PVE.
TROUW,
1906.
Woensdag
14 Maart,
feuilleton.
De twee Verschoppelingen.
No» 61.
44e Jaargang.
orraad
inderboe-
les Kok-
Kinder
ntels, Ba
il.
direct i
se
>,ven motto „Win.
Vlissingsohe Ct
SM PL
Ik
DIFFRED te
kan u mede-
XOOSTER
iter Sancta
bevalt. Een
de Heer F.
iroote snede in
zijn toevlucht
IALSEM en is
irking van deze
im na enkele
Ld.
hem Klooster
Iraeest oude en
and- en snij-
iek, rheuna-
:n, JichtPo
knemingen
idematen, ver-
ypijn, pijn in
kkingen, win
tervoeten
cent, 75 cent,
!Cn de echte
gemest
een rooden
de hand-
KER, Rotter-
andere is
vaarop c
VLISSIHfiSCHE COURANT
Prijs per drie maanden UOL imeo pet „uüSë 1.50.
Afzonderlijke nummers 5 Gent. Men abonneert zich bij alle Boek
handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij den Uitgever
F. VAM DE VELDE Jr., Kleine Markt, I. 187-
ADVEETENTIÊN: van 1—4 regels ƒ0.40, Voor eiken regel
meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing il«re»lfde
advertentie wordt de prijs slechts twee maal berekend. Groote letters
en eliché's naar plaatsruimte.
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zon- en feestdagen.
Teleplidoiiimmmer ÏO.
Abonnements-Advertentiën op zeer vooi'deeligc voorwaarden.
Zij die tengevolge van den
WATERSNOOD in behoeftige
omstandigheden verkeeren, wor
den verzocht om zich op te geven
bij de Voorloopige Commissie, die
zitting zal houden in de Trouw
zaal ten Raadhuize op Woens
dag 14 Maart van 1012 en
van 24 unr.
Het Voorloopig Comité.
Gemeentebestuur.
BEKENDMAKING.
Burgemeester en Wethouders van
Vlissingen
Overwegende dat tengevolge van den
watersnood op 12 dezer verschillende
regenbakken onbruikbaar zijn geworden
en het wenschelijk is aan onvermogen-
den goed drinkwater te verse hallen
maken bekend
dat tot en met Zaterdag a.s. voor
onvermogende ingezetenen dagelij kB
van 7 tot 7 uur drinkwater gratis
verkrijgbaar iB uit de kranen, geplaatst
Kousteenscbendijk A 98 bij wed.
KokeiaarPaardenstraat K 141 bij
J. Verschuren.
Vlissingen, 13 Maart 1906.
Burg. en Weth. van Vlissingen.
VAN DOORN VAN KOUDEKERKE.
De Secretaris
WITTEVEEN.
die
Vlissingen bij
lepelstraat 124;
Middelburg
Goes.
JIËIST
rMiddelburg v.v
(Remise) V-ffl-
rkdagen) 5.50.
7.55, 9,30. 11.—.
2.-, 2.45. 3.30,
7.50, 8.40, 9.30,
(n. ZeilmarLkt
6.20*, 8.40, 10.15,
0, 2.05, 2.50, 3.35,
j, 7.55, 8.45, 9.35,
slechts tob de
■UYEüBiPST.
m. 6.—, 6.20, 7.-,
10.—, 10.20,10.40,
12.30,1.—*, 1.25*,
B. 4.25, 4.50, 6.10,
1,vm. 6,10, 6.30,
9.50, 10.10, 10.30,
Nm. 12.10, 12.45,
10, 3.40. 4.10, 4 35
8.—, 8 S0.
Hen Zondags uit
Sen bekentenis.
Het „Hbl." heeft, gelijk ook „Het
Vad." gadaan heeft, nog eens de on
waarheid aangetoond van de bewering
door „De Stand." geuit, als zou de
linkerzijde in de vorige Kamer da af
doening der wet op de Arbeidsovereen
komst hebben onmogelijk gemaakt. De
waarheid is deze, dat de rechterzijde
haar wil doordreef' aan de wijzigingen
in de wet op het Lager Onderwijs den
voorrang te geven, om zooals het
„Hbl." toen schreef „nog vóór de
(altijd wisselvallige) verkiezingen den
oogst voor het bijzonder onderwijs in
te halen".
Dit laatste nu wordt thans door „De
Stand." zonder het te willen vol
mondig erkend. Onder het opschrift
„Niet in de val geloopen", zet het blad
uiteen, waarom het „van zelf spreekt",
dat „de mannen van rechtB" gestemd
hebben tegen het voorstel van links,
om het arbeidscontract eerst af te doen.
Men hoore
„Want was het voorstel aangenomen,
vas de Kamer eerat met het Arbeids
contract begonnen, dan zou ook over
dat wetsontwerp uit den treure zijn
gediscussieerd, want dat was gewoonte
onder het vorige ministerie. De onder-
(Een Noord-Beiersche vertelling.)
►m. 3,23 g) en 6,10 c)
nm. 3,50 g) en 6,40
Ia) en 4,45
,23 en 6,10 c) f)
na het vertrek vau
i n. Neuzen vm. 8,30
Borssale en Neuzen
Borssele en Neuzen
van 15 April tot
R-SCfiSttDK. In het midden van dezen liepen eenige
wenzoo gekleede jonge maagden, welke
het bont gesohilderde houten kruis, de
»an klatergoud en kunstbloemen ver
vaardigde kroon droegen, welke op het
graf gelegd werden, vervolgens echter
ia de kerk, meestal aan den ingang van
dan toren, waar de klokkentouwen hin-
gen, bewaard werden tot zij uit elkander
vielen, zooals ook- de herinnering aan
ken, die zij naar het graf geleidden,
verdwenen is. De naaste huisgenooten
°f bloedverwanten sloten den goed ge
selden stoetachter dezen verdrongen
rich tamelijk ongeregeld de overige
rouwdragende gemeentenaren.
Ook Nannei had, aan haar voornemen
igovolg gevende, den lijkdienst bijge
wond. De herinnering aan de pas
wijs novelle had alsdan niet meer aan
de orde gesteld kunnen zijn en soeia
listen en vrijzinnigen zouden geschet
terd hebben in de verkiezingsdagen
het ministerie-Kuyper en de partijen
rechts waren niet eens bij machte om
de Onderwijs novelle in de veilige haven
van het Staatsblad te brengen.
In die val liepen wij niet, want hoe
hoog wij de waarde van het Arbeids
contract schatten, hoe zeer wij waar-
deeren wat mr. Drucker en opvolgende
ministers van justitie daarvoor gedaan
hebben hooger staat bij ons de
Schoolwet-Kuyperwaarbij dan nog
komt de zekerheid, dat indien het Ar
beidscontract niet onder het vorige ka
binet ware afgedaan, een volgend mi
nisterie zich ongetwijfeld daarmede gaar
ne zou belasten. Gelijk nu blijkt. Met
die onderwijs-novelle stond dat natuur
lijk anders."
Kan men guller bekentenis van on
gelijk denken dan die in de aangehaalde
zinsneden vervat is, vraagt het „Hbl."
De „Schoolwet-Kuyper", grootendeels
een partij wet, stond bij de rechterzijde
„hooger" dan de regeling der Arbeids
overeenkomst, ofschoon die geen partij
wet is en al veel langer aan de orde
was, daar het kabinet-Kuyper bij zijn
optreden al een ontwerp aanhangig vond.
In de tweede plaats moest de afdoe
ning dier partij-wet betreffende het
onderwijs door de rechterzijde worden
doorgedreven, om het verwijt van mach
teloosheid te ontgaan, èn omdat niet
„de zekerheid" bestond dat „een vol
gend ministerie zich gaarne met de
afdoening zou belasten" 1
Het Amsterdamsche liberale blad
neemt akte van deze gulle bekentenissen
van „De Stand". Niet 's lands belang
heeft den doorslag gegeven bij dan
voorrang, vlak vóór de Kamerverkie
zingen aan de Onderwijsnovelle boven
de Arbeidsregeling door „De Stand."
en zijn bondgenoot gegeven. Yreea voor
de uitspraak van de stembus,, zucht om
den bedreigden oogst voor bet bijzonder
onderwijs tijdig binnen te halen zijn de
voornaamste drijfveeren geweest om de
partijwet „hooger" te steilen.
Es Ongevallenwet.
Een bedenkelijke beslissing van den
Centralen Raad van Beroep, noemt het
„Soc. "Wkbid." het navolgende
Onlangs heeft zich voor den Centra
len Raad van Beroep het volgende ge
val voorgedaan
Een arbeider was 's nachts bij het
ophalen van een sleutel in een meel
fabriek, gevallen en had daarbij den
rechtervoet bezeerd. De rijksverzeke
ringsbank kende aan den getroffene
wegens beenontsteking een rente van
42 pet. toe. Hiertegen kwam de Cen
trale Werkgevers Risico-bank, bij wien
de getroffene verzekerd was in beroep
alleen op grond, dat de ongeschiktheid
tot werken door de rijksverzekerings
bank te hoog was geschat. De Raad van
geleden vernedering werkte echter nog
zoo levendig op haar, dat zij zich in de
kerk alle moeite gaf om niet ineen te
zinkenzij dook angstig weg in een
hoek op de plaats, waarboven zich het
koor verhief en verborg haar aangezicht
diep in haar gebedenboek, omdat zij niet
gezien of herkend wilde wezen.
Zij was alleen. Haar pleegvader,
Pechler Kaspar, ontbrak bij de plech
tigheid, wel het meest omdat het hem
aan de kleeren ontbrak, welke bij zulk
eene plechtigheid behoorden,
i Ook later trachtte het meisje aan het
gedrang en de blikken der menigte te
ontkomen en was daarom, zoodra de
I stoet zich in beweging stelde, door een
I zijdeur naar buiten ontsnapt. Zij wilde
j nog een bezoek brengen aan het graf
met den witten rozenstruik, waar zij
onopgemerkt langs een zijpad hoopte te
komen zij bevond zich immers hier in
het afgelegenste gedeelte van het kerk-
hof, in de nabijheid van het beenderen-
huis. Ditmaal had zij met al haar ver
stand toch misgerekend, want de stoet
kwam haar hier op zijn weg rond de
kerk tegen. Zij moest om uit te wijken
op zijde tusschen de rijen van graven
treden, en toen de Bteeds grooter wor-
Beroep te Almeloo ontzegde aan de 1
Risico-Bank haar vordering. Deze
is toen in hooger beroep gekomen bij
den Centralen Raad en wat besliste nu
de Centrale Raad P Dat hij niet de
overtuiging had gekregen, dat het lijden,
tengevolge waarvan de getroffene ge-
deeltijk ongeschikt was tot werken, het
gevolg was van een ongeval. Mitsdien
ontzegde de Centrale Raad den werk
man iedere rente.
Wij achten deze uitspraak van den
Centralen raad een bedenkelijke be
slissing, niet zoozeer omdat deze be
slissing in strijd met de wet zou zijn,
het is hier niet de plaats om dit te
onderzoeken, als wel omdat wij een
danige beslissing met een goede
rechtsorde in strijd achten.
De administratieve rechtspraak wordt
ingevoerd, opdat een ieder, die meent
in zijn rechten benadeeld te zijn, de
gelegenheid heeft, zijn recht voor een
onpartijdigen rechter te bepleiten. In
de medegedeelde beslissing nu heeft de
Centrale Raad van Beroep een geheel
van partijen afwijkende meening gehad
over een punt, dat geheel niet in ge
schil was, de vraag, of het bekomen
letsel het gevolg was van een ongeval
en daarop zijn beslissing doen steunen, j
Hierdoor is den betrokkene iedere ge
legenheid om zijn belangen te verdedi
gen, ontnomen.
Daarbij komt nog iets. Wij kunnen
het volstrekt niet een verkeerd stelsel
vinden, indien de Rijksverzekerings
bank of een particuliere verzekerings
bank in sommige gevallen een rente
uitkeert, ook al staat het nu niet geheel
muurvast, dat het letsel een gevolg is
vau een ongeval. Nu wordt echter be
roep ingesteld omtrent een andere
quaestie, de mate van ongeschiktheid
en van deze gelegenheid maakt ;een
Raad van Beroep of de Centrale Raad
dan tevens gebruik om te zeggen het
verband tusschen ongeval en letsel is
volstrekt nog niet scherp in rechte be
wezen, das mag er heelemaal van een
uitkeering geen sprake zijn.
Het is zeker wenschelijk, dat een
beslissing van een Raad van Beroep
buiten het door den eischer in beroep
verlangde mag treden, maar deze be
voegdheid mag niet zoover gaan, dat
een Raad van Beroep of de Centrale
Raad van Beroep zich in een quaestie
kan mengen, waaromtrent tusschen
partijen geheel geen geschil bestaat.
Mocht dit uit de Beroepswet inderdaad
volgen, dan is wetswijziging hier zeker
op haar plaats.
Pensionaermg van gemeente-ambtenaren.
Bij 'net onderhoud, dat een commissie
uit het bestuur der afdeeling Zuid-Hol
land van don Ned, bond van gemeente
ambtenaren had met den commissaris
der Koningin in de provincie Zuid-
Holland, heeft deze medegedeeld, dat
hij het noodig geoordeeld had aan de
regeering in te dienen een rapport om
de wenseheljjkheid te betoogen van pen-
sionneeriDg der gemeente-ambtenaren.
Geboorte en sterfte.
Volgens een tabel heden bij de „Staats
courant gevoegd en bewerkt door het
Centraal Bureau voor do Statistiek, is
het getal levend geborenen hier te lande,
beboorende tot de werkelijke bevolkiDg,
in 1905 geweest 170549 of 30.9 op de
1000 inwoners. Deze verhouding is weder
lager dan die van het vorig jaar (31.4.)
en 4.5 per 1000 minder dan in 1885.
Het getal levenloos aangegevenen
bedroeg 7173 of 42 op 1000 levend
geborenen tegen een verhouding van
40.8 in 1904.
Het aantal sterfgevallen was 84,970
of 15.4 per 1000 inwoners, tegen 15.9
in 1904. Het overschot van geboorten
boven sterfte is dus geweest 85,579 of
15.5 op de 1000 inwoners tegen 15.4
in 1904.
Het ransel vraagstuk.
Aan de nota van den len luit. der
landweer-infanterie A. J. André de la
Pcrrte, voorkomende in de 5e aflevering
van het orgaan der Ver. ter beoefening
van de krijgswetenschap 19051906,
als gevolg van een lezing van jhr. G.
A. A. Al ting van Gesau voor die Ver-
eeniging, den 5en Januari jl. gehouden
is het volgende ontleend
De schrijver gaat met Engeland mede
waar de infanterist geen ransel
hee ft en waar men de onmogelijk
heid inziet van een tirailleurgevecht
met een ransel op den rug. Schr. meent,
dat de oefeningen door afschaffing van
den ransel meer tot haar recht zouden
komen, omdat zij dan door minderen
zoowel als door meerderen, met meer
ambitie zullen worden volbracht.
Schr. recapituleert zijn wenschen
aldus „voor alle veldtenue (groenachtig
geel)patronen in houders in een
bandelier van voren sluitende rijglaar
zen met kuitbanden distinctieven van
dezelfde kleur als de uniform de in
fanterie geen ransellevensmiddelen en
eventueel wollen hemd in den brood
zak eetlepel (in linneDzakje) en veld-
flesch aan den koppel kapotjas om de
lendenen gerold."
De heer Alting van Geusau antwoordt
hierop, dat ook z. i. de oefeningen van
den troep meer nut zouden afwerpen
en zeker met meer opgewektheid zouden
worden bijgewoond, wanneer de man
niet met zulk een zware bepakking be
hoefde uit te rukken. Schr. gelooft
inderdaad, dat men het dragen van de
volledige bepakking bij oefeningen wel
zou kunnen beperkenhet echter ge
heel te doen vervallen, schijnt hem
vooralsnog moeilijk, omdat men ook
daarin den man moet oefenen vóór den
oorlog.
Naar zijn vaste overtuiging moet de
ransel ook voor oorlogstijd worden af
geschaft en vervangen door een veel
lichteren zak, waarin slechts enkele
hoog noodige zaken worden medege-
dende stoet op den smallen wegj'naar de
kerk geen ruimte genoeg vond, bevond
zij zich zonder het te weten, midden
onder de mensehen en wel juist te midden
van de schare zwartgekleede maagden
met het kruis en de lijkbronen.
Zij,die in den stoet waren,hadden allen
hunne rozenkransen in de hand, en
zeiden met luide, krijschende stemmen
de litanie op, terwijl een voorbidder het
gebed uitsprak, waarop zij allen in koor
als antwoord invielen. Reeds eenige
oogenblikken later verried eene hapering
in den gelijkmatigen toon der biddende
schare dat er iets gebeurd moest zijn,
dat de opmerkzaamheid trok, en het
duurde niet lang, of er mengden zich in
het heilige gezang toornige ,zeer we-
reldsch klinkende woorden. Door het
plotselinge sterfgeval was ook de mare
van alles, wat op den Kogelhof na het
bezoek van den koning geschied was, als
op de vleugelen van den wind als on
kruidszaad naar alle kanten verspreid
geworden en had ook overal een wei-
bereiden grond gevonden, en, mocht men
Nannei reeds wegens het gebeurde met
den ruiker van hoogmoed beschuldigen,
was dit in nog hoogere mate het geval,
toen men vernam hoe zij plotseling en
voerd. Per compagnie moet men komen
tot een voertuig, waarop de rest van
's mans uitrusting wordt geladen.
Statistiek.
De pas verschenen 15e aflevering van
het Tijdschrift van het Centraal bureau
voor de Statistiek bevat, behalve de
opgaven van de Kamers van Arbeid
omtrent „gewoonlijk voorkomende dage-
lijkschen arbeidsduur" in het 3e kwar
taal van 1905, de verdere gegevens
nopens loon en werktijd, door de Kamera
onverplicht verzameld, eveneens over
genoemd kwartaal (21 Kamers deden
opgaaf omtrent 323 ondernemingen met
6895 werklieden), gegevens omtrent den
stand der arbeidsmarkt, alsmede de
overige punten, waaromtrent door de
Kamers geregeld opgaven worden ver
zonden, eenige mededeelingen omtrent
stakingen en uitsluitingen, uitgebroken
in het 2e en 4e kwartaal van 1905
en het le kwartaal van 1906. Tot op
23 Februari braken 22 stakingen uit,
alsmede een 3-tal uitsluitingen. Voorts
vindt men eenige mededeelingen om
trent arbeidsbeurzen, omtrent de loonen
der diamantbewerkers, omtrent de loonen
en den arbeidsduur der boekverkoopers-
bedienden en omtrent verrichtingen der
gemeenten ingevolge art. 35 der Leer
plichtwet (subsidie en rechtsreeksche
verstrekking van levensmiddelen en
kleederen aan arme kinderen).
Uit de statistiek der broodprijzen
blijkt, dat het gebuild tarwebrood (melk-
brood) in het tweede halfjaar van 1905
met 0.14 ct., het ongebuild tarwebrood
met 0.20 ct., het roggebrood met 0.08
per K.G. gestegen isde prijs van het
gebuild tarwebrood (waterbrood) is met
0.06 per K.G. gedaald.
Het buitenlandsch overzicht geeft ons
mededeeliugen nopens de werkstakingen
in 1904 in Denemarken uitgebroken en
in 1905 te Canada. De berichten om
trent arbeidsbeurzen betreffen België,
Duitschland en Engeland. Ook worden
verslagen gegeven betreffende de ar
beidsmarkt in Engeland gedurende 1905,
de veranderingen in loon en arbeidsduur
in dit rijk eveneens over 1905, de
coöperatieve in Engeland gedurende
1904 en de arbeidsmarkt in Duitsch
land in 1905. Voorts wordt een en
ander medegedeeld omtrent de boycot-
bescherming der Duitsehe brouwers, de
arbeidsorganisatie in Hongarije, de werk
loosheid in de Gentsche vakvereenigin
gen en de bedrijfstelling in Zwitser
land. Een bericht nopens betgeen op
sociaal economisch gebied voorviel bin
nen het ambtsgebied van onzen consul
te Bremen, vormt het slot dezer afle
vering.
Vlissingen13 Maart.
Watervloed,
De ramp die gisteren onze stad heeft
getroffen, is van een omvang die moeilijk
te beschrijven is.
in het geheim haar dienst verlaten had,
hetgeen natuurlijk met het te voren
gebeurde in verband stond. Bij deze
ontmoeting steeg de ongunstige stemming
tegen het meisje tot den hoogsten top
het lag immers voor do hand dat de
aanwezigheid van Nannei bij de begra
fenis uit niets anders ontstond dan uit
koppigen hoogmoed.
„Was is dat? Hoe komt die hier?
Hoe durft zoo'n ding onder de rouw-
maagden te komen hoorde men steeds
duidelijker klinken onder het geprevel
vau het Onze Vader, en de stoet dreigde
uiteen te geraken. De niet ver van den
pastoor gaande burgemeester werd niet
zoodra gewaar wat er gebeurde, of hij
had reeds de oorzaak er van ontdekt en
drong zich zoo spoedig hij kon door do
rouwdragenden om de orde te herstellën.
In het volle bewustzijn zijner ambte
lijke waardigheid, met een hoofd, dat als
van een kemphaan gloeide, sprong hij
op Nannei los, greep haar oogenblik-
kelijk bij den arm en slingerde baar op
zijde, zoodat de stoet weder kon voort
gaan. Nannei, die verbeisterd was en
zich allesbehalve op haar gemak bevond,
was tegen den kerkmuur aaugekomen
en hield zich aan een kruisbeeld vast.
„Moet jij ons weer in den weg komen
Wat heb je hier te doen riep de
burgemeester met onderdrukte stem,
maar toch altijd nog luid genoeg om door
alle aanwezigen gehoord te worden
„Wil je ook hier nog onzen vrede komen
storen
Het onverwachte dezer ontmoeting
bracht Nannei van haar stuk af, maar
het gedrag en de woorden van den bur
gemeester gaven haar hare bedaardheid
weder. Zij richtte zich in hare volle
lengte op, en door de tranen, die hare
oogen verduisterden, trof hem zulk een
krachtigen blik, als die, welken zij op
Lenz geworpen had bij de beslissende
gebeurtenissen op de dorschdeel.
„Waarom zou ik hier niet zijn?"
vroeg zij op vasten toon. „Ik geloof wel
dat ik het recht bezit. Het is niets dan
mijn plicht om den braven man, die
mij tot een vader was en bij wien ik
grootgebracht ben, de laatste eer te
bewijzen."
„Ja, en van wien gij weggeloopen zijt
vóór zijn dood, nietwaar antwoordde
de burgemeester spottend.
(Word! vervolgd.)