Een Droom?
Woensdag
No. 130.
44e Jaargang*
1906.
:e Stand,
6 Juni.
Bmnenlandscho berichten.
FEUILLETON.
en en bun gezinnen,
3t nogmaals het perso-
anfcen en drukte hun
nheid maakte de heer
ipensionneerd loods
om den heer Van den
;en voor betgeen hij
tot verhooging van
de loodsen,
wenschte alsnu den
inspecteur, den kapt.-
A. Dominicus, geluk
leurt gevallen onder-
cus zeide de voetspo-
;anger te willen druk-
streven op dezelfde
an. Mij hoopte, dat
medewerken om zijn
ik mogelijk te maken,
urt is van hem ook
n voor het personeel,
laren Bentz van den
nogmaals met enkele
an het personeel en
driftige toejuichingen
eef vertolkte hierop,
Van den Berg, de
van dankbaarheid
ngeboden huldeblijk,
mmissie, die met den
■at, dank voor hare
door schipper B. G.
iel woord gesproken
•ia, den heer Karei,
voor hem ingesteld
oor allen werd vol
le plechtigheid afge-
i e g t a a f.
ÏE
en had onder een
ran menschen de be
llers van den aanslag
s buitengewoon lang
igd door den koning,
ises van Batten berg
van Beieren,
nog altijd onbekend.
Ingeland heeft heden
vrijheidstelling ge-
irt Hamilton, den
istermorgen aan het
omen werd, wegens
plichtigheid aan den
3 s i n g e n.
2 Juni.
ROU WD:
25 j. en P. Jaoobse,
ir, jm. 23 j. en E G.
- J. A. Maas, jm. 25
li-
j L E N
de Groote, d. M.
Schroevers, d. M.
z. L. Bosachaart,
M. Lafère, geb. Bil-
geb. Koolwijk, z.
EDEN:
19 j. J. Houmes,
eijermans, ongeh. d.
d. 9. m, M. P.
Verlinde, 82 j.
VLISSIIdSCIE COURANT.
Prijs per drie maanden f ISOl jfe#8© f» pos» 1.50.
Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek
handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij den Uitgever
F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt, I. 187-
ADVEETENTÏËN: van 14 regels ƒ0.40. Voor eiken regel
sneer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde
advertentie word! de prijs slechts tweemaal berekend. Groote letters
en cliché s naar plaatsruimte.
Verscliflnt dagelijks, uitgezonderd op Zou- en feestdagen.
Jhr. Mr. A. F. da Savornin Lehman.
De hoer jhr. mr, de Savornin Loh-
nian vierde dezer dagen zijn 69aten
verjaardag. De Kameroverzichtschrijver
van de „Standaard" wijdt hem te dier
gelegenheid de volgende woorden
Deze staatsman is onvermoeid, De
jaren van den ouderdom drukken hem
niet. Bij de overgroote meerderheid der
menschen is het goed merkbaar aan
hun stem, hun vermogens, aan alles
waardoor de mensch zich openbaart
wanneer zij tegen de zeventig gaan.
Bij den heer Lohman niets daarvan.
Men mag met den afgevaardigde van
Goes in sommige opzichten van ge
voelen verschillen, gelijk trouwens de
„Standaard" nu en dan moest doen,
maar ieder goed anti-revolutionnair is
toch vol bewondering en vervuld met
oprechte en hartelijke waardeeriDg voor
zijn groote werkkracht, zijn warmen
ijver en de bekende voorbeeldige be
langeloosheid voor de publieke zaak,
niet het minst voor de scherpzinnigheid
en het vernuft waardoor deze kloeke
strijder voor het recht en de vrijheid
der ouders in de opvoeding van hun
kroost zich steeds schitterend heeft on
derscheiden. En het opmerkelijkste is
wel, dat allen, die den heer Lohman,
zooals schrijver dezes, van het begin
van zijn optreden als anti-revolutionnair
volkstribuun hebben mogen volgen,
moeten erkennen, dat deze krasse 69er
zoo in njets toont aan den avond zijns
leven te staan. Zijn werkkracht, zijn
ijver, zijn groote scherpzinnigheid
alles schijnt nog even frisch en soliede
als toen bij voor het eerst in 's lands
raadzaal optrad.
De Tweede Kamer en mr. Lohman
ze schijnen bij elkaar te behooren.
Men kan zich de Tweede Kamer niet
recht goed voorstellen zonder den af
gevaardigde voor Goesen men kan
zich den heer Lohman niet los denken
van de Tweede Kamer. Een korten tijd
was hij geen Kamerlid van Februari
1890 tot Januari 1893en het was
alsof er iets aan de Tweede Kamer
ontbrak. Het overlijden van mr. Keu-
chenius bracht hem weer (uit de
Eerste Kamer, waar hij niet thuis was)
op zijn oude plaats in de Tweede
Kamerin de derde rij banken rechts
van den voorzitter, op de eerste bank.
De medewerking wordt ingeroepen
van alle gemeente ambtenaren en bun
vereenigingen, bij alle takken van dienst,
waartoe vragenlijsten beschikbaar zijn
Q-emeeate-ambienarea.
Door het „Nationaal Yerbond van
Gemeente-Ambtenaren in Nederland"
wordt een enquête ingesteld naar de
arbeidsvoorwaarden, waaronder gemeen
te-ambtenaren in Nederland werken.
Het onderzoek loopt over de salarissen,
periodieke verhoogingen, de aanstellin
gen, de arbeidstijden, den Zondagsdienst,
het overwerk, het verlof, salaris bij
ziekte enz.
Na den dood van mijn ouders werd
alB vijfjarig knaapje bij een oom
opgenomen, die het vak van schepen-
riooper uitoefende. Hij woonde niet ver
van Londen, waar hij een flinke scheeps
werf bezat.
Nijn schooljaren bracht ik gelukkig
'en einde en kort na mijn vijftienden
verjaardag kwam ik op het kantoor van
™Dn °°m, waar ik een goede gelegen-
eid had om mij in de administratie te
ekwamen. Ruim vjjf jaren verliepen er
waarvan ik weinig anders weet te
vermelden, dan dat ia goed at en dronk
en sliep, joen jp. twintjg jaar ou(j waa
'Qgs meer bekwaamheden in de
had verkregen, trok mijn oom
Metterwoon naar Ronden. Hij liet mij
l?. ^J11 plaatsvervanger op de werf
1 waar ik mg een nieuw kantoor
Het secretariaat, dat de enquête leidt,
is gevestigd bij den heer G. J. A.Smit Jr.,
Bilderdijkstraat 11, Amsterdam.
Door het „Nationaal Yerbond van
Gemeente Ambtenaren in Nederland"
is het volgende adres aan de Tweede
Kamer der Staten-Generaal verzonden
dat zij met instemming hebben kennis
genomen van de door het lid uwer Kamer,
den heer Drueker, ingediende motie,
luidende
„De Kamer, van oordeel, dat onder
de burgerlijke ambtenaren, aan wie ten
laste van den Staat en aan wier we
duwen en weezen ten laste van het
pensioenfonds (opgericht krachtens de
wet van 1890, „Staatsblad" no. 79)
pensioen wordt verleend, behooren te
worden opgenomen de ambtenaren in
dienBt van gemeenten, gaat over tot
de orde van den dag,"
dat zij die instemming gronden op
de volgende 4 overwegingen lo. dat
door de opname der g-emeente-ambte-
naren als deelgerechtigden in het rijks-
pensioenfonds aan alle gemeente-
i ambtenaren, zoomede hun weduwen en
weezen pensioen zal worden verleend,
iets waaraan op dit oogenblik, zelfs bij
I ambtenaren in dienst der grootere ge
i meenten, nog heel veel ontbreekt
2o. dat bij overgang naar een andere
gemeente de dienstjaren in de eerste
gemeente voor de bepaling van het
pensioen thans verloren zijn, hetgeen
bij opname in het rijkspensioenfonds
niet meer het geval zal zijn, daar als
dan voor de berekening van het pen
sioen in aanmerking genomen zullen
worden de jaren in dienst van dive se
gemeenten te zamen
3o. dat bij opname in het rijkspen
sioenfonds het pensioen ook gewaarborgd
is, wat thans bij enkele kleinere, nood
lijdende gemeenten aan twijfel onder
hevig is, speciaal voor zoover het be
treft de uitbetaling op het juiste tijd
stip 4o. dat door de opname van alle
gemeente ambtenaren in het rijkspen
sioenfonds de mogelijkheid, dat aan
de deelgerech'igden medezeggingsschap
wordt verleend bij het beheer, de be
legging en de toepassing der verschil
lende bepalingen, welker medezeggings
schap voor hen inderdaad niet van
gewicht ontbloot is, grooter is, dan
bij een talrijk aantal gemeentelijke
pensioenfondsen dat zij zieh derhalve
op bovengenoemde 4 gronden eerbiedig
tot uwe Kamer wenden met het verzoek
de vorenstaande motie wel te willen
aannemen.
Zij veroorloven zich evenwel, alsnog
op te merken, dat, waar zij instemming
betuigden met het beginsel, in de mo
tie neergelegd, dit niet in zich sluit
dat zij alle gemeente-ambtenaren zonder
meer zouden willen zien opgenomen
nabij het dok liet bouwen. Yan daar uit
had ik een ruim uitzicht over de geheele
werf, waar everal planken, balken,
masten, enz. opgestapeld lagen.
Altijd druk aan de bezigheden, was
ik ruim twee-en twintig jaar oud ge
worden, toen er op onze werf iets ge
beurde, dat mij nog heden doet vragen
Gedroomd of niet
Zooals ge weet, hebben de houten
schepen in den regel aan den voorsteven
een borstbeeld of een beeld ten voeten
uit. Nu, van die beelden waren er
verscheidene nabij mijn kantoor geplaatst,
al Ion waren ze van gesloopte schepen
afkomstig. Het was een voornaam ge
zelschap daar wij telden er de godinnen,
goden en admiraal Nelson was er ook
bij. Maar een admiraal, een beeld ten
voeten uit, was de admiraal „par excel
lence". Het werkvolk en ieder op de
werf noemde hem kort afde admiraal,
zonder meer. Vroeger had hjj dienst
gedaan aan den voorsteven van het
oorlogschip „Admiraal Cranstoune" en
dat hij in gevecht was geweest, bleek
duidelijk aan het gat in zijn borst, waar
de kanonskogel nog in zat. Hij stond
zoo geplaatst, dat hij evenals ik de
geheele werf kon overzien,
Telepliftoniiumiaei' 10»
in het rijkspensioenfonds, doch verzoe
ken reeds bij voorbaat bij eventueeie
behandeling van een desbetreffend wets
ontwerp wel rekening te willen houden
met de gunstige bepalingen, die thans
reeds in meerdere gemeenten voor do
pensioEeering der ambtenaren, hun
weduwen en weezen bestaan.
Aboimejiicnts-Adyertentiën op zeer voordeelige voorwaarden.
H. M. de Koningin heeft een photo-
grapoie, H. M. te paard voorstellende,
geschonken aan de korpsen en inrich
tingen van het leger. Aan de photo
graphic zal, in de militaire cantines een
met zorg gekozen plaats worden gegeven.
Eindiging van da dienstbetrekking.
Het hoofdbestuur van den Bond van
miliciens, oud-miliciens, reservisten en
landweermannen heeft een adres gericht
tot de Tweede Kamer, waarin het aan
dringt op aanneming van de amende
menten op het arbeidscontract, ingediend
door de heeren Ter Laan, Hugenholtz,
Schaper, Tak en Troelstra, strekkende
te bepalen, dat de dienstbetrekking niet
eindigt tengevolge van de omstandigheid
dat de werkgever of de arbeider onder
de wapenen wordt geroepen of gehouden
en dat de tijd, dien hij onder de wapenen
is, niet wordt medegerekend in den
termijn van opzegging.
De macht van het schoolhoofd.
In een audiëntie heeft de minister
van binnenlandsehe zaken aan het hoofd
bestuur van het „Ned. Onderwijzers-Ge
nootschap" verklaard, dat hij overleg
tusschen verschillende leerkrachten aan
de school niet alleen gewenscht, maar
zelfs noodzakelijk acht, maar hij ziet
niet in dat de tegenwoordige vorm van
art. 21 der wet op 't lager onderwijs
(omschrijving der macht van het school-
heofd) voor dat overleg een beletsel
behoeft te zijn. Wanneer hij een min
of meer algemeens wijziging der Lager-
Onderwijswet aan de orde stelde, zou
hij ook zeker een verandering in 't ge
wraakte artikel voorstellen en onge
twijfeld met de denkbeelden van 't N.
O. G. hieromtrent rekening houden.
Luitenant Christ offel.
Op 14 Juli, feitelijk nog vóór de
termijn van zijn welverdiend verlof van
één jaar is verstreken, zal de le luit.
Henri Christoffel met het atoomsehip
„Koning Willem II" naar Oost-Indië
terugkeeren. Naar men weet, is deze
geboren Zwitser, die door zijn daden
ons land zoozeer aan zich heeft ver
plicht, ook volgens de wet thans Neder
lander geworden. Bescheiden als bjj is,
heeft hij zich gedurende zijn verblijf
in Europa liefst onttrokken aan alle
uiterlijke teekenen van huldebetoon.
Daardoor alleen werden plannen om
hem in het openbaar lof en dank te
brengen, verijdeld. Een groot gedeelte
van zijn verlof heeft hij trouwens buiten
onze grenzen doorgebracht.
Luitenant Christoffel, die in alle be
scheideaheid vervuld is van het besef,
dat hij nuttig werkzaam kan zijn als
marechaussee-aanvoerder in Indië, beeft
het vragen van verlof versmaad, omdat
de dienst hem roept, maar naar wij
meenen nog om deze bijzondere reden,
dat generaal Yan Heutsz persoonlijk
op zijn spoedigen terugkeer heeft aan
gedrongen, in verband met een nieuwe
en vereerende opdracht.
ook toezicht moest houden op het
werkvolk.
Daar werd op zekeren dag weer een
oud schip in ons dok gehaald, het was
op de Franschen veroverd en droeg nog
zijn Franschen naam „l'Orgueiileuse".
Toen het lag vastgemeerd, ging ik met
den meesterknecht van onze werf aan
boord om „l'Orgueiileuse" eens te in-
specteeren. Al rondziende en pratende
waren wij aan den voorsteven gekomen
toen de meesterknecht op den admiraal
wees en met spottende deftigheid een
militair saluut deed met de woorden
„Nu, ik hoop, dat uwe Excellentie te
vreden is over onzen nieuwen buit."
Tot onze groote verbazing beant
woordde onze houten admiraal dit ge
zegde met een soort van toestemmende
buiging. De meesterknecht verbleekte
en ik niet minder, maar wij spraken
geen van beiden een woord over dit
vreemde geval. Van tijd tot tijd wierp
hij een angstigen blik op den admiraal
en ik deed evenzoo, als ik meende dat
de meesterknecht mij niet in het oog
had. Zoo braohten wij onze inspectie ten
einde en keetden aan wal terug.
Ik ging regelrecht naar mijn kantoor,
daar ik een en ander in het memoriaal
Bij het Koloniaal "Werfdepot zijn in
de maand Mei voor het O.-I. leger
aangenomen 53 personen, onder wie
6 vreemdelingen en 19 voor twee jaren
gedetacheerd w rdende miliciens. Voor
West-Indië namen 5 personen dienst.
Naar Oost-Indië vertrok slechts één
detachement, sterk 5 onderofficieren en
30 minderen, onder 3 officierenaf
zonderlijk 1 officier, 2 onderofficieren
en 1 soldaat. Uit West-Indië keerden
3 soldaten terug om den dienst met
paspoort te verlaten.
Controleurs bij de Staatsspoor.
Dezer dagen werd door een reiziger
geklaagd over een onheusche bejegening
van een controleur ondervonden toen
hij door een plotselinge opkomende
ongesteldheid genoodzaakt was te Breda
uit den trein te stappen. „Eendracht",
het orgaan der handelsreizigers ver-
eeniging van dien naam, die klacht
overnemende, voegt er het volgende
aan toe
„Dit is niet de eerste maal dat er
geklaagd wordt over de onhebbelijke
wijze van controleeren bjj de Staats
spoor.
Die naam „zwarte "bende" is niet
zonder reden in de wereld gekomsD.
Ook wij begrijpen niet met welk recht
die controleurs den reizigers die op
den aangegeven tijd aankomen, beletten
den trein te verlaten.
Menigeen heeft door dien te ver
gedreven ijver reeds aansluitingen ge
mist. Er gaan vaak vijf minuten en
langer mee heen eer de treinbestormers
gereed zijn met hun even hatelijke als
pedante manier van controleeren.
Een les bij buitenlandsche collega's
ter oompleteering van hun opvoe
ding wordt hun dringend aanbevolen."
Een paar jaar geleden is te Ermeloo
op de Yeluwe een „Herstellingsoord
voor longlijders" opgericht, met hot
doel minvermogende herstellenden op
te nemen. Door vele aanvragen voor
lijders aan tuberculose zelf zag het be
stuur zich echter genoopt den aard der
inrichting eenigszins te wijzigen en haar
voortaan alleen open te stellen voor
beginnende ionglijders. Toen de inrich
ting naar Oosterbeek werd verplaatst,
wat een groote verbetering bleek, werd
had aan te teekenen.
Juist was ik daarmee gereed, toen
de meesterknecht met een vroolijk ge
zicht binnenkwam.
„Wel mijnheer", begon hij, „U hebt toch
ook gezien dat de admiraal een buiging
maakte, niet waar? Maar nu begrijp ik
het wel. De een of ander is daar aan
de oude planken geweest en door de
beweging is de admiraal iets vooruit
gegleden. Het was echter zonderling,
dat hij het juist deed, toen ik voor de
grap die vraag deed en zoo natuurlijk
hé Eu met een vergenoegd lachje
ging hij heen, terwijl ik aan mijn les
senaar plaats nam om eenige brieven te
schrij ven.
De verklaring, die de meesterknecht
van het voorval gaf, mocht hem tevreden
stellen mij kwam ze volstrekt niet
aannemelijk voor. Ik wist dat in de
nabijheid van den admiraal volstrekt
geen planken waren aangeroerd in de
laatste weken, maar ik ging nog eens
kijken. Een groot blok hout, onmiddellijk
voor de voeten van den admiraal, was
klaarblijkelijk in beweging geweest, maar
niet van plaats veranderd. Verlegen
dacht ik er over na, wie dit groote blok
toch zou bewogen hebben (er waren
meteen met dezen maatregel een aan-
va-g gemaakt.
Blijkens het thans verschenen jaar
verslag ziet het bestuur met veel vol
doening terug op de verkregen uitkom
sten. Tot 15 April 1906 werden opgeno
men 38 patiënten, met 2926 verpleeg-
dagen, (4 waren er toen nog in de
inrichting), terwijl van deze op 15 April
1906 nog 5 personen aanwezig waren.
Yan de 35 personen, die de inrichting
verlieten, waren 14 geheel hersteld en
volkomen in staat hun bezigheden te
hervatten 1 was achteruitgegaan. Twee
patiënten zijn in het herstellingsoord
overleden. Ten slotte bestrijdt het ver
slag de meening om alleen tegen den
zomer de patiënten naar buiten te zen
den, terwijl aan het bestuur juist ge
bleken was dat de 's winters verkregen
resultaten iets beter zijn dan die van
zomare.
Vli@sin.gexiJuni.
©rand Motel.
Mei, bloeimaand, Juni, zomermaand.
"Wie roept dat met blij gemoed, met on-
vervalaehten levenslust, opgeruimd en
juichend thans uit Of is niet ieder
geneigd om zelfs nu, en dan zeker met
weemoed, onzen De Génestet gelijk te
geven en zuchtend bij zijne boutade op
ons kliemerig klimaat, aan het land van
mest en mist, van vuilen, kouden regen,
vol killen dauw en damp, vol jicht en
parapiuies, het v o o r jaarswee te offree-
ren van zijn verkouden zonen En toch,
de zomermaand is begonnen en met
haar een tijdperk geopsnd, dat, vooral
voor badplaatsen, de gelegenheid aan
biedt, om zich to ontwikkelen te trach
ten eene waardige plaats onder de zus
tersteden in te nemen, hare bevolking
welvaart te bezorgen en de aandacht van
vreemden op hare omgeving te trekken.
Zoo is dan ook voor onze stad het
badseizoen geopend en als gewoonlijk
van af dezen datum het Badhotel voor
het publiek toegankelijk gesteld. De
opening daarvan geschiedde met een
drietal op aehtereenvolgde avonden ge
geven concerten. De eer van het eerste
optreden in dit seizoen was gegeven aan
de „Kurkapel", zooals de vereening van
muzikale familieleden van onzen stad
genoot den heer R. Bekker, bij die ge
legenheid heet. 't Was te wachten, dat
met het oog op de gure weersgesteld
heid van Zaterdag j.l. het aantal bezoe
kers maar gering zou zijn. Zondag echter
waren reeds zeer velen opgekomen ea
ook het conoert van Maandagavond waa
zeer goed bezocht.
De indrukken, die wij van deze kleine
maar dappere kapel hebben gekregen,
laten zich in een paar woorden gemak-
kelijk samenvatten zij zal niet licht
door betere krachten worden vervangen.
I Met aandacht hebben wij de reeks
van nummers, die de drie programma's
daartoe zeker drie sterke mannen noodig)
en welke reden daarvoor kon zijn. Zoo
peinzende hoorde ik plotseling mijn naam.
roepen het geluid scheen achter mijn
rug vandaan te komen, 't was of da
admiraal had gesproken. Verschrikt deed
ik eenige stappen ter zijde daar
hoorde ik weer mijn naam roepen, maar
nu herkende ik de stem en de richting
vanwaar het geluid kwam. Een eind
verder de werf op stond mijn oom, dia
onverwacht uitLonden was overgekomen.
Stellig was dus de echo oorzaak, dat
ik een oogenblik gemeend had, dat da
admiraal mij riep. Ik lachte nu inwendig
om mijn schrik, terwijl ik mijn oom
tegemoet ging. Hij was gekomen om met
mij het een en ander te bespreken
omtrent de slooping van „l'OrgeuilIeuse"
en daar hij den meesterknecht ook nog
iets zeggen moest, werd bet negen uur
voor hij weer in da tilbury zat, die hem
naar Londen zou terug brengen. Aan
de poort stond ik nog even naar het
vertrekkende rijtuig te zien en keerde
toen naar mijn kantoor terug om ta
sluiten.
{Wordt vervolgd