1906. t van s prijs Kilo 1.50 iussen 30 April. No. 100. 44o Jaargang. OOP: OOP: tbode Maandag kflDlEHSï HiYESDIEHST. EI Muml Moort m Ipoegsel. Gemeentebestuur. Ataeert Sj op ie FEUmLBTON. Een stap in de richting van Staatsexploitatie der spoorwegen. VUgiipckt (tinti Hit gitii. Jlicttwc JfeltiUi m Blotuitziig. voor Tu'n- of compleet, zoo goed Bureau Ylissingscho J/RUOOL, bij KLA.ASSB, Kasteelstraat. Stads-Verkoophuis. a flinke kan koken, groots [Zich aan te melden B8. VLISSIIGSCHE COURANT. Prijs per drie naaaden L3Q, feaae® pisz 1.50. Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zichbij alle Boek handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij den Uitgever F. VAN DE YELDE Jr., Kleine Markt, I. 187- m ADVEKTENT1ËNvan 14 regels ƒ0.40. Voor eiken regel meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordl de prijs slechts twee maal berekend. Groote letters en cliclié's naar plaatsruimte. Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zon- en feestdagen. Telepiiöorniummer 10. Abonnements-Advertentiën op zeer voordeelige voorwaarden. K. Adres MojuftV. ostraat 70, (boven.) n-Middelburg v.v IN (Remise) v.m rerkdagen) 5.50. m. 7.55, 9,30. 11.—. 15, 2.-, 2.45. 3.30, 7.50, 8.40, 9.30, 1G (n. Zeilmarkt i*, 6.20*, 8.40, 10.15, .20, 2.05, 2.50, 3.35, 35, 7.55, 8.45, 9.35, den sleohtB tot da vm. 6.6.20, 7. 10.—, 10.20, 10.40, -, 12.30,1.—*, 1.25*. 5, 4.25, 4.50, 6.10, s: vm. 6,10, 6.80, 9.50, 10.10, 10.30, Nm. 12.10, 12.45, .10, 3.40, 4.10, 4 ,35 8.—, 8.30. allen Zondag» uit "B-HCH8U3®. m. 3,23 g) en 6,10 (c nm. 3,50 g) en 6,43 a) en 4,45 ,23 en 6,10 c) f) na het vertrek van e n. Neuzen vm. 8,30 Borssele en Neuzen s, Borssele en Neuzen van 16 April taf BE DRIJFSBELASTING. Aanvang van het beechrgviDgswerk voor de belasting op bedrgfs- en andere inkomsten. Burg. en Wetb. van Yliasingen Gezien de circulaire van den Commis saris der Koningin in Zeeland van den 17 April 1906, A no. 192/1, le af- deeling maken bekend dat de aanvang van het besohrgvingswerk voor de belasting op bedrijfs en andere inkomsten voor het dienstjaar 1906/1907 is bepaald op Dinsdag den len Mei 1906dat het werk der oommissiën van aanslag be hoort te zijn afgeloopen op 26 Septem ber en wijzen belanghebbenden op de navolgende bepalingen der wet van 2 October 1893 (Staatsblad no. 149) tot heffing eener belasting op de bedrijfs- en andere inkomsten Art. 15. 2. Ieder, die optreedt als bestuurder of beheerend vennoot van eene nier te lande gevestigde vennoot, onderlinge verzekering-maat- ij, coöperatieve vereeniging of van eene vereeniging of stichting die een bedrijf of beroep uitoefent, of als boekhouder eener hier te lande ge vestigde reederij, is gehouden daarvan binnen een maand kennis te geven bij bet beBtuur der gemeente waar hij woont. Art. 16. Hier te lande wonende be- beerende vennooten van Nederlandsehe vennootschappen en maatschappijen, als bedoeld in Art. 6 2 en van de in Art. 15 bedoelde commanditaire ven nootschappen op aandeelen, bestuurders van hier te lande gevestigde naamlooze vennootschappen, coöperatieve- en andere vereenigingen en onderlinge verzekering- maatschappijen, alsook boekhouders van hier te lande gevestigde reedergen, mogen niet tot bet doen van uitdeelin- gen of uitkeeringen, waarover volgens Art. 5 1 en 2 en Art. 6 2 be lasting verschuldigd is, overgaan, al vorens daarvan aangifte gedaan en de over vroegere uitdeelingen of uitkeerin gen verschuldigde belasting betaald te hebbenbij liquidatie mogen de hier- bedoelde uitdeelingen niet geschieden alvorens de daarvoor verschuldigde be lasting is voldaan. Art. 45. Bestuurders van de bij art. 15 en c bedoelde naamlooze vennootschap pen, coöperatieve en andere vereeni gingen en stichtingen die een bedrijf of beroep uitoefenen, onderlinge ver zekering-maatschappijen en sooieteiten alsook beheerende vennooten van bier Dt Door AMO. 8.) Daar kwam Magdalena met het middagmaal binnen. Ofschoon zij ver wonderd en met medelijden eenige ver andering in haar moeder's gelaat op merkte, zweeg zij toch, want baar vader volgde haar op de hielen. DERDE HOOFDSTUK. Den week was verloopen sedert den 'etugkoer van den verloren zoon en de zon neigde ten ondergang, toen bi 'rouw Binder de deur open ging. «Eindelijk 1" klonk haar vrooüjk uit 'wee monden tegemoet. „Eindelijk, Lina 1" »Ja, dat mag je wel zeggen. De dag me ook lang, als ik telkens aan «lia denk en wat je hier uitvoert"zeide te lande gevestigde commanditaire ven nootschappen op aandeelen en boek houders van hier te lande gevestigde reederijen, zijn gehouden binnen veer tien dagen na de vaststelling van balans of rekening, een zoodanig uittreksel als noodig is tot toelating der winst, uit keeringen of uitdeelingen te doen toe komen aan den voorzitter der commissie van aanslag, bedoeld bij Art. 19 15 of 2, die den aanslag moet regelen. Art. 47. 5 en 6. Hij, die daartoe gehoudeD, nalaat de verplichting na te komen, bedoeld bij Art. 15 1, eerste lid, en Art. 15 2, eerste lid, wordt gestraft met eene geldboete van ten hoogste f 25. Gelijke straf wordt op gelegd in geval van overtreding van Art. 45 overtreding van Art. 16 wordt gestraft met eene geldboete van ten hoogste f 400. Art. 34. le lid. Handelsreizigers, kramers en alle verdere personen, die hun bedrijf of beroep rondtrekkende uitoefenen, voor zoover zij beboeren tot de bedoelden bij Art. la, h en k, zijn gehouden onverminderd hunne verplichtingen, omschreven bij Art. 12 en 14, zich ter plaatse binnen het rijk, waar zij zich na het begin van het belastingjaar bet eerst bevinden, bij het gemeentebestuur schriftelijk aan te mel den met opgaaf van bun naam, hunne woonplaats en hun bedrijf of beroep. Ten blijke, dat zij hieraan voldaan Wö- bsn, ontvaDgen zij koBtelooB een door of van wage het hoofd van dat bestuur onderteekend bewijs, dat zij gehouden zijn mede te onderteekenen en op aan vraag aan ambtenaren der directe be lastingen te vertoonen. Art. 47. 7. Personen, die van een bewijs voorzien moeten zijn als bedoeld in Art. 34 en die in gebreke blijven dit bewijs op aanvrage aan bevoegde ambtenaren te vertoonen, worden ie straft met eene geldboete van ten hoogste f 25 geven zij ter bekoming van dat bewijs aan het bevoegd gezag een valschen naam, woonplaats, bedrijf of beroep op, of maken zij gebruik van het aan een ander afgegeven bewijs, dan worden zij gestraft met eene geldboete van ten hoogste f 150 wordende ten slotte er op gewezen dat aan de ingezetenen van het rijk de be voegdheid is verleend om zich,bij de aan staande beschrijving de uitreiking van een beschrgvingsbiljet B te- verzekeren door vóór of op den 13 Mei a.s. het verzoek daartoe te richten tot den Ont vanger der directe belastingen hunner woonplaats. Ylissingen, den 28 April 1906. Burg. en "Weth. voornoemd, YAN DOORN YAN KOUDEKERKE De Secretaris, WITTEVEEN. ii. Bij Koninklijk besluit van 7 April 1903 is bepaald dat van straffen, opge legd door de spoorwegdirecties aan haar personeel, beroep op een scheidsgerecht moet worden toegelaten. Deze bepaling heeft niet ongunstig gewerktde on derlinge verhouding is er in zooverre door verbeterd, dat door de directies meer te rade wordt gegaan met recht en billijkheid. Men was voorheen met het straffen wegens allerlei vergrijpen wel eens wat al te kwistigmaar nu een scheidsgerecht een straf wegens onrechtmatigheid of onbillijkheid ver nietigen kan, worden de zaken beter onderzocht. Vodral met den bewijslast werd voorheen allerzonderlingst omge sprongen, geheel in strijd met het be staande recht. De beschuldigde b.v. moest, om niet te worden gestraft, be wijzen dat hij niet schuldig was 1 Ook kwam het voor dat meer dan één per soon onder verdenking lag. Kon men dan den waren schuldige niet uitvin den, dan werden zij beiden gestraft. "Wanneer thans straffen worden opge legd, dan geschiedt dat wegens behoor lijk bewezen feiten yan beteekenis en niet wegens lichte oi- twijfelachtige vergrijpen. In de Kamer is eyenwel bij het spoor wegdebat, waarop wij in ons eerste artikel doelden, gewezen op een nieuw euvel. De vindingrijke maatschappijen hebben eene straf weten uit te denken, die niet onder den naam van straf doorgaat en dus ook niet is onderwor pen aan arbitrale rechtspraak. Hij, die men straffen wil, wordt namelijk eervol ontslagen. Wanneer ook hiervan be roep op een scheidsgerecht werd toe gelaten, dan zouden de maatschappijen, indien zij bet pleit verloren, kunnen beweren dat zij, tegen haar wil, perso nen in dienst moeten honden, die zij ongeschikt aohten en dus niet de ver antwoordelijkheid kunnen dragen voor die orde en veiligheid, welke in het publiek belang noodzakelijk moeten be staan. Toch meende men in de Kamer dat het daartoe zal moeten komen en ook de regeering stemde dat toe. Het punt is echter zeer moeilijk te regelen, ze vriendelijk, terwijl ze haar hoed en doek aflegde en aan het bed van haar moeder trad. „O, met Johannes gaat de tijd nu wel aardig voorbij", verzekerde de oude vrouw en vestigde een vergenoegden blik op den jonkman, die bij haar bed zat met schrijfwerk voor zich. Door tusschenkomst van Lina had hij dit werk gekregen van mijnheer Jansen, wiens klerk ziek lag. „Je moeder is al tevreden, als ik hier zit te schrijven'', zeide Johannes op bescheiden toon. Ja, vlijtig is hij, dat moet van hem worden", verklaarde vrouw Binder. „Ik wou maar, dat u en Lina mij eens aan het werk zagen in mijn eigen vak, vrouw Binder. Het zou me goed doen, als ik u kon toonen dat ik mijn vak versta, want als ik hier zoo zit..." „Kom, Johannes, begin je weer te klagen? Ben je nu al vergeten, watje gisteren beloofd hebt?" vroeg Lina, die reeds weer aan den gang was in de huishouding. „En nu heb ik nog al een verrassing voor jel Kijk eens hier!" en zij reikte hem een pakje tabak over. ,0, Linak wat ben je goed 1 Ik kan het je nooit vergelden 1" riep hij be wogen uit. „Ooh, kom, gekheid 1 Je zult wal al lang naar een pjjp verlangd hebben. Bi een man gaat dat boven alles sprak zij innig vergenoegd. „O, Lina, je bent bet beste meisje van de geheele wereld 1verzekerde Johannes met overtuiging. „Kom, gekheid", lachte het meisje, En toen gingen zij eten, waaronder zg veel met elkander schertsten. Lina beweerde, dat Johannes niet behoorlijk wilde eten, omdat hij niet spoedig genoeg aan het rooken begon, waar hij tegen opkwam en blozend erkende dat hij geen pijp verdiende, terwijl hij hier lag en verteerde, wat Lina met zooveel moeite verdiende. Na het eten ging Lina in den tuin om het gedroogde waschgoed te halen, Bij haar terugkeer legde zij een pakj op de tafel en zei„daar is weer wat 1 dat stuurt je moeder, Johannes. Het lag weer vooraan bij de deur." Ze deden samen het pakje open on vonden twee hemden, twee paar sokken, twee gulden, een worst en een pond boter, alles heel netjes met veel papier ingepakt. „Och, mijn goede moeder", sprak Hebben wij de zaak goed begrepen dan zóu de regeering het dien weg willen uitsturen, dat een eervol ontslagen amb tenaar bij de spoorwegen, omtrent wien door een scheidsgerecht is beslist, dat dit ontslag ten onrechte is geschied, aanspraak verkrijgt op eene hoogere schadevergoeding dan hij anders zou verkregen hebben. Het wil ons voorkomen dat deze verhooging van groote beteekenis zal moeten wezen, om bet gat weer dicht te maken, waardoor de directies wisten te ontsnappen uit het net, dat het Koninklijk besluit om haar heen had geworpen. Intusschen, wordt de zaak al te kostbaar, dan krijgt men weer klachten van anderen aard en. zal men de directies prikkelen tot bet doen van nieuwe vindingen. Al weder een bewijs dat men het nimmer gedaan zal krijgeD, om door dwangmaatregelen te bewerken dat de spoorwegmaatschappijen zoo ver gaan met de verbetering van het lot harer beambten, als mén zou wenschen en redelijkerwijze zou mogen verwachten Slechts op één punt schijnt het meer genoemde Koninklijk besluit eene af doende verbetering te hebben aange bracht. Het schrijft namelijk voor, dat de maatschappijen het personeel in groe pen moeten verdeelen. Die groepen kiezen dan vertegenwoordigers en deze zijn de aangewezen personen om grieven en bezwaren ter kennis van de directie te brengen. Deze zijn verplicht alles te onderzoeken en hebben door deze regeling niets te maken met de in menging van vakvereenigingen, waar van zjj altijd een grooten afkeer hebben getoond. En toch is ook hier weer een be zwaar, namelijk dat de verkiezingen en het houden der vergaderingen van deze groepsvertegenwoordigingen veel geld kosten. In ieder geval is door hot gebeurde alweer aangetoond wat men sinds lang wist, dat de regeering niets anders kan doen dan onderhandelingen openen, het gevoelen der directies vragen, trachten met haar tot een akkoord te komen en daarna op grond daarvan zoodanige voorschriften geven, welke zij tot ver betering van verschillende toestanden noodig acht. Dwingen in den eigenlijken zin des woords kan men niet en de minister kon dan ook in de Kamer alleen verklaren, overtuigd te zijn dat de directies evenzeer blijk zouden geven van hunne bereidwilligheid om met^de regeering samen te werken als zij tot dusver gedaan hadden. Het ligt trouwens geheel in den aard der zaak, dat wanneer de spoorweg maatschappijen niet bereidwillig zijn om iets te doen wat van hen verlangd wordt, op eene eerlijke uitvoering der voorschriften, op eene wezenlijke mede werking toch niet te rekenen valt. Zoo dra er min of meer van dwang sprake is, van voorschriften die men met leede oogen aanschouwt, is van zoolanige medewerking geen sprake meer. Veel hebben de maatschappijen gedaan wat zij zeker niet zouden gedaan hebben, indien haar leven niet bedreigd werd door den zich steeds uitbreidenden aan drang naar staatsexploitatie. Het weinig bevredigende van het spoorwegdebathet onloochenbare feit, gat de tusschenkomst der regeering nooit een afdoend middel van voldoende be scherming van spoorwegpersoneel en publiek beide kan zijn, moet ons nood wendig tot het resultaat brengeD, dat dit langdurig debat als een stap in de richting van staatsexploitatie moet wor den beschouwd. Nogmaals, het moet er toe komen. Van eene particuliere nij verheid in den eigenlijken zin des woords is bij de spoorwegen geen sprake. Immers, zij moeten er zijn sn waren zij er niet, dan zou de Staat moeten zorgen dat zij er kwamen. Bij de spoorwegmaat schappijen is de Btrijd tusschen parti culiere en bijzondere belangen veel te groot, dan dat de eerste geheel aan haar zouden kunnen worden overgela ten, en, doet men dit niet, gaat men, zooals in 1903 geschied is, met allerlei bindende voorschriften door, dan geeft men aanleiding tot gespannen toestan den en verhoudingen en tot een van zich afschuiven van verantwoordelijk heid, zooals door ieder geschiedt die geen baas wordt gelaten op zijn eigen terrein. De publieke belangen, waarvan hier sprake is, zijn van te uitnemend ge wicht daarvoor moeten alle andere buigen, en wanneer er iets waar is van de dwaze, doch reeds herhaaldelijk uit gesproken beschuldiging, dat de maat schappijen bezig zijn, door luxe-uitgaven de eventueele naasting te bemoeieljjken, Johannes, wien de granen in de oogen opwelden. Zoo waren er in 't geheim reeds meer pakjes gekomen. Op een morgen in de vroegte had Lina zelfs een mandje aan haar adres gevonden, daarin had ze verscheidene zakjes met kruideniers waren gevonden, zooals Ernst verkocht. Zoo wilden allen Lina den last lichter maken, dien zij zich met Johannes op den hals had gehaald. En deze Al deze teekenen van de zijnen troffen hem tot in het diepst van zijn ziel. Zij hadden zoo weinig en gaven voor hem zooveel zij slechts missen konden en hij had veel geld verdiend. Zoodra hij maar aan het werk ging, verdiende hij volop, want hij was een bekwaam werktuigmaker en zijn patroons lieten hem slechts ongaarne los. Maar zoodra hij weer wat geld op zak had, kon hg niet rustig aan het werk blijven. Terwijl hij met de zieke vrouw alleen was, bad hij haar dit met een rouw moedig hart bekend en telkens kwam bij hem een gevoel op, dat aan vertwij feling grensde, als hij er aan daoht, dat Lina nu voor hem den kost verdiende. Hij eisohte dan ook, dat zjj alles voor hem op een rekening zou zetten. „Je krjjgt alles terug, Lina. Dat is zeker I" verklaarde hg, alleen om zich zeiven gerust te stellen. „Nu, dat zal me aangenaam zijn. Je hebt gelijk, je behoeft geen geschonken ed aan te nemen van Lina Binder", antwoordde zij met een vrooljjken laoh. „Het goede, dat jelui aan mg doet, kan ik toch nooit vergelden 1" zuchtte hg. „Dat kan je niet weten, Johannes 1 Als je nu braaf en vlgtig aan het werk blgft en zoo knap werkt, dan geeft je patroon je op een mooien dag zgn dochter tot vrouw. Dan doet hg je tegelgkertgd de zaak over en dan ben je een fijne mgnheer. Je vrouw draagt dan mooie krullen en een hoed naar de nieuwste mode en kom ik bg jelui om het wasehgoed te strgken." „Ja, spot maar met me. Het doetje plezier, dat ik zoo hulpbehoevend voor je sta 1" riep hg boos. „Juist, zoo'n kwaadaardig schepsel ben ik nu!" antwoordde zg dan ook boos en dan bond üg wat in. Hè, ik zou me de haren uit het hoofd kunnen trekken, als ik bedenk, dat je meer kunt dan ik." fo'ordt vervolg

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1906 | | pagina 1