I'S
1906.
CAO
m lartj
ïïïïsd"
L QidnaV
lilDIRHST
Vrijdag
2 Februari.
Binnenlandsche berichten.
44e Jaargang.
unmmst
FEXJILLETON.
No. 28.
meisje,
INKT
mtaardige Wijn)
Land- en Tuinbouw.
rs bereik!
1.50
ons O !8.
A @ER)
1UIL, voor een als
hten sloep. Brieven
Vlissingsche Court.
B. BIJLEVELO.
randstoflen.
LARFTAN MlEROP
een net aankomend
iren oud.
leging van Alkohol
id en Koortswerend.
i smaak en opwekkend.
te bevelen voor zieken
erstellenden.
erflesch f 2.50.
1.35
ip "der „Eama Qnina"
rland en Kolomen:
aven 30, Rotterdam.
gen-MlMelimeg v.v
KEN (Remise) v.ia.
werkdagen) 5.50.
y.m. 7.55, 9,30. 11.
1.15, 2.-, 2.45, 3.30,
7. 7.50, 8.40, 9.30,
3TJRG (n. Zeil mar kt
5 15* 6.20*, 8.40, 10.15,
1.20, 2.05, 2.50, 3.35,
7.05, 7.55, 8.45, 9.35,
rijden slechts tot do
|n: vm. 6.6.20, 7.—
'.30, 10.—, 10.20, 10.40,
12—, 12.30,1.—*, 1.25*,
3.55, 4.25, 4.50, 6.10,
3-20.
insluis: vm. 6,10, 6.30,
9.15, 9.50, 10.10, 10.30,
.50. Hm. 12.10, 12.45,
3.10, 3.40, 4.10, 4 .35
7.25, 8.—, 8.30.
;en vallen Zondags tut
VLISSISaSCIE COURANT.
Prijs per drie maanden J* 1.30O "feffle© p©:> 1.50»
Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek
handelaren Postdirecteuren of rechtstreeks bij den Uitgever
F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt, I. 187-
ADVEKTENTIËN: van 14 regels ƒ0.40, Vo®r elke» regel
Meer 10 cent. - Bij duecte opgaaf yan driemaal plaatsing dcrwlfde
advertentie word! de prijs slechts twee maal berekend. Groots letter»
en cliché's naar plaatsruimte.
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zon- en feestdagen.
Telepb lonnummer 10.
Abonnements-Advertentiën op zeer roordeelige voorwaarden.
Marinebegrcofing.
De memorie van antwoord op het
verslag der Eerste Kamer nopens de
Jlarinebegrooting, spreekt van teleur
stelling, dat 's minister's optreden wei
felend is genoemd. Ware de toestand
van 'a lands financiën boter geweest,
de minister zou wel geen volledig plan
voor aanbouw van nieuw materiaal
hebben aangeboden, maar toch zoodanig
materiaal hebben aangevraagd, waarvan
de noodzakelijkheid ook zonder zulk
een plan zou kunnen worden aange
toond. Voor het opmaken van bo
venbedoeld program ontbrak de tijd.
Vertraging in den thans in gaDg zij nden
aanbouw had door de ministersverwisse
ling niet plaats gegrepen. Een ontwerp
organisatie van de zeemacht met aan-
bouw-plan zal bij de volgende begrooting
warden overgelegd.
Inkrimping van het aantal maritieme
directiën acht de minister niet mogelijk
of inkrimping in haar formatie finan
cieel voordeelig zal zjjn, wil hij onder
zoeken.
Dat de minister niet krachtig de orde
en tucht zou handhaven en zou „par-
lementeeren" met de matrozen, spreekt
hij krachtig tegen. Voorts verdedigt hij
de samenstelling van de commissie in
zake samenwerking van land- en zee
machtmet het oog op de technische
vraagpunten mochten de inspecteurs
van artillerie en genie niet ontbreken,
Evenzoo was de aanwezigheid noodig
ven den kotnmandani van de stelling
Den Helder en die van den chef van
des marinestaf.
Slechts gedeeltelijke mededeeling van
het rapport kan de minister overwegen
Meer dan het reeds meegedeelde kan
evenmin uit het rapport in zake de
stranding der „Evertsen" worden ge
publiceerd. De beproeving van de on-
derzeesche torpedo boot is slechts voor
eenige maanden onderbroken.
Voor het opheffen van twee der drie
marine-directiën zouden alleen argu
menten in verband met de defensie
mogen gelden en deze verzetten er zich
tegen naar de zienswijze des ministers,
zoodat hij te dezer zake geen commissie
noodig acht. Aanstelling van in de rech
ten gepromoveerde ambtenaren wordt
aan het ministerie van marine onnoodig
Politieks predikanten.
„N. R. Ct." en „Stand." kunnen het
maar niet eens worden over de bemoeie
nissen van predikanten met de politiek.
De „Stand." had enkele namen van
predikanten van links opgesomd om te
betoogen, dat men zich links niet ergert
over het feit, dat predikanten „aan de
politiek doen", mits ze maar „ageeren
tegen Kuyper". Doch daarop antwoordt
de „N. R. Ct." dat de opgesomde Kamer-
TEE-SCBSLÖB*
Lari 1906.
ks.
a) b) nm. 3,23 e) g)
25 a) nm. 3,50 g)
i. 1,55 f)
i. 3,23 o)
ïuten na het vertrek van
iskerke n. Neuzen vm. 8,30
Borssele en Neuzen ten
20 minuten wachten.
Borssele en Neuzen ten
30 minuten wachten.
niet gemaakt.
ioot van 1.55 van Neuzen
wactvtea,
vervaard.
(Naar 't Engelsoh.)
81.)
„De barones zegt dat lady Ballington
bij hem is. Gaan wij om elf uren,
mijnheer Herepath."
„Ja, ik zal zorgen dat ik gereed ben."
Zij dankte hem met een blik, gaf hem
de hand en wenschte hem goeden nacht.
„Kent gij den jongen Beresford,
Nathalie vroeg Jasper Herepath.
„Ik, beste jongen, hoe zou ik hem
kennen antwoordde zij glimlachende.
„Ik kom tegenwoordig nergens. Ik ken
geen jonge mensohen. Lady Ballington
es ik hebben natuurlijk elkander bezocht,
dat is alles. In het voorbijgaan gezegd,
26 zeide mij dat zij een neef te B. had."
„Nu, dat is dan het jonge mensoh,
'eer wien wij zulk een lange reis ge-
Maakt hebben", antwoordde Jasper met
zucht.
leden de heeren Moens, De Meyier,
Lieftinok, Houwing, Roessingh, Poel
man, Meichers, Hugenholtz, waarbij het
liberale blad nog voegt de heeren Yan
Höevell en Blaupot ten Cate zich
allen van het kerkelijk ambt hadden los
gemaakt Zoolang Groen van Prinsterer
de leiding Lad, was er „van een optre
den van predikanten zooals men tegen
woordig ziet, in de verste verte geen
sprake". De „N. R. Ct." zou ook de 1
predikanten niet van elke politieke be-
moeiing willen buitensluiten, maar waar
ze evenals de Gereformeerde predi
kanten op de conferentie te Leiden
tegen opkwam is „de verregaande over
drijving waarvan men in de laatste
jaren getuige is".
De „Stand." erkent als op zichzelf
juist, wat op de Leidsehe conferentie
werd gezegd „dat wanneer de predi
kanten zich al te zeer en te algemeen
als politici op den voorgrond stellen, dit
èn voor de Kerk èn voor den Staat na-
deelig kon zijn". Maar als ook het anti
revolutionaire hoofdorgaan dit op zich
zelf juist noemt, „dan zijn immers alle
partijen het op dit punt eensWat
spartelt het dan nog tegen vraagt de
„N. R. Ct."
„Laat de „Stand." er liever toe mede
werken" zoo maant het blad „dat
bij volgenda verkiezingen hare partij
den ai te grooten jjver van de geeste
lijke heeren, die aan hare zijde staan,
intoome, opdat de ergernis die zich
nu ook in eigen kring zoo krachtig
openbaarde worde weggenomen".
Op de tegenwerping in de „N. R.
Ct." dat „in de dagen van Groen in de
verste verte geen 'sprake was" van het
optreden van predikanten in de politiek
als thans, antwoordde de „Stand.", dat
de anti-revolutionairen in den tijd
„hoofdzakelijk den schoolstrijd" streden,
en dat in die dagen reeds tal van pre
dikanten „druk met Groen correspon
deerden en openlijk streden aan zijne
zijde", a. d. z.dr. A. Kuyper, Brons
veld, Buytendijk, Pierson, Brummel-
kamp, Nonhebei, Heldring, Cohen
Stuart, Tinholt, Doedes en Yan Dijk.
Maar van dat „correspondeeren" en
„openlijk strijden" was geen sprake,
repliceert de „N. R. Ct." „wij hadden
het over een optreden van predikanten
in den politieken strijd zooals men tegen
woordig ziet". In Groen's tijd stelden
zij zich „niet op den voorgrond".
Kamer, van 18821887 en van 1888
1894 lid der Eerste Kamer en van
18921894 deken der orde van advo
caten te Amsterdam.
Prof. Rosénstein. t
Prof. Rosenstein is gisterenmiddag
in de kliniek van het Roode Kruis,
Jan van Nassaustraat, waar hij ver
pleegd werd, plotseling overleden. Over
zijn leven volgen hier enkele bijzonder
heden
Samuel Siegmund Rosenstein werd
in 1832 te Berlijn geboren en studeerde
in zijn geboorteplaats eerst in de wijs
begeerte, daarna in de natuurkunde,
om in 1854 te promoyeeren op een
dissertatie: „De cyclopia interanimalia
observata", welke als antwoord op een
academische prijsvraag was geschreven
en een plaats verwierf in Virchow's
Archiv. Yan 1856 tot 1858. was hij
daarna assistent van prof. Wagner in
het gasthuis te Dantzig, om daarna als
praktizeerend geneesheer in Berlijn
terug te keeren, waar hij ia 1863 pri
vaatdocent werd aan de Universiteit.
In 1865 kwam Rosentein in ons land
door een benoeming tot hoogleeraar te
Groningen, Hij aanvaardde zijn ambt
met een rede over „Die Beziehungen
zwisohen Wissenschaft und Praxis in
der Medicin" en bleef daar Jaar werk
zaam. Naar Leiden vertrok hij in 1872,
waar het onderwerp van zijn intree
rede was Eet tegenwoordig karakter
der geneeskunde, waarin hij dé micro
benleer met betrekking tot de besmet
telijke ziekte behandelde. Het verder
deel van zijn werkzaam leven bleef hij
te Leiden gevestigd voc een beroep
naar Amsterdam in 1S82 bedankte hij
en verwierf zich daar een wereld
roep. In 1902 eindelijk noodzaakte de
70-jarige leeftijd hem zijn ambt neer
te leggen. Toen bleek in ruime mate,
hoezeer bij zijn ambtgenooten, leerlingen
en oud-leerlingen zijn verdiensten wer
den op prijs gesteld.
Herinneren wij eindeljjk nog, dat
prof. Rosenstein bij wijlen Koning Wil
lem III in zijn laatste ziekte, in consult
geroepen werd.
De overledene was ridder in de orde
van den Nederlandschen Leeuw en
ridder 3e kl. der orde van den Gouden
Leeuw van Nassau. („Yad.")
Uit Amsterdam wordt het overlijden
gemeld van mr. M. J. Pijnappel, oud-
Kamerlid en oud-lid van den gemeente
raad van Amsterdam, in den ouderdom
van 76 jaar.
Mr. Menso Johannes Pijnappel werd
in 1830 te Amsterdam geboren, pro
moveerde in 1855 aan de Universiteit
te Utrecht tot doctor in de beide rech
ten en vestigde zich als advocaat te
Amsterdam.
De overledene was van 18661869
en van 18941901 lid der Tweede
„Zoo, zoo Dan is het zeker de neef
die ziek is. Ik dacht dat het de zoon
was", antwoordde zij.
„Neen, het is Vere Beresford."
„Hé, ik dacht dat mijnheer Beresford,
de zoon van lord Ballington, te jong
was voor een engagement, en toen ik
miss Pelham zag was ik er over ver
baasd dat zij met hem geëngageerd zou
zijn. Hij is veel beter geschikt voor miss
Yan Yoorst, de Amerikaansche erfge
name. Miss Pelham is een heel lief
meisje, Jasper, zij boezemt mij veel
belang in, en ge moet mij alles omtrent
baar zeggen. Ik heb in langen tijd zulk
eon schoon gezicht en zulke fijne ma
nieren niet gezien."
„O, ik was er zeker van, dat gij haar
op den rechten prijs zoudt schatten,
Nathalie", riep Jasper uit. „Zij is wer
kelijk bekoorlijk en haar gemoed even
schoon als haar gelaat."
De barones keek hem plotseling door
dringend aan en zuchtte.
„Zeg eens", zeide zij zacht, „gij weet
zeker veel van haar
„O ja, heel veel. O, Nathalie, had zij
haar hart niet aan een ander geschonken,
dan zou zij mij het verledena vergeten
en weder op liefde en geluk hebben.
Nog kan er Kalniet op liet
Grasland.
Japik. Wat dunkt je, Krijn, zou ik
dit jaar ook eens wat kalimest op mijn
grasland brengen, of zou het zonder
kunnen
Krijn. Je komt met die vraag wel
wat laat, Japik. Die bemesting, indien
noodig, had eer moeten gebeuren, doch
te laat is het nog niet. En of het noodig
is Dacht je soms van niet
Japik. Je weet, buurvelen geven
alleen slakkenmeel en ik heb het ook
jaren gedaande oogsten worden er
wel niet beter op, maar 't is dan ook
een goedkoope bemesting.
Krijn. Dat is waar, en breng je er
niemendal op, zooals velen doen, dan
is het nog goedkooper.
Japik. Nu drijf je er den spot mee,
Krijn.
Krijn. Ik wil maar zeggen, dat die
zuinigheid de wijsheid bedriegt en dat
je zelf het kind van de rekening wordt.
Japik. Dus w e 1 kalimest
Krijn. Wis en warempel, buurman
En vooral niet minder kaïniet dan slak
kenmeel. Dit wordt nog maar al te veel
gedaan en dat is glad verkeerd, 't moet
juist andersom.
Japik. Nu overdrijf je zeker?
Krijn. In 't geheel niet. 't Is een feit,
dat gras meer, veel meer kali voor zijn
groei behoeft dan phosphorzuur, dat,
zooals je weet, in het slakkenmeel zit.
Als je b. v. 400-Sff00 Kilo slak per
bunder geeft, kun je gerust op je kali-
arm land 500800 Kilo kaïniet aan
wenden, dat is zeker niet te veel. En
ik houd het er voor, dat je van beide
meststoffen nog vrij wat meer met voor-
doel kunt uitstrooien, maar dat moet je
door proeven uitmaken.
Japik. Aangenomen Maar zeg me
eens is het voor kaïniet niet te Iaat,
en is het ook wel raadzaam op mijn
nat land, dat geregeld 's winters onder
water staat, kunstmest uit te strooien
Me dunkter komt niets van terecht.
Krijn. Wat je eerste vraag betreft,
Krijn zooals ik zei, te vroeg is het
niet, maar het kan nogtot einde Fe
bruari kun jij op jouw land, waar de
grasgroei zoo iaat begint, het kaïaiet
gerust uitstrooien.
Japik. Maar het verlies, jong, de rest
gaat verloren in 't water.
Krijn. Dat je land geregeld onder
water staat, is natuurlijk niet zoo beat,
je gras wordt er niet beter van, daar
zullen we later nog wel eens over
praten. Maar daarom behoef je het mes
ten niet na te laten, althans niet met
kaïniet en slakkenmeel. Wou je er
super of Chili op brengen, dan zou ik
zeggen ho mannetje, doe dat niet, want
die meststoffen spoelen eer weg met
het water. Doch nu ga je je gang maar
op grond van jarenlange waarneming
houd ik me overtuigd, dut het verlies
niet groot zal zijn.
Japik. 't Maakt dus niets uit, dacht je
Krijn. Dat beweer ik niet. Beter acht
ik het voortaan tijdig en vóór het
onderloopen de meststoffen er op te bren
gen. Nu je dit verzuimd hebt, zeg ik
echter laat het mesten niet na, doch
haast je dan nu
Japik. Nog vandaag doe ik de be
stelling.
Hoenderfokkerij.
Hoenderlief hebbers en landbouwers,
die in de hoenderteelt een bron van
bijverdienste zoeken, moet het kunst
matige broeden worden aanbevolen als
de eenige juiste oplossing, om de hoen
ders naar believen te kunnen produceeren,
onafhankelijk van het jaargetijde, en
gezonde waar naar eigen keuze te
krijgen. Als de beste en goedkoopste
broedmachine wordt geroemd „Ideal,"
fabrikant de heer Th. H. v. Beneden
te Heelsum (Geld.), die door bet aan
brengen van een door hem uitgevonden
Electrische regulateur bet verbroeden
der eieren onmogelijk heeft gemaakt,
terwijl de temperatuur zelfs geen deeltje
van een graad te hoog of te laag kan
gaan. Bovendien is de behandeling dezer
broedmachines uiterst eenvoudig.
De naam „Ideal" is geen humbug,
het bereikbare schijnt ons hier bereikt
de machine werkt alleszins voortreffelijk
en overtreft de hoogste verwachtingen.
Geen geknoei heeft men bij deze heete-
lucht machine met 'water-reservoirs,
kwik of aether-regulateurs, roetpypen
enz.
Ze is verkrijgbaar voor 60, 120 en
220 eieren, prijzen f 50, f 66 en f 85.
De kweekmachine „Ided" voor 50 a
75 kuikens kost slechts f35. De cata
logus wordt gratis en franco toegezon
den.
Gezwollen oogenenz.bjj hoender».
Veelvuldig zijn dezen'herfst en winter
de klachten over gezwollen oogen, snot,
diphteritis enz. bij hoenders en tal van
slachtoffers zijn door deze ziekten ge
maakt. Verschillende middelen worden
daartegen aangeprezen, die weinig of
geen baat geven. Beproefde middelen
echter zijn die van den heer F. Ylas-
kamp Jr. te Rotterdam, zooals uit vele
getuigschriften blijkt. Mevrouw Yon
Omphal Hugenholtz, medewerkster aan
„De Veldbode" schreef nog dezer dagen
in dat blad „Wijzelf hebban de ziekte
nooit anders gehad dan bij gevolgelte,
dat van een tentoonstelling kwam, en
toen iB de kwaal genezen door het ge
bruik van de medicijnen van den heer
Vlaskamp te Rotterdam. De prijs van
Yiaskampïn tegen snotsziekte is f 1 per
doos, met 15 ets. vrachtvan Kampïn-
zalf tegen oogziekte en pokken 35 ets.
per potje, penseel 5 ets. met 10 ets.
vracht.
I Kunstmeststrooiers.
Deze komen meer en meer in gebruik'
sinds doelmatige machines, waarbij de
I vroegere gebreken geheel of ten deele
zijn opgeheven, in den handel zijn ge
komen. Uit de yerschillende systemen
is het dikwijls moeilijk 'een keuze te
doen. Een paar „Schlörs Kunstmest
strooier" van zeer sterke constructie dn
eenvoudige praotisohe samenstelling, en
merk „Ideaal," beide van Boeke en
Huidekooper te Groningen, zijn aanbe-
velenswaardigo, gezochte merken. „Ide
aal" schijnt vooral door de gebruikers
geprefereerd te worden, getuige de vele
attesten, waarover de firma beschikt en
die getuigen van uitstekende werking
en ideaal werk.
kunnen doen hopen, maar dat mocht
niet zoo zijn. Zij en Vare zijn reeds vele
maanden lang met elkander verbonden
en hebben elkander reeds in hunne
kinderjaren gekend,"
Hij vertelde nu Margareths geschie- j
denis aan de barones, die zwijgend en
vol sympathie luisterde.
„Gij zijt niet veranderd, Jasper", zeide
zij, toen hij geëindigd had, „Zorgen en
verdriet hebben u niet verbitterd, noch
uw hart binnen engere grenzen besloten.
Gij hebt u in deze zaak zeer edelmoedig
en ridderlijk gedragen. Miss Pelham mag
u wel zeer dankbaar zijn."
„Gij vleit mij, beste nicht. Gij hebt
mij altijd bedorven en daardoor mijne
gebreken en tekortkomingen over 't
hoofd gezien, ook zelfs toen ik nog een
kind wasmaar om mijnentwille zult
gij goed zijn voor het arme meisje, niet
waar Zij heeft eene vriendin noodig.
Hare familie is tegen haar huwelijk met
Yere, en zij zijn beiden arm."
„Om uwentwille wil ik alles doen voor
haar wat ik kan. Ik zal best met haar
over den weg kunnen, Jasper. Ik houd
nu roods van haar en het gebeurt mij
niet dikwijls dat iemand mjj op het eerste
gezicht bevalt,"
Door een goede naohtrust verfrischt,
stond Margareth den volgenden morgen
op en ontmoette met een bevalliger en
beminnelijker voorkomen dan ooit Jasper
en de barones in de ontbijtkamer.
Zoodra het ontbijt was afgeloopen,
gingen zij naar het huis, waar Vere
Beresford zijn intrek genomen had.
Zij kwamen aan de deur en zagen dat
al de blinden gesloten waren. Margareth
werd doodelijk bleek. Jasper klopte met
een somber voorgevoel aan de deur. Er
kwam geen antwoord. Hij klopte nog
eens en nogmaals, en ten laatste hoorde
men het geluid van voetstappen, die
den trap afkwamen, en een man deed
de deur open.
„Of mijnheer Beresford tehuis was
Wel, monsieur was reeds vier dagen
geleden vertrokken. Monsieur Beresford!
Juist, zoo heette monsieur. Of hij ziek
was. Neen, dan had mademoiselle het
mis. Monsieur was wel, heel wel. (De
man lachte hierbij heel vreemd.) Made
moiselle zou monsieur Beresford in het
hotel „St. Alphonse" vinden, waar ook
madame Yan Yoorst hare apartementen
had wel te verstaan als madame niet
reeds naar Parijs vertrokken was
daar was hij niet zeker van."
„Maar dan moet er eene vergissing
zijn", riep Margareth uit, terwijl Jasper
plotseling bleek werd. De barones heeft
mij gezegd dat lady Ballington gekomen
en bij hem was."
„Ha!" riep de man uit; „ik vraag
u duizendmaal pardon 1 Mademoiselle
zal lady Ballington op het Engslsohe
consulaat vinden bij den jongen heer,
die zoo ziek zoo erg
„Natuurlijk. Laat ons er heengaan",
riep Margareth uit, zich driftig tot
Jasper wendende.
„De man heeft ongetwijfeld gelijk,
Yere moet beter zijn, of tenminste bijna,
en is nu naar het consulaat gegaan."
„Als gij wilt, zullen wij gaan, miss
Pelham, maar ik geloof dat het beter
is dat wij eerst naar het hotel „St.
Alphonse" gaan!" antwoordde hjj, toen
zij op weg gingen.
„Het hotel „St. Alphonse" 1" riep
Margareth verbaasd uit,
„De man heeft immers duidelijk ge
zegd dat Yere Beresford daar logeert.
Hij zal hem toch wel beter kennen dan
mijne nicht", zeide hij langzaam.
{Wordt vervolgd.)