het
bestuur zich niet vereenigen kan.
Geteekend door 156 banketbakkers ig
aan den raad der gemeente Amsterdam
een adres gezonden, waarin uitvoerig
uiteengezet wordt, hoe nadeelig èn 9-
uurssluitiag èa Zondagssluiting voor de
overgroote meerderheid der banketbak
kers zullen zijn en daarom verzocht
wordt de nieuwe verordening niet op
hen van toepassing te verklaren.
Dit adres wordt gesteund door een
mede uitvoerig' request tegelijkertijd door
de afdeeling Amsterdam van de Ned.
Banketbakkersvereeniging aan den raad,
welke eveneens verzoeke de banketbak-
j kerswinkels buiten da regeling te laten.
„Dat is merkwaardig", sprak Pierre
tot zijn taakker, „Tegenwoordig loopen
de voorname dames bij naelit op het
kerkhof en laten zieh dan naar het bal
brengen. Ais koetsdrager beleeft men
tocb vreemde dingen!'
j „Och, als gij er over nadenkt, is het
toch zoo vreemd niet", antwoordde de
ander. „In Parijs gaat het er tegen-,
woord-g nog heel anders toe, dat weet
ik van den koetsier van een prins, die
hier een poosje geleden doorgereisd is.
Daar hebben tegenwoordig op het
kerkhof van de St. Medardus-kerk geest
verschijningen plaats, en dooden worden
weer levend. In den nacht komen daar
vele Parijzenaars bij elkaar, voorname
dames laten zieh gemaskerd daarheen
dragen en ze vallen bij hoopen in zwijm,
als ze de geesten zien."
„Dat is bijna niet te geiooven."
„De koetsier van den prins heeft het
me plechtig bezworen, toen we met een
groot gezelschap bij den ouden Perria
zaten", verzekerde Jean op stelligentoon.
De koetsdrager had werkelijk gelijk.
7/ardt vervolgd.)