Donderdag 22 Februari. fis twee Verschoppelingen. 44e Jaargang. 1Ö06. oiling Van week tot week. FEUILLETON. No. 45 Gemeentebestuur. VLINSINVSdlE COURANT Prijs per drie maanden L80t> j&aaeo jer i/w J 1.50. Aftondeilijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij den Uitgaver F. YAH DE VELDE Jr., Kleine Markt, I. 187- Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zon- en feestdagen. .ADVEKTENTIËNvan 14 regels ƒ0.40, Voor eiken regel meer 10 cent. Bij dixecte opgaaf van driemaal plaatsing derzelfd© advertentie wox-dt de prijs slechts twee maal berekend. Groote lettel-» en cliclxé's naar plaatsruimte. rater, vooral echterI ele tabletten preciea| s langer, noodige kruiden inl d. Brieven letter ran dit blad. N KAALTE, Dok- vraagt tegen Mei .cnst°bod9 roogdok 30. rIDlEIST n-Siddelburg v.v N (Remise) v.in. 7erkdagen) 5.50. .m. 7.55, 9,30. 11.—. .15, 2.-, 2.45. 3.30, -, 7.50, 8.40, 9.30, AG (n. Zeilmarkt 6.20*, 8.40, 10.15, .20, 2.05, 2.50, 3.35, 05, 7.55, 8.45, 9.35,. jden slechts tot de HiVEHDIEBST. vm. 6.6.20, 7.—1 po.—, 10.20, 10.40, 12.30,1.—*, 1.25*, .55, 4.25, 4.50, 6.10, uis: vm. 6,10, 6.30, 5, 9.50, 10.10, 10.30, Km. 12.10, 12.45, 3.10, 3.40, 4.10, 4 ,35 5, 8.—, 8.30. vallen ZoDdags uit SB-SCHBLÖE 1906. b) nm. 3,23 e) g) x) nm. 3,50 g) ,55 f) ,23 c) n na het vertrek, van rke n. Neuzen vm. 8,30 orssele en Neuzen ten minuten wachten, orssele en Neuzen ten minutea wachten 11 gemaakt, van 1.55 van Neuzen xctxten. ruwt HINDERWET. Verzoek om vergunning tot het plaat sen en in werking brengen van een Stoomketel. Burgemeester en Wethouders van Ylissingenj Gelet op artt. 6 en 7 der Hinderwet geven bij dezen kennis dat bij hen is ingekomen een verzoek van H. Cb. BEIJERMAN, om vergun- j ning^tot het plaatsen en in werking 1 brengen van een Stoomketel met eep 1 verwarmings-oppervlakte van 52 M3. of 6 atmospheer stoomdruk, in zijn be staande fabriek, perceel wijk Z 143, gelegen aan den Singelweg, kadastraal sectie B no. 910 dat dit verzoek met de bijlagen ge durende veertien dagen, te beginnen met Dinsdag 20 Februari 1906 op de gemeente-secretarie (bureau bevolking) ter visie zal gelegd worden en dat den 6 Maart 1906 ten raadhuize, des na- 1 middags ten 2 ure, gelegenheid zal ge geven worden om bezwaren tegen het verleenen der gevraagde vergunning in te brengen, terwijl gedurende drie dagen voor dat tijdstip van de terzake ingeko men schrifturen kennis kan worden genomen. Viissingen, 20 Februari 1906. Burg. en Weth. voornoemd, YAN DOORN VAN KOUDEKERKE. De Secretaris WITTETEEN. Het moge toeval wezen of niet, met bet scheiden uit zijn hoog ambt, van den heer Loubet, valt samen een her derlijk schrijven (encycliek) van het hoofd der katholieke kerk aan het Fransche volk en zijn geestelijkheid, dat wij, als herderlijk schrijven, natuur lijk niet wenschen te beoordeelen doch waarin ook enkele rechtspunten worden aangeraakt, die minstens voor verschil lende beschouwingen vatbaar zijn en naar onze meening de kracht van het betoog verzwakken. Immers, dat de vorming der godsdienstige vereenigin- gen (gemeenten) strijdig is met het wezen van de kerk, omdat het gezag moet berusten bij de geestelijken dat de seheidingswet inbreuk maakt op het eigendomsrecht der kerkdat de be zoldiging der geestelijkheid eene ge deeltelijke schadeloosstelling vormt van de zijde van den Staat, die onder de eerste republiek zieh de goederen der kerk toeëigende, zijn zoovele stellingen, die of ten deele nog bewezen moeten (Een Noord-Beiersehe vertelling.) 13.) Thans was ook voor haar de sluier eener gelukkige misleiding, die haar tot hiertoe vol liefde omgeven en in zijn plooien verborgen had, verscheurd zon neklaar als de helle weerschijn van een hrand, welke de hut, die haar zoolang tot woning verstrekt had, in puin had veranderd, lag haar gansche verleden voot haar. Veel, wat zij niet begrepen had en waardoor zij zieh gekwetst gevoelde, zooder recht te weten waarom, vertoonde zich nu vreeselijk en duidelijk voor haar blik vele los daarheen geworpen Woorden, menige kleine gebeurtenis uit hare school- en zelfs uit hare kinder- jwen, die zij goedhartig op iekening van hare armoede geschreven had, waren haar nu duidelijk go worden alle handen, dié haar aau gezin, huis en Telepli jonnummer 10. Abonneiaients-Advertentiën op) neer voordeelige voorwaarden. worden, öf waarvan althans de strek king, die er aan wordt toegekend, niet onaantastbaar is. In Nederland verkeert men eenigszins in hetzelfde geval. Ook hier worden de nog steeds door den staat uitbetaalde traktementen en pen sioenen der bedienaren van den gods dienst beschouwd als eene vergoeding voor vroeger geconfisqueerde goederen maar dat de staat verplicht zou zijn dearmede ten eeuwigen dage voort te gaan, is een bloote hypothese. Die stellingen daargelaten, maakt 's Pausen encycliek den indruk van een zich onder een waardig protest neer leggen bij hetgeen eenmaal als gedane zaak moet worden beschouwd, en zeker is dat ook verweg het beste. Waar schijnlijk zal men in Frankrijk ervaren wat men elders ondervond dat het het beste gaat, wanneer staat en kerk zich beiden houden op hun eigen ter rein wanneer, om de bekende woorden van Cavour te gebruiken, de kerk vrij is in den vrijen staat wanneer zij el kander niet bemoeilijken, maar ieder een eigen doel nastreven. Wat de conferentie te Algeciras be treft, is het onzen lezers reeds bekend dat de zaken aldaar meer in het teeken deB vredes beginnen te staan. Wij heb ben het altijd wel voorspeldde con ferentie is aan Frankrijk min of meer opgedrongen en nu bemerkt men te Berlijn, dat die opgedrongen vergade- ring voor de zaak van Frankrijk een steun wordt. De Fransche pers doet nog eens nitdrukkelijk uitkomen, dat in geen geval zal worden toegelaten dat Duitschland, hetzij door zijne eigene officieren, hetzij door die van mogend heden van minderen rang, Marokko make tot een basis van politieke actie tegen Frankrijk. In geen geval zal men toelaten dat Europeesche invloeden, waarachter de Duitsche invloed schuilen zou, aan de deur van Frankrijk wordt georganiseerd, om te zijnen tijde een Muzelmansehe beroering te verwekken, waarvan dat land het eerste slachtoffer zou zijn. Opmerkelijk genoeg, begint men ook in Oostenrijk het gevaar te beseffen, dat de monarchie tengevolge van het bondgenootschap met Duitschland be dreigt. Men beeft al eens een interpel latie in den Rijksraad gehad en ziet zeer goed in dat de noordelijke nabuur wel wat heel sterk aan de hooge po litiek doet. Duitschland, Oostenrijk en Italië hebben zich 't is wellicht niet bekend verbonden om, wanneer een van hen aangevallen wordt en de aanvaller door een andere mo gendheid wordt gesteund, de andere bondgenooten dan onmiddellijk met hun volle krijgsmacht hulp moeten bieden. „Wanneer de natie het goed vindt Neen, dat staat er nog niet bij. De regeeringen gaan nog altijd voort, met eenvoudig te beschikken over het bloed der burgers, al gevoelen die burgers niets voor de vreemde zaak waarvoor zij moeten opkomen Toch, men ziet het, komen er meer dere stemmen, die zich tegen deze mid- den-eeuwsche gebruiken verzetten. Gelijktijdig wilde men in den Rijks raad te Weenen ook wel eens weten welke rol Oostenrijk te Algeciras speelt of men zich daar soms ter wille van Duitsche belangen wenscht te stellen tegenover het bevriende Frankrijk. Het blijkt dus duidelijk dat er een anti-Duitsche geest waait. Gelukkig dat die uit den aard der zaak een geest des vredes moet zijn want, zelfs het machtige Duitschland' zal tegen de ver- eeniging van alle stroomen niet kunnen oproeien. In Rusland komt de regeer'Dg er nu bij monde van den minister van bin nenlandsche zaken rond voor uit, dat men de oproerlingen desnoods door de militaire macht moet laten verdelgen en hunne huizen verbranden. Dit heet het eenige m/ódel om het gezag der regeering te herstellen. De beweging moet met meedoogenlooze gestrengheid worden onderdrukt, en het is noodig, het leger van die opvatting te door dringen. Zóó wordt het eene deel van het volk tegen het andere opgehitst, maar, zal het leger zich laten ophitsen Eu zal niet, nu het brutaal geweld weer aan het woord is en straks alle plech tig gegeven beloften worden geschon den, het oude leven opnieuw beginnen en de stoutmoedigste plannen worden gesmeed tot omverwerping van het be staande en tot moord aan de tirannen Het is te vreezen Maxim Gorki, de bekende schrijver, die het volk zoo goed kent in zijn leven en lijden, heeft nog weer eens openhartig verklaard, niet te kunnen gelooven, dat de regeering er in slagen zal, den revolutionnairen geest te verstikken. Neen, hij is er van over tuigd, dat zij zal moeten eindigen met den teugel te vieren, ook omdat hare moeilijkheden op financieel gebied dage gemeente bonden, waren als zoovele levensaderen afgesneden, en evenals het verleden, was voor haar de in stilte zoo schoon gedroomde toekomst verwoest, gelijk aan een bergdal, welks weiden, grasvelden en tuinen door eene plotse linge overstrooming onder afrollende steenen, puin en rotsen begraven worden. Daarom was dus Lenz zoo onbeschoft jegens haar geweest. Daarom had hij, aan wiens gestalte haar oog en hart met een geheime, maar diepverborgene in genomenheid hing, het gewaagd, zoo tegen haar op te treden en als eene eerlooze te behandelen. Deze gedachte, de bitterste van alle, deed het ijs om haar hart smelten zij baadde in hare tranen en met een hartbrekenden zucht vloog zij uit de dorschdeel naar huis. Daarbuiten werd de jammerkreet overstemd door het hoera-geroep van het volk en het rollen van de wagens, welke den koning, die den ruiker van Nannei in de hand hield, heenvoerden. II. In weerwil van het anders zoo be stendige herfstweder had de avond de door dea morgen opgewekte verwach- lijks toenemen en omdat er noodzakelijk eens een einde moet komen aan het paaien van het volk met halfslachtige maatregelen. Wanneer de regeering hare politiek van onderdrukking op den duur wil voortzetten, dan is een nieuwe opstand onvermijdelijk. Gorki was dan ook van oordeel dat weldra nieuwe onlusten zullen uitbarsten en dat deze verschrik kelijk zullen zijn en de regeering dien tweeden opstand niet zal kunnen dem pen. Hij was ook van meening, dat het leger geen burgeroorlog wil, niet in dezen zin dat het er zich vrijwillig toe zal leenen om dien te dempen, maar integendeel in deze beteekenis, dat dkn het laatste uur voor het rijk der Czaren zal geslagen zijn. Opmerkelijk genoeg, schijnt de Rus sische reactionnaire geest zich ook weer tot Finland uit te strekken. Men wil dat do regeering beweert dat al wat anarchistisch en socialistisch is, onder de hitte der vervolging van Rusland naar het vrije en gastvrije Finland vlucht, dat dus zou worden een broei nest der revolutie. Men weet dat juist ook op dezen grond de Ozaar vroeger de Finsche privilegiën schond en nu zou men er aan denken, ook Finland eens een Russisch leger op het dak te sturen, 't Is te hopen dat men zich te St.-Petersburg nog eens tweemaal be denken zal want waarlijk, in het hooge noorden is weinig te winnen en heel veel te verliezen. Binnenlandsclie berichten. Danspartij ten Hors. Gisteravond was er veel bedrijvig heid in de straten om en nabij het koninklijk paleis te 's Gravenhage, door het heen en weer gaan van rijtuigen met gasten voor de danspartij ten Hove. H. M. had ook de prinsesjes van Bentheim ter soirée genoodigd, die er eenige uren verbleven. De bezoekers, de meesten met hunne dames, op dit thé dansant, waren voor namelijk de volgende de leden der Huizen van de koninklijke familie het corps diplomatique, de ministers, leden van het Kabinet, de ministers van staat, vele leden van de Eerste en Tweede Kamer der Staten-Generaal, de leden van de hooge staatseollegiën Raad van State, Rekenkamer, Hoogen Raad, met hunne presidenten, de Commissaris der Koningin, burgemeester en wethouders van 's Gravenhage, hoofdambtenaren van de departementen van algemeen bestuur, onderscheidene vlag-, opper en hoofdofficieren van zee- en landmacht, tingen niet vervuld. Spoedig na het vertrek van den koning waren wolken boven de bergen opgestegen, en de landlieden zagen weder heel goed wat het beteekende als de Wachterkopf zijn hoed opzet, d.i. als de toppen der bergen zich in wolken hullen. De op den Ko gelhof verzamelde menigte stoof even snel uit elkander als het water, dat van de hellingen der bergen stroomt. Allen haastten zich om te huis te komen voor het onweder losbrak, dat in geelachtig grai we wolkenmassa's zieh steeds dichter opeenpakte en steeds naderbij kwam, tot de Kogel in een wolkensluier verdween als had hij nooit achter den Kogelhof gestaan. Ook het rijtuig van den heer Von Steinerling vloog langs den berg weg, al schenen de magere paarden in de snelle beweging geen genoegen te vinden. Spoedig was het op de hoeve weder zoo eenzaam en stil als gewoonlijk slechts hier en daar was nog eene enkele persoon bezig de sporen van het pas gehouden feest weg te ruimen of voor het dreigende onweer in veiligheid te brengen. De Kogelboer stond in de deur en zag met het bedenkelijk gezicht, waarmede de landbouwer zulke ver schijnselen pleegt gade te slaan, naar de snel jagende wolken op en schudde het kale hoofd. „Dat wordt nog op het eind een verschrikkelijk onweer", zeide hij. „Wij hadden het nog van den zomer te goed. Als het alleen maar bliksemt en dondert, dan gaat het nog al, maar als er van die leelijke buien komen die kunnen we best missen. Beneden aan den voet der berghellingen en in het dal staat nog veel graan in de halmen. Maak, dat je wegkomtriep hij Nannei toe, die op dat oogenblik ijverig met eene meid bezig was de runderen uit de weide naar den stal te drijven, „Het weer kan elk oogenblik losbreken als de wind opsteekt, komt het onweer door. Hoe is het mogelijk dat zulk een mooie dag in een ommezien veranderen kan." „Ja, ja", antwoordde Nannei, die nog geen tijd gehad had om haar Zondagsche kleeren af te doen „het gebeurt ook vaak dat- heel andere dingen als het weer in een ommezien veranderen het gaat met het geluk en het ongeluk niet anders." De zedeles, welke het meisje uit het weder wist te putten, wekte de vroolijk- heid van den. boer op. benevens een groot aantal particulieren. De Koninklijke Militaire Kapel speelde als balorkest op dit hoffeest, dat met een seuper eindigde. Hst Kamerlid Ta'ma. De heer Talma aldus teekent „Politicus" in de „Opr. Haarl. Ct." dezen volksvertegenwoordiger behoort zeer beslist tot de „geboren redenaars." Ilij heeft suggestieve oratorische kracht, vooral ook wijl bij diep en innig voelt wat hij zegt en er in alle oprechtheid en in vol eerlijk enthusiasme in mee leeft Het forsche, het titanische, de rustige reuzenkracht van stof te beheerschen, hoeveel sehakeering van bijzonderheden die ook moge vertoonende Olympische kalmte van gedachten te beteugelen, te besturen, te ordenen, te doen weg schuilen of een vertolking aan te geven, naar gelang de tactiek van den even ervaren als handigen redenaar in poli- tieken kring dit noodig maaktal deze magistrale eigenschappen van zijn partij-leider, van een dr. A. Kuyper, dit mist de heer Talma even stellig. Het geaffecteerde van z'n spreken schaadt ook wel den indruk van het geen hij betoogt, verdedigt of be strijdt. Doeh héél veel beduidt dit niet. Hij verstaat zeer zeker de kunst om te boeien, tot luisteren te dwingen, mêe te sleepen z'n gehoor. Hij is man van groote en solide kennis. Wanneer ds. Talma zich begeeft op het gebied der moderne sociologie, dan krijgt men weldra het besef vóór zich te hebben iemand, die beter werk doet dan „lief hebberen." Deze man gevoelt men. heeft stevige studie gemaakt van z'n onderwerp, zich er ingewerkt hij heeft oog voor de practijk. Hij is geen droom end fanaticus, 't Is hem er om te doen, mêe te leven met de maatschappij, waarin hij geboren is. Hij ontwijkt alles wat naar het dogmatische zweemt. Hij heeft warm temperament en het ietwat-gemaniereerde vau z'n spreek manier is juist hierom wijl men gevoelt, dat hij niet iemand is van ijdel, pralend woordenspel, van zelf-adoratie, doeh een, die echt liefheeft wat hij voorstaat en innig haat wat hij bekampt... is juist hierom minder hinderlijk dan 't allicht bij een ander zou worden De heer Talma behoort tot de jonge ren en 't is dus niet te zeggen nog, of zijn kracht van parlementaire figuur aanmerkelijk zal toenemen. Waar zooals reeds opgemerkt in het vuur der rede de scherpe logica soms lijden moet en de forsch-aan- stormende gedachtenreeks zijn woord dreigt te overweldigen, daar heeft ook degeen, die bereid is oxn de schitterende gaven van dezen afgevaar digde te erkennen, niet den mo6d om zelfs te durven hopen, dat de heer Talma zieh, als politicus eu partij-man, ooit zal kunnen meten met de geduchte kracht, welke uitgaat van dengeen, die „Wat ben je toch knap I" zeide Hij lachend „de pastoor zal het je niet ver beteren op zijn minst moet je met"een schoolmeester trouwen. Maar, wat zie je er verschrikkelijk uit 1" ging hij voort, toen zij naderbij kwam. „Waarachtig, je bent zoo bleek als de dood 1 Je zult toeh zeker niet bang voor het onweer zijn Of ben je soms niet wel „'t Kan wel zijn", antwoordde het meisje, achter de staldeur verdwijnend, „het gebeurt wel eenB dat men zoo gezond is als een viseh en, voor de hand omgekeerd is, zoo ziek wordt, dat men zou willen gaan liggen en sterven". „Je hebt gelijk", riep de boer uit, die eveneens ernstig geworden was, terwijl hij zieh over het voorhoofd streek. „Het is met mij bp dit oogenblik juist het zelfde. Ik heb weder zooals vroeger een gevoel alsof ik duizelig zal worden 5 bet is juist alsof ik van daag wat te veel van mijne krachten gevergd heb." Terwijl hij op het punt stond in huis te gaan, zag hij Lenz, die aan de schuur stond om ze te sluiten. (Wordt vervolyd.)

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1906 | | pagina 1