IVERIJ.
tiën.
21 Februari.
De twee Versclioppeliip.
~GÏÏT~
aing
No. 44.
44e Jaargang.
Dtcisjcs,
Woensdag
iDisNsr
FEUILLETON.
Binneniandsche berichten.
Telepli lonnummer 10.
Gemeentebestuur.
BEI EU1.
HUEflülEBSÏ.
tohte en
Is alver en
natheden
ogdmet
ider been
CKJEH.
L gemeubileerd
thuis. Adres
bij Boekdruk
ide Markt.
Brieven letter
dit blad.
I
URG.
LID Ad van 1
ie 13, VLIS-
elt zich aan voor
RANTIEN, op
m, op Huizen'
ideren, Schepen
eetransporten.
EliËR.
BAAT.
Zondags, Woens-
avonds, te half
VlISSISIfiSCHE COUftAXT
Prijs pér drie r^aaadfeifl! {gei.- j 150.
Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek
handelaren Postdirecteuren of rechtstreeks bij den Uitgever
F. YAN DE VELDE Jr., Kleine Markt, I. 187-
ADVERTEInTIËNvan 1—4 regels ƒ0.40, Voor eiken regel
meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde
advertentie wordt de prijs slechts twee maal berekend. Groote letter»
'3n eliché's naar plaatsruimte.
Verschijnt dageiyks, uitgezonderd op Zon- en feestdagen.
Abonnoments-Advertentiën op sseer voordeeligc voorwaarden.
HINDERWET.
Kennisgeving.
Burgemeester en Wethouders van
Vliasingen
Gezien de artt. 6 en 26 der Hinderwet
geven bij deze kennis
dat bij hen is ingekomen eene ken
nisgeving van het Departement van
Oorlog in zake voornemen van uitbrei
ding door genoemd departement, van
Jjet munitie-magazijn bij de kazerne
Nieuw-Arsenaal in deze gemeente
dat deze kennisgeving ipet desbetref
fende bescheiden van af heden tot en
met 4 Maart a, s. op de gemeente-se
cretarie (bureau bevolking) ter visie
zullen gelegd worden en dat den 7en
Maart d. g. v. des namiddags van 2—3
uur in een der lokalen van de Provin
ciale griffie in de Abdij te Middelburg,
gelegenheid zal gegeven worden om
bezwaren tegen de uitbreiding van bo
vengenoemde inrichting in te brengen,
Vlissingen, 20 Februari 1906.
Burg. en Weth. voornoemd,
YAN DOORN VAN KOUDEKERKE.
De Secretaris,
WITTEYEEN.
DRANKWET.
i. goedgekeurd in
s. kap. 100.000
ELDERS,
iten, Spiege'e, gc-
;en het gevil vau
onvoorzichtigheid,
.trumoei, etctegen
r Zeeland,
25.
a-Middelburg y.t
1 (Remise), v.w.
erkdagen) 5.50.
m. 7.55, 9,30. 11.—.
15, 2.—, 2.45. 3.30,
7.50, 8.40, 9.30,
tG (n. Zeilmarkt
6.20*, 8.40, 10.15
20, 2.05, 2.50, 3.35,
05, 7.55, 8.45, 9.35,
iden slechts tot da
vm. 6.—, 6.20, 7.—,
10.—, 10.20, 10.40,
12.30,1.—*, 1.25*.
.55, 4.25, 4.50, 6.10,
uis: vm. 6,10, 6.30,
5, 9.50, 10.10, 10.30,
Nm. 12.10, 12.45,
3.10, 3.40, 4.10, 4 35
5, 8.-, 8.30.
vallen Zondags uit
'SE-SCBSLöS
1906,
b) nm. 3,23 e) g)
a) nm. 3,50 g)
„55 f)
i,23 c)
m na het vertrek van
•rke n. Neuzen vm. 8,30
orssele en Neuzen tan
minuten wachten,
orssele en Neuzen ten
0 minuten wachten
et gemaakt,
van 1.55 van Neuzen
'achten.
»G «4.
Burgemeester en Wethouders van
Vlissingen
gelet op de wijziging van artikel 65
der drankwet bij de wet van 30 Dec.
1905, („Staatsblad" no. 361.)
Geven kennis aan hen, wien eene
afwijzende beschikking is uitgereikt op
hun verzoek tot voortzetting van den
verkoop van alcoholhoudende dranken
andere dan sterken drank of van al
coholvrije dranken na 31 December
1905, dat zij hun bedrijf kunnen voort
zetten tot 31 Juli 1906, doch dat zij
voor het bekomen van verlof tot voort
zetting daarvan na dien datum, een
nieuw verzoek aan ons college behooren
in te dienen vóór 1 Maart 1906op
welke verzoeken alsdan vóór 1 Mei
1906 schriftelijk zal worden beschikt.
Voorts herinneren zij belanghebben
den dat bij Kon. besluit van 7 Fe
bruari jl. wjjziging is gebracht in de
eischen waaraan de localiteiten moeten
vpldoen, gesteld bij Kon. besluit van 1
April 1905 („Stbl." no. 120} waarvan
ter secretarie (bureau bevolking) kennis
kan worden genomen.
Vlissingen, 20 Februari 1906.
Burg. en Weth. voornoemd,
VAN DOORN VAN KOUDEKERKE.
De Secretaris,
WITTEYEEN.
SCHOOLWEZEN.
De Plaatselijke Commissie van Toe
zicht op het Lager Onderwijs maakt
bekend, dat de openbare lessen aan
onderstaande openbare scholen zullen
worden gehouden
op Donderdag 22 Februari, 24 uur
(Een Noord-Beiorsche vertelling.)
12.)
Da wagen kwam voor.
Op de dorschdeel waren allen, die tot
de hoeve behoordeD, weder bijeengeko
men. Lenz stond naast zijn vader, ook de
kramer met Philomena ontbraken niet.
Met een spotachtig lachend gezicht kwam
de roode Pecbler aansluipen en leidde
Nannei aan zijn hand weg, juist op het
oogenblik, dat de ruiker overhandigd
zou worden.
Philomena vermoeide zich tevergeefs
ef om hem te. vinden. De kruik, waarin
dij gestaan had, was en bleef ledig.
Ontwijfelbaar moest iemand hem gesto-
'en hebben.
„Maar waar is nu de ruiker werd
gefluisterd. Ook Nannei was verslagen,
^jj bad van het geheele voorval en van
wn twist over den ruiker niets bemerkt
12e klasse, school F, hoofd de heer v>
d. Slikke
op Vrijdag 23 Februari, 2—4 uur,
12e klasse, school B, hoofd de hoer
Op den Zieke
op Maandag 26 Februari, 24 uur,
12e klasse, school A, hoofd de heer
Landsman.
Ouders, voogden of verzorgers van
leerlingen en belangstellenden worden
uitgenoodigd deze lessen bij te wonen.
De Commissie voornoemd,
JOS. VAN RAALTE, Voorzitter.
A. VAN DE SANDE, Secretaris.
Se oud liberalen.'
„De Tijd* wijdt een bespreking aan
het artikel van prof. Van der Vlagt de
Februari-aflevering van „Onze Eeuw", j
van welk artikel wij ook een uittreksel
hebben opgenomen. De denkbeelden van
prof. Van der Vlugt over een „gezonde"
hergroepeering der partijen, geeft het
katholieke blad aanleiding tot de op
merking
„Waar de ochlocratie en demagogie
moeten gekeerd worden, kunnen de
vrij-liberalen op onze hulp rekenen,
maar het voorstel, om tot dat doel een
duurzaam bondgenootschap met deze
tegenstanders der christelijke staatkunde
aan te gaan, kan ons afgezien zelfs van
de eigenaardige berekeningen, waarvan
dit voorstel vergezeld ging volstrekt
niet bekoren.
Meent prof. Van der Vlugt zelf in
ernst,dat het denkbeeld van een duurzaam
samengaan met de oud-liberalen bij
de katholieke, anti-revolutionnaire en
vrij anti-revolutionnaire Kamerleden in
de gegeven omstandigheden zóó alge-
meene instemming zou kunnen vinden,
dat uit deze diverse groepen een meer
derheid verkregen wordt, die zich te
vreden stelt met de bescheiden, hoofd
zakelijk negatieve taak van het „even
wicht" te herstellen of te houden
tussohen de verschillende machten Zou
de boogleeraar het van de coalitie
fracties een verstandige politiek vinden,
als zij, met het oog op zulk een poover
en daarenboven zeer problematisch re
sultaat, de voordooien vqn het christe
lijk bondgenootschap en van onderlinge
samenwerking gingen prjjsgeven
Van de scherpzinnigheid des heeren
Van der Vlugt verwachten wij een
juister en voor onze staatkundige repu
tatie gunstiger oordeel. Wenschen kan
de vrij-liberaal zulk eene vergaande
kortzichtigheid der christelijke partijen
welvroeger kon hij ze misschien ook
nog met eenig recht verhopenmaar
nu bijna geheel de christelijke pers
zich, na de stembusnederlaag van 1905,
voor de instandhouding der coalitie heeft
uitgesproken, kunnen wij bezwaarlijk
aannemen, dat van dezen wensch en
van deze hoop nog iets anders dan een
teleurstellende illusie is overgebleven."
„De Tijd" meent overigens dat de
jongste gedragingen van de oud-libera
len niet in staat zijn om het vertrou
wen te versterken in de kracht en de
standvastigheid dezer fractie.
„De jongste geschiedenis van het
oud-liberalisme is inderdaad zoo treurig
mogelijk. Met woorden verzetten zij
zich keer op keer tegen het aandringen
eu stormloopen der demagogische mach
ten, maar als het aankomt op daden,
aan de stembus en in de Kamer (bij
de 10 opeenten en de oorlogsbegrooting
b.v.), drijft de Kuyperophobie hen in
de armen van den vijand, voor wiens
doqdelijke omhelzing zij, en niet ten
onrechte, vreezen. Ze droomen van niet
te verwezenlijken „hergroepeeringen",
welke de ochlooratie moeten weren,
maar in het reëele leven zijn ze niet
genoeg nuchtere politici, om de voor
de hand liggende middelen aan te grij
pen, welke de overheersching van den
geduchten demos alleen kunnen keeren."
en er niet het minste vermoeden van.
Door bovenmatig groote drukte in de
keuken had zij niet eer kunnen komen
voor Pechler haar wenkte en zij dus het
oogenblik voor gekomen hield, waarop
zij als bakster en als maakster van den
ruiker de haar verschuldigde eer zou
ontvangen. Eer zij echter hare verwon
dering over het verdwijnen van den
ruiker te kennen gegeven had, voelde
zij zich door den ouden man van ach
teren aangegrepen en door een opening
naar voren schuiven, bp welke bewegiDg
hij tegelijk den vermisten ruiker in de
hand duwde.
Terwijl de kogelboer en de kramer
met elkander aan het benedeneinde der
tafel twistten, was hij in de schuur
gesloopeu en had het voorwerp van den
twist, dat aan het boveneinde der tafel
over de zitplaats van den koning stond,
doen verdwijnen.
„Ga vooraan, Nannei!" fluisterde hij
haar toe. „Als de koning de brug afgaat,
is het tijd."
Hoe sluw zij ne_ berekening geweest
was, had hij toch buiten den waard
gerekend. Op hetzelfde oogenblik, toen
Nannei voorwaarts trad, werd eone
vreemde hand van ter zijde uitgestoken,
Soe.-democratische kapitalisten.
„Er zijn nu eenmaal in onze partij"
aldus schreef het „Volk" „een
aantal mannen en vrouwen, die niet tot
de loonarbeiders in engerenzin behooren.
Sommigen van hen beschikken over
meer of minder ruime inkomsten, uit
kapitalistische ondernemingen, waarbij
zij direct of indirect betrokken zijn. Maar
pleit dit tegen het socialisme De cle-
ricale, liberale of anarchistische debater,
die met zulke dingen komt aandragen,
doet eene poging tot misleiding van het
publiek, dat hem hoort
De Amsterdamsche correspondent van
de „N. Rott. Ct.," hierop aandacht ves
tigend,, zegt
Wij zijn zoo vrij den schrijver erop
te wijzen, dat hij de zaak niet precies
juiBt voorstelt. De waarheid is, dat de
sociaal-democraten zeiven, onwillekeurig,
huune kapitalistische voormannen in
opspraak brengen, omdat zij met hun
kapitalisme verlegen zitten. Dr. Jan van
den Brink, de Bredasche priester-soci
aal-democraat, is nog maar kort in de
partij. Vandaar dat hij niet wetende,
wat immers reeds vroeger geconstateerd
werd opschrikte, toen hem te Hil
versum voor de voeten werd geworpen
dat Van Kol mijnaandeelen bezit.
Hem, die volgens de leer der sociaal-
demooratie het kapitaal heeft leeren
verfoeien als het bloedgeld van den ar
beider, als den vloek der hedendaagsche
maatschappij den kapitalist heeft hooren
brandmerken als den parasiet, die zich
vastzuigt op het blanke lijf van den
arbeider, hem moet de opmerking,
dat velen der voormannen in de partij
zeiven, gelijk het „Volk" het thans ook
uitdrukt, „direct of indirect betrokken
zijn bij kapitalistische ondernemingen",
als een lage verdachtmaking in de ooren
hebben geklonken. En niet zijn „goe
digheid" of „gulheid" dreven hem tot
een onderzoek naar de waarheid der
bewering, maar de mogelijkheid, dht de
bewering waar kon zijn, bracht zijn ge
weten in opstand. Eu zoo bracht hij
den hal aan het rollen.
Derde herhalingsoefening.
Te 's Gravenhage werd Zondag de
nationale betooging tegen de 3e herha
lingsoefening gehouden.
De heer Roodhuyzen, die zich een
groot voorstander noemde van onze
defensie, betoogde dat bjj die defensie
ook rekening moet worden gehouden
met den economischen toestand, die
hier gedoogt de 3e herhalingsoefening
vol te houden, daar ze onhoudbare toe
standen schept op het platteland. Vooral
dr. Van Leeuwen, die in plaats van
mr. Troelstra optrad, zette het stand
punt uiteen der Sociaal-Democratische
Arbeiders-Partij. Deze ontkent volstrekt
niet de plicht van ieder burger tot het
verdedigen van zijn vrijheden, maar
komt op tegen bet tegenwoordige stel
sel, waarbij het leger niet meer is een
gewapende volksvertegenwoordiging en
de afzichtelijkste uitwas van het huidige
miiitairisme is de 3e herhalingsoefening.
Nadat de heer Ter Laan de techni
sche zijde der quaestie had behandeld
en er op gewezen, dat in alle partijen
het militairistisch streven met wantrou
wen werd gadegeslagen, vandaar de
stijging van de 7 stemmen voor zijn
amendement in 1904 tot 31 in 1905,
werd een motie aangenomen, waarin de
nationale betooging tegen de 3e herha
lingsoefening, gehouden op Zondag 18
Febr. 1906 in het gebouw „Concordia"
te 's Gravenhage, georganiseerd door
den Landelijken Bond van Miliciens,
j oud-miliciens, reservisten en laudweer-
1 mannen met de medewerking van den
Haagschen Bestuurders Bond, Sehie-
damschen Bestuurdersbond, Alg. Ned.
Typografen-Bond, Alg. Metaalbewer
kers-Bond in Nederland, Euschedéschen
Bestuurders Bond, Baarnsehen Bestuur
ders Bond, afd. Gouderak van het Alg.
Ned. Werklieden Verbond, Utreeht-
schen Bestuurders-Bond, Alg. Ned.
Bond van Handels- en Kantoorbedien
den, Alg. Ned. Lompenbewerkers-Bond,
Leeuwarder Bestuurders-Bond, afdee-
ling Krimpen a. d. Lek, S. D. A. P.,
werkliedenvereeniging „Onderling Be
lang" te Lekkerkerk gehoord hebbende
hoe zwaar de 3e herhalingsoefening
drukt op de betrokkenen, mannen van
27 en 28 jaar en hun gezinnen
Verzoekt den minister van oorlog en
de leden der Tweede Kamer met aan
drang hun aandacht te willen wijden
aan deze zaak
ten einde zoo spoedig mogelijk tot
wetswijziging te geraken, waardoor aan
den zwaren last een einde zal worden
gemaakt en de 3e herhalingsoefening
zal worden afgeschaft.
Bij Kon. besluit is bepaald, dat de
zeemilicien-verlofgangers van de lichting
die haar den ruiker ontnam.
Het was Lenz.
„Je zult den ruiker niet overgeven,
trotsch ding 1" riep hij, spottend lachend,
met een blik waarin nog zjjne onver
minderde woede over de ontvangen
terechtwijzing gloeide. „Een kind, dat
niet eens een vader heeft, mag dat niet
doen dat zou eene Bchande zijn voor
den geheelen Kogelhof."
Dit alles had zoo plotseling plaats en
was zoo spoedig weder voorbij, dat zelfs
de dichtst nabestaanden er nauwelijks
iets van bemerkt hadden. Philomena,
wie Lenz den ruiker in de hand drukte,
was verstandig genoeg van de gelegen
heid gebruik te maken, want reeds in
het eerstvolgende oogenblik stend zij met
diepe buigingen voor den vriendelijk
glimlachenden koning, die met dank
zegging, maar zonder verdere vragen te
doen, den ruike: aannam en over de
brug wegging,
Pechler stond roerloos en keek als
van den donder getroffen voor zich.
Nannei was, als door een beroerte ge
troffen, tegen den muur gevallen.
Het was haar onmogelijk zich een
duidelijke voorstelling van het gebeurde
te maken.
1904, met uitzondering van hen die
krachtens de artikelen 99 en 114 van
de militiewet 1901 daarvoor nog niet
in aanmerking komen, en diegenen van
vorige lichtingen, voor wie krachtens
een dier artikelen 1906 als het derde
dienstjaar moet worden beschouwd, in
dit jaar zullen worden opgeroepen tot
opkomst in werkelijken dienst, op de
daartoe door den minister van marine
te bepalen datums, ten einde gedurende
den tijd van 5 weken te worden geoefend.
De minister van marine heeft be
paald, lo. dat de opkomst van de zee-
inilieiens, bedoeld in voorschreven be
sluit, met uitzondering van de zee
milicien-kustwachters, zal plaats hebben
op Donderdag 5, Vrijdag 6 en Zater
dag 7 April, naar gelang van de schepen
aan boord waarvan zij zullen worden
geoefend2o. dat de opkomst van de
zeemilicien-kustwachters zal geschieden
op een nader te bepalen datum in
Juni of Juli: 2o. dat do miliciens
zich, elk op den bij nadere oproeping
voor hem te bepalen dag, te 12 uren
des middags, of zoo spoedig mogelijk
na dit uur, gekleed iu huune bij ver
trek met groot verlof medegenomen
militaire kleedingstukken en voorzien
van hunne kooigoederen, zoomede van
hunne zakboekjes, behooren aan te mel
den aan boord van het schip, waarop
zij zuilen worden geoefend, met dien
verstande, dat zij hiertoe slechts dan
den vorigen dag reeds op reis behooren
te gaan, wanneer de plaats van be
stemming niet binnen één dag kan
worden bereikt.
Telegrafaaron langs radiografischen weg.
Door de Rotterdamschen Kamer van
Koophandel en Fabrieken werd aan den
directeur-generaal van de posterijen en
telegraphie een schrijven gezonden,
waarin de wensobelijkheid wordt be
toogd in 't belang hierbij van handel
en scheepvaart, ook hier te lande de
gelegenheid te openen om aan de tele
graafstations dépêches aan te bieden ter
verdere verzending van een dier stations
langs radiographischen weg.
Niet dat Lenz haar den ruiker ont
rukte en haar de verwachte eer ont
nomen had, maakte op haar eene ver
nietigende uitwerking, neen, de woorden
waarmede dit gedaan was, hadden haar
verplet.
Had zij wel goed gehoord
Zij, die zich, zoolang zij leefde, niet 1
kon herinneren ooit iets slechts te heb- J
ben gedaan, die met alle moeite en vlijt j
getracht had als een eerbaar, al was het
dan ook als een arm meisje, door de
wereld te komen zij, die zich gevleid
had, dat niemand in de gemeente op
haar iets verleggen of op haar uit de
hoogte kon neerzien, zij zou nu iemand
zijn, die zioh in het openhaar niet mocht
vertoanen, of als zij het toch deed, de
plaats en het huis, waar zij zich ver-
toonde, schande aandeed.
„Vader riep zij, zich met geweld
bedwingende en naar haaradem hijgende.
„Vader, wat heeft hij gezegd Hij heeft
mij beschimpt hij heeft mij een
bastaard genoemd en gij gij stondt
er bij en dulddet het Gij hebt mij niet
geholpen. Spreek zijt gij dan niet,
voor wien ik u mijn leven lang gehou
den heb P Zijt gij mijn vader niet 1
Zij greep den oude bij den arm en
Loewoe.
Bij het departement van koloniën is
ontvangen het volgende van 18 dezer
gedagteekende telegram van den gou
verneur-generaal van Nederlandsch-In-
dië, betreffende de militaire actie in het
landschap Loewoe, vermeld in de Ne-
derlandsche „Staatscourant" van 18/19
dezer
„In Loewoe werd vermeesterd de
zwaar versterkte kampong Baeboenta
na heftigen tegenstand. De vijand had
negentig dooden en wij gewond elf
militairen beneden den rang van offioier,
waarvan vier Europeanen,
„Bij de doorkruising van het gebied
van Djaladja en Ronkong werd geen
verzet ondervonden. De bevolking waa
gedeeltelijk teruggekeerd. De zwaar ver
schudde hem om hem uit zijne schijn
bare verdooving te doen ontwaken en
teekenen van leven te geven. Hjj bleef
zwijgen, wendde zich van haar af en
wreef zich met de hand over de oogen,
om de tranen weg te wisschen, die als
het eenige, maar al te verstaanbare
antwoord hem langs de magere vingers
rolden.
Met een kreet van schrik liet zij hem
los en zonk op een stoel neerals be
wusteloos staarde zij voor zioh heen,
eerst de handen wringende, dan ze
weder in haar schoot vouwende, terwijl
hare borst als door krampen geschud,
zwoegde, en geen weldoende traan hare
oogleden bevochtigde. „Dus was het dan
toch waar 1 Zij was vaderloos ze waa
vaderloos ze was een van die onge
lukkige schepsels, die voor hunne eigen
bloedverwanten een verwijt, voor alle
anderen tot een last, tot een voorwerp
van minachting opgroeien, zooals een
op den weg liggende zaadkorrol achteloos
onder de voeten van den wandelaar
vertreden wordt of wegkwijnt.
(Wordt vervolgd.)