I tl
tbode
Hoest en
23 April.
Telepluonnummer 10.
Een stap in de richting
van Staatsexploitatie
der spoorwegen.
RtauKtrt V r
Bffinenlandscbe kriekten.
Si* 94.
44e Jaargang.
1800.
>n dit niet, omdat j|
ji, en de toebereidij
ionder eenige verdeil
eene smakelijke, gJ
ide voor t wei
boort, gebruiksaanwjjl
worden, zoo bi
ene nette
w KRIJGER, Bad-
I D
P. BENDRIKSE,
singen.
fornische Vijgen
en bedarend
eeft aan iederen
lepels, rust en
len Vijgenhonig.
een voortreffe
aan de zwakste
ichting en
st.
na het gebruik
in de Riemer-
i verkoudheid op
r aanbevelen als
Iare verkoudheid.
DER.,
pte Burgwal 2a.
BENIEST, Dro-
VLISS1KÜ8CHE COURANT.
Maandag
Prijs pet drie maaaès® ï=S0o fsssee gssr? puü f 1.50,
Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek
handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij den Uitgever
F. VAR DE VELDE Jr., Kleine Markt, I. 187-
ADVERTENTIES: vaa 1—4 regels ƒ0.40, Voer eiken regal
meei* 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde
advertentie wordt de prijs slechts ftveemaal berekend, Groote letters
en clielié's naar plaatsruimte.
Verschynt dageiyks, uitgezonderd op Zon- en feestdagen.
Abojmeinents-Advertentifin op zeer voordeelige voorwaarden.
I (Moral MoorE giliplfel.
i.
Waar is de tijd naar toe, toen men
nog met een stalen gezicht do leer
verkondigde, dat de Staat zich onthou
den moet van een ingrijpen in de par
ticuliere DijverbeidAlsof niet juist
de Staat de aangewezen macht is om
den strjjd der particuliere belangen te
leiden in de juiste bedding, waardoor
verhinderd wordt dat het eene belang
aan het andere wordt opgeofferd.
In de laatste jaren, nadat men ein
delijk met de monsterachtige leer, dat
men zich onthouden moest, gebroken
had, heeft de Staat reeds menigmalen
ingegrepen en de nieuwe leer toege
past, dat de economisch zwakkere moet
worden beschermd tegen de overmacht
van het sterkere.
Die overmacht zelve is de natuur
lijkste zaak der wereld. De eenvoudig
ste ambachtsbaas staat economisch ster
ker dan zijne werkliedenmaar dit zal
in den regel het algemeen belang niet
schaden. Grooter wordt bet gevaar,
waar zeer machtige lichamen staan
tegenover een uitgebreid dienstpersoneel;
lichamen, welker besturen hunne aan
dacht vooral aan de belangen der aan
deelhouders hebben te wijdenlicha
men, die als het ware een deel van het
publiek belang in handen hebben en van
wier ongestoorde, regelmatige werking,
op een gegeven oogenblik de beste be
en der samenleving kunnen af-
Zulke lichamen Btaan niet alleen
maohtig tegenover bet ondergeschikt
personeel en tegenover het publiek, dat
ze nu eenmaal niet missen kan, maar
tot op zekere hoogte ook tegenover den
Staat. Niet zpo heel veel jaren geleden
verklaarde de regeering dat de Staat
zich niet te bemoeien had met de ver
houding tusschen de besturen der spoor
wegmaatschappijen en de ambtenaren
en werklieden. Wanneer men daarover
toen anders gedacht had, zou de spoor
wegstaking van 1903 waarschijnlijk
nimmer als een zwaard van Damocles
FEUILJ-jETON.
iB-SCBBM#*
>6.
na. 3,23 g) en 6,10 c)
nm. 3,50 g) on
55 a) sa i,io
3,23 ea 6,10 c) f)
na het vertrek Wï
;e n. Neuzen vm. 8.S0
3, BoraseleenNeuzW
3, Borsssle en NeuWa
a van 13 April tal
Door AMO.
2.)
Wat netheid en zindelijkheid betreft,
geleken de twee huisjes elkaar evenveel,
'is het eene ei op het andere ljjkt.
Vrouw Burgman trad voor het open
tsnater en keek naar binnen ia de kamer,
waar een slank, zindelijk gekleed meisje,
stond te strijken. Er lagen hoopen
Minkenc! wit linnengoed op de stoelen.
„(loeien morgen, Lina I Ben je van
daag niet uit? Wel, wel! je hebt
a' wat afgedaan f"
«Mevrouw Landhorst heeft mij laten
peggen en dat kwam mjj goed van pas.
ben al om vier uur opgestaan. Met-
'ettÜdga ik niet meer uit, buurvrouw.
verdien thuis meer en mijn moeder
"'Ügt hoe langer hoe meer behoefte aan
zij kan niet meer zoo lang alleen
gezweefd hebben boven het ingewikkeld
samenstel onzer sociale belangen. Ge
lukkig heeft die staking eenige -goede
gevolgen gehad, maar eenige leden der
Tweede Kamer vonden het toch zeer
gewenseht den toestand van het spoor
wegpersoneel nog eens opzettelijk met
den nieuwen minister te bespreken.
Dit is nu eenige weken geleden ge
schied en het wil ons voorkomen, dat
het spoorwegpersoneel over die bespre
kingen niet zal te klagen hebben. Dat
men spoorwegstakingen vqor het vervolg
getracht heeft onmogelijk te maken, dit
hebben wjj altijd juist geacht. Door
zulk een staking wordt niet de spoor
wegmaatschappij, tegen wie de strijd
gaat, getroffen maar in de eerste plaats
worden er de belangen door geschaad
van duizenden, die aan de geheele zaak
niets kunnen veranderen en, dje niets
liever zouden zien dan dat de ambte
naren in alles tevreden werden gesteld,
wanneer de zaken dan maar ongestoord
marcheerden,
Maar men had tevens eene regeling
van de rechtspositie der arbeiders be
loofd, die ook wel tot stand kwam,
maar die feitelijk niemand voldoet en
die men daarom, nu er een nieuw be
wind is gekomen, niet op haar beloop
wilde laten. Er is met de directies ge
meen overleg gepleegdmaar deze
toonden zich niet erg toeschietelijk,
gedekt als ze waren door de stakings-
onmogelijkheid. Men moet toch niet
vergeten dat, wil men iets ten behoeve
van het personeel verkrijgen, do kosten
daarvan door de maatschappijen moeten
worden betaald en men dus rekening
heeft te houden met de feitelijke uit
voerbaarheid, waarbij men zich altijd
min of meer aan de goede trouw zal
moeten overgeven.
Hierbij komt nog dat de directies
steeds het argument te barer beschik
king hebben, dat zij het best in staat
zijn te beoordeelen wat tot da regeling
barer eigene zaak behoort. Het feit
moet zich daarom voordoen, dat de re-
gaering, die in het belang van het per
soneel eenige regeling maken wil, daar
bij het advies der directies noodig heeft.
Zeer duidelijk is gebleken, dat b.v. bij
de regeling van den Zondagsdienst, door
de vorigs regeering in den geest der
directies bepalingen zijn gemaakt, die
juist door hen die zich groote voorstan
ders van Zondagsrust betoenen, veel
zijn", zeide Lina en keek daarbij van
haar werk op. Daar zette zij het strijk
ijzer plotseling neer, trad aan het venster
en vroeg ontroerd «Wat is er gebeurd,
vrouw Burgman. Je hebt geschreid.
En je man is hier voorbijgegaan, bij
zag er zoo opgewonden uit
«Waar ging hij heen, Lina?'
„Dat weet ik niet ja, naar de
markt. Ach, het is vandaag den vijf
tienden En haar oogen werden
p'otseling vochtig, doch zij keerde haar
gelaat af en wilde niet, dat de buurvrouw
naar aandoening zou bemerken.
Vrouw Burgman knikte zwijgend met
het hoofd en dacht: „Zij denkt nog
altijd aan hem. Zij heeft wel veel van
hem gehouden."
„Waar is je moeder, Lina vroeg
zij toen.
„In bed I De loop naar de kerk is
haar to groot geweest. Maar zjj wil het
niet laten, zjj gaat er eiken morgen
trouw heen."
„Wie belast is en beladen, moet ddar
zijn toevlucht zoeken, niet waar, buur
vrouw blonk een zwakke stem uit het
bed, dat in den hoek naast het raam
stond.
»Aoh, vrouw Binder, je hebt wel
bezwarender werden geacht dan de vroe
gere.
Bjj het Kamerdebat is ook heel wat
gesproken over do loonregeling en het-
resultaat wa3 de verklaring der regee
ring dat aan den raai van toezicht op
de .spoorwegdiensten een uitgebreid on
derzoek omtrent de loonen in alle deelen
van bet land is opgedragen. Wij vreezen
dat dit onderzoek lang zal duren, De
raad van toezicht staat nu eenmaal in
een slecht blaadje. De raad is een lichaam
dat veel geld kost, doch welker oontróle
op de spoorwegmaatschappijen, op dezen,
het is algemeen bekend, niet te zwaar
drukt. Men zegt, maar het is men die
het zegt, dat de spoorwegmaatschappijen,
of sommige ervan, bezig' zijn zich zoo
weelderig in te richten, dat de Staat
zich wel tweemaal bedenken zal eer hij
tot naasting overgaat, maar dat de raad
daartegen nooit bezwaar maakt.
Voor den Staat zou.' dit een reden
kunnen zijn om niet al te lang met
die naasting te wachten, waartoe het
toch eenmaal komen moet, en juist het
feit dat de Staat zich nu ernstiger gaat
bemoeien met den toestand van het
personeel, zal altoos een struikelblok
blijken. Wij zien dat duideljjk aan de
loonregeling. Door het opgedragen
onderzoek is de zaak waarschijnlijk op
de lange baan geschoven. Ten slotte
evenwel komt het rapport in en zal het
wel blijken dat heel veel te verbeteren
valt. Maar wat dan Het zal een geld-
quaestie van beteekenis kunnen worden,
waarbij zich zeer veel verschil van
inzicht zal voordoen,en in dien strijd
hebben de maatschappijen veel in haar
voordeel Zij zullen niet zonder grond
beweren, de zaak bet best te kunnen
booordeelen. Zij zullen het argument
doen klinken, dat zij rekening hebben
te houden m6t hare eigene financieele
krachten wellicht ook dat do Staat op
minder gepaste wijze drijft in de rich
ting van eigen exploitatieen nadat
het onderzoek veel tijd heeft doen ver-
lcopen, het overleg nog eens veel tijd
zal kosten en een en ander ook aardig
wat geldelijke koeten zal hebben ver
oorzaakt, blijkt het ten slotte dat men
onmogelijk al te diep kan ingrijpen en
dat men zonder grond verwachtingen
heeft opgewekt, die toch niet verwezen
lijkt kunnen worden.
Nog op ander gebied zullen wij er,
in een volgend artikel, de aandacht
m! ficQL iMlipüil,
op vestigen dat Staatsbemoeiing in deze
nimmer het resultaat kan hebben dat
men er van verwacht en nimmer kan
zijn een radicaal middel om èn het
spoorwegpersoneel èn het publiek in
alles volkomen te beveiligen, zonder
daarom de belangen der maatschappijen
op onredelijke wijze te benadeelen.
Do reis van da Koningin-Moedor.
H. M. de Koningin-Moeder vertrekt
den 23n a.s. 's avonds 7 u. 32 van
's Gravenhage via Ylissingen naar Lon
den, op deze reis vergezeld door baron
esse Van Ittersum, hofdame en jhr.
mr. Schimmelpenninck, kamerheer.
H. M. keert den 4n Mei 's middags
rechtstreeks naar Amsterdam terug en
zal den 5n van daar uit de voigende
reis maken. Op dien dag vertrekt H.
M. ten 5 u.- 's nam. naar Burgsteinf'urt,
alwaar H. M. de zilveren bruiloft van
den Yorst en de Yorstin van Bentheim-
Steinfurt zal bijwonen,
Den 9n Mei begeeft H. M. zich van
Steinfurt naar Honnef om een bezoek
te brengen aan de alsdan aldaar ver
toevende koningin van Zweden, en na
een verblijf van enkele dagen te Hen-
nef zal II. M. een kort bezoek brengen
te König in het Odenwald aan den
Erfprins en da Erfprinses von Erbach.
Van König vertrekt H. M. naar het
Sehwartzwald, alwaar H. M. tot de
tweede helft van Juni verblijf zal hcuden
om dan naar hét vaderland terug te
keeren naar Soestdijk tot het betrek
ken van het zomerverblijf.
gelijk. Maar daar wist ik niets van, dat
je bed bier staat 1"
„Dat wilde Lina volstrekt zoo hebben.
Ik vrees, dat ik vandaag wel voor het
laatst in de kerk ben geweest. Ik kon
nauwelijks meer thuiskomen!"
„Ja, ik wou het zoo graag en ik
geloof, dat ik er reden voor heb. Moeder
moet tegenwoordig zooveel liggen."
„Je bent een goed kind, Lina", ver
zekerde de buurvrouw op hartelijken
toon.
„Ja, dat is zij, dat is zij", betuigde
vrouw Binder. „En dat zij niet gelukkig
ie, komt mij voor als een ongerechtig
heid des Hemels. Maar zij wil ook niet."
„Neen, moeder, ik blijf bij je. Mee
nemen kon ik je misschien niet en
er is niemand, waar ik zooveel van houd.
Onwillekeurig ontmoetten de blikken
van vrouw Binder en van vrouw Burg
man elkander.
„Het zou een goed huwelijk geweest
zijn, Lina", zei haar moeder. „Hendrik
mag je graag lijden."
Ook vrouw Burgman dacht er zoo
over, maar Lina lachte en zei, dat het
heter zóó was.
Vrouw Burgman ging weder in huis,
doch telkens daoht zij aan de kerk.
Verantwoordelijkheid van den geneesheer,
Prof. mr. D. Simons te Utrecht heeft
een prae-advies uitgebracht over het
voorstel B. van de afdeeling Amster
dam der „Ned. Mij. t. b. d. genees
kunst," luidende
„Het hoofdbestuur benoeme een com
missie van rechtsgeleerden en genees
kundigen ter bestudeering van het
vraagstuk der strafrechtelijke verant
woordelijkheid van den geneesheer."
Prof. Simons schrijft Door de Am-
stordamsohe afdeeling wordt voorgesteld
een rapport uit te lokken over de straf
rechtelijke verantwoordelijkheid van den
geneesheer. Ik merk op, dat in die for
mule tweëerlei wel te onderscheiden
vragen besloten liggen. Allereerst om
vat zij de quaestie betreffende de ver
antwoordelijkheid van den geneesheer
voor handelingen, die hij verricht in de
behoorlijke uitoefening van zijn beroep,
doch die, los beschouwd van het doel,
waarvoor zij geschieden, zouden kunnen
|fl£iiwe JfMeiU ei
„"Wie belast is en beladen, most daar
zijn toevlucht zoeken", had vrouw Binder
gezegd en dia woorden kwamen haar
telkens te binnen.
Zij zette haar hoed op, trok haar
mantel aan on riep Magdalena toe „Ik
ga naar de kerk"!"
Kort voor twaalf uur was het daar
stil en eenzaam.
„Belast en beladen" waren de woor
den, die nog immer weerklonken in de
ooren der vrouw, die daar, voor eon
zij-altaar geknield, haar hart voor God
uitstortte.
Daar werd zij opgeschrikt door voet
stappen. Zij herkende die onmiddellijk.
Daar liep haar man. Hoe afgemat en
bedroefd zag hij er uit. Er lag een
witte glans over zijn kort hoofdhaar en
toch wa9 hij zoo oud nog niet. Zjj had
nog nooit bemerkt, dat hij al zoo wit
was geworden.
Hij ging recht op het altaar af, dat
aan den Goeden Herder gewijd was.
Daar zonk bij op de onderste trede neer,
legde zijn armen over elkaar op de
steenen en liet zoo zijn hoofd daarop
rusten. Wat leed die arme man 1
Het was stil, doodstil ia de groote,
ruime kerk. Da arme vrouw liet haar
vallen onder de bepalingen der Straf
wet. Bedoeld zijn de chirurgische ope
raties, het verwekken van abortus en
soortgelijke handelingen. Voor deze is
het de vraag, onder welke voorwaarden
en binnen welke grenzon haar straffe
loosheid moet worden aangenomen, of
de niot-straf baarheid uitdrukkelijk in
de wet moet zijn uitgesproken en zoo
ja, op welke wijze. Het is deze quaestie,
welke de Amsterdamsche afdeeling ver
moedelijk op het oog had, doch haar
lormule gaat verder. Zij omvat ook de
vraag omtrent de verantwoordelijkheid
van den geneeskundige voor nadeelige
gevolgen, die te wijten zijn aan 'zijn
schuld in de uitoefening van zijn be
roep omtrent de aansprakelijkheid voor
zoogenaamde kunstfouten, voor de ge
volgen eener foutieve diagnose, eener
oneerdeelkundig verrichte, slordig uit
gevoerde operatie. Deze vraag, n.l. die
omtrent de voorwaarden voor de toe
passelijkheid der artt. 307 en 308 der
Strafwet op den geneeskundige, is na
tuurlijk van geheel anderen aard dan
de eerste. Is het de bedoeling alleen
de eerste vraag tot onderworp van on
derzoek te maken, dan zou het aanbe
veling verdienen deze beperking in d®
formuleering der vraag uit te drukken.
Zij zou ongeveer dus kunnen luiden
„Behoort in de Strafwet de niet-straf-
baarheid te worden uitgesproken van
handelingen, welke in het algemeen
onder de omschrijving van een straf
baar feit kunnen vallen, indien zij ver
richt zijn door den geneeskundige in
de behoorlijke uitoefening van zijn be
roep en zoo ja, aan welke voorwaarden
moet deze niet-strafbaarheid worden
gebonden en binnen welke grenzen moeë
zij erkend worden
ar S, D, A, F.
Dat het op het bovengenoemd con-
gros, dat op de Paaschdagen bijeen
kwam, nog al warm is toegegaan, ia
bekend. Verschillende bladen hebben
hun oordeel over dit oougres weerge
geven. Wij kunnen, die niet alle publi-
ceeren en wij gelooven ook niet dat het
onze lezers zou interesseeren. Echter
willen wij een uitzondering maken voor
wat betreft het oordeel van het sociaal
democratische hoofdorgaan en zullen
daarnaast plaats geven aan wat de
grootste tegenstander van de sociaal-
democratie, het katholieke hoofdorgaan,
over hot congres te zeggen heeft.
In het „Yolk" dan lezen wij' o.a.
„Op dit belangrjjk congres zijn dingen
gebeurd, welker beteekenis voor de
party haast niet kan worden overschat.
Er is sinds het vorige een ommekeer
gekomen in de stemming, een omme
keer, zóó groot en zóó onweerstaanbaar,
dat zeker wel niemand zal kunnen be
weren, dat men bier alleen te doen heeft
jisliak iiiialtii»§„
tranen den vrijen loop, maar haar snik
ken wist zjj te onderdrukken. Niemand
stoorde den ongelukkigen man in zijn
gebed, ook zij niet. En toen trok zij de
schoenen van haar voeten en sloop op
haar kousen naar hem tos. Daar stond
zij nu en keek naar boven, naar bet
afgedwaalde lam, dat de trouwe herder
in zijn armen droeg.
„Hij is verloren geweest en terug
gevonden", klonk plotseling een stem
als hemelsche muziek in haar binnenste.
Eindelijk richtte haar man zieh op.
„Ben je daar, Marie vroeg hij en
vatte haar bij de hand, Hij scheen niet
verwonderd en niet boos, dat zij daar
naast hem stond. Zwijgend voerde hg
haar naar den uitgang.
„Weet je nog, dat Johannes geboren
werd vroeg hij zacht. „Wat waren
we toen gelukkig 1 Ja, als er een kind
geboren wordt, is men blij en niemand
denkt er aan, hoeveel verdriet het den
ouders nog zal aandoen. Yan de wieg
af wordt het met teederheid en liefde
omringd, maar als het groot geworden
is, treedt het zijn ouders op het hart."
Wordt vervolgd.)