Houden.
Zaterdag
14 April,
De UlwaÉler op de rotsen.
filing.
ater.
44e Jaargang;
ur,
ERLU1
Watersnood te Ylissingen.
FEUIIiljETOiV'.
BinnenlanilsG.be berichten.
us
M©* 88.
moê.
even rijk
alaten den
den naam
tr de vrien-
zen toege
dicht jegens
ten, zoowel
delijke tus-
dit seizoen
mbliek ver-
vederziens."
erugkeer in
bij het ver-
ke inwoners
RRÉ.
tjederl. Circus.
an het Ooaten-
het Koninklijk
enste (Huisorde
g van Meoklen-
assan," van den
van de „Leeuw
I BIJHOUDEN vail
TEN van BALAN-
3KENINGEN, enz.
[OMMISSE,
meerd Boekhouder,
at, hoek Schelde-
mijn prima beste
t troop? 23 cent
jent per kilo, en gij
JDKIESSEÜ.
-aagfd..
t, Badhuisstraat.
141BI R SI
;ea-Middelbnrg v.tJ
1EN (Remise) v.n
werkdagen) 5.50. -
v.m. 7.55, 9,80. 11.-.
1.15, 2.-, 2.45. 3.30,
7.-, 7.50, 8.40, 9.80,
URG (n. Zeil marl'
.15*, 6.20*, 8.40, 10.15,
1.20, 2.05, 2.50, 3.85,
J 7.05, 7.55, 8.45, 9.85
rijden sleehts tot
TM. a.—, 6.20, 7r
.30, 10—, 10.20 m
2—, 12.80,1.—*, h®|
8.55, 4.36, 4.50,
1.20.
asluis: vm. 6,10,
9.15, 9.50, 10.10, 0.
50. Nm. 12.10, l^1
3.10, 3.40, 4.10,4
7.25, 8—, 8.30.
iTEa-acBSiaöS,
1906.
,)b) nm. 3,23 g) en
5 a) nm. 3,60 g) 6 '1
1,55 a) en 4,45
im. 3,23 en 6,10J
iten na het vertrek
a jj
ikerke n. Neuzen vm- 1
ikens, Borssölö®11''
iskens, Borssele en
Hau>l
age a van
L
13 Aphl
VIISSINGSCBE
Prijs pet drie maanden j imo& |ief ytm 1.50.
Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek
handelaren Postdirecteuren of rechtstreeks bij den Uitgever
F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt, I. 187-
COURANT.
ADVERTENT1M: van 1—4 regels ƒ0.40, Voor elkon regel
meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde
advertentie wordt de prijs slechts twee maal berekend. Groote letters
<sn cliehé's naar plaatsruimte.
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zon- en feestdagen.
TeleplijoniiuBiiaer 10.
Abonnemeiits-Advertentiën op zeer vooi'deelige voorwaarden.
(Vervolg.)
Tot heden zijn de n
ontvangen
Per den heer HemmekamJ. K. f 10,
J. B. f 1, W. 0. v. d. P. f 1, J. M. L. f 1,
J. H. B. L. f2.50, J. V. f 2.50, E. f2.50,
J. v. D. f 1, A. L. f 1, J. v. S. f 1, V.
f 1.50, M. H. f 1, L. M. f 1, K. M. f 1,
a. d. G. f 5, J. L. i 1, B. Go. f25,
Iz. R. f 1, F. C. H. S. f 2.50, A. S. f 1,
J. d. K. f 0.50, R. f 0.50, F. d. G. f5,
J. v. H f 0.50, J. v. d. B. fl, P. O. K.
f 1, J. S. 11, P.S. f 2.5U, P. v. W. f 1, M. P. P.
fl, wed. J. J. P. f 1, mej. B. f0.50, P.
S. fl, G. K. f7.50, H. G. B. f0.50, P.
G. J. f 2.50, M. f 1, S. P. f 1, 0. M. v.
d. E. f 2.50, J. B. f 2 50, II. J. W. f 2.50,
j. 0. D. f 2.50, O. A. V. f 1, W. P. E.
f2.50, W. d. V. f 1, S. f 1, A. C. H.fl,
M. J. H. fl, M. P. R. f5, J. W. f7.50,
J. J. K. f2.50, J. d. L. f 1, J. P. B. f2.50,
J. H. v. L. f 5, N. N. f 5, H. M. v. L.
f 10, G. A. Sok. f 50, L. L. d. H. f 1,
P. d. L. f 1.
Fabriek Met. pakk. te Vlissingen f 10.
Per ds. Talmadames W. te Burum
f 10, mevr. d. 1. F. S. B. te Groningen f 12,
school D: S. f5, M. M. S. f 1,
Per den heer mr. Witteveen mevr. v.
W.J. B. te Den Haag f 40.
Per den heer Delvoije N. N. f 25.
Per den heer Rotteveel wed. v. R. d.
H. 1, H. R. f 1.
Per den heer Polak S. d. V. te
Gouda f 5, R. v. d. V. Zn. te Den
Bosch f 5, P. J. S. te Amsterdam f2,
wed. S. S. idem f 5, L. S. idem f 5, dr.
J. H. P. te Den Haag f 2.50, A. D. te
Londen i 6.04, H. J. H. idem 2e gift
f 12.69, idem gecollecteerd bij handelsvr.
op de Gentr. Meat market f 154.89, S, G.
t» Vlissingen f 2.50.
per den heer Auer A. M. te Arnhem f 1.
Per PenningmeesterJ. B. te Vlissingen
f 25, mevr. de wed. D.K. idem f 10, mej.
E. K. f 10.
Per den heer Witteveen dr. J. O. te
Den Haag f 2.50, X. idem f 10.
Per den heer van Niftrik dr. W. v.
R. te Schiedam f 10, J. P. Th. te Bussum
f 1, A. den B. te Amsterdam motto „Toon*
f 6.62», dames v. V. te Den Haag f 1.50.
Per den heer v. M. B. v. d. Berg A.
te Den Haag f 3.
Per Penningmeester mej. A. Br. te
Hoorn f25, school B, personeel f 16,
Nederl. Loodswezen enz. voorloopige bij
drage f 522.75.
Per den heer Van Kaalte K. de J. te
Amsterdam f 10, G. L. T. idem f 10, R.
Mc. A. te Glasgow f 24.18, John. M.Perth
f 6.04, IJ. de L te Leinbeeq f 23.92, de
leden van Patrimonium f 34 15, G. Z. te
Den Haag f 5, Kinderen school Paling
straat f 21.62, mej. G. P. G. Gall, te
Voorthuizen f 4.
Per den heer J. Smit Azn. Leeraren
en Leerlingen Zeevaartschool f 38,50,
In de opgaaf van Maandag 2 April
staat abusievelijk dames B. d. K. te
Zeint f 3, moet zijn f 6.
Namens het Comité,
De Penningmeester,
O. A. KALBFLEISCH.
(Wordt vervolgd.)
Strandromance uit 't Duitsch.
17.)
„Help mjj den steen over het graf
leggen riep de oude Claus. De mannen
rolden nu een granietblok van tamelijke
grootte, dat aan den kant der kloof lag,
o&derbjj. Dreunend viel het over de
Doof en bedekte met zjjn breeden rug
liet zonderlinge graf in de rotsen.
„Nu kan hij gerust slapen, de brave
jongen", zeide de oude man.
„In verhevene eenzaamheid, alB een
held van den grijzen voortjjd!" voegde
Hallerstein er bij.
Zwijgend als zij gekomen waren,
Mommen zjj de rotsen weder af. Reeds
achter den eersten kegel van den dalen
den weg vermisten zij echter Karin.
Hallerstein ging terug.
Zij zat op den Bteen. die het graf van
01ȣ bedekte.
De cultuur op door zeewater over
stroomde gronden.
De directie van den landbouw aan
het departement van landbouw, nijver
heid en handel heeft een geschrift
uitgegeven „De cultuur op door zee
water overstroomde gronden, door L.
G. J. Kakebeeke, rijkslandbouwleeraar
voor Zeeland." Daarin worden mede-
deelingen gedaan betreffende de over-
strooming8n in 1825 en 1863, in 1877
en in 1894, waaraan de volgende con
clusies worden toegevoegd
„Het bovenstaand overzicht van de
ondervindingen, die bij achtereenvol
gende overstroomingen zijn opgedaan,
maakt het mogelijk om enkele wenken
voor de behandeling van de thans over
stroomde landen te geven.
„Aangezien de overstrooming dit jaar
zooveel later valt dan in 1894 en vooral,
omdat het in Zeeland nog lang zal
duren voor de dijken van de verschei
dene zeepolders hersteld zijn, zal het
op vele gronden onmogelijk blijken, om
dit voorjaar nog iets uit te zaaien.
Waar dat wel mogelijk is, zal men in
ieder geval niet vroeg mogen zaaien,
beter in Mei dan in April. Als zomer
gewassen komen dan in aanmerking
suikerbieten, mangelwortels, gerst en
haver.
„Alle opgedane ondervindingen heb
ben bewezen, dat het zeer gewenseht
is, om zoo Bpoedig mogelijk lucerne,
klavers of een mengsel van gras en
klaverzaden uit te zaaien. Het komt
mii daarom voor, dat van bovengenoemde
zomergewassen gerst en haver de voor
keur verdienen, aangezien men onder
die gewassen de klaver kan uitzaaien.
Men rekene er daarbij op, dat minstens
de helft meer aan zaaizaad genomen
moet worden dan men gewoon is t©
gebruiken.
„"Verder bewerke men den grond zoo
weinig mogelijk. Hoe minder men met
werktuigen en paarden op het veld
komt, des te beter. Ook wanneer dit
voorjaar niet gezaaid kan worden, moet
men in den a. s. zomer het land zoo
weinig mogelijk bewerkenmet eg en
cultivator kan men een te weligen groei
van het onkruid tegen gaan.
„Hoe zwaarder de grond ia, hoe
vaster men zich aan het bovenstaande
moet houden. In den herfst kan kool
zaad en wintergerst uitgezaaid werden,
of wel men kan net land in het a. s.
voorjaar bezaaien met suikerbieten of
gerst. Esne bemesting in bet a. s. na
jaar met 2000 a 2500 K.G. ongeblusehte
kalk per hectare verdient aanbeveling.
Aangezien de ontwikkeling van de
meeste gewassen te wenschen laat, is
het aan te bevelen met chilisalpeter te
bemesten.
J|;„Een te hoog gehalte aan zout in
den grond verhindert, zooals in den
isje, wat voert u hier
„Ik donk na ach over zooveel",
antwoordde zij. „Hier ben ik de wolken
nader. De zee daar beneden trekt mij
zoo machtig aan en de stilte rondom
doet het hart van den zondaar van
rouw en weemoed kloppen. Verlaat mij 1
Tranen doen zoo goed als het hart vol
is. Mag de moordenaar niet weenen op
het graf van dea vermoorde
„Wat praat gij toch, lief meisje I"
„O, hjj heeft mij zoo lief gehad
ik weet het. En ik was zoo koud, zoo
«tug als hij zijn hart aan mij verklaarde.
Ach, dat mensohenhart 1 Wat kan Karin
het helpen dat zij niet beminnen kan,
waar zij beminnen moest 1 En ik ik
heb hem in den dood gelokt om
om zuchtte zij.
„Wat bewoog u toch tot dien ramp
zaligen tocht fvroeg Hallerstein.
„Wat ons bewoog was haar we
dervraag, „wat mij bewoog? Ja, hoe
zal ik u dat zeggen I Karin wilde altjjd
datgene het liefst hebben wat het moei
lijkst te verkrijgen was. Niets is aan
lokkelijker dan bet gevaar gelooft gij
dat ook nietDe stórm, uwe kist
„Uw leven voor mijne kist?" viel
hg haar verwijtend in de rede en legde
Westpolder is waargenomen, het ont
kiemen van het zaad en de ontwikkeling
der planten. In dat geval is het geheel
overbodig iets uit te zaaien.
„Het is daarom zeer geweHseht, dat
zoo algemeen mogelijk hot zoutgehalte
van de overstroomde gronden nagegaan
wordt.
„Ook dit jaar zullen, evenals in 1895
in den Grooten Zuiderpolder, proef
velden van rijkswege worden aangelegd,
met het doel om verschillende vragen,
die met de behandelde quaestie in ver
band staan, cp te lossen".
Koninklijk bezoek aan de Hoofdstad.
Het jaarlijkscbe koninklijke bezoek
aan de hoofdstad zal ditmaal gebracht
worden van 2 tot 8 Mei a.s.
Des WoensdagsmorgeDs arriveerende,
zal het Koninklijk Echtpaar in den
morgen van Dinsdag 8 Mei weer ver
trekken.
Tijdens het bezoek van H.M. de
Koningin en Z. K. H. den Prins aan
Amsterdam, zal II. M. de Koningin
moeder van Vrijdag 4 op Zaterdag
5 Mei te Amsterdam verblijven.
De tweede Vredesconferentie.
De Londensehe „Standard" verneemt,
dat de vredesconferentie in Den Haag
is uitgesteld van Juli tot op zijn vroegst
October van dit jaar.
De Weensohe correspondent van de
„N. R. Gt." schrijft dd. 10 April
Als de Haagsche conferentie in Juli
bijeenkomt, dan zal, naar men mij mee
deelt, het oorlogsrecht ter zee onder
handen genomen worden. De groote
zeemogendheden zullen op die verga
dering de hoofdrol vervullen. Met het
oorlogsrecht te land heeft zich de eerste
conferentie beziggehouden en hare be
sluiten zijn in den Japansch-Russieeben
oorlog in vele gevallen ten uitvoer
gebracht.
Verder wil men ditmaal de reehten
en plichten der onzijdige staten pogen
vast te stellen en naar een juiste om
schrijving van het begrip oorlogscon-
trabande zoeken. Voorts zal men onder
zoeken hoe ver het recht gaat van
leveringen door onzijdige staten.
Op de vorige conferentie is daarom
trent geen overeenstemming bereikt en
daarom wil men het gedaan zien te
krijgen, dat neutrale waren door on
zijdige leveranciers verzonden, ongehin
derd in de landen der oorlogvoerende
partijen zullen worden toegelaten.
De ondervindingen in den laatsten
oorlog opgedaan zullen eveneens stof
tot bespreking geven. Zoo bijv., of het
werpen van ontplofbare stoffen uit
luchtballons geoorloofd is en evenzoo of
het recht tot het leggen van drijvende
zeemijnen niet nader omschreven moet
worden, nu deze gebleken zijn gedurende
langen tijd zoo gevaarlijk voor de on
zijdige handelsschepen te zijn.
Een andere zeer belangrijke kwestie
teer zijn arm op den- haren.
„Het was immers om u?" snikte zij.
Plotseling begon zij te beven en legde
zij, onbewust van wat zij deed, baar
hoofd op zijn schouder en barstte in
tranen los. „Om ul"
„O", fluisterde hij en omsloot baar
innig „bij zooveel kracht, zooveel
zacht gevoel 1 Meisje, ik ben een schipper
wien uit gewassen in de diepte der zee
een schat als het goud "au gezonken
schepen in de oogen blinkt. Hier is
mijne hand. Leg de uwa er in en
ik heb den schat gevonden."
„Uwe hand?" vroeg zij en zag op
zijne uitgestrekte hand met vochtige
oogen ernstig en onderzoekend neder.
„Het is eene bleeke, edele hand zjj
ziet er uit alsof zij op donkere avonden
vaak, heel vaak, een peinzend voorhoofd
ondersteunde." Zg zweeg een oogenblik
en raakte toen zijne hand zacht aan.
„O, ik voel een hart kloppen in uwe
hand mijn eigen hart voelt het."
Hij keek haar hartstochtelijk aan. Zjj
kromp terug. Wat bad zij gezegd, wat
gedaan 1 Maar weder werd zij met kracht
tot hem getrokken zij kon niet
anders en legde bat hoofd op zijn
schouder en haar hand in de zijne, die
is de plaats, die het Roode Kruis in
een zeeoorlog inneemt. Op het land heeft
die instelling zeer goed gewerkt, maar
op zee moet zij haar levensvatbaarheid
nog bewijzen. Het zou wenschelijk zijn,
dat voortaan afzonderlijke schepen voor
het Roode Kruis worden aangeworven
en dat die de Roode Kruisvlag voeren
de, ongehinderd tussehen de strijdvoe
renden zouden mogen varen om hulp
te verleenen.
Het programma voor de vredescon
ferentie, dat door de RuBsieehe regeering
aan de Oostenrijksehe overhandigd is,
behelst in het algemeen de hier ge
noemde onderwerpen.
H. M. de Koningin-Moeder is voor
nemens zich den 23sten April a.s. naar
Engeland te begeven tot het brengen
van een bezoek aan de Hertogin-We
duwe van Albany, haar zuster.
Dr. A. Kuyper heeft eergisteren, naar
de „Rotterd." meldt een bezoek ge
bracht aan het gesticht voor lijders aan
chronische ziekten „Eudokia," te Rotter
dam, waar thans zijn oudste dochter
wordt verpleegd. Hij werd door de zus
ters met een tweestemming gezongen
zegenbede ontvangen, hield vervolgens
een toespraak en vertoefde daarop ge-
ruimen tijd bij zijn dochter.
Bevolkingscijfers,
Blijkens de statistische cijfers over
den loop der bevolking in 1905 ia het
verhoudingscijfer per duizend inwoners
van het aantal geboorten sedert 1876
gedaald van 37,1 op 30,95. De cijfers
zijn voor 1876 37,1 1880 35,5 1884
34.9 1889 33,2 1894 32.7 1899 32
1903 31 6 1905 30,95.
Merkwaardig ia ook de groote onge
lijkheid van het geboortecijfer in de
onderscheidene provinciën en gemeenten,
blijkende uit het volgende lijstje
Levend geboren op 1000 inwoners
in 1905: Noord-Brabant 34,44, Gelder
land 31,01, Zuid Holland 32,01, Noord-
Holland 28, Zeeland 29,87, Utrecht
30,67, Friesland 27,61, Overijsel 31,55,
Groningen 30,05, Drente 34,53, Lim
burg 33,17.
Het getal huwelijken, in een vorig
tijdvak gedaald, waa in de laat3te jaren
weder stijgende, zoodat 't tbans over
het geheele land 7,5 p.m. bedraagt,
tegen omstreeks 8 dertig jaar en langer
geleden.
Nog blijkt de buiten alle verhouding
groote kindersterfte in onze zuidelijke
provinciën.
Geeft men alleen acht op de ge
boortecijfers, dan zou men meenen, dat
de bevolking in Noord Brabant en Lim
burg sterker dau de overige bevolking
moest toenemen. Dat is echter in geenen
deele het geval.
In 1905 stierven in Noord-Brabant
(op een bevolking van 589,725 zielen)
hij eerst zachter en toen moediger drukte.
Zij sloot de oogen en was een oogenblik
als in een droom opgevoerd.
„Ga weg I" zeide zij plotseling, terwijl
zij haastig oprees. „Uwe nabijheid en
de eenzaamheid maken dat Karin plot
seling bang wordt voor den doode
daar beneden", voegde zij er schuw eu
zachter bij. „Hij reikt mij ook eene
hand en die is nog veel bleeker dan
de uwe."
„Karin 1" kwam het zacht van zjjn
lippen en hij trok haar weder op den
steen naast zieh. „Wees bedaard 1 Is het
heden niet dezelfde natuur, die gisteren
in beroering was Ziet gij daar beneden
niet uwe duiven vliegen en hoe zij zich
wiegen in de frissche morgenlucht 1 En
zie dan eens naar de zee Zij rust uit
na den storm, maar niet omdat zij
moede iszij rust sleehts om zich in
zoete lust in den zonneschijn te spiege
len Meisje, mjjn meisje, mocht gij
gevoelen zooals ik."
Zij luisterde zooals een kind naar een
sprookje luistert, en daarbij was zij zoo
schoon als de schoonheid, die zichzelve
niet bewust is.
„Wat klinkeu uwe woordeu innig I"
zeide zjj en een glans van innigen vrede
beneden het eerste jaar 8620 kinderen,
in Noord-Holland op een bevolking van
1,058,083 zielen en ruim 9000 geboor
ten meer slechts 3344 kinderen beneden
het jaar.
In Limburg met 309,752 zielen 1879
dergelijke kinderen, in Groningen bij
een iets grootere bevolking 315,897, en
slechts ODgeveer 600 geboorten minder,
niet meer dan even de helft, 945.
Onder de vissclisrs.
Een predikant die een reis inet het
hospitaalschip „De Hoop" heeft meege
maakt, geeft in de „N. Vlaardingsohe
Ct." een relaas van de ervaringen welke
hij omtrent het leven onzer visschers
heeft opgedaaD. Die ervaringen zijn
meerendeels van bitter treurigen aard.
Het schijnt schrijft hij dat
sommige mannen aan boord een ver
schrikkelijk leven hebben. Wanneer een
bemanning uitsluitend uit personen van
één plaats bestaat, en er zieh een enkele
vreemdeling onder bevindt, wordt deze
stelselmatig getergd. Dit geldt vooral
van degenen die uit het binnenland
komen en oorspronkelijk geen vissehers
zijn. Op Baltasound ontmoette ik een
jongen man met een hoogst fatsoenlijk
uiterlijk. Hij was gehuwd en afkomstig
uit Haarlem, waar hij vroeger welge
steld geweest wasdoor achteruitgang
in zaken was hij gedwongen geworden
om te monsteren. Hij was nu kortweg
wanhopenddaar hij natuurlijk niet
terstond in het werk aan boord geoefend
was, had men hem op allerlei wijzs
mishandeld, geboycot en vervloekten
nu zwierf hij rampzalig in die woestenij
rond. Ik zocht hem te troosten en onder
de prediking van het Woord, voor het
eerst vaD zijn leven, was hij een aan
dachtig hoorder.
6 Juli werd voor den rechter gebracht
een jonge man uit Stavoren, die zoo
lang door zijn medeschepelingen getergd
was, dat hij geheel gekleed in het water
was gesprongen, zijn leven moede. De
politie had hem opgevischt, en in zijn
natte pak had hij bijna 20 uur in de
gevangenis gezeten. Ik hield een warm
pleidooi voor hem, en hij werd zonder
boete losgelaten. Het lot van zulke
mensohen, midden op zee, en zonder
beschermers overgeleverd aan zulk een
bende, moet soms verschrikkelijk zijn.
Het spreekt van zelf dat hier een zware
verantwoordelijkheid rust op den schip
per als gezagvoerder.
Een dergelijk ge va! deed zich ook
voor den 4den Juli. Een paar deserteurs,
die om de Hall zwierven, deelden ona
mede, dat er een Hollander ronddoolde,
die niet al te wel bij het hoofd was.
Zij brachten hem op ons verzoek in da
Hall. De schipper had tegen hem ge
zegd, dat hij maar op moest rukken en
was zonder hem weggevaren, omdat hjj
onbruikbaar was. Nu, dat laatste geloof
ik wel hij zag er reoht simpel uit en
had al een paar "malen in een krank-
bestraalde haar galaat. „Maar uwa
woorden zijn als de geur van het heide
kruid bedwelmend."
Een Iris, een van die, welke zjj voor
den doode geplukt had, was op de rot»
gevallenzij raapte de bloem op.
„Gelooft gij dat de bloemenleven?"
vroeg zij, „en dat zij de zonnestralen,
den kus der lucht en den adem des
winds voelen 1 Haar leven is zeker
slechts een slaap, een slaap zonder
droom, waar geen ontwaken op volgt.
Geen ontwaken I Maar wat was dan
Karin, voor gij hier waartGjj kwaamt,
zaagt mij aan ik geloof' toeh dat de
bloemen leven dat zij ontwaken kunnen
gelooft gij het ook niet
„Mijne bloem 1" riep hij opgewonden
uit. Hij legde zijn arm weder op haar
schouder, streek een haarlok uit haar
gezicht eu drukte zjjne lippen op het
blanke voorhoofd,
Ze schrikte en liet de Iris vallen.
„Het is toeh maar beter dat wij heen
gaan", zeide zij opstaande.
„Kom dan mede!" fluisterde Haller
stein, onder het gaan.
(Wordt vervolgd.)