1906. Zaterdag 27 Januari. Telepliooïiüuminer 10. No» 23. 44e Jaargang. Binnenlandsclie berichten Voorstellen aan den Gemeenteraad VLÏSSINGSCBE COURANT. Prijs per drie maanden ƒ1801 i&aaeo jp® JMsi 1.50. Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij den Uitgever F. VAN DB VELDE Jr., Kleine Markt, I. 187- ADVERTENTIËNvan 14 regels ƒ0.40, Voor eiken regel meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt, de prijs slechts twee maal berekend. Groote letter» en cüché's naar plaatsruimte. Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Sou- en feestdagen. Set verlof van minister Eraus. Naar aanleiding van de door ons vermelde opmerking van „De Vader lander" over de reis van minister Krans, schrijft „De Standaard" weêrHet wordt nu toch al te gek, De „Vader lander" beweert nota bene, dat de Kamer niets te maken heeft met het reisje van minister Kraus. Immers, zegt de slimme redactie, artikel 77 van de Grondwet zegt„De Koning stelt ministerieele departemen ten in, benoemt er de hoofden van en ontslaat die naar welgevallen," en daaronder vallen dan ook de voorwaar den, waarop een minister zijn benoe ming aanneemt, Dat is inderdaad een redeneering uit de oude doos. In elk geval door-en door inconstitutioneel. Volgens die rede neering is het ministerie verantwoords- lijk aan de Staten-Generaal voor alle regeeringsdaden, behalve voor de be noeming van ministers. Daar mag de Kamer geen oordeel over uitspreken dat terrein is voor haar gesloten. Hoe is 't mogelijk, dat een blad van mr. Borgesius zóó schrijftWeet het dan niet, dat ook benoemingen van ministers het contraseign van een minister moeten hebben, juist om ook deze benoemingen onder de verantwoordelijkheid van een ministerie te brengen En het fraaist is, dat het vr.-dem. „Haagsche Week blad" ook zoo iets als de „Vaderlander" beweert. Van de zijde der Unie-libera len en der vrijzinnig-democraten wordt alzoo gepoogd, aan de ministerieele verantwoordelijkheid te kort te doen en de bevoegdheden van het p irlement te beperken, 't Wordt een zonderlinge tijd Predikanten en onderwijzers,. Bij de jongste herziening der Lager onderwijswet is er, naar men weten kan, voor gezorgd, dat een deel van het verhoogde rijkssubsidie voor de christelijke scholen ten goede zou ko men aan de onderwijzers, wier jaar wedden niet al te schitterend waren. Dit gebeurt nu, en 't leidt tot een re sultaat, dat de „Heraut", het orgaan der gereformeerde kerken, „een gevaar" heet, hot gevaar nl., dat „de salarissen der onderwijzers weldra die der predi kanten zouden gaan overtreffen." Tot staving van dit oordeel vermeldt het blad, dat in een „klein stedeke" het salaris van den hoofdonderwijzer der i christelijke school, met het oog op de verhoogde rijkssubidie, gebracht is op f1550 per jaar, terwijl de predikant der gereformeerde kerk in datzelfde stedeke maar f 1300 ontvangt. Hoofd onderwijzer en predikant (zoo wordt er bijgevoegd) hebben beiden van hun traktement een eigen woning te huren en beiden hebben te zorgen voor een gezin, de predikant voor grooter gezin dan het hoofd der school. Nu wordt er voor die school ge regeld een extra-collecte in de kerk gehouden, maar, vraagt „de Heraut", „is het nu niet te dwaas dat eene kerk, die zelf haar predikant maar f1300 traktement kan uitkeeren, nog collec teeren moet voor eene school, waarvan de hoofdonderwijzer f 1550 salaris ont vangt? Het blad komt tot de conclu sie, dat het tot wanverhoudingen leidt „wanneer de rijkssubsidie eenvoudig gebruikt wordt om de onderwijzers traktementen te verhoogen, in plaats van tot ontlasting der ouders te dienen." Dit geeft de „N. R. Ct." aanleiding 'ot deze opmerking „Herinner u, hoe in vroegere dagen offervaardigheid dier christen-ouders geroemd en geprezen werd Er waren geen woorden genoeg om den lof te zingen van dat brave Christenvolk, dat uit vrijwillige bijdragen zelf zijne scholen bekostigde. Het was met het °eg daarop, dat nu wijlen de minister Heemskerk zeide, dat, wanneer de eisch v&n subsidieering dezer scholen werd ingewilligd, het mooie er af zou gaan. En thans noemt men het dwaas, dat 1 gecollecteerd wordt voor de „Chris telijke" school, met andere woorden dat er op de offervaardigheid van het christenvolk een beroep wordt gedaan." Qefenisgen Tan da Landweer. De minister van oorlog brengt ter algemeene kennis een Koninklijk besluit van 3 Januari, waarbij werd bepaald Art. 1. De dienstplichtigen, die in de jaren 1903, 1904 en 1905 voor den dienst bij de landweer zijn bestemd, komen, met uitzondering van hen die tot de hospitaalsoldaten behooren, in 1906 ten tijde en ter plaatse of bij de korpsen, daarvoor door Onzen minister van oorlog aan te wijzen, voor zes dagen de dagen van opkomst onder de wapenen en van vertrek met verlof daaronder begrepen onder de wape nen tot het houden van oefeningen. Art. 2. De reserve officieren, reserve- onderofficieren en reserve-korporaals, die bij de landweer zijn geplaatst of die krachtens verbintenis tot vrij willigen dienst tot de landweer behooren, komen met de dienstplichtigen van het onder deel, dat onder hunne bevelen is gesteld of waarbij zij zijn ingedeeld dan wel overcompleet gevoerd, tot het houden van de bij art. 1 bedoelde oefeningen onder de wapenen, voor zooveel zij daar toe op grond van de wet- of van de uit hunne vrijwillige dienstverbintenis voort vloeiende verplichtingen,naar aanwijzing van of vanwege Onzen minister van oorlog, gehouden zijn. Bij dit Kon. besl. is gevoegd een ministerieele beschikking betreffende hetzelfde onderwerp, benevens een staat, aangevende de data van opkomst onder de wapenen en van vertrek met groot verlof van de landweer-afdeelingen der onderscheidene wapens, die in 1906 onder de wapenen zullen komen tot het houden van oefeningen, als bedoeld bij art, 11 der Landweerwet, met vermel ding van de plaatsen van opkomst. In het jaar 1906 zullen de volontairs van het instructie-bataljon en de man schappen der klasse van discipline wor den voorzien van zakdoeken, een uit rustingstuk tot nog toe alleen verstrekt aan de soldaten van laatstgenoemde inrichting. Ieder volontair ontvangt 4, iedere soldaat der klasse 3 stuks. Door Burg. en Weth. is heden aan de leden van den gemeenteraad gezonden het volgende voorstel van hun college tot HERZIENING SMS 13» JAAR WE 0- DEN VAN SOMMIGE GE. MEENXE-AMBTENAREN. Bij de indiening der gemeente-begroo ting voor 1906, werd door ons aan uwe vergadering een voorstel gedaan betref fende verhooging der jaarwedde van den gemeente-ontvanger en van den len klerk ten zijnen kantore. Daar ons evenwel bleek, dat een groot deel uwer vergadering' van oordeel was, dat ook andere gemeente-ambtenaren voor eene verhooging van jaarwedde in aanmerking behoorden te komen, werd het voorstel door ons teruggenomen, met toezegging, dat wij nauwkeurig zouden nagaan, of de jaarwedden van de verschillende ambtenaren der ge meente voldeden aan de eischen, die aan het ambt worden gesteld. Het resultaat van ons onderzoek is, dat wij verhooging noodig achten van de jaarwedden der navolgende ambte naren a. de gemeente-secretaris b. de gemeente-ontvangere. de le klerk ten kantore van den gemeente-ontvanger d. de adjunct-inspecteurs en de agenten van politie. Hoewel de traetementen van verschil lende andere am btenaren niet hoog zijn, komt het ons voor, dat zij voorloopig op voldoende wijze zijn geregeld bij verschillende verordeningen en besluiten die in de laatste jaren door uwe ver gadering zijn vastgesteld. Wij herinneren in dit verband aan de verordening tot regeling der jaarwedden van de ambtenaren ter secretarie, vast gesteld bij raadsbesluit van 5 April 1900, (gewijzigd bij raadsbesluit vau 21 De cember 1904) waarbij het stelsel van periodieke tractements-verhooging is ingevoerd de regeling van de ambte naren van den burgerlijken stand, bij Kon. besluit van 18 November 1904, no. 36 (Prov. blad no. 69)voor den deurwaarder, laatstelijk verhoogd bij raadsbesluit van 28 October 1904 den commissaris van politie, bij Kon. besluit van 5 April 1905, no. 54 den ge meente-bouwmeester, bij raadsbesluit van 27 October 1899 den len opzichter bij de fabricage, bij raadsbes'uit van 28. October 1904 de opzichters-grafdelvers, resp. bij raadsbesluiten van 23 Februari 1899 en 30 October 1903 de jaarwed den van den directeur-heraar aan de Burgeravondschool en van bet onder wijzend personeel bij bet lager onder wijs, wier bezoldigingen in de laatste jaren bij verschillende raadsbesluiten zijn vermeerderd. Thans achten wij den tijd gekomen om een verzoek te doen aan Ged. Staten dezer provincie tot verhooging der jaarwedden van den gemeente-secretaris en den gemeente-ontvangor, wier jaar wedden door genoemd college laatstelijk zijn geregeld bij besluiten respectievelijk van 16 October 1897 en 8 November 1878, goedgekeurd bij do Koninklijke besluiten van 13 Januari 1898, no. 5 en 23 November 1878, no. 31. Ook achten wij de bezoldiging van den len klerk ten kantore van den gemeente-ontvanger, wiens jaarwedde bij raadsbesluit van 30 October 1903 op f 600 is vastgesteld, onvoldoende met het oog op de positie die deze ambtenaar inneemt, terwijl o.i. eveneens de beide adjunct-inspecteurs en de agen ten van politie billijkheidshalve eenigs- zins behooren te worden verhoogd. Wij willen thans eene nadere uiteen zetting geven van de motieven, die ons er toe geleid hebben voor de genoemde ambtenaren verhooging van jaarwedde voor te stellen en komen in hiërarchi sche volgorde in de eerste plaats tot a. De jaarwedde van den gemeente secretaris. Yerhooging hiervan achten wij billijk, zoowel wegens de belangrijke uitbreiding van het zielental, dat op 1 Januari j.l. 20.002 bedroeg, als in verband met de Abonnements-Advertentiën op zeer voordeelige voorwaarden. zwaardere eischen aan bet ambt gesteld j tengevolge der invoering vaD tal van nieuwe wetten. Het bevolkingscijfer is naar wij mee- nen ook door bet college van Ged. i Staten steeds als eene bruikbare maat- j staf beschouwd voor de regeling der j salarissen van burgemeester en secretaris. Waar thans het zielental de 20.000 heeft overschreden en onze gemeente daardoor de volkrijkste der geheels provincie is geworden, meenen wij dat j de evenredige verhouding ten opzichte van de tractements-regeling in andere groote gemeenten van Zeeland is ver broken. 1 Waar de jaarwedde te Goes met 7341 zielen en Terneuzen met 9296 zielen, f 1500 bedraagt en Zierikzae met 6991 zielen thans ten opzichte van de jaar- j wedde gelijk staat met Vlissingen (f 2000), daar achten wij het billijk aan h.h. Gedep. Staten te verzoeken om de jaarwedde te Vlissingen gelijk te stellen met die te Middelburg (zielental op 1 Januari j.l. 19324) en mitsdien, bebou dens Koninklijke goedkeuring, van f 2000 tot f 2500 te verhoogen, zulks met ingang van 1 Januari j.l. Deze gelijkstelling komt ons ook daarom billijk voor, omdat de werkzaam heden aan het secretariaat te Vlissingen verbonden, vermoedelijk niet minder zijn dan aan dat te Middelburg, zulks in verband met bet belangrijke grondbezit onzer gemeente en de zeebadplaats, waaromtrent meermalen gewichtige be slissingen zijn te nemen, die ook van den secretaris bijzonderen arbeid vorderen. Bovendien heeft Vlissingen, als zich uitbreidende gemeente, in meerdere opkomende behoeften te voorzien, ten opzichte van scboolbouw, aanleg van straten en wegen enz. In de tweede plaats zijn de eiseben aan de betrekking gesteld in de jaren sedert de laatste tractements-regeling verloopen, belangrijk verzwaard door de invoering van tal van nieuwe wetten of ingrijpende wijziging van reeds bestaande wetten. Ten dezen opzichte wijzen wij op de leerplichtwet, de woning- en gezond heidswetten, de ongevallenwet met de beroepswet, de wijziging van de drankwet en de wet op het lager on derwijs, De uitbreiding der taak van het gemeentebestuur gaf, gelijk vanzelf spreekt, ook aan den secretaris tal van meerdere werkzaamheden. Ook uit dezen hoofde komt ons daar om eene verhooging der tegenwoordige jaarwedde van f 2000 tot f 2500 alles zins billijk voor, temeer daar de secre taris eene vaste jaarwedde geniet en dus niet, als sommige andere gemeen te-ambtenaren, van periodieke verboo gingen wegens diensttijd kan profiteeren. Op grond van bet voorgaande hebben wij derhalve de eer U voor te stellen, ons op te dragen aan h.h. Gedep. Sta ten namens U te verzoeken, om de tegenwoordige traetementsregeling te herzien en daarbij de jaarwedde van den secretaris dezer gemeente met ingang van 1 Januari jl., behoudens goedkeuring door de Kroon, op f 2500 te willen bepalen. b. De jaarwedde van den gemeente ontvanger bedraagt thans f1600 en komt ons evenzeer te laag voor. Daarom was reeds in October jl. door ons voor gesteld om aan h.h. Gedep. Staten te verzoeken deze jaarwedde te herzien en nader vast te stellen op f 1800. Ten opzichte van dezen hoofdambte naar handhaven wij volkomen hetgeen wij destijds in ons voorstel hebben vermeld. De regeling van diens tractement toeh dateert van 1878 en met de be langrijke uitbreiding der bevolking heeft natuurlijk ook de uitbreiding van werk voor dezen titularis gelijken tred ge houden. Voor den ontvanger wordt, naar wij meenen, in den regel als maatstaf voor de bepaling van het tractement door het college van Gedep. Staten aange nomen bet bedrag, waarover de be grooting loopt. Voor onze gemeente beloopt dit circa f300.000 en met het oog hierop komt het ons alleszins bil lijk voor dat de jaarwedde van den titularis op f1800 worde vastgesteld en derhalve met f 200 worde verhoogd. Wel is de ontvanger van Vlissingen in zooverre in gunstiger positie dan vele van zijne ambtgenooten in andere gemeenten, dat de bezoldiging van de beide klerken ten zijnen kantore ten laste der gemeente komt en dat hij vrij kantoor heeft op het raadhuis, doch hier staat tegenover dat de bezoldiging ook heel wat lager is dan in andere gemeente van ons land, met een onge veer gelijk zielental. Ten bewijze hiervan deelen wij U mede dat de jaarwedde van den ge meente-ontvanger te Alkmaar (19851 zielen) f 2000, te Kampen (19931 zielen) f 2400, te Middelburg f 2500, te Vlaar- dingen (21190 zielen) f2000 en te Zutphen (18641 zielen) eveneens f 2000 bedraagt. Tegenover het gemis van administra tie over gasfabriek en waterleiding die beide bij concessie in handen eener particuliere maatschappij gegeven zijn, komt voor den ontvanger alhier in aan merking de inning der schoolgelden van het lager en middelbaar onderwijs, waarmede in tal van andere gemeenten de onderwijzers zijn belast en voorts de plaatselijke accijns op het gedistil leerd, bij uitzondering aan de gemeente Vlissingen toegestaan. In verhouding tot andere hoofdambtenaren in onze gemeente achten wij de bezoldiging van den ontvanger ook bijzonder laag. Im mers de commissaris van politie geniet als zoodanig eene jaarwedde van f 1800, de gemeente-bouwmeester f1700 met vrije woning, te stellen op f 300, totaal f 2000 bet hoofd van sohool voor meer uitgebreid lager onderwijs, f 2200 en vrije woning, te stellen op f300, totaal f2500 en is weinig hooger dan de jaarwedde van den hoofdcommies ter secretarie, die thans f 1450 bedraagt. Waar nu de flnancieele verantwoorde lijkheid van den ontvanger zoo groot is, achten wij de betrekking belangrijk genoeg, om daaraan eene hoogere sala- rieering dan van f1600 te verbinden en stellen wij U voor aan h.h. Gedep. Staten te verzoeken, om met ingang van 1 Januari 1906, behoudens Konink lijke goedkeuring, de jaarwedde van den ontvanger dezer gemeente nader te willen regelen en op f1800 vast te stellen. e. De le klerk ten kantore van den gemeente-ontvanger geniet thans eene jaarwedde van f 600. Deze bezoldiging komt ons ook be slist te laag voor in verhouding tot het belangrijke werk, dat hem ten kantore van den gemeente-ontvanger is opge dragen en het groote vertrouwen, dat in hem moet worden gesteld. Zijn voorganger, de tegenwoordige gemeente ontvanger, genoot destijds f700, doch bij de benoeming van den tegenwoordigen functionaris werd de jaarwedde verlaagd. Nu de tegenwoor dige klerk reeds blijken heeft gegeven van met ijver en tot voldoening van zijn chef werkzaam te kunnen zijn, achten wij het alleszins billijk, om de bezoldiging wederom op het vroegere bedrag van f700 te brengen, waartoe wij U bij dezen het voorstel doen. Tevens adviseeren wij U om, in ge val uwe vergadering zich hiermede kan vereenigen, de verhooging te doen in- garn met 1 Januari jl. d. De beide adjunct-inspecteurs en de agenten van politie. De jaarwedden dezer gemeente-amb tenaren zijn geregeld bij raadsbesluit van 31 October 1901 en toen bepaald als volgt adjunct-inspecteur le klasse f700 2e 675 agent-rechercheur 665 le klasse 650 2e 600 3e 550 4e (plantsoenw.) 250 In bet adres dat door de agenten aan uwe vergadering is ingezonden, wordt verzocht om periodieke verboogingen, van jaarwedde te willen invoeren, ver goeding te willen toekennen voor bui tengewone uren dienst en eene regeling te ontwerpen voor het verschaffen van vrije geneeskundige hulp. De periodieke tractementsverhooging komt ons voor te groote offers van de gemeente te zullen vorderen, zoodat wij U adviseeren daartoe voorshands niet over te gaan. Het stelsel van vergoeding per uur van buitengewone diensten heeft even min onze sympathie. Uit den aard der zaak toch brengt de betrekking der be ambten van de politie mede, dat nu en dan dagen van buitengewoon langen en inspannenden dienst worden vereischt, waartegenover evenwel staat dat er ook tal van dagen zijn, dat de dienst gemak kelijk is waar te nemen. Eene bezoldiging voor alle bijzon dere diensten toe te kennen achten wij voor ambtenaren een zeer verkeerd systeem, dat bovendien ook nog dik wijls tot verschil van meening aanlei ding zal geven, over de vraag, of een dienst al dan niet onder de buitenge wone is te rangschikken. Omtrent het verleenen van vrije ge neeskundige hulp en de daaraan ver bonden kosten hebben wij een onderzoek ingesteld, doch zijn daarbij gestuit op eenige bezwaren, die het ons minder wenschelijk doen voorkomen om hiertoe over te gaan. Vooreerst toch zijn thans reeds enkele agenten in een ziekenfonds, of hebben een vasten geneesheer. Bij het benoemen van een politie-geneesheer zouden zij, om van het voordeel te kunnen profi teeren, somtijds hun tegenwoordigen geneesheer vaarwel moeten zeggen, iets dat voor de betrokken personen minder aangenaam is. Bovendien konden wjj van de alhier gevestigde apothekers geene opgave verkrijgen tegen welk tarief gerekend per persoon en per jaar zij de leverantie der genees- middelen op zich wilden nemen, zoodat de kosten op deze wijze vooraf niet te bepalen waren. Wij zijn daarop bij nadere overwe ging tot de oonelusie gekomen dat het meest wenschelijk zou zijn om de adjunct-inspecteurs en de agenten (be halve de plantsoenwachter voor wien wjj f 25 voldoende achten) gelijkelijk eene verhooging van jaarwedde van f 40 toe te kennen, welk bedrag door hen dan naar eigen inzichten kan worden be steed,/ betzij. door toetreding tot eeu,

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1906 | | pagina 1