19 Mei. Na. 117. 44© Jaargang, 1906. Zaterdag G emeentefeestuur FEUILLETON VUSSIM.SdlE COURANT Prijs pet drie maaadsm L80. feaeo p& yum jr 1.50. Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bj alle Boek handelaren. Postdirecteuren of rechtstreeks bij dea Uitgever F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt, I. 187- ADVFjKTENTIËNs van 14 regels f 0.4G-, Voor eiken regel meer 10 cent. Bij diiecte opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordl tie prijs slechts tweemaal berekend. Groote letters en eliché's naar plaatsruimte. Verschynt dagelijks, uitgezonderd op Zon- en feestdag® PERSONEELE BELASTING. Afkondiging der kohieren der Personeele Belasting no. 4 on 5, dienst 1906. De Burgemeester van Vlisaingen maakt bekend dat op heden bij hem ontvangen en aan den Rijksontvanger is gezonden de executoir verklaarde kohieren wegens de Personeele Belasting no. 4 en 5, dienstjaar 1906 j de daarop voorkomende belasting schuldigen worden uitgenoodigd om hunne aanslagen op den bepaalden tijd aan te zuiveren, ook ter voorkoming yan vervolgingen en herinnert dat de bezwaarschriften binnen zes weken na heden behooren te worden ingediend, terwijl de aangiften ter be- kaming van ontheffing, ingeval van ver huizing, moeten worden gedaan bij den Directeur der directe belastingen, in wiens directie de aanslag is vastgesteld, binnen zes weken na het verlaten van het perceel. Vlissingen, den 18 Mei 1906. De Burgemeester voornoemd, VAN DOORN YAN KOUDEKERKE. Personeele belasting. In het wetsontwerp tot gedeeltelijke herziening en aanvulling der bepalingen omtrent de personeele belasting wordt hij nota van wijziging nog de verande ring gebraoht, dat bij overlijden van een belastingplichtige, hij die in diens plaats belastingschuldige wordt, be schouwd zal worden als van den beginne du belastingplichtig te zijn geweest. Hetzelfde zal geschieden wanneer bij huwelijk de man het buis overneemt, tot nu toe door zijn vrouw in gebruik De man wordt dan behandeld ware hij steeds de belastingschuldige De regeering boopt daardoor veel thans vaak voorkomende verwarring te voorkomeD. Het arbeidscontract. Dr. Bronsveld, in de kroniek van de „Stemmen voor Waarheid en Vrede", is van oordeel, dat door het wetsont werp op het arbeidscontract diep wordt iDgegrepen niet alleen in de wereld der nijverheid, maar ook in ons huiselijk leven. Van de vele bedingen, contrac ten, verbintenissen, verplichtingen en wat dies meer zij, zal het aantal niet te bepalen en het eind niet te overzien zijn. Het aantal kantonrechters en kan tongerecht-ambtenaren zal moeten ver dubbeld worden, bet heir misstanderi, vergissingen,vergrijpen,niet te tellen zijn. Frits verdween en terwijl de knecht den schimmel inspande, verwisselde Michel zijne pantoffels voor laarzen en trok hijgend en blazend zijn vuurrood vost en een muiskleurigen jas aan, sloeg een hemelsblauwe das om en stak juist zijn hand in eene beurs met zilvergeld, die in eene linnenkast lag, toen hij onverwachts achter zich eene stemhoorde, die hem verschrikt de hand deed terug trekken. Daar stond lieve Karlientje. „Wat is dat hier krijschte zij, terwjjl zj oogen opzette die vuur schoten. Michel stond daar doodverlegen en leunde tegen de linnenkastzijn haar stond overeind. „Maar Karlientje!" bracht hj Wet moeite uit. Het ontwerp lijdt voorts aan sterke eenzjdigheid. Den werkgever worden allerlei verplichtingen opgelegd, den arbeider allerlei rechten toegekend.Denkt de wetgever aan den werkgever, dan is bj pessimist, wantrouwend, kwaadden kend, terwijl de arbeider hier voor ona staat als de vermoorde onnoozelheid en een kort begrip van alle deugden. Het is uitgesproken, zelfs van soc.- democr. zjde, dat de patroon tot zjn werklieden staat in een zedeljke ver houding, dat hj is een soort van pa triarch en vaderljk voor hen moet zorgen. Al gevoel ik nu ook, zegt dr. Bronsveld, wat Allard Pierson eens genoemd heeft, „de verteedering des harten", en al ben ik naar den wensch van Adolf Stöcker niet vreemd aan het sociale denken, toch druk ik mijne verwondering er over uit dat meD, om het arbeidscontract aannemeljk to ma ken, zich plaatst op dit aartsvader! jk standpunt. Ik ben niet gewoon op die wjze te hooren spreken van de „kapi talisten." Er is tegen de bezittende en tegen de werkgeven.de klasse bj één groot deel der arbeiders een zeer krach tige weerzin heerschende en neiging tot verzet. En nu moeten de werk gevers, zoo wi! men, uit „vaderljke" toegenegenheid zich voor hun werk lieden het eene offer getroosten na het andere. Dit iï meten met twee maten. Bovendien,, doende een beroep op de moreele beginselen en gezindheden der werkgevers, maakt men een wet, die den wortel van alle zedeljkheid, de vrjheid afsnjdt. Er bljft volgens dr. Bronsvelds oordeel door al die tot in de klein ste bjzonderheden afdalende voorschrif ten en bedingen, nagenoeg niets over voor de persoonljke welwillendheid. Van den patroon wordt gehaald wat van hem te halen is, en den arbeider valt de eene na de andere winst in den schoot. Ik zou willen, zegt bj, dat ook de arbeider werd gewezen op zjn mo reele verplichtingen, en dat deze bj onze codificaties wat minder uit het oog werden verloren. Alles wat wj voortaan voor onze onderhoorigen doen, zal moe ten worden aangemerkt als iets, dat wj verplicht zjn „ze moeten het wel doen", zal men ons toeroepen. Ik weet wel, dat er hardvochtige pa troons zjn en ik zie ook wel van de ellende en verlegenheid, waarin werk lieden door ziekte en tegenslag gebracht kunnen wordenen ik vind het ook hard, dat zj dan door een armbestuur, of door de particuliere liefdadigheid moeten geholpen worden maar nu komt het contract in alles voorzien, en de moreele band wordt juist daar door gesneden, waar bj vroeger het sterkst werd gevoeld. Om het bekende woord te gebruiken: de arbeider ziet zijn rech ten, en de werkgever zjn plichten ver meerderen dit vinden wj eenzjdig en onbilljk. Bovendien zal men, eenmaal aan het vieren van de lijn, niet licht „De hemelsblauwe das midden in de week 1" viel de lieve Karlientje hem in de rede. „Maar Karlientje 1" herbaalde Michel, die zjn hersens inspande om eene ver ontschuldiging te vinden en in wiens hoofd de varkensgeschiedenis, de brief- schrjverj en het vooruitzicht op „zalig heid" (door sterken drank) door elkaar dwarrelde. „Ach wat ter wereld „Hoe maak je mj aan het schrikken." „Ja, omdat je geen gerust geweten hebt 1" siste zjn wederhelft, „buiten staat de schimmel met het mandenwagentje 1 Denk je, dat ik niet begrjp dat je voor plezier uit wilt gaan, hé „Maar Karlientje!" sprak Michel zacht, terwijl hj naar de deur keek om hulp te vragen aan Frits, die daar net uitgedoscht verscheen. In een oogwenk doorzag hj hoe de zaken stonden en dadel jk was hj gereed om Michel uit den brand te helpen. „Zoo, Michel, ben je gereed P" vroeg hj vrooljk, „ha, buurvrouw, is het verjaardagsdiné Nu, dat viel ook niet in goede aarde. Frits was voor zjn buurvrouw altjd een doorn in het oog geweest, omdat Telepliaon nummer 10. kunnen zeggen waar dit zal ophouden. Bedriegen wj ons niet, dan heeft een vr jz.-democraat dezer dagen gebruikt de uitdrukking „arbeids-staat". Het Bcbjnt wel, dat wj daarheen op weg zjn. Zulk een nieuwe klassearegeering lacht ons niet toe. Eu arbeiders die ernstig nadenken zullen dit kunnen begrjpen, m Sociaal-democraten onder elkaar. Men weet dat mr. Troelstra in het „Volk" aan den heer Van der Goes verweten heeft, dat hij, door te bedanken voor een eandidatuur als lid van het partj'bestuur, feitelijk handelde in strijd met d9 besluiten van 't jongste congres der S. D. A. P. Daar is de heer Van der Goes 't niet mee eensNoch in het partjbestuur zitting nemen, noch namens de partj deelnemen aan politieke de batten, in en buiten de Kamerverkie- Abonnenients-Ailvertentlën op sieer voordeeligc voorwaarden. zingen, is ons meer mogelijk zi het congres der partj, drager van haar hoogste gezag, op hot gebeurde te Utrecht niet terugkomt. Want die motie beschouwt de „Nieuwe Tjd"-groep als grievend en beleedigend, zj was een misgreep, die hem en de zjnen belet uit de handen der voorstemmers een benoeming in hun bestuur aan te ne men of het tegenover tegenstanders te representeren Wj zjn gebrandmerkt als kamer-filosofen, die uit de hoogte van een ingebeelde wjsheid met on bruikbare leerstukken om ons heen wierpen en 't toppunt van ketterjagerj hebben Troelstra en Schaper aan ons begaan. De heer Van der Goes klaagt dat hj en de zjnen een zeer onaange- camen weg zjn opgedreven de partj heeft hen naar de letter gevonnist hj verlangt nu eerst herstel van eer. Daar heeft mr. Troelstra dadeljk op geantwoord, Z.i. kan de partj dat besluit niet intrekken zj heeft uit spraak gedaan over een geschil tusschen twee leidende groepen, de vraag nl. of het aangaat dat de leden der eene groep, bj elk verschil van meening, die der andere steeds gewoon zjn als minder waardig, onzuiver, anti sociaal-demo cratisch buiten de ware sociaal-demo cratie te bannen. Van dat drijven had de partj de noodlottige gevolgen ge voeld, ze moest het euvel zien en af keuren. Maar nu de partj eenmaal is verdeeld in twee tegenovergestelde richtingen, kan men zich niet beklagen over den uitslag van een botsing dier twee deelen. En ze bezit voldoende krachten om een nieuw partjbestuur samen te stellen, dat met vaste hand de partj zal hebben te leiden door de moeiljkheden, waarin zj zich tjdeljk bevindt. Aan de overzjde verkneukelt men zich over dat gekrieuw. De „N. Ct." wjst er op, dat de heer Van der Goes thans 't zelfde vraagt als mr. Troelstra kort voor 't congres eerherstel reha biliteerde men hem niet, dan wilde mr. Troelstra geen leider meer bij ven. En de heer Van der Goes verklaart thans dat van hem en de zjnen geen deelneming aan 't partjleven te ver wachten is zoolang het congres zjn Paascbbesluit niet intrekt. Hoor nu zegt de „N.Ct." mr. Troelstra zwaar wichtig betoogen, dat dit een onmoge- ljke eisch is van Van der Goes dat het niet kan 1 En bljft er ernstig bj. De „Ned." wjst ook op dat verschjn sel de heer Van der Goes noemde verleden jaar den eisch om eerherstel van mr. Troelstra, toen h j door 't con gres in 't ongeljk was gesteld, verre gaand ODbetameljk en ondemocratisch, en nu de heer Van der Goes in het zelfde geval verkeert en 't zelfde vraagt, verwerpt de heer Troelstra dien eisch als ongehoord en ondemocratisch. Zoo verwjten deze leiders merkt de „Ned." op elkaar beurtelings wat zj zeiven doen. En zoo scbjnt het toch wel eenige schaduwzjde voor het par tjleven te hebben, dat in het soc.-dem. deugdenljstje de deugd van nederigheid is geschrapt. Do minister van waterstaat heeft, door tuBsehenkomst van de Commissa rissen der Koningin, van de gemeente besturen opgevraagd twee exemplaren van de in hun gemeente bestaande ver ordening, waarbj de dienstvoorwaarden van in gemeenteljken dienst zjnde ambtenaren, beambten en werklieden worden geregeld. Van alle nader vast te stellen soortgeljke verordeningen en van aanvullingen of wjzigingen van bestaande regelingen op dit stuk wenscht de minister mede steeds twee exemplaren te ontvangen. Vrede door Eecht. j Gisterenmiddag werd te 's Graven hage de jaarljksche vergadering ge houden van den Algemeenen Neder- landschen bond „Vrede door Recht." De vergadering werd geleid door mr. M. De Pinto, die constateerde, dat de vredesbeweging een vaste en prac- tischer vorm heeft aangenomen. Tal van naties hebben ingezien dat er iets ge daan moet worden. Na de Vredescon ferentie ontstond het Hof van Arbitrage en thans is een nieuwe conferentie in uitzicht. Voorwaar een bewjs, dat de I wenschen der pacifisten niet slechts utopiëa zjn. De vredesbeweging gaat inderdaad in practische richting. In i het Engelsche Lagerhuis werd een motie gestold tot verlaging van de uit gaven van leger en vloot, zoo mede een motie betreffende het vraagstuk tot vermindering der bewapening, door de regeering aanvaard. Ook andere rjken zjn dit denkbeeld zeer sympathiekalleen Duitschland schjnt niet onvoorwaardeljk te zullen medegaan. Intusschen, dit alles zjn hoopvolle teekenen en de voorzitter sprak den wensch uit, dat de vredesidee mear en meer zou doordringen. Door den secretaris mr. dr. J. A. A. II. De Beaufort, werd het jaarverslag uitgebracht. Ook daarin wordt gewezen op de gunstige voorteekenen voor de vrede-beweging, en medegedeeld, op welke wjze in het afgeloopen jaar propaganda werd gemaakt. In voorbe reiding is de feesteljke viering van de plechtigheid der eerste steenlegging van het Vredespaleis. Aan alle kuiten- landsche vredebonden is verzocht om finaneieelen en moreelen steun ter ver- wezenljkiDg van dit plan. Sparen op school, De minister van binnenlandsche zaken heeft het volgende schrjven gericht tot de districts schoolopzieners „Bj de behandeling van het ontwerp der Staatsbegrooting van het loopende jaar is er vanwege de Tweede Kamer der Staten-Generaal bj de regeering op aangedrongen, d-at zj er toe zou medewerken om het sparen op school meer ingang te doen vinden. Ik heb mj daartoe gaarne bereid verklaard, omdat ook ik overtuigd ben, dat de school in deze veel invloed ten goede kan uitoefenen. Bj bet onderwjs zal de spaarzaamheid als maatschappeljke deugd ter sprake komen, maar de onder- wjzer kan verder gaan en den kinderen het nut van het sparen en zjn toepas sing leeren kennen. Sparen moet worden geleerd, onder de leiding van den onder- wjzer kan ook de schoolspaarbank op gelukkige wjze dat onderdeel van de opvoeding tot zjn recht laten komen. "Wil spaarzaamheid als volksdeugd alge meen ju, dan moet reeds in dejeugd het begrip daarvan worden aangebracht en het sparen tot eene gewoonte worden gemaakt. Behalve dat van de school spaarbank een goede invloed te wachten ia zoowel op de latere levensopvatting van het kind als op het gezin waartoe het behoort, is bovendien een dadeljk voordeel ervan dat de snoepzucht en het doen van onnutte uitgaven worden zj steeds vreesde dat de vrooljke leef- wjs van Frits ook Michel zou aantrekken. „Kjk mjn brave buurman eens 1 Netjes gekleed je wil zeker mjn man weer verlokken gelukkig datikjuist kom. Maak datje weg komt, uitgaander 1 Zoek maar een ander, liederljke kerel. Mjn mar bljft thuis, dat beveel ik." „Hahahal" lachte Frits vergenoegd, „hahaha 1 Nu, alle vrouwen zjn toch precieB hetzelfde. Weet je wel, buur vrouw, wat ona plan was „Dat wil ik niet weten 1" schreeuwde zj boos, „ik zeg dat Michel thuis bljft. Ik heb niet noodig uw fraaie plannen te kennen I" „Nu, buurvrouw, als je het toch niet anders wil we moeten het toch maar zeggen 1 Ik begrjp niet, Michel", zei hj knipoogende tot zjn vriend „als je vrouw niet anders wil, waarem bet er dan maar niet uitgeflapt!" „Hier!" riep Frits nu en hj hield den brief dadeljk de boerin voor (bj wist toch dat zj geen schrjfletters kon lezen.) „Nauweljks tien minuten is de brief hier 1 Maar laat ik je dat eerst goad vertellen. Buurvrouw weet zeker nog wel, dat ik een poosje geleden in de krant laa van een tentoonstelling Waar het sparen op school in ona land tot dusver nog maar weinig ingang scbjnt te hebben gevonden, zou het mj aangenaam zjn, dat door de leden van het Rjksschooltoezicht het invoeren van schoolspaarbanken zooveel mogeljkwerd bevorderd. j Ik heb de eer u te verzoeken deze zaak tot een onderwerp van behandeling te maken op de eerstvolgende door u met de arrondissements schoolopzieners te houden driemaandeljksche districts- 1 vergadering, om alsdan vast te stellen, welke de beste middelen zjn om het hier beoogde doel te bevorderen. Ik zal gaarne zien, dat een dezer middelen zal zjn, dat vervolgens op een der eerste met de onderwijzers te houden arron dissementsvergadering aan het onder- werp een opzetteljke bespreking zal gewjd worden". van vee P" „Och watl" zeide zj, „ik heb niets gehoord en het kan me niet schelen." „Het kan je wel schelen, maar je bent het vergeten 1" loog Frits onver- j schrokken, zoodat de boerin toch wat begon verward te raken. „Nu, bet vee is verloot en Michel heeft den hoogaten prjs, een vet varken van driehonderd j pond. Kjk, hier staat het te lezen 1 Eu nu wilden wj het heimeljk halen om je daarmee te verrassen." „Drie honderd pond 1" herhaalde zj en haar gezicht klaarde op. „En is dat waar, Michel 1 Zoo'n varken in onze stal! wat een geluk!" ging zj in ver rukking voort, „dat is wat anders 1 dan heb ik niet te kjven. Maar Michel, ik kan niet begrjpen datje zoo onvoorzich tig bent om voor zoo'n last den schimmel te nemen. Daar moet de bruine aan, die ia flink en sterk. Ja, Michel, Frits, dat is wat anders 1 maak dadeljk voort of neen 1 ik bedenk me daar jelui mannen bent bj zoo iets altjd liederijk dronken ik zal zelf het varken gaan halen!" „Maar Karlien!" riep haar man, die gruwde van de gansche leugenkraam en tegel jk verwonderd was over den loop, dien de zaken genomen hadden. „Och, zwjg maar!" riep zj, „dat bevalt je niet, hé? 't Was minder om de aangename verrassing dan ooi het vrooljke gezelschap te doen. Maar daar komt niets van 1 Jj bljft thuis en ik zal ons gewonnen varken halen." „Buurvrouw 1 je hebt geljk", viel Frits in „ik kan het niet kwaljk nemen. Je neemt den knecht mee en 't is in „het Duitsche huis" te Tarant, buur vrouw 1 eu op no. 77 is de prjs gevallen Wat een geluk 1" Frits wuifde met zjn Zondagsche muts tot vreugdebetoon. Buurvrouw verdween en Michel veegde de zweet droppels van zjn voorhoofd en klaagde „Groote God, Frits, wat ben jj een leugenvader 1 Maar. dadeljk klaar met een antwoord, dat ie waar, ja. Zonder jou had ik me er niet uit gered." „Hahaha, hihihi 1" lachte Frits luid, „Michel, hahaha 1 Zj krj'gt nog maar een zachte straf voor haar booze tong. Eenmaal zal zj haar meester in ja vinden en wat meer eerbied voor ja krjgen." V^ordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1906 | | pagina 1