Vrijdag 10 Februari. 9e twee Verschoppelingen. FEUILLETON. No. 40 44e Jaargang. 1906. Binnenlandsohe berichten VlISSIWSdlE COURANT. Prijs pet drie maanden f 1=8©» i%asneo jjse. jpusz 1.50. Afzonderlijke nummers 5 eent. Men abonneert zich bij alle Boek handelaren Postdirecteuren of rechtstreeks bij den Uitgever F. VAN DE VELDE dr.. Kleine Markt, I. 187- M ADVERTENTIESvan 14 regels ƒ0.4:©, if oor eiken regel meer 10 eent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing dantelfde advertentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Groote letter# en cliché's naar plaatsruimte. Vcrschynt dagelyks, uitgezonderd op Zon- en feestdagen. Ba Rijksmiddelen. Het jaar 1906 heeft, wat de opbrengst van 's .Rijks middelen betreft, zich goed ingezet. Ondanks toch het recht van successie over de afgeloopen maand Januari ruim 41/, ton minder in 's Rijks schatkist bracht dan in Januari 1905, is de totaal opbrengst van de eerste maand des jaars mier dan 3 ton hooger dan verleden jaar. Dit wijst op een nog steeds stijgen van de inkomsten uit de bestaande belastingen, een verblijdend verschijnsel. De verschillende rubrieken nagaande, zien wij dat meer hebben opgebracht de grondbelasting f 36,791, de personeele belaBting f85,010, de bedrijfsbelasting f55,965, de vermogensbelasting f16,928, de invoerrechten f121,088, de suiker, accijns f 106,690, de wjjnaccijns f 5922, de accijns op het gedistilleerd f 73,897, de zoutaccijns f13,708, de accijns op bier en azijn f 17,884, de accijns op het geslacht f 63,135, de belasting op gouden en zilveren werken f3970, de zegelrechten f39,604, de registratie rechten f57,869, de hypotheekrechten f4618, de posterijen f 54,167, de rijks telegraaf f32,761 en de loodsgelden f9771. Minder leverden opde successie rechten het bedrag van f463,760 en de domeinen f17,911. De totaal opbrengst van Jan. 1906 was f 10,708,068.77® tegen f 10,389,943.76® in Januari 1905, hetgeen voor dit jaar een voordeelig verschil geeft van f318,125.01. („N. Ct.") talen vergunningsrechten aan te wenden tot afkoop van die vergunningen, welke boven het maximum zijn en die dus volgens de wet moeten vervallen. Toepassing van art. 43, wat betreft het toelaten van personen beneden den 16 jarigen leeftijd in lokalen waar ster kedrank wordt verkocht, leidt tot on billijkheden eenetzijds en teleurstelling anderzijds. Wijziging hiervan in zoover dat het alleen verboden is aan personen beneden den leeftijd van 16 jaar ster kedrank toe te dienen, wordt wensche- iijk geacht. Zeer bezwarend is de bepaling, dat bij openbare verkoopingen, verhuringen i of verpachtingen gedurende twee uur vóór het begin tot twee uur na den af- loop ervan geen sterkedrank in het j klein mag worden verkocht. Het laten i vervallen hiervan of wijziging in zoover dat twee uren Da dén afloop vervalt, wordt gewenscht. De verschillende bezwaren werden j schriftelijk en mondeling toegelicht. De j minister, die de afgevaardigden zeer welwillend ontving, gaf toezegging, dat hij zich met de voorbereiding van een herziening der wet zal bezighouden, daarbij te kennen gevende, dat ook hij een herziening wenschelijk acht. De afdeelingen der Tweede Kamer hebben benoemd tot voorzitters de heeren RoesBingb, Van Vlijmen, Talma, Smeen- ge en Bos en tot on der-voorzitters de heeren Heemskerk, Van Dedem, Nolens, Kolkman en Van Karnebeek. Bezwaren tegen de drankwet, Zaterdag jl, zijn hij den minister van binnenlandsohe zaken op audiëntie ge weest afgevaardigden van den Frieschen hond van hotel-, café en soeieteitshou- ders en van de afdeeling Assen van den bond van vergunninghouders, om den minister te wijzen op verschillende be zwaren, welke de tegenwoordige drank wet medebrengt, en aan te dringen op wijziging daarvan. Gewezen werd op de bepaling, dat de vergunning niet berust op het pand. maar eigendom is van den bewoner, wat een groote onbillijkheid wordt geacht. "Wijziging van de wet in dien zin, dat de vergunning berust op het pand, opdat deze kon worden over gedragen aan den opvolger, wordt wen schelijk en billijk geacht. Moet het aan tal vergunningen op een maximum worden gebracht, dan is hei billijker, dat dit bereikt wordt, door de te be- (Een Noord-Beiersche vertelling.) Nederland en de Marokkaansclie eonferentie. In sommige buitenlandsche bladen wordt de veronderstelling geuit, dat Nederland ter Marokko-conferentie met Duitschland zal medegaan. Dergelijke mededeelingen, waarvan wij de betee- kenis in het midden willen laten, kun nen verkeerde voorstellingen doen post vatten. Wij meenen daarom de op zich zelf overbodige opmerking niet te moeten achterwege laten, dat nog onlangs bij de begrootingsdiscussie in het Neder landsehe Parlement, de lijnen der bui tenlandsche politiek van Nederland dui delijk zijn aangegeven. Aan haar be ginselen getrouw zal de Nederlandsehe regeering er zeker niet aan denken baar gedragslijn te laten bepalen door eenige met de groote politiek verband houdende overweging. Het standpunt van Neder land als handelsmogendheid, die trou wens in den Noordwestboek van Afrika geen bijzondere belangen heeft, wordt j van zelf bepaald door het feit zijner medeonderteekening van het verdrag- van Madrid. De Nederlandsehe regeering zal echter natuurlijk bereid zijn om, met handha ving der uit dit verdrag voor Nederland voortvloeiende rechten, te doen wat zij vermag in het belang der eenstemmig heid ter Conferentie. Telepluoimummer 10. afwijzend was beschikt op zijn verzoek om het ambt van reserve-tweede-luite nant bij de landweer te mogen bekleeden, ongegrond verklaard. Naar aanleiding van deze beslissing heeft de minister van oorlog mij mede gedeeld dat het vooreerst niet in zijn bedoeling ligt, aan de reserve-plicbtige onderwijzers, behoudens de gewone diensten voortvloeiende uit de thans op hen rustende verplichtingen, nog andere diensten op te dragen, welke met hunne onderwijzers-functiën niet zouden zijn te vereenigen, terwijl in ieder geval bij het ontwerpen van regelen voor de toekomst, zooveel mogelijk met de verplichtingen, uit die functie voortvloeiende, rekening zal worden gehouden. Ik heb de eer hierop, in verband met eventueels aanvragen van onderwijzers om vrijstelling van het verbod, ambten of bedieningen te bekleeden, uwe aan dacht te vestigen. Het komt mij voor, dat de mededeelingen van Z.Ex. den minister van oorlog uit den aard der zaak van invloed moeten zijn bij de toepassing van art. 38 dor wet op het lager onderwijs te geven. Abonnenjents-Advertentiën op zeer voordeeligc voorwaarden. E3ïEZaö!3$-nS*E2SEa voor wachten. Het is mogelijk, dat de overheid er ook niets aan doen kan. Maar bet verlangen is billijk en ge rechtvaardigd, dat zij overwege of zij er iets aan kan doen. 8.) Waarom zou Nannei niet zoo goed zijn als de anderen Yoor den dag met je bezwaren!" zeide hij, gereed om den strijd te beginnen. „Nu, als ik het toch zeggen moet, zeg ik het thans ging de vrouw voort. „Wat zal men dan zeggen als de koning den ruiker neemt, bedankt en vraagt wie toch het wonderkind is en hoe zij heet Zal men dan zeggen dat zij geen vader of moeder heeft Dat zij zelfs in de gemeente niet thuisbeboortDat ze niets is dan een bastaard?" Dit verwijt scheen de oude man niet verwacht te hebben. Hij was zichtbaar ontsteld en moest zich een poos bezinnen eer hij kon antwoorden. „Eén bastaard zeide hij terneer geslagen, „ja, dat is zij, maar het is De minister van binnenlandsohe zaken heeft aan de Ged. Staten der provin ciën het volgende schrijven gezonden „Bij Kon. besluit van 18 Sept. 1905 is een beroep van een onderwijzer tegen een besluit van Ged. Staten, waarbij Naunlooze vannootsokappan, Na een bespreking van de naamlooze vennootschappen concludeert het „Utr. Dbl." lo. de Staat moet zich wel wach ten, den valschen schijn van een zeker heid op te wekken, welke uit den aard der zaak geen zekerheid zijn kan 2o. de Staat moet niet treden op bet gebied waarheen de voorzichtigheid en verstan digheid der burgers kan reiken alleen daar waarheen die voorzichtigheid en verstandigheid niet reiken. kan, daar is het punt, waar de Staat zou kunnen ingrijpen. Om een voorbeeld te noemen als het publiek, op grond van snorkende prospectussen, nu eenmaal aandeelen wil koopen in mijnen van caoutchouc in Alaska, of in cultures van berken schors in Midden-Afrika, of in goud- delverijen aan de Zuidpool, of in an dere fraaie wonderen in verre oorden, dan moet de overheid bedenken, dat j de dommen „doch nicht Alle werden", j w. a. w. dat er onder menschen altijd j eendvogels zullen voorkomen en hen j gerust hun gang laten gaan. Want als men ze den toegang tot den eenen put verbiedt, zullen zij toch in een anderen loopen. Het is altijd nog beter, dat de Staat de onderdanen als groote kindo ren, dan dat hjj ze als kleine kinderen behandelt. Ook groote kinderen moeten door schade wijs wordenen worden ze heel niet wijs, dan vertegenwoordi gen ze voor den Staat ook geen waarde. Maar als een jaren gevestigde ven nootschap een algemeenen roep van soliditeit heeft verworven en de kassier of de directeur gaat met de kas op den loop, ja, daar kunnen ook voorzichtige en verstandige lieden zich veelal niet haar schuld niet. Dat is toch geene schande voor haar." Op de aanwezigen maakten deze woorden een onmiskenbaren indruk. Zij waren zoo volkomen in tegenspraak met de openbare meening en het algemeen gevoelen, dat er eene levendige veront waardiging zich openbaarde. „Wel, dat zou wel wat nieuws zijn", klonk het van verschillende kanten. „Bij ons in de gemeente is dat geen mode dat zou er nog bij moeten komen dat bastaards met onze kinderen gelijk ston den. 't Is waar, zij kan het niet helpen, maar wel hare moedermaar daar kunnen wij niets aan doen, dat moet zij maar met haar moeder afmaken, als ze baar in de eeuwigheid ontmoet." „Stilte daar, jelui allen", met deze woorden overschreeuwde de burgemees ter het geraas. „Verwijder je, Pechler KasparDe menschen hebben gelijk. Als de Kogel boer hier was, zou hij uit spraak moeten doen, maar daar hij er niet is, moet ik als burgemeester in zijne plaats optreden. Het gaat nietvan een onecht kind kan de koning geen ruiker aannemen; dat zou eene schande zijn voor den Kogelhof en de gansche gemeente. Wat moet de koning wel van Sommige distriots-eommandanten der landweer hebben den minister van oorlog machtiging verzocht, landweerplichfcigen, van wie vermoed wordt, dat zij wellicht lichamelijk ongeschikt zijn voor de ver vulling van hun dienst bij de landweer, voor een geneeskundige commissie te brengen. De minister heeft echter te kennen gegeven, dat hij die machtiging niet wenscht te verleenen doch heeft l bepaald, dat bij het verslag wegens hot jaarlijksch onderzoek een lijst hunner namen kan worden toegevoegd, zullende dan door hem worden overwogen in hoever er aanleiding bestaat den inspee- i teur van den geneeskundigen dienst der landmacht uit te noodigen, hen aan een geneeskundig onderzoek te onderwerpen. Bij het jaarlijksch onderzoek der land- weerplichtigen werd door velen hunner verzocht wegens tijdverzuim een gelde lijke vergoeding te ontvangen. Dit ver zoek is door den minister van oorlog afgewezen, omdat ook den verlofgangers der militie geen vergoeding wordt toe gekend. De directeur-generaal der posterijen en telegraphie brengt ter kennis van belanghebbenden, dat in Juli a. s. een vergelijkend onderzoek zal plaats hebben voor ambtenaren der postergen en te legraphie, die wenschen te worden op geleid voor commies der posterijen en telegraphie. Hiervoor worden 35 plaatsen openge steld, waarvan ten hoogste 4 voor vrou welijke oandidaten. Zie verder „St.-Ct.'" no. 38. Christelijke patroons. De jaarvergadering van de Vereeni- ging van Nederlandsehe christelijke pa troons zal onder presidium van het lid der Eerste Kamer, den heer Hovy, van Amsterdam, plaats hebben op 22 dezer te Utrecht. Na afdoening der huishoudelijke werk zaamheden, splitst de vergadering zich in twee secties. In de eerste sectie zal het oud-Ka merlid, mr. 8. de Vries, van Amster dam, een referaat houden over De wenschelijkheid en mogelijkheid om de Kamers van Arbeid zoodanig te reor- ganiseeren, dat ze bij conflict tusschen patroons en werklieden dienst kunnen doen en ook gebruikt zullen worden als verzoaningsraden of arbiters. In de tweede sectie zal prof. mr. P. A. Diepenhorst, hoogleeraar aan de vrjje universiteit, een referaat houden over Het Pachtcontract. De algemeene vergadering zal daarna conclusies nemen naar aanleiding van de beide referaten. Nederlandsehe industrie. Dat de bekendheid en de arbeid van onzen minister Kraus in Chili niet zon der gevolg blijven voor Nederland, blijkt o. a. hieruit, dat aan de „Hollandsche Maatschappij tot het maken van werken in gewapend beton", gevestigd te 's Gravenbsge, en aan de Utrechtsche Machinefabriek Frans Smulders, geves tigd te Utrecht, zeer belangrijke beton werken en de levering van achttien hy draulische hefwerktuigen met pompen zijn opgedragen door do Chileensehe regeering, ten behoeve van hare werken aan de haven van Talcahuano. ons denken Hij behoeft immers niet te weten dat er bij ons zulke kinderen zij oBijgevolg moet eene andere den ruiker overgeven De kramer bad reeds eenige malen zijn mond opengedaan om ook zijn ge voelen te kennen te geven, maar het was hem niet gelukt met zijne stem de andere ruwe kelen te doen zwijgen. Thans gelukte het hem van eene gaping in het gesprek gebruik te maken en zich te doen verstaan. „Het is gemakkelijk te vinden", zeide hij, „er behoeft volstrekt niet geharre ward te worden. Het is bepaald een geluk dat ik op de gedachte gekomen ben met mijne Philomena hierheen te reizen. Zij behoort tot de naaste bloed verwanten mijne dochter zal den ruiker overgeven." Deze voorslag vond als het oordeel van Salomo algemeen bijval. „Ja, zoo zal het zijn", luidde het uit éen mond. „Op die wijze is er geen strijd en geen ergernis de oude zeden blijven in eere en wij behoeven dan niet bang te zijn voor het invoeren van zulke nieuw modische dingen." Pechler zag wel dat tegenover zulk eene eenstemmigheid met woorden niets Het bestuur der vereeniging „Centraal Israëlistisch Krankzinnigengesticht in Nederland" deelt mede, dat deze week ten behoeve van de op- en inrichting vau het gesticht zijn ingekomen drie giften te zamen tot een bedrag van f 40,000. 'Vlissingex;,, iS Febp. Hedenmiddag werd het stoffelijk over schot van wijlen den heer T. C. Dom misse ter aarde besteld. Op den dooden- akker werden opgemerkt de burge meester, de wethouders met den ge meente-secretaris en enkele leden van den gemeenteraad, de predikant der Engelsche gemeente en vertegenwoor digers van vereenigingen, waarin de overledene zitting heeft gehad. Nadat de kist in de groeve was neer gelaten werd het woord genomen door da. B. Tichelman, die den heer Dom misse herdacht als een der oprichters van het Militair Tehuis. Hij schetste v<at hij in de 30 jaren, gedurende welke hij aan deze instelling verbonden was hiervoor heeft gedaan en wees er tevens op dat met den overledene de laatste der oprichters van bet Militair Tehuis Vervolgens werd gesproken door ds. P. K. Dommisse, emeritus-predikant en broeder van den overledene. De oudste zoon, de heer J. H. Dom misse, dankte, namens de familie, voor de laatste eer aan zijn vader bewezen. uit te richten was. Er zou bovendien geen tijd voor geweest zijn, want van buiten klonk reeds gejuich en gejoedel en enkele schoten verkondigden dat de lang verwachte en vermiste vorst ge vonden was en behouden het huis naderde. Allen snelden naar buiten om hem te zien, te ontvangen en luid toe te juichen. Pechler met Lenz waren de laatsten, die achter gebleven waren. Hij ging nu op den knaap af, nam hem van het hoofd tot de voeten met een eigenaardigen blik op en vraagde „Nu, wat zeg jij er nu van Lenz gaf geen antwoord en verliet schouderophalend de deel. „Nu", riep de andere hem halfluid achterna „je hadt ook je hoosheid eens moeten vergeten en een woordje voor Nannei spreken maar ik zal het jou en de anderen wel inpeperen, het on echte kind zul je niet langer verstooten. Je meent zeker, dat de zaak al voorbij is volstrekt niet daar zal Pechler Kaspar een schotje voor schieten. Ha, ha!" riep hij uit, terwijl hij zich hardop lachend op da knie sloeg, „wat zal de koning een schik hebben als de gebochelde hem don ruiker aanbiedt." Het bestuur der vereeniging „Hulp in Nood" deelt ons mede, dat het heden, namens het dames comité, hetwelk de uitvoeringen van „Jantje in Modderstad" organiseerde, een bedrag ontving van 215. Een gelijk bedrag is ook toegezonden aan de presidente der „Vliesingsche Vrouwen vereeniging. Mochten we vroeger reeds lof toe zwaaien voor de welgeslaagde uitvoe ringen, thans willen we niet nalaten onze hulde en gelukwensch toe te bren gen aan bovengenoemd damescomité waar het blijkt, dat ook de finantieele uitkomst zoo schitterend is. De aankomst des konings was oorzaak dat niemand op zijne woorden lette en hij zich ook onopgemerkt onder de juichende en met den hoed zwaaiende menigte kon mengen, in welke de koning met zijne gewone vriendelijkheid en min- zamen glimlach zich bewoog, terwijl hg naar alle kanten door vriendelijk met het hoofd te knikken zgn dank betuigde. Het kostte den hoogen heer moeite door het gedrang te geraken, en zijne bedien den hadden de handen vol om baan voor hem te maken en de menschen te be wegen achteruit te gaan door de mede- deeling dat Zijne Majesteit door de jacht en een hem daarbij overkomen ongeval vermoeid en ontsteld was. De meeste gaven gehoor aan het verzoek, maar nu was er een algemeen verlangen om van den Kogelboer te vernemen, wat den koning eigenlijk overkomen was. Slechts de dikke firma „Raaf en Gier" liet zich evenmin overreden als de vrij heer Von Steinerlei te bevredigen was. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1906 | | pagina 1