Dinsdag 30 Januari. Ho. 25. 44» Jaargang. 1906. FEUILLETON". Land- en Tuinbouw, VLISSIMSCHE COURANT Prijs pet drie maanden 1J& fene© pes- iposi 1.50. Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij den Uitgever F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt, I. 187- ADVERTENTIES"van 14 regels ƒ0.40. Voor eiken regel meer 10 cent. Bij diiecte opgaaf ran driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slechts twee maal berekend. Groote letter» en cliché's naar plaatsruimte. Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zon- en feestdagen. Telepliooimuminer 10. Ahonnements-Advertentiën op) zeer voordeelige voorwaarden. BinnenlandsGhe berichten Staatsbegrooting voor 19^6. Aan de Memorie van Antwoord op hoofdstuk V (binnenlandsche zaken) is het volgende ontleend De minister meent dat voor de be noeming van een Staatscommissie tot wijziging der gemeentewet vooralsnog niet voldoende aanleiding bestaat. In verband met zijn bekend werkplan kan de minister geen toezegging doen omtrent zijn voornemens met betrekking tot de banken van leening. Zoowel bij de schriftelijke als bij de mondelinge gedachten wisseling over deze begrooting in de Tweede Kamer heeft de regeering te kennen gegeven, dat zij niet voornemens is, den strijd, waar toe de jongste wijzigingen van de wet ten op het hooger en het lager onderwijs aanleiding hebben gegeven, te heropenen, doch dat zij aan de in het vorige jaar tot stand gekomen wetten loyaal uit voering wenscht te geven. Met genoegen zag de minister in het Voorloopig Verslag dat, tegenover de bedenkingen van één der leden tegen de door de regeering gevolgde onderwijs politiek, onderscheidene anderen on der wie ook leden waren die betreurden, wat op het gebied der onderwijswetge- ving in het vorig jaar had plaats gehad de gedragslijn der regeering goed keurden. Waar krachtig optreden tegenover de houding van onderwijzers noodig is, zal de regeering niet nalaten haar plicht te doen. De wenschelijkheid van discipli naire straffen is herhaaldelijk uitgespro ken. Men moet daarbij echter in het oog houden, dat deze zaak niet zoo eenvoudig is te regelen, als zij schijnt. De straf mag niet schaden aan het pres tige van den onderwijzer tegenover de leerlingen, zal hij in zijn betrekking te handhaven zijn. Uit hoofdstuk VIII (oorlog) nemen wij het volgende op Dank betuigende voor den toegezeg den steun, hoopt de minister die ver beteringen in het defensiewezen aan te brengen, die hij noodig acht. De mi nister zal streven naar bezuiniging en er voor zorgen, dat men op defensiege bied „waar voor zijn geld" krijgt. Bij de in overweging zijnde wijziging der militiewet bestaat niet het voorne men de 4-maanders door 6-maanders te vervangen. Wanneer het den minister mogelijk blijkt tot de vermindering, c. q. ophef fing van het blijvend gedeelte, over te gaan, behoeft men geen vrees te koeste ren, dat men dientengevolge bij rust verstoring of plotseling opkomende moeilijkheden geruimen tijd zonder troe pen zal zijn. De minister overweegt maatregelen, waardoor in de behoefte aan troepen zou kunnen worden voor zien, zonder dat men dadelijk gedwon- tl (Naar 't Engelsch.) gen is tot het oproepen van geheele lichtingen der militie. De minister wijst er op dat de naam „bezuinigingscommissie" niet juist uit drukt, wat noodig is. Beter ware te spreken van vereenvoudiging, waardoor bezuiniging mogelijk zal worden. Ter geruststelling van de volksver tegenwoordiging en van het volk is de minister intusschen volkomen bereid om na 1 of lx/2 jaar mede te werken om een centrale commissie als Staats commissie te doen instellen. In die Staatscommissie zou zeker plaats zijn voor leden van het parlement, hoewel het volstrekt niet uitgesloten is, dat deze des bereid ook in de kleine commission zitting nemen. Een commissie, aan welke zou opge dragen moeten worden het herzien van de grondslagen, waarop leger en lands verdediging berusten, zou de minister in verband met zijn verantwoordelijk heid, niet kunnen aanvaarden. Tot afschaffing van het reservekader wenscht de minister niet over te gaan. Hij wil de opleiding van dat kader verbeteren. Bij de eerlang ter hand te nemen herziening van de wet tot regeling van het militair onderwijs zal de mogelijk heid van opheffing der Cadettenschool door den minister zeer ernstig worden overwogen. De overgang van het wapen der marechaussee naar het departement van justitie acht de minister niet wenscheiijk in verband met het militair karakter van het wapen. De president van de Tweede Kamer wordt tegen 6 Februari van zijn reis naar het Zuiden in den Haag terug verwacht. Als de Kamer op 13 Februari haar werkzaamheden zal hebben hervat, zul len er na die bijeenkomst nog wel eenige dagen verloopen, bestemd voor afdee- lingsonderzoek, alvorens de onderwerpen welke nog met den minister van wa terstaat vóór zijn vertrek naar Chili zullen worden afgedaan, in behandeling 29.) „Vervelen, hoe zou dat kunnen zjjn F" riep zij uit. „Kom mee, ik heb al mijne boodsohappen gedaan en ga nu regel recht naar huis." Eu nu trippelde zij naast Beresford voort, onder een vloed van woorden, en voor dat hij nog maar half zijn toestand begrepen had, was bij reeds in de ap partementen van mevrouw Van Voorst. „Daar is Milly", riep zij uit, terwijl zij de deur van de fraaie ontbijtkamer opende. „Ga maar naar binnen en sluit vrede met elkander, Milly, kind, daar is mijnheer 'Beresford, die ons komt bezoeken." Milly sprong met een vuurrooden blos en het haar in een zeer bevallige wan orde, van de sofa, waarop zij rustte, op. aIk ik hoop, miss Van Voorst, De Kamer verslaggever van „De Tel." heeft uitgerekend, dat 93 van de 100 Tweede Kamer-leden bij de jongste be- grootingsdebatten het woord hebben ge voerd. De heeren Lely en Boogaardt waren afwezig zwijgers waren de heeren Hut- saers, De Ram, v. d. Heuvel, Artz en Hennequin. Segseringstelegraffl uit Indië. Bij het departement van koloniën is ten vervolge op het in de „St. Ct." van 21/22 dezer vermelde telegram be treffende zware overstroomingen in Pe» kalongan en Semarang ontvangen het volgende, van Vrijdag gedagtee- kende telegram van den gouverneur- generaal van Ned.-Indië dat ik u geen overlast aandoe", begon Vere, die nog geen vasten grond onder zijne voeten voelde, als dat zoo is, ga ik dadelijk weg. Uw moeder drong er op aan, dat ik met haar mede zou komen, maar als ge mij liever niet wilt ontvan gen, dan „Maar ik wil u wel ontvangen", zeide zij zacht, terwijl zij hem van onder hare lange wimpers een blik toewierp. „Ik ik ben heel blij u te zien." „Dan blijf ik een poosje, als ik mag", zeide hij, zich nederzettende. „En wat hebt gij in al dien tijd, die mij zoo lang en akelig gevallen is, uit gevoerd vroeg zjj beschroomd. „Ik heb dien tijd ook alles behalve aangenaam doorgebracht", antwoordde hij tamelijk somber. „Het was in B. in den laatsten tijd erg vervelend. Ik denk dat allen spoedig den aftocht zullen blazen, nu het badseizoen voorbij is." „Lief B., lief B.", zeide zij droevig. „Ik zal liet met spijt verlaten, indien wij moeten vertrokken. Het zal altijd een aangename herinnering bij mij ach terlaten aan den tijd, dien ik hier heb doorgebracht, die voor mij de aange naamste was van mijn leven." „"Werkelijk 1 Ik zal er steeds met „De schade in de residentiën Peka- longan en Madoera is weinig beteeke- nend. In de residentie Semarang worden door het bestuur en particulieren gelden verstrekt voor voeding en huisvesting der noodlijdende bevolking en tot aan koop van padizaaihngon. Andere maat regelen zijn voorsLi >ds onnoodig." Bij het instr. bar. te Kampen werden gedurende 1905 aangenomen als volon tair 442 jongelingen, terwijl 29 onder officieren en manschappen bij het korps werden overgeplaatst van andere korpsen. Bij de verschillende reg. inf. werden overgeplaatst 31 sergeanten, waaronder 5 serg.-titulair466 korporaals, waar onder 78 korp.-titulair7 korporaals gingen bij het koloniaal werfdepot over met pensioen gingen 1 onderofficier, met paspoort 13 onderofficieren en min deren afgevoerd als deserteur 1 volon tair overleden J, volontair 1 volontair werd bij vonnis "van den krijgsraad uit den dienst ontslagen8 volontairs wer den zonder paspoort ontslagen wegens slecht gedrag. De sterkte van het instr. bat. bestond op 1 Jan. jl. uit 29 officieren, 537 onderofficieren en minderen en 15 kor poraals en manschappen, ter opleiding van het koloniaal werfdepot. tie-posten van f 525,000, samen dus c.a. f2,320.000. Dg voorzitter verzekerde, dat de pand briefhouders geen gevaar liependat alle door onderpand gedekte reserve, groot f325,000, intact bleef. Hollandsche Hypotheekbank, Zaterdagmiddag werd in de groote zaal van het gebouw van de „Maat schappij van den werkenden stand" te Amsterdam, de buitengewone algemeene vergadering van aandeelhouders der „Hollandsche Hypotheekbank" geopend door den president-commissaris mr. Eys- sell uit Den Haag. Op het podium had het volledig col lege van commissarissen plaats genomen. De groote zaal was geheel gevuld met aandeelhouders en pandbrief houders, welke laatsten met adviseerende stem krachtens de statuten toegang hadden. Onder hen bevonden zich o. a. het be schermingscomité voor de belangen der pandbriefhouders, benoemd door de Prov. Yereeniging voor den geld- en fondsenhandel, bestaande nit de heeren Kann, lid van de firma Lissa en Kann in Den Haag dr. "W. W. van der Meu- leD, Den Haag, en Schippers, bankier te Nijmegen. De president-commissaris hield een rede, waarin hij de droevige ramp die de instelling na dertig jaren van bloei heeft getroffen, uiteenzette. Volledige gegevens kunnen nog niet verstrekt worden, daar de justitie over het materiaal beschikt en zij bovendien onbescheiden mededeelingen zou kunnen maken. De fraudes bestonden in het weer in circulatie brengen van pand brieven die vernietigd hadden moeten worden, tot een bedrag van één mil- lioen zes honderdduizend de verduiste ring van kasgelden tot een bedrag van f 195,000 en knoeierijen met prolonga- gemengde gevoelens aan denken." „Waarom vroeg zij alsof zij ver baasd was. „Welantwoordde hjj lachend. „Denkt gij dat de graaf met genoegen aan den tijd, hier doorgebracht, zal denken F Arme graaf, ik heb medelijden met hem." „Spijt het u, dat ik hem geweigerd heb I" riep Milly, hare blauwe oogen wijd openende. „O, Vere mijnheer Beresford, wil ik zeggen." „Ik zeide daar, dat ik medelijden had met den armen kerel. Ik voel als me- demensch voor hem, en zulk een gevoel, ge weet het, maakt ons wonderbaar goed. Ik weet, wat hij moet geleden hebben." „Onzin antwoordde Milly, het hoofd schuddende, „hjj wilde mij a'leen om mijn geld hebben." „O, dat verbeeldt gij u maar laat ons daarover zwijgen, ik zie, dat gij al uwe bewonderaars even hard beoordeelt. Nu, ik bon blij, dat als ik ooit trouw, ik nooit zal behoeven te denken dat mijn vrouw mij voor mijn geld en niet voor mijn persoon nam. Armoede heeft hare voorrechten, en rijkdom zijne nadoelen. Alles bij elkander genomen, Kunstmest bij haver. Japik. Ik heb er over gedacht, Krijn, om dit jaar eens een proef te nemen met kunstmest. Ik heb, om zoo te zeggen, veel te veel land onder den ploeg, ik kan met de mestkar lang niet rondkomen, 't Is hard werken en met dat al krijg ik maar halve oogsten. Krijn. 't Was je eigen schuld, Japik, zooals ik je meer dan eens ge zegd heb. Het doet me genoegen, dat je nu den goeden kant uit wilt. Japik. Ja, maar nu moet jij me eens van advies dienen, om me «eens geleerd uit te drukkenbij welke ge wassen zal ik nu kunstmest gebruiken en bij welke stalmest Krijn. Ik wil je graag mijn oor deel zeggen, buur. Vergis ik me niet, dan verbouw je als hoofdgewassen aard appelen, rogge en haver. Japik. Zoo is het. Krijn. Welnu, dan geloof ik je te moeten aanraden om, als je stalmest tekort komt, in de allereerste plaats kunstmest aan te schaffen voor de haver, dat zal je het meeste voordeel geven. Japik. Zou je dat denken F Krijn. Ja, kunstmest maakt zich bij haver goed betaald en geeft dikwijls verrassende uitkomsten. Ik ken er ver- scheidenen, die met stalmest nooit an ders dan een middelmatigen oogst of minder verkregen, maar sinds ze er kunstmest bij aaD wenden zeer bevredi gende oogsten van hun akkers halen, terwijl de bemestingskosten vrij wat minder zijn. Japik. En dan moet ik den stal mest houden voor mijn aardappels en rogge F Krijn. Precies, daar zal die het meeste nut doen. Dat weetje zelf trou wens ook wel. Iedere practische land bouwer, die met oordeel en verstand boert, weet, dat stalmest meer profijt geeft bij aardappelen dan bij rogge en nóg meer dan bij haver. Ik bedoel na tuurlijk in gelijke hoeveelheid op akkers van gelijke grootte. Japik. Daar heb je gelijk in, die voordeelen zullen nog al uiteenloopen. Maar welken mest raad je me nu aan voor haver Krijn. Jo kunt thans nog aan wenden 500800 kilo kaïniet en 500 800 slak per bunder, al naar de be hoefte van je landdeze meststoffen moet je zoo spoedig mogelijk ineggen of onderploogen. Japik. Kan kaïniet niet schadelijk werken door de chloorverbindingen, die het bevat meen ik te mogen zeggen, dat het voor een meisje moeilijk is een fortuinzoeker te onderscheiden van een eerlijk man, die haar bemint, tenzjj zij al heel knap is." „Dat ik, naar gij misschien wilt zeg gen, niet ben P" „O, zoo grof wil ik niet zijn, en behalve dat, kunt gij wel gelijk hebben wat den graaf betreft, ik weet dit zoo juist niet", antwoordde hij losweg. Het gesprek werd voor een oogenblik afgebroken. Milly veranderde telkens van kleur, haar boezem bewoog zich en de fijne kanten zakdoek, dien zij in haar handen hield, was bijna tot een kluwen valenciennes en mousseline verfrommeld. Zij trachtte te spreken, maar de stem begaf haar. „Mijnheer Beresford", begon zij sta melende. „Miss Van Voorst", zeide hij en wachtte op haar antwoord. „Ik wil u iets zeggen en ik weet niet hoe ik beginnen moet. Ik ben bang." „Bang", antwoordde hij lachende. „Ja, gij zijt zoo onaardig en sarcas tisch en en zoo hard." Ik ben, dat weet ik, een mensch vol Krijn. Je weet er al wat van, merk ik. Ja, daarom moeten we die chloorverbindingen gelegenheid geven weg te zakken. Talm dus nietje kunt kaïniet en slak, vlak vóór het uit strooien, vermengen, dat bespaart arbeid. Japik. En is het daarmee afge- loopen F Krijn. Neen, er moet nog stik- stofmest op: Chili, 109 kilo per bun- der bij 't opkomen, en 3 weken later nog eens zooveel. Japik. Ik dacht eigenlijk, dat er meer kaïniet op moest. Krijn Nu, je hoeft op jouw kali- armen grond de minste gift niet te geven. Maar wacht er nu niet mee, Japik, want het is tijd. Japik Het komt in orde, buur adieu Kunstmest. Velen zijn er, die gaarne eens voor tuin of akker een proef willen nemen met kunstmest, maar niet de noodige kennis bezitten om met oordeel de mest stof te kiezen, welke zij voor dit of dat gewas behoeven. Het is al bjjna 20 jaar geleden, dat de bekende firma G. J. Krol en Co., te Zwolle voor het eerst in haar prijscourant een specialen kunst mest vermeldde, bepaaldelijk voor hen, wien het moeilijk viel een keuze te doen. Honderden hebben sinds met vrucht van die aanbieding gebruik gemaakt en zijn geregelde afnemers geworden. "Wie in dezelfde omstandigheden verkeeren, kunnen we daarom zonder schroom aanraden een proef te nemen met G. J. Krol en Co.'s, kunstmest, f 9.25 per 100 kilo. Vlissingsn, S0 Jan. De heer A. 8. Talma, lid van de Tweede Kamer, zal Vrijdagavond in de zaal Stofkoper voor de afdeeling „Pa trimonium" in een openbare vergade ring als spreker optreden met het on derwerp „Staat en Maatschappij bij sociale hervorming," Er zal gelegenheid worden gegeven tot debat. in uw oogen, maar ik wist Voor een vrij goed bezette zaal werd gisteravond in het Concertgebouw een concert gegeven door de Wilhelmina- kapel een waardig slot van den wed strijd voor voordrachten. Want het aanwezige publiek heeft blijkbaar ge noten van de pakkende muziek, die ten gehoore werd gebracht. Zoo ergens, dan werd hier met krachten getooverd en mogen wij met gerustheid den heer Bek- ker en zijn kleine maar dappere schaar een eeresaluut brengen voor hun aardig program, dat zoo geheel in de lijn was met wat voor dezen avond vereisoht werd. De omstandigheid, dat van vreem den moeilijk kan worden gevorderd nog eens even naar het ver afgelegen Vlis» singen te komen, was oorzaak, dat do prijswinners niet konden verschijnen, niet dat gij mij bepaald voor gevaarlijk hield. Ik geloof, dat gij mij alles, wat gij wilt, zonder eenig gevaar kunt zeggen." „Wat ik u wilde zeggen was", begon zij langzaam, „dat ik mij dwaas heb aangesteld en u op den avond van het bal onrecht deed." Vere's hart klopte luid, maar hij ging op zijn spottenden toon voort. „Hoe, an toch hebt gij den graaf weggezonden I" „Neenriep zij half schreiend, half boos uit, ik was dwaas toen ik u wegzond, Vere". Bij deze woorden viel zij op de sofa neder en barstte in tranen los. Nu had hij het spel in zijne handen, dat gevoelde en wist hijmaar een oogenblik lang aarzelde hij nog, want Margareth's gelaat rees voor hem op en hare afscheidswoorden weerklonken in zijne ooren. „Ach zuchtte Milly, ik zie het wel, gij veracht mij. Ga maar weg ver laat mij." „Neen, ik verlaat u niet", zeide hij krachtig, maar bijna koud. Wordt yervelyd.)

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1906 | | pagina 1