Woensdag No. 50. 44e Jaargang» 28 Februari. Binnenlandsche hericl^ten. FEUILLETON. Teleph joiiiiummer VLISSINRSdHE COURANT. Prijs pet drie maanden LSI®, fatuoir gier i(»8ï j 1.50. Afeonderlijke nummers 5 cent Men abonneert- zich bij alïe Bock handelaren Poetdirecteuren of rechtstreeks bij den U i t g a v e r F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt, I. 187- ADVEKTENTIËN: van 1—4 regels ƒ0.40, Voor alken regal meer 10 cent. -- Bij directe opgaaf ran driemaal plaatsing deraelfde advertentie wordt de prijs slechts twee maal berekend. Groote letters '3n clielié's naar jrlaateruimte. Verschijnt dagelyks, uitgezonderd op Zon- en feestdagen. Vak-ersariging en greapsvertegsn- woordiging. De „Stand." beweert, dat de vrijzin nig- en sociaal-democraten het volgend argument gebruiken als een hunner voornaamste Bij de groeps-vertegenwoordiging krijgt men bonden van allerlei catego rieën. En dat breekt do kracht van actie van het personeel. Maar bij de vrije vakvereenigingen kunnen alle be ambten in éen vereeniging samenwerken. Als 't zoo stond zegt de „Stand." dan zou zeker dat argument eenige waarde hebben. Doch zoo staat het ganschelijk niet. Eeit is, dat de werklieden of de be ambten zich niet groepeeren in één vak-vereeniging maar dat de vakver- eeniging zich evenzeer splitst als de groepsvertegenwoordiging. Dat is de schuld van de mannen van Patrimo nium en van deu R.-Kath. Volksbond zeggen Ketelaar en Schaper maar deze heeren vergeten, dat juist de zoo genaamde neutrale vakvereenigingen onze menschen dwingen een andere vakvereenigiEg op te richten. Ze noe men zich neutraal, maar zijn feitelijk politiek, heel of half socialistisch. Het blijkt uit het propagandamaken van die z.g. neutrale vak-vereenigiDgen voor het algemeen stemrecht. Het bleek nog krasser in 1903, toen ze zich onder wierpen aan de bevelen van een Comité van Verweer. Hoe kunnen dan zulke vak-vereeni- gingen menschen van andere richting, van andere zienswijze, op den duur in zich opnemen Dat argument heeft alzoo geen waarde. De heer Kraus heeft het plan zij ra reis naar Chili over Genua te maken, van waar een reehtstreeksche stoom- bootlijn op dat land vaart. Hij zal daar toe a.s. Zaterdag de residentie verlaten. Mevrouw Kraus zal haar echtgenoot in het buitenland vergezellen. Voor hijstand bij de vervulling zijner opdracht heeft de heer Kraus zich toe gevoegd den adjunct-inspecteur van 's rijks waterstaat met verlof, G. J. van den Broek, die de reis met den heer Kraus medemaakt. Wet op de vakvereenigingen. Waar blijft de Nederlandsche wet op de vakvereenigingen De discussie in de Tweede Kamer gevoerd, wijzen op hare noodzakelijkheid. Zoowel bij de postambtenaren als bij de beambten der spoorwegen was het schering en inslag op weike wijze men kon toestaan, dat zij zich vereenigen met het oog op hun vakbelangen. Is een vakvereeniging van regeerings- (Een Noord-Beiersche vertelling.) ambtenaren toelaatbaar Deze vraag is ook in Frankrijk aan de orde. Is een vakvereeniging van de sche pelingen der Koninklijke marine, of een bond van miliciens toelaatbaar, en zoo ja, wat moet de houding wezen der bevelvoerende officieren tegenover die vereenigingen Deze vraag is nu in ons parlement behandeld. Daar aanstonds komt de behandeling van het wetsontwerp op het arbeids-- contract en het vraagstuk van het col lectief arbeidscontract. Zonder regeling der vakvereenigiüg als zoodanig, is die zaak niet bevredigend op te lossen. Daarna zullen wij krijgen ziektever zekering, pensioenyerzekering, wellicht ook verzekering tegen werkloosheid. Ook hierbij zal de vakvereeniging een groote rol spelen als men, zooals waarschijnlijk is, door de ongevallen- vei zekeriag geleerd, decentralisatie op den voorgnond stelt. Bij den huidigen stand der sociale quaestie, is de vakvereeniging als een bijzonder soort van vereeniging met bepaalde rechten een onmisbaar middel tegen een eenigszins bevredigende op lossing. Onze wet op het recht van ver eeniging is niet voldoende om in die behoefte te voorzien, daar zij aan de vakvereeniging noch tegenover hare leden, noch tegenover de buitenstaan ders voldoende rechten geeft. De rechts persoonlijkheid, zonder meer, is niet genoeg. Het is niet noodzakelijk, dat daarbij het vereenigingsrecht beperkt wordt, maar evenzeer als voor de naamlooze vennootschappen en voor de kerkge nootschappen afzonderlijke wetten dat vrije vereenigingsrecht nader regelen met het oog op bet bijzonder doel dier vereenigingen, kan dit ook voor de vakvereeniging geschieden. Daar onze sociale wetgeving steeds geknipt schijnt te moeten worden naar een buitenlandsch model, wil het „Hbl.," nu uit de jongste Kamer-debatten de behoefte aan een wet op de vakveree nigingen opnieuw zoo duidelijk is ge bleken, er op wijzen, dat John Burns, de oud-werkman,thans lid van bet nieuwe Britsche ministerie, een omwerkiDg van de beproefde Eogelsche wet op trade unions heeft toegezegd. Daarbij zal zelfs de aansprakelijkheid der vakver eeniging bij werkstaking, naar aanlei ding van het Taff-Vale- vonnis, ernstig onder de oogen worden gezien. Een schoone gelegenheid dus voor onzen wetgever om eens te gaan luiste ren naar een liberale, niet socialistisch gekleurde proeve van sociale wetgeving. 18.) „Zoo zonk ik steeds dieper en dieper het kwam zoover, dat men mij mijn huisje en mijne weinige gereedschappen en huisraad verkocht en ten slotte mij met mijne vrouw in het gemeente- of armhuis opnam, omdat men mij toch eenmaal verlof gegeven had om te 'rouwen en dus niet kon wegjagen en ik mijn gebrek, door bij een brand in Ie gemeente te helpen, gekregen had. „Dat was nu waarlijk een tijd", ging hij voort, „dat schraalhans bij ons keu kenmeester was, en dikwijls heb ik met opgeheven handen God gedankt dat wij alleen bleven en geen hoop hongerige kinderen om ons hadden. Maar eens", aeide hij, diep ademhalende „eens °p een avond het was reeds diep in den nacht, op het feest der bescherm- Nederland en België. In de „Revue économique Internatio nale" komen over het vraagstuk van een economisch verbond tusschen Reder- land en België beschouwingen voor van j twee oud-ministers, een uit België erf een uit Nederland. engelen wordt het weder een jaar, dan is het juist achttien jaren geleden wilden wij juist ons te slapen leggen, toen wij voor ons huis geween en ge jammer en eene menschelijke stem hoorden, en toen mijne vrouw naar buiten ging, vond zij eene vreemde vrouw buiten op den grond liggen, dood moede en onmachtig. De vrouw sprak verward en nog wel in eene taal, die wij niet verstonden, en waarin slechts nu en dan een enkel Duitsch woord voorkwam. Je weet dat het armenhuis tamelijk ver van het dorp ligt. De vrouw bad steeds om waterwij gaven het haar, droegen baar toen in huis en legden haar te bed. Ik ben echter naar het dorp, naar den burgemeester en den pastoor gesneld, want ik dacht dat de vrouw het niet lang meer maken zou. Beiden kwamen ook dadelijk met mij mede, de burgemeester heel bang dat er weder een nieuwe last voor de ge meente zou komen. Toen wij echter buiten waren, lag de vrouw reeds te zieltogen zij kon niet meer spreken, maar toen zij den geestelijke aan zijne kleeding herkende, vertrok zij den mond als tot een glimlach en spande hare laatste krachten in om hare hand naar De Belgische oud minister van finan ciën, de heer Charles Graux, is van oordeel dat de aigemeene toestand van beide landen een economisch verbond wenscbelijk maakt, maar dat als men de uitvoering nagaat, de bepalingen die noodig zouden zijn, men op zeer ernstige bezwaren stuit. Die bezwaren liggen in de verdeeling van de opbrengst der invoerrechten, de ingrijpende herzienin gen van de belastingstelsels, bet gedeel telijk prijsgeven van de onafhankelijk heid met name in de regeling van financieele zaken. De Nederlandsche oud-minister van waterstaat enz., de heer mr. J. C. de Marez Oyens, acbt een onpartijdige bestudeering zeer gewenscht van een economische toenadering, die hem wel aantrekkelijk voorkomt, maar vreest voor mislukking. Als afgevaardigden van beide regeeringen het eens waren geworden over de grondslagen, is het nog zeer de vraag of de regeeringen bij de Kamers met een ontwerp zouden slagen. Zal tot het doen van zulk een voorstel in Nederland dan een Staats man bereid zijn P Hierbij wcrdt, naar 't schijnt, gedoeld op de nederlaag die bij de jongste verkiezingen hier te lande, de bekende plannen van het vorig Kabinet omtrent de verhooging van invoerrechten geleden hebben. De oud minister uit dat Kabinet meent daarom dat het raadzaam is te beginnen met eenheid van tolgebied op kleine schaal, gelijk voorloopig tusschen Bulgarije en Servië is tot stand gekomen. De erva ring kon dan leeren of men verder kan gaan. Be stakingswetten. „De Nederlander" wijdt een artikeltje aan de stem der Unie-liberalen vóór de stakingswetten. Het blad acht die stem een groote politieke merkwaardig heid. „Terwijl heel de rechterzijde, in alle rangen en standen, zich aanstonds man moedig rondom de regeering schaarde, was het de Liberale Unie,die in de woelige dagen van Februari en Maart 1903 zich onder suggestie liet brengen van het rumoer der anarchistenmeetings en een adres aan de Kamer opstelde, waarin de bedoelde wetten principieel werden bestreden, een adres, waarbij het „Utrechtsch Dagblad" destijds aantee- kende, dat mannen als Borgesius en Rink „zich moesten schamen onder zul- ken onzin hun naam te zetten." Ten laatste, toen men zag, dat de publieke opinie onder alle niet-socia- listiscbe of anarchistische elementen zich scherp tegen deze onverantwoorde lijke politiek keerde, werd bakzeil ge haald en o.a. de aigemeene bestuurs maatregel aangegrepen als voorwendsel om den draai te nemen. En dit, hoewel die aigemeene bestuursmaatregel geen andere bedoeling had dan reeds in het van meet af ingediend enquête-ontwerp tot uiting was gekomen, nl. om het Abonnements-Advertentiën ®p zeer voordeelige voorwaarden. spoorwegpersoneel ouder publiekrechte lijke bescherming te stellen. Men heeft er later op gevonden o. a. in de rede van den heer Borge sius bij de begrooting voor 1906, en dezer weder in „Het Vaderland" dat de ten slotte uitgebrachte stem mede haar oorzaak vond in de op Maandag 6 April, hangende hef debat in de Kamer, uitgebroken tweede staking. De feiten toonen echter het gezochte van die uitvlucht aan. "Want reeds in de week vóór 6 April had de heer Rink, bij het algemeen debat over de stakingswetten, Damens de Unie libe ralen verklaard, dat men voor wilde stemmen. Dat de tweede staking zou uitbreken, was hem toen nog onbekend. Toch schrijft thans het „Vaderland", dat het tweede stakings-motief nog „krachtiger motief" was dan dat van den algemeenen bestuursmaatregel. Meet daar nu do kracht van het andere motief naar afl Onbetwistbaar schijnt ons dan ook, dat de Liberale Unie ten slotte haars ondanks in de goede richting gedreven is, door het krachtig pal-staan yan regeering en rechterzijde en de sympa thie welke dit wekte in het land. Onbetwistbaar derhalve niet minder, dat wanneer de Unie liberalen destijds de leiding hadden gehad, van de nood zakelijke wijziging der wetgeving, waar door rust en orde in het land werdeD hersteld, niets zou zijn gekomen. Voorts alle middelen welke niet strij dig zijn met de wet." Verder werd o.m. besloten, dat in 1906 op den Zondag voor de opening van de Staten-Generaal een nationale betooging zal worden gehouden te Am sterdam. Tot leden van liet dagelijksch bestuur werden herbenoemd de heeren J. G. van Kuykhof en C. Bijkerk. Een derde lid voor dat bestuur zal worden aange wezen door het plaatselijke kies-comité te Amsterdam. haar gezicht te brengen en een kruis te maken toen slaakte zij een laatsten zuchtmijne vrouw had echter een klein kind op den arm zij wikkelde het in haar voorschoothet was een meisje met een lief gezichtje, maar zoo zwak, dat wij elk oogenblik den dood ver wachtten. De geestelijke dacht dat het den morgen niet zou halen, en wij hebben het den naam van Nannei gegeven naar mijne goede oudje, die ook zoo heette en in de gauwigheid als meter optrad. Het kindje, Nannei", aldus besloot de oude man, „je zult het reeds gera den hebben, waart gij en de doode vreemde vrouw was je moeder. Des anderen daags is zij op het kerkhof begraven, en daar er van haar niets te halen was, in een hoek naast het been derhuis. Je kent toch die plek wel. Je hebt me dikwijls gevraagd waarom ik er voor bleef staan. Ik z.-ide je dan dat de wilde witte rozenstruik daar zoo heerlijk stond, in waarheid heb ik, zoo dikwijls ik er voorbij ging, aan uwe moeder gedacht en een Onze Vader voor haar gebeden." De herinnering had den oude zoo aangegrepen dat hij op moest houden ook Nannei was op de legerstede ne- Algemeen kiesrecht. Het Nederlandsch comité voor alge meen kiesrecht hield Zondagmiddag te Utrecht zijn jaarlijksche aigemeene ver gadering, onder voorzitterschap van den heer J. G. van Kuykhof'. Uit het jaar verslag bleek, dat op 1 Januari 1906 bij het comité waren aangesloten 5 landelijke bonden, 24 plaatselijke co- mité's en 19 zelfstandige plaatselijke vereenigingeD. De vereeniging voor vrouwenkiesrecht scheidde zich at. Op 31 December 1905 telde het comité 30.000 leden. Nadat men besloten had de volgende jaarvergadering eveneens te Utrecht te houden, ging men over tot het vast stellen der statuten van het comité. Art. 1 luidt als volgt„Het Neder landsch comité voor algemeen kiesrecht strijdt voor de invoering van het en kelvoudige geheime kiesrecht yoor man- nen en vrouwen, dat zoowel direct als indirect los is van den maatschappelijken welstand. Daar dit doel onder de staande Grondwet niet is te bereiken, streeft het comité derhalve in de eer ste plaats naar wijziging in die artikelen van de Grondwet, die aan de invoering van bovengenoemd kiesrecht in den weg staan." Art. 2 „De middelen waarmede het comité zijn doel nastreeft, zijn a. Het houden van vergaderingen en betoo gingen b. het uitgeven van geschriften, dergezonken, verborg haar gezicht in bare handen en weende bitter. „Den anderen dag", begon Kaspar weder, „is het geheele dorp bijeenge loopen en heeft moord en brand ge schreeuwd dat der gemeente een vreemd kind op den hals geschoven was het kind moest weg, de landrechter moest zorgen dat het ergens anders onder dak kwam. Maar de landrechter zeide dat dit niet ging, het kind was in de ge meente geboren, en waar het geboren was, moeBt het zoolang opgenomen wor den, tot men wist waar het eigenlijk te huis behoorde, en zoolang moest de gemeente er voor zorgen. Dat nu was olie in het vuur, en de burgemeester wilde het kind ergens besteden, bij arme mensehen, die zeiven niets bezaten en daarvoor eene „kleinigheid" zouden krijgeD. Maar toen zij eindelijk het arme schaap kwamen halen, konden wij niet meer van het kind scheiden. Het was zoo in het oogvallend opgeknapt en gegroeid, wij hadden het lief gekregen en verklaarden aan de gemeente dat wij het wilden houden zonder eenig loon, als men mij verlof wilde geven om hars te verzamelen en pek te koken. Dat hielpallen ronden het uitmuntend 5 Het centraal bestuur van het Alge meen Nederlandsch "Werklieden-V erbond heeft de afdeelingen er aan herinnerd, dat de aigemeene vergadering dit jaar gehouden wordt op de beide PaaBch- dagen, 15 en 16 April, te Rotterdam, in het Vereenigingsgebouw, Goudsche- weg 128. De zittingen zijn verdeeld als volgt openbare: le dag van 12 uur v.m. tot 4 uur n.m. openbare 2e dag van 9 uur v.m tot 4 uur n.m. uiterlijk. Huis houdelijke zitting le dag des avonds van 68 uur. Het centraal bestuur brengt tevens ter kennis van de afdeelingen, dat ter ge legenheid van het 35 jarig bestaan van het Verbond na afloop van de huishou delijke zitting eene feestelijke bijeen komst zal plaats hebben, van afgevaar digden, genoodigden en leden van het Verbond. Op den eersten dag zal de verkiezing plaats hebben van leden van het centraal bestuur en de commissie voor het jaar boekje. Aan de beurt van aftreding zijn D. Nanning, H. J. Wijgman, H. Huls man, J. Kok, J. E. van Emmerik en P. Visser. In het schrijven van het centraal bestuur zijn vermeld de voorstellen, die zullen worden behandeld. Er heeft zich te Amsterdam een com missie gevormd van winkeliers, welke eerstdaags alle tegenstanders van in menging van Rijk of gemeente inzake het openings- en sluitingsuur van win kels of magazijnen tot een groote ver gadering zal uitnoodigen, teneinde een bond te vormen. Celehes. Blijkens een gisteren bij het depar tement van koloniën ontvangen telegram is op 22 dezer de benting Koelo in Masenrempoeloe vermeesterd, waarbij drie Europeesehe militairen beneden den raug van officier sneuvelden, vier zwaar en zeven licht werden gewond en een werd vermist, die vermoedelijk gesneuveld is. (Masenrempoeloe (Masenre-Boeloe) is een bondgenootschap der 5 van elkander onafhankelijke vorstendommen Maiwa, Doerie, Kassa, Batoelappa en Enrekang, gelegen op het Westerschiereiland van Celebes en ressorteerende onder het de burgemeester gaf hals over kop zijne toestemming, de pastoor had er niets op tegen, en daarop gaf de boschopziener zijne toestemming en de landrechter had er niets meer tegen in te brengen. Moge God hen alle vier behoeden voegde hij er bij, „reeds lang voelen zij hunne tanden niet meer. Sedert dien tijd heb ik deze hut voor mij gebouwd, daar hebben wij zoo goed en kwaad het ging in gewoond, tot mijne vrouw gedeser teerd is en mij alleen liet." Nannei was eene poos lang te zeer ontroerd om den verteller met vragen te bestormen. Toen zij bedaarder gewor den was verlangde zij te weten, of er geen onderzoek gedaan was en of men niets van de plaats, van waar de vrouw afkomstig was, te weten was gekomen. „Niets, niets I" antwoordde Pechler. „De landrechter heeft er werk van ge maakt en naar de halve wereld geschre ven, maar men heeft niets ontdekt. De vrouw heeft niets bij zich gehad, waaraan men haar erkennen kon, geen riDg, geen amulet, kortom, in het geheel niets." (Wordt vervolgd,)

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1906 | | pagina 1