Woensdag 21 Maart. No. 67. 44@ Jaargang* 1906. Binnenlandscha kMmx FEUILLETON. VLlSSl\e,S(BE COURANT. Prijs per dria maaadea J 2,80. Wmmo® jim? pwi I 1.50. Afzonderlijke nummer» eent. Man abonnaort aieh bij alle Boek handelaren, Postdirecteuren of reehtakeeks bij dea Uitgever F. YAH DE TELDE Jr., Kleine Markt, I. 187- ADYEEKEXT1ËN; van 1—4 regel» ƒ0.40, faor elkee regel «eer 10 sant. Bij diieete opgaaf raa driemaal plaatsing «lesaslföa advertentie wordt de prijs sleshu tweemaal beiekgad. ©rsote letten» ®a sliehé'a naar plaatea-uimte. Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zon- ©n feestdagen. Hst fonds van da Watersnood-commissie. Van bevoegde zijde wordt medege deeld dat bovengenoemd fonds de be- sohikking heeft over een bedrag van f410,000. Rechtbanken van Koophandel. De commissie, aan welke opgedragen was aan de Maatschappij van nijverheid een preadvies uit te brengen over de vraag of het wenschelijk ware tot even- tueele invoering van rechtbanken van koophandel over te gaan, en welke was samengesteld uit de heerenA, van Rossum, P. Smidt van Gelder, mr. M. Tydeman Jr. en jhr. mr. H. Smissaert, rapporteur, heeft haar rapport uitge bracht, hetwelk thans in het Tijdschrift der Maatschappij van nijverheid is ge publiceerd. De conclusie der commissions: Er is allerminst aanleiding om aan te nemen dat de opneming van uitslui tend (of van een overwegend aantal) kooplieden in rechtbanken, waarvoor de handelszaken dienen, leiden zal tot ver eenvoudiging en bespoediging der rechtspraak. De bijzondere kennis moge het deel zijn van de vakgenooten (in engeren zin) der justiciabelen, deze laatsten vinden alsdan in hun concurrenten hun rechters; die bjjzondere kennis is niet het deel der vakgenooten in ruimeren zin er is geen grond om te gelooven dat de beroepsrechter-jurist niet de benoodigde bijzondere kennis zou bezitten of zich weten eigen te maken. In dit punt is dus geenerlei aanbeveling van leeken- rechtspraak in handelszaken gelegen. Op deze gronden meenen wij dat sventueele invoering van reohtbanken van koophandel hier te lande niet wenschelijk kan worden geacht. Kiesrecht. De (R.-Kath.) .Gelderlander" ver zekert,dathet kiesreehtvraagstuk geener- iei religieus of confessioneel karakter draagt en dus volkomen tot de vrij® quaasties hoort. Dies, meent het blad, kan man alle. verbittering en vast houdendheid in de behandeling van dit vraagstuk vermijden. Het kiesreehtvraagstuk is voor ons, Katholieken, een opportunistisch vraag stuk we kunnen er in geven en ne men, zonder eenig katholiek beginsel to raken. Zoo staat de weg tot overeen stemming open. „En daa wiilon wij onzerzijds wel verklaren, in een voegzaam en redelijk systeem van kiesrechtuitbreiding geen overwegend bezwaar te zien, mits daar mee gepaard ga deze groote eiaoh van recht en billijkheid invoering van Evenredige vertegenwoordiging. „Intusschen zijn wij volkomen bereid onze meening voor beter te geven, (Een Noord-Beiersche vertelling.) indien maar vermeden worde eene her haling der treurige tooneelea aan de stembus van 1894, na de Kameront binding onder Tak van Poortvliet, toen het katholieke kiezerskorps deels links, deels rechts ging, toen menig verdienste lijk zittend katholiek lid werd uitge worpen, kortom toen het dagen van treurniB waren, waarvan de gevolgen zich neg langen tijd pijnlijk in ons kamp hebben doen gevoelen." Teleph jomimmmer 10. voer „ongeneselijk ziek" verklaren, is hij, denken en hopen wji, geheel her steld. Bijna genezen, gaf de dokter hem verlof om op reis te gaan, on uit Spanje luiden de beriohten gunstig. Kaar Spanje ging hj niet voor zijn genoegen, óók niet voor zijn gezondheid, maar om or irrigatiewerken in dorre streken te be- studeeren, ten bate van dergelijke stre ken in onze "West. Tegen Pasehen ver wacht ik hem terug." Abonnemsmts-AdYertentiSn ©p ssser voordeelige voorwaarden. Openbare onderwijzers. De „Graafsohapper", eon anti-rev. GelderBch orgaan meent, dat het tijd is om waarborgen voor deugdelijke, opvoedkundig onderwijs aan de open- j bare school te eischen. 1 Onze lezers, schrijft het blad, weten zich nog wel te herinneren, wat nog niet lang geleden aan zekere Amster- j damsche openbare school is voorgevallen, j Hoe de onderwijzers dier school op een onbeschofte, met alle regelen van i fatsoen strijdende handelwijze hun j „Hoofd" hebben bejegend. Het was i verregaande onbeleefdheid. In één woord miskenning, een vertrappen van het gezag, waarom dan ook de vrijzinnige gemeenteraad van Amsterdam zioh ge noodzaakt zag de heeren Edelman en Traanberg te ontslaan. Maar dit zijn toeh op zichzelf staan de feiten, die door iederen fatsoenleken man worden afgekeurd. Zoo spraken in het eerst enkele vrij zinnige bladen, die met het geval ver legen zaten. Hoe zijn ze echter be schaamd Schier alle openbare onder wijzers, die tot den Bond van Nederl. Onderwijzers behooren, hebben het ont slag door don Amsterdamaohen raad afgekeurd. Die onderwijzers hadden niet ont slagen mogen worden, dit is de opinie van een zeer groot deel hunner col lega's en is dan ook met bijna vier duizend stemmen besloten om aan de ontslagen „heeren" steun te verleenen, als protest tegen hun ontslag. Slechts een kleine minderheid waB er tegen. Waar gaan wij heen En zulke onderwijzers moeten opvoeden in christelijke en maatschappelijke deug den. Men spreekt in den laatsten tijd niet weinig over waarborgen voor het bijzonder onderwijs. Maar wordt het geen tijd, dat wij eena waarborgsnvoor deugdelijk, opvoedkundig oaderwjjs aan de openbare school gaan eischen Ook ter wille van „het arme school kind", dat anders de dupe van zulke ouderwijzers wordt. 85.) Zj sohepte er behagen in, voor zoover let zonder opzien te wekken mogelijk was, het gansehe huis mot al zijne ver trekken te doorloopen en zich daar al hare in vrooljken arbeid doorgebrachte uren en jaren te herinneren. Het was heel natuurlijk dat zjj ook den stal bezocht en na dezen naar de dorschdeel ging, die thans door hare wijdgeopende (leuren hare smakeloos getimmerde balken en hooischelven toonde en toch ia hare herinnering nog met al de kransen van het feest behangen waren, dat voor haar zulk een ellendig uiteinde had gehad. Peinzend stond zy nog een oogenblik op de plaats stil, waar Lenz zoo brutaal haar aangesproken had. Nog eenmaal doorleefde zij al het voorgevallene in Hst Kamerlid Van Kol. Kaar aanleiding van tegenstrijdige berichten deelt mevr. Van Kol in „Het Volk" het volgende mede „Sedert bijna een jaar is mijn man Ijjdend geweest, vermoedelijk ten ge volge van inwendig gebruik van terpen tijn. Maar juist nu de couranten hem Arbeidswetgeving. Het bestuur van de „Sooiaal-Tech- nisohe Vereeniging van Democratische Ingenieurs en Architecten" heeft zieh met een adres gewend tot den minister van landbouw, nijverheid en handel inzake arbeidswetgeving. Overtuigd, dat het indienen van par tieels regelingen op het gebied van bescherming van den arbeid eerder tot het doel leidt dan een poging tot codi ficatie der regelingen op dit gebied, dringt adressant aan op de volgende wijzigingen in de thans vigeerende arbeidswet, welke alle binnen het kader dier wet vallen a. wijziging van art. 3 der arbeids wet, teneinde te geraken tot verhooging van den leeftijd, beneden welken het verboden is kinderen den daar bedoel den arbeid te doen verrichten b. wijzi ging van art, 5 tot vermindering van den maximum-arbeidstijd van vrouwen en jeugdige personen en verhooging van de in dat artikel gestelds leeftijdsgrens van 16 jaar; o. wijziging van art. 6, teneinde door strafbaar stellen van het arbeiden op uren, niet begrepen in den werktijd aangegeven op de in art. 11 bedoelde lijst, ontduiking tegen te gaan d. wijziging van art, 17, teneinde door verzwaring dsr straften, in het bijzonder bij recidive, betere naleving te waar borgen e. intrekking van de wet van 21 October 1902, „Stbld." no. 185 („Speetwot"), Adressant verzoekt voorts om naast de hierboven bedoelde wijzigingen der arbeidswet te bevorderen het tot stand f komen-van wetten, bedoelende: a. instelling van een normalen arbeids- dag voor volwassen mannen b. beper- j king van den industrieelen nachtarbeid j van volwassen mannen in het algemeen j en verbod van den bakkers-nachtarbeid in het bijzondero. instelling van een j algemeen sluitingsuur voor winkels en j daarmede gelijk te stellen inrichtingen j d. beperking van den arbeid vanjeug- j dige personen en vrouwen ook buiten i fabrieken en werkplaatsen, in het-bij zonder loopwerk, arbeid in koffiehuizen e. d. Iu afwachting van het tot stand komen van de hierboven bedoelde maat regelen op wetgevend gebied acht adressant ten zeerste noodig eea zoo spoedig mogelijke herziening der Kon. beslui ten, welke achtereen volgens zijn verschenen tot uitvoering van verschil lende bepalingen van arbeidswet en veiligheidswet, aangezien deze besluiten ten deele onvolledig, ten deels ver ouderd zijn. Adressant verzoekt den minister ten slotte om de vereeniging in de gelegen heid te stellen haar opmerkingen om trent eventuaele vóór ontwerpen der regeling op het gebied der sociale wet geving kenbaar te maken aan Z.Exe., indien omtrent deze vóór-ontwerpen ook het advies van andere corporatiën wordt ingewonnen. Het adreB is vergezeld van een uit voerige memorie van toelichting. voor, dat de door de officieren van de Kamers van toezicht omtrent de Bolliei- tanten in eenige notariëele vacature te ontvangen gegevens, vergezeld van hars beschouwingen,door eerstgenoemde wor den doorgezonden aan den betrokken procureur generaal, onder toevoeging, voor zooveel noodig, van alles wat strekken kan, om de regeering zoo volledig mogelijk voor te lichten. hare herinnering en wel zoo levendig dat zy ten laatste geloofd® Lenz wer kelijk voor zioh te zien. Langzamerhand kreeg het beeld harer gedachten meer gestalte en werkelijkheid als uit een lichten slaap ontwakende, trad zij ver schrikt terug, want Lenz stond in leven den lijve voor haar. Vermoedelijk hadden hem dezelfde denkbeelden, die haar bezielden om afscheid te nemen van de plaatsen, waar zij zoovele jaren haars levens doorge bracht had, hierheen gevoerd, of hij trachtte den tijd, die verloopen moest vóór het gerecht kwam, te verdrijven, of den nieuwsgierigen uit den weg te gaan. Ook Lenz kreeg Nannei dadelijk in het oog en evenals zij maakte hij eene beweging alsof hij vluohten wilde, maar beiden bleven eene poos tegenover elkander staan vóór zij genoegzaam tot ziehzelven gekomen waren om elkander aan te spreken. Lenz had zich het eerst hersteld. „"We68 gegroetzeide hij, „het treft goed dat wij beiden elkander hier tegen het lijf loopen." „Ja, dat treft juist", antwoordde Nannei zacht. „Ik vind het ook aangenaam dat ik u, juffrouw Nannei, of hoe moet ik u anders aanspreken, hier aantref." „Zeg maar Nannei, zooals je altijd gezegd hebt." „Als u het goedvindt, juffrouw Nan nei", begon hjj weder, „is het my ook goed. Het was mij niet gemakkeljk, dat met «-spreken, en bovendien zal het mij genoeg moeite kosten om dat te zeggen, wat ik zou willen zeggen. Ik wensch u nu geluk." „Zoo Valt je dat moeilijk ant woordde zjj snel. „Je kunt het ook wel laten, ik ben er niets op gesteld." „Zoo moet u het niet opnemen", antwoordde hij, terwijl bij zijn hoed in zjn handen draaide en tegen zijn ge woonte als bedremmald daarbij stond. „Ik weet in geen drie keer wat mjjne gedachten zjjn, gezwegen nog, wat ik zeg. Ik ben niet zoo verlegen met den gelukwensch, maar wel met hetgeen er bij komt." „Wat is het dan?" vraagde Nannei, wier hart bewogen werd toen zij de verlegenheid van den anders zoo trot- schen knaap bespeurde. „Dat ik tegen. jou. ik wil zeggen. Gemeente-ambtenaren, In een te Amsterdam gehouden ver gadering van het Nationaal verbond van gemeente-ambtenaren is besloten tot uitgave van een veertiendaagsoh orgaan, getiteld„De Gemeente-amb tenaar". Aangenomen werd een voorstel om aan het bestuur op te dragen een en- quete in te stellen naar de voorwaar den, waaronder de gemeente ambtena ren in de verschillende plaatsen werken. Deze enquête zal worden gehouden in samenwerking met de aangesloten ver- eenigingen. Verder werd nog goedkeuring ver leend aan de volgende voorstellen Het bestuur onderzoeke in hoeverre de vereeniging „De Rechtstoestand" dienstbaar is aan de belangen der ge meente-ambtenaren, teneinde op de vol gende vergadering van gedelegeerden te komen tot een voorstel hoe te han delen ten opzichte van aansluiting aan die vereeniging. Het Verbond ondersteune per adres aan de regeering de door een der leden van de Tweede Kamer ingediende motie om de gemeente-ambtenaren in hetRjks- pensioenfonds op te nemen, en draagt het bestuur op de noodige stappen te doen als eventueel de wijziging der gemeen tewet weer aan de orde komt in de Kamer. De minister van justitie heeft aan de procureurs-generaal bij de gerechtshoven een schrijven gericht, waarin o.a. ge zegd wordt Wat ook na verloop van tijd het geval moge zijn, op dit oogenblik zijn de officieren van justitie nog alleen in het bezit van de voor de regeering noodigs gegevens, en al zullen allengs Kamers van toezicht op de notarissen, tengevolge van het voorschrift van art. 50 der wet op het notarisambt meer-, en de officieren van justitie minder ge gevens verkrjgen, toch zal de mogelijk heid bij ven bestaan, dat het openbaar ministerie omtrent een sollicitant bij zonderheden weet, die aan de Kamers van toezicht onbekend zyn. Op dien grond zal de regeering nu en in het vervolg de adviezen, zoowel van het openbaar ministerie ais van de KamerB van toezicht, niet kunnen ontberen. Het komt den minister gewenseht u, zoo brutaal geweest ben," ging hij haperend voort „en dat ik u zelf den ruiker heb afgenomen en dat ik u verzoeken wilde op mij niet boos te zyn. Ik heb er hard genoeg voor moeten boeten ik geloof dat God er mjj voor gestraft heeft." „Gij behoeft mij niet om vergeving te verzoeken, Lenz", antwoordde Nan nei goedaardig. „Gij hebt mij geen kwaad gedaan ik weet immers dat het zoo erg niet gemeend was." „Meent ge dat, Nannei antwoordde hij vol vreugde. „Meent u het werke lijk, juffrouw Nannei Vergeef je me wezenlijk Dan is alle last van mij weggeschoven, dan valt mij het verlaten van den Kogelhof niet zoo zwaar meer. Geef mij de hand er op, dat gij niet verstoord zyt." „Daar heb je ze alle twee"zeide zij en strekte hare handen naar hem uit, die hij gretig vatte. „Ga nu in vredesnaam, Lenz ging zij voort. „Wees rechtschapen, daa zal de lieve God het wel met ja maken." Lenz knikte zwijgend. Spreken kon hj niethj stond daar als vastgewor- teld en liet ook de handen niet los, die zoo warm en vertrouwelijk in de Het hoofdbestuur van den Neder- landsohen Schutterijkader-Bond, die by de opheffing der schutter jen zal ver- dwjnen, wil trachten een nieuwen Bond te stichteneen algemeenen Bond van Nederlandsohe Schietvereenigingen, die naast de vereeniging „Volksweerbaar heid" te zjner tyd desgewenseht het kader zal kunnen uitmaken van den Landstorm. Het voorloopige plan isdoor op roeping van afgevaardigden een alge» mesne vergadering te beleggen in 't centrum van ons land en by voldoends deelneming voor te stellen a. het op richten van een bond van koninklyk erkende Schietvereenigingen b. verkie zing van een voorloopig hoofdbestuur. Als hoofdpunten van het werkpro gram heeft men zich voorgestelda. Ie jaar provinciale wedstrjden b. 2e jaar gewesteljke wedstryden c. 3e jaar nationale wedstrydend. wanneer min stens 10 leden eener vereeniging zich aansluiten by den bond, zal de vereeni ging officieel als afdeeling van den bond erkend worden. Vlissingen.SO Maart. Watervloed. Naar wj vernemen is in de gisteren avond gehouden vergadering van het plaatseljk comité ter voorziening in de rampen tengevolge van den watersnood alhier, de heer Jos van Raalte tot vice- yoorzitter benoemd. Medegedeeld werd dat hoewel de bj- dragen flink toevloeien er nog zeer veel noodig zal zyn om eenige leniging in den nood te brengen, daar hoe langer zoo meer blijkt dat de geleden schade aanzienlijk is. Besloten werd daarom in de groote bladen een beroep te doen op den steun van weldadige landgenoo- ten en circulaires te verspreiden door tusschenkomst van de leden der com missie. Yoorts -ljsten neer te leggen bj enkels personen in de gemeente waarop bijdragen kunnen worden in geschreven en tevens gesloten bussen voor het storten van giften daarbij te voegen. Door enkele leden der com missie zal bovendien een persoonljk bezoek worden gebracht bj sommige Btadgenooten. Bedoelde circulaires zullen voor de commissie-leden van af- morgen ten raadhuize verkrygbaar zjn. Het dageljksch bestuur der oommis- zjne lagen. Ook Nannei dacht er niet aan za terug te trekken ze hadden beiden een geveel, dat zj niet wisten uit te drukken. Een geratel van wielen deed hen uit elkander stuiven. De landrechter was gekomen, en het opmaken van den in ventaris vereisohte de tegenwoordig heid van Lenz. Dat vervelende werk vorderde ver scheidene uren. Het waa geen kleinig heid om alle kamers van het huis, alle schuren en stallen te doorloopen, om alle meubelen, bedden en kasten met hun inhoud, paarden en koeien met tuig op te sehrjven, te Bchatten en daar een staat van op te maken, dat door den klerk in de woonkamer op dezelfde plaats aan de tafel gedaan werd, waar de oude Kogelboer de komst zjns konings in den almanak had aan- geteekeud. Hoe jverig en nauwkeurig alles ook doorzocht werd, vond men toch geen spoor van papieren, waarin de oude boer zjn laatsten wil opgeschre ven of eenige bjzonderheden van zja leven had opgeteekend. (Wordt

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1906 | | pagina 1