M friuis. )AG. No. 127. .land." 44© Jaargang. 1906. V K FEUILLETON. PS LOOY. TE4MDIEHS1 HE H4VEI3DW Vrijdag 1 Juni. Telefoonnummer 10. Bianenlandscbe berichten. l, Kleine Markt, en a s i n g e n. SU etaal-Poetsmiddel AN DEN DAG ;gaven, waarop >t Vaderland.' Geïllustreerd. (xÖKhuKüAxhtjllS singen-Middelburg T.t INGEN (Remise) v.i op werkdagen) 5.50. - ktY.m. 7.55, 9,30. 11.-, 30, M5, 2.-, 2.45, 3,30, 5, 7.-, 7.50, 8.40, 9.30, LBURG (n. Zeil mar,kl r. 5.15*, 6.20*, 8.40, 10.15, 35, 1.20, 2.05, 2.50, 3.35, 0, 7.05, 7.55, 8.45, 9.35, in rijden slechts tot dl ;en: rm. 6.6.20, 7.-, 9.30, 10.—, 10.20, 10.40, 1.12.—, 12.80, 1.05,1.80', 15, 3.55, 4.30, 4.50, 5.20, 7.35, 8.20, 9.10. tensluis: vm. 6,10, 6.30, I, 9.15, 9.50, 10.10, 10.30, II.60. Nm. 12.10, 12.45, 50*. 3.10, 3.40, 4.10,4,» 30, 7.05, 7.25, 8.—, 8.H rtsn vallen Zondags nit HEBEN. LBURG. 2 1.27 1.07 5 1.20 4.— 3 1.08 3.48 1 12.56 3.36 4'12.49 3.29 5'12.40 3.20 9 12.24 3.04 3 12.18 2.58 3INGEN. 12 1.27 4.07 ,5 12.40 3.20 ;3 12.28 3.08 0 12.25 3.05 !5 12.20 3.— 10 12.15 2.55 6.47 9.27 12.37 6.40 9,20 1'2.30 6.28 9 08 12.13 6,16 8.56 12.06 6.09 8.49 11.59 6.— 8.40 11.50 5.41 8.24 11.34 5.38 8.18 11.9 6.47 9.27 12.3" 6.8.40 11.50 5.48 8.28 11.3» 5.45 8.25 11.33 5.40 8.20 11-33. 5,35 8.15 11.# afEfl-SCHËiGÊ. 1906. ijks. a) b) nm. 3,23 g) en 6,10 ft ,15 a) nm. 3,50 g) en®> n. 1,55 a) en 4,45 nm. 3,23 en 6,10 c) f) nuten na het vertrek iskerke n. Neuzen vm. 8, VLISSINGSCÏÏE COURANT Prijs per drie maande» 1»3©0 ftaaco p® gtm 1.50. Aftoaderlijke nummarB 5 cent Men abonneert, zich bij alle Boek handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij den Uitgever F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt, I. 187- ADVERTEN Tl ËN van 1—-4 regels ƒ0.40, Voor eiken rege! meer 10 cent. Bij diiecte opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de. prijs slechts tweemaal berekend. Groote letters en cliché's naar plaatsruimte. Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zou- cn feestdagen. Abonnenients-Advertentiën op zeer voordeeligc voorwaarden. Da werkwijze der Tweede Tamer. Men schrijft aan „De Tijd" aangaande je plannen van de commissie, welke zich bezighoudt met een herziening van het Reglement van orde der Tweede Kamer, in parlementaire kringen heel aardig genoemd „de Commiseie der zeven Wijzen", dat nog van geen en kels beslissiDg sprake is. Of het tamelijk overbodig adresdebat ia de toekomst zal worden afgeschaft, is nog zeer onzeker, gezien de Btemming van een deel der Kamer over dit plan. Een ander voorstel, 't welk de oom missie overweegt, nl. om tot een an dere behandeling der begrooting te ge raken dooi het instellen van een vaste commissie, in dien zin, dat alle partijen daarin evenredig vertegenwoordigd zul ien wezen, en die 't heele jaar diligent zou blijven, vindt ook nog niet onver deeld bijval Dit is wel 't geval met 't volgende.Er is Bpiake van een uitbreiding van 't recht van interpellatie in dier voege, dat den leden de gelegenheid zal worden ge boden, op vaste dagen z.g. vragen tot de regeering te richten. Deze methode, ook in de buitenlandsche Parlementen ge volgd, heeft dit groote voordeel, dat velerlei zaakjes, welke zich in den loop van het jaar voordoen en welke nu maar ateeds tot de behandeling der be grooting worden opgezouten, omdat zij feiteljjk te nietig zijn, om er een def tige interpellatie ov^r te houden, voort aan onmiddellijk uit de wereld zullen kunnen geholpen worden. Naar wij van zeer betrouwbare zijde vernamen, aldus meldt men aan de ,N. Ct.*, moet in den laatsten tijd bij de behandeling van het ontwerp Ar beidscoutract veelvuldig onderling over leg zijn gepleegd tusschen vertegen- woordigera der vrije liberalen in het Parlement en die van kerkelijke rich tingen, die in de algemeene politiek vau de eersten niet verwijderd staan. 't Zou dan voornamelijk over de amen dementen zijn, waarover men gezamen lijk van gedachten wieselt. Ontwerp-Arbeidscontract. Het bestuur van den Algemeenen Nederlandsehen Bond van Handels- en Kantoorbedienden, gevestigd te Amster dam, heeft een adres aan de Tweede Kamer gezonden, waarin het te kennen geeft, ernstige bezwaren te hebben tegen de wijze van berechting der geschillen zooals deze in het ontwerp-arbeidscon- tract wordt geregeld. Deze bezwaren zonden volgens adres- Bant Blechts volkomen worden wegge nomen door de instelling van afzonder lyke colleges, belast met de sociale rechtspraak en wier leden werden ge- NOVELLE. Bewerkt door AMO. sskeus, reskeus, Borssale en Neuz» lagen vau 16 April :d. kozen door en uit werkgevers en werk- nsmers. Aan bezwaren van adressant zou even wel reeds aanmerkelijk worden tege moet gekomen, indien den kantonrech ter de verplichting werd opgelegd, bij de berechting van geschillen, uit de ar beidsovereenkomst voortvloeiende, steeds vooraf het advies in te winnen van de Kamer van Arbeid, waaronder het be drijf, waarin het geschil is ontstaan, ressorteert. Door deze bepaling zou elk geschil worden beoordeeld door een college, waarvan kan worden aangenomen, dat het met de bijzondere toestanden en eigenaardige gewoonten en gebruiken in het bedrijf op de hoogte is, Buitendien moet het noodzakelijk geacht worden den kantonrechter de verplichting op te leggen om, indien in zijne uitspraak afgeweken wordt van het advies van de Kamer van Arbeid, die afwijking te motiveeren. Adressant verzoekt daarom bij de behandeling van het ontwerp arbeids contract alsrog artikel VI eerste en tweede afdeeÜDg in bovengenoemden zin te willen wjjzigen. Parlementaire portretten. Het jongste van Politicus' portretten, Uit 's Lands Raadzaal" in de „Opr. Haarl. Ct." is gewijd aan den oud- Gouverneur van Suriname G. Lely. Het allereerste optreden van dezen staatsman wordt daarin aldus geteekend Hoe duidelijk herinner ik me het oogenblik, waarop de heer C. Lely, in parlementairen kring gansoh onbekend, voor 't eerst in de Tweede Kamer der Staten Generaal het woord voorde Dat was in eene avondzitting. Hoofdstuk IX was aan de orde. Aan de groene miuisterstafel zaten twee hoeren. De een was een slanke figuur met nog gitzwarten, spitsen baard bleek-smal en schrander gelaat, en wild om z'n slapen dwarrelende haren. Hij was in evening-dress weet ik nog zeer goed en ean paar commandeurs kruisen fonkelden op z'n rok.... 't Was de toenmalige premier, de formateur van het kabinet Tak-Vau Tienhoven. Hij was blijkbaar van diner of be ginnende soiree geloopen, gedreven door verklaarbare ongerustheid over wat den anderen meneer aan- de groene tafel te wachten stond.... De algemeene beraad staging over IX was nagenoeg afge- loopen, er waren nog een stuk of vijf sprekers ingeschreven en elk oogen blik kon de minister van waterstaat aan 't woord komen. Deze laatste was mr. Van Tien- hovens buurman aan de regeeringstafel. Hij vertoonde naar het uiterlijk aller scherpst contrast met den premier. In den heer Lely begroette de Kamer, die in groote spanning en met gespitste nieuwsgierigheid „de maidenspeech" van den „groen," den „homo novus, die eensklaps excellentie geworden was, verbeiddeeen robust-gebouwd, breed geschouderd, forsch man, reeds een tikje buikig, van gemiddelde grootte, met I het rustig bedachtzame, secure, flegma- j tische, systematische van een weten- sohappelijk-aangelegd man van zuiver- Germaanschen bloede.... Door niets liet de heer Lely, wien de reuzentaak wachtte om, als nieuweling in parle mentaire wereld, zoo 1 ïmproviste' de duizend-en-één opmerkingen van al gemeenen, gewichtigen en ondergeschik ten aard, welke bij zoo'n hoofdstuk IX te berde worden gebracht, te beant woorden in beknopte, krachtig-bondige rede, welke toch allen bevredigt want daar komt 't dan toch op aan 1 blijken, dat hij „in de knel" zat. Maar er kwamen dien avond nog nieuwe sprekers. De heer Van Tienhoven wierp telkens ongeruste blikken op de klok of op zijn horlogeZou de minister nu nog aan 't woord moeten komen Een Btuk of wat „oude vossen" had den zich tussohen de ministerstafel en het troontje opgesteld en bebabbelden al het typisch-pikante van zoo'n maidenspeech Toen wees de klok toch zeker wel tien uur. „Verlangt de heer minister nog het woord vroog de praeses. De heer Lely aarzelde een oogen blik, miste de parlementaire routine, den tact vermoedelijk om een wenk te geven, dat hij liever morgenochtend..,. Wellicht was 't ook daad van frissche courage. Hoe 't zij, bij maakte on middellijk den indruk van iemand, die de kuust verstaat om seherp-systema- tisch te werk te gaan, schoon hij dan ook van zijn „parlementaire jeugd" ietwat deed blijken door schifting en rangschikking der Kamer vooraf mede te deelenWat meergenoemde vete ranen natuurlijk medelijdende glimlach jes op 'tgel iat bracht.... Spotgrimpjes, welke echter weldra verstierven naar mate het besef krachtiger op den voor grond trad, dat daar iemand het woord voerde, die zich dan nog wat onhandig en onbeholpen mocht aanstellen is 't ook wonder, bij zoo'n taak, als midden punt van den cirkel der gespannen aan dacht, nieuwsgierigheid, van de heeren doch die dat voelde men scherp en duidelijk van 't hout was, waar uit „je kopstukkeu" gesneden worden 5.) „Gelukkig dat ik het opraapte." Mjjnheer Hansen schudde het hoofd en zeide„Ik dank u vriendelijk en verzoek u beleefd, tot nader order met niemand daarover te spreken." De jonge koopman boog. Eenige oogenblikken later had mijn lieer Hansen met zijne echtgenoote een gesprek, dat blijkbaar over hetzelfde onderwerp liep. „Meu mag er over denken wat men vil, het blyft toch een eerloozo handeling en ik verzoek je, Margaretha een wenk 'e geven om dien heer op vat grooter afstand te houden dan zij nelaas I tot heden gedaan heeft.Daarmee hesloot de oude heer het geBprek. Aan weiMoh werd voldaan. Onder voor wendsel van hoofdpijn verliet Margaretha reeds na weinige oogenblikken het gezelschap. Zij wierp daarbij echter een treurigen afscheidsblik op den jongen beeldhouwer, die zich daarvan geen verklaring wist te geven. Evenmin begreep hij er iets van, dat de overige leden der familie hem op eens zoo koel, bijna heleedigend koel behandelden. Felix wist niet hoe hij het had. Van de eerste gelegenheid de beste maakte hij gebruik om heen te gaan en daarbij noodigde hem niemand uit nog een poosje te blijven. Nadat hij den geheelen nacht over peinsd had wat er dan toch eigenlijk gebeurd was, ontving hij den volgendon morgen een eigenhandig schrijven van mijnheer Hansen, waarin deze hem in korte woorden te kennen gaf, dat zijn verder verkeer met de familie Hansen minder wenschelijk werd geacht. Wat was hy ontsteld Onmiddellijk wilde hij er heen om opheldering te eischen. Zijn trots hield hem echter daarvan terug. Hoe meer hij er over nadacht, hoe meer zijn neerslachtigheid tot verbittering oversloeg. „Mijn naam is onbevlekt", zeide hy tot zichzelf. Ambtsnaren en bedienden bij de depar tementen van algemeen bestuur. Dc „St.-Ct." bevat een Kon. besluit van 9 Mei 1906, houdende vaststelling van bepalingen omtrent de wijze van benoeming en de bezoldiging van amb tenaren en bedienden bij de departe menten van algemeen bestuur (Staats blad no. 110). Aan dit Kon. besluit ontleenen wij de volgende belangrijkste bepalingen Art. 1. De burger-ambtenaren bij de dep. van alg. bestuur worden verdeeld in secretarissen-generaal, administra teurs, referendarissen, hoofdcommiezen, commiezen, adjunot commiezen, eerste- klerken, tweede-klerken en schrijvers op jaarloon. De bedienden worden verdeeld in kamerbewaarders, concierges, boden, adsistent-boden en vaste knechts. Art. 5. De bezoldiging der ambtena- en bedienden, in art. 1 vermeld, be draagt voor de secretarissen generaal f 5000 's jaarsde administrateurs ten minste f 4000 en ten hoogste f 4800 'sjaars; de referendarissen ten minste f 3000 en ten hoogste f 3800 's jaars de hoofdcommiezen ten minste f2400 en ten hoogste f2900 's jaars de com miezen ten minste f 1800 en ten hoogste f2300 's jaars de adjunct-commiezen ten minste f1200 en ten hoogste f 1700 'sjaars; de eerste klerken ten minste f800 en ten hoogste f 1100's jaars de tweede-klerken ten minste f 400 en ten hoogste f700 's jaars; de schrijvers op jaarloon ten minste f400 en ten i hoogste f800 's jaars de kamerbewaar- j ders ten minste f1000 en ten hoogste j f1200 's jaars; de concierges ten miDste f 800 en ten hoogste f 950 's jaars de boden ten minste f700 en ten hoogBte f 900 's jaarsde adsistent boden en vaste knechts ten minste f 400 en ten hoogste f 650 's jaars. Art. 6. De bezoldiging van de eerste en tweede klerken, de schrijvers op jaarloon en de bedienden wordt, bij be kwaamheid, geschiktheid en dienstijver verhoogd als volgtvan de eerste-kler- ken na één, drie en vijf jaren dienst in dien rang tot f 900, f 1000 en f 1100 'sjaars; van de tweede-klerken na Ysi 1, 2 en 3 jaren dienst in dien rang tot f 450, f 500, f 600 en f 700 's jaars van de schrijvers op jaarloon na elk- jaar dienst met f 50 tot het maximum \an f800 zal zijn bereikt; van de ka merbewaarders na 2, 4, 6 en 8 jaren diens in dien raag tot f1050, f 1100, f 1150 en f1200 's jaars; van de con cierges na 2, 4 en 6 jaren dienst in dien rang tot f 850, f 900 en f 950 j 'sjaars; van de boden na 2, 4, 6 en 8 jaren dienst in dien rang tot f750, f800, f850 en f900 'sjaars; van de adsistent-boden en vaste knechts na Yj, 1, 2, 3 en 4 jaren dienst in dien rang tot f 450, f 500, f 550, f 600 en f 650 's jaars. Art. 7. De bezoldigingen Her administa- teurs en referendarissen, welke thans het voor die rangen in art. 5 bepaalde minimum niet bereiken, worden öf op eenmaal, öf achtereenvolgens op dat minimum gebracht. Dc thans in dienst zijnde ambtenaren, wier bezoldiging hst in art. 5 bepaalde maximum overtreft, blijven in het genot dier hoogere bezoldiging, i Voor de ambtenaren eu bedienden, die thans werkzaam zijn met een an deren titel dan in art. 1 van dit besluit vermeld, worden binnen twee maanden na de dagteeksning van dit besluit, „Zelfs voor lastertaal is bijna geen aanleiding te vinden. Het kan dus niets zijn dan een ergernis over het verlies van dat ellendige ding, waarvan ik de waarde zal vergoedeD, al was hij nog tienmaal zoo kostbaar* en al zou ik mij daarvoor ook de grootste opofferingen getroosten. Hoe min en laag denken de menschen toch, waar het stoffelijke zaken betreft." Hij kon thans niet begrijpen waarom de gevoelens der familie Hansen niet aan den dag gekomen waren, zoodra hij hun den vorigen avond bet verlies van den waaier bekend had het smartte hem dubbel, dat ook Margaretha daardoor tegen hem werd gestemd. Zij, die altijd zoo edel dacht 1 Lag er in haar afscheids blik bij bet beengaan niet een onuit gesproken beschuldiging Precies alsof hij de eene of andere eerlooze daad had bedreven. Hy wilde daarover opstuiven en haar in zijn binnenste met verwijten overladen, j doch de droevige stemming behield bij hem de overhand, i Ten laatste vatte hij weer moed en liep winkel uit en winkel in, om ter vergoeding van den spoorloos verdwenen 1 waaier een anderen te koopen, die zoo de rangen aangewezen, die zij naar de onderscheiding van art. 1 zullen inne men. Financieels onregelmatigheden. Uit het tweede gedeelte van het rapport der commiseie vau onderzoek naar den toestand der „Ned. Mij. van Zekerheidsstelling van ambtenaren en beambten" te Amsterdam blijkt, o. m., dat wegens malversatiën van den direc teur, de maatschappij, voor zoover uit de boeken was na te gaan, vorderingen beeft tea laste van dien directeur al léén ten bedrage van f 1,732,341 en ten laste van hem en van een of meer anderen tezamen van f147,967. Welk percentage hiervan zal kunnen tereeht komen, kan de oommissie nog niet be palen. Het verlies, waarmee de balans sluit, is niet gelijk aan het ongedekte bedrag der vorderingen op de buitengewone debiteuren' waarvoor een reserve werd gemaakt van f 1,726,000. Dit bedrag werd nog verhoogd door noodzakelijke af cbrij vingen van f 161.566 bovendien werd f 42,800 onder de verliesposten opgenomen voor dubieuse debiteuren en hypotheken. Het ongedekte verlies cijfer der malversatiën stijgt daardoor tot rond f 1,930,000. Daartegenover komen de winst van 1905 ad f 115,300, de diverse reserves ad f129,000, de restitutiën van de heeren Ferf en De Joag van Polsbroek ad f38,000 en de verhooging van de waarden der aan- deelen in de buitenlandsche filialen ad f778,000, zoodat het ongedekt verlies cijfer blijft rond f 870,000 of met het oog op betgeen men redelijkerwijze ver wachten kan op den gewezen directeur te verhalen, ca. f700,000. Wat de rentabiliteit der Mpij. be treft, te rekenen naar den toestand op 31 December jl., levert het filiaal te Brussel een winst van fros. 7,035 eu het kantoor te Amsterdam een verlies van f 18,458, zoodat de baten der overige buitenlandsche kantoren ad f168,000 met rond f15,000 moeten worden ver minderd. Zonder te letten op de voor- deelen, bij uitbreiding te behalen en bij een rente-vergoeding van 4 pet. aan het van obligatiehouders geleende kapitaal, zal bet geheele bedrijf in zijn tegen- woordigen omvang een netto winst van ten minste f140,000 afwerpen, welk bedrag echter wegens de malversatiën voorloopig een vermindering ondergaat van f 32,000, indien de reorganisatie plannen der commissie worden aange nomen. Er zijn twee plannen, waarvan het volgende der commissie het meest aanbevelenswaardig voorkomtDe hou ders der verplicht volgestorte aandeden ontvangen f700 per aandeel terug, die der onverplicht gestorte aanieelen even eens f 700, ten ware zij beiden dit be drag willen laten staan. De houders vau aandeeleu waarjp 10 pet. is gestort, storten f 200 per aandeel bij en rekenen overigens met gesloten beurzen af. Alle mogelijk nog kostbaarder was. Het scheen echter zeer moeilijk, iets passends te vinden en de prijzen, die men vroeg waren vreeselijk hoog. Daar door liet hij zich met afschrikken en een groot gedeelte van den dag bracht bij met zoeken door. Terwijl bij weer eens op weg was, werd hjj onverwacht door een voorbij ganger aangesproken. „Wat ziet u er treurig uit, mijnheer. Is u iets kwaads overkomen vroeg een bekende stem. Felix keek op. „Ah! ben jij het, Schreuder Ik zou je niet herkend hebben, man. Ben jö geen kruier meer „Neen, mynheer, ik ben geen kruier meer. Ik ben thans kantoorlooper bij een voornaam handelshuisdat bevalt me veel beter. Mijn patroon is een goede heer." „Kom, dat doet me plezier 1 Dus gaat het je goed „Ja, Goddank 1 Maar u schijnt het niet zoo goed te gaan en dat doet me leed." „O, het is alleen een klein onaange naam voorval, Schreuder 1 Maar k propos, weet je nog den laatsten keer dat je bij me was „Ja zeker, mijnheer 1" „Nu, ik wou je eens vragen heb je toen een waaier, in papier gerold, bij me zien liggen „Een waaier?" Schreuder dacht na. „Was het er een zooals ik wegge bracht heb? U weet wel „Weggebracht? Je hebt tooh geen waaier weggebracht?" vroeg Felix verbaasd. „Wel zeker 1 Er was immers een in de tasch bij de andere dingen." „Is het werkeljjk waar, Schreuder Ben je daar wel zeker van „Daar ben ik heel zeker van, mijnheer. De heeren op dat kantoor hebben er veel verstand van en aan hen kon ik duidelijk bemerken, dat de waaier da meeste waarde had van alles wat ik bracht. Ik had nog veel meer geld daarop kunnen krijgen, maar u wilde niet veel geld hebben." „Schreuder, ais je gelijk had I" riep de beeldhouwer verheugd eu schudde deu ouden man bij den arm. „Kom, laten wij er dadelijk heengaan, ik ga mee 1" „Dat zal niet gaan, mynheer 1 Het ia reeds zes uur en dan is het kantoor gesloten. Maar het kan morgen vroeg alt u dat wil." 'i'iïïo'-yLj,

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1906 | | pagina 1