Maandag
15 Januari.
Een raak die vaorzisning eischt
No. 12.
44e Jaargang.
1906.
FEUILLETON.
Biïinenlandsciie berichten.
Gemeentebestuur.
VLISSIIÏfiNdlE COURANT.
Prijs per drie maanden 1=30» Emhmo |sei' jposi 'f 1.50.
Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert, zich bij alle Boek
handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij den Uitgever
F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt, I. 187-
X
ADVEKTENTIËNvan 1-4 regels ƒ0.40, Voor eiken regel
meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde
advertentie wordt de prijs slechts tioeemaal berekend. Groote letters
en cliché's naar plaatsruimte.
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zon- en feestdagen.
Teleplioonnummer 10.
Abonnements-Advertentiën op zeer voordeelige voorwaarden.
KAMERS VAK ARBEID,
Burgemeester en Wethouders van
ylissingen, herinneren bij deze belang
hebbenden nogmaals aan hunne ver
plichting tot inzending voor 15
Januari a. s. van de lijsten, bedoeld in
artikel 1 van het Kiesreglement voor
de Kamers van Arbeid.
Niet nakoming van deze verplichting
wordt ingevolge art. 42 van de wet op
de Kamers van Arbeid gestraft met
hechten is van ten hoogste veertien
dagen of g e 1 d b o e t e van ten hoogste
vijf en-zeventig gulden.
"Ylissingen, 12 Jan. 1906.
Burg. en Weth. voornoemd,
VAN DOORN VAN KOÜDEKERKE.
De Secretaris,
WITTEYEEN.
DRANKWET.
Burg. en Weth. van Ylissingen
gelet op artikel 87 der Drankwet
doen te weten dat bij hen zijn inge-
komen
t I, een verzoek van wed. J. BRAND,
om verlof tot verkoop van alcoholhou
dende dranken andere dan sterken drank
in perceel B 14, gelegen aan de Lange
Noordstraat
II. een verzoek van Pa. Na. SCHOUT,
om idem in perceel N 105, gelegen
aan de Badhuisstraat
dat vanaf heden gedurende veertien
dagen schriftelijke bezwaren tegen het
verieenen van de gevraagde verloven
kunnen worden ingebracht bij Burge
meester en Wethouders voornoemd.
Ylissingen, 13 Januari 1906.
Burg. en Weth. voornoemd,
YAN DOORN YAN KOÜDEKERKE.
De Secretaris,
WITTEYEEN.
Wie in den jongsten tijd met aan
dacht de dagbladen gevolgd heeft, zal
daarin weder, in verschillenden vorm,
klachten hebben vernomen omtrent de
wijze van werken der zoogenaamde
huizen van koop, met recht van weder-
inkoop.
Die klachten komen, tamelijk gero
eid, van tijd tot tijd terug hoofdza
kelijk in dezen tijd van het jaar, het
geen te verklaren is uit het feit, dat
gedurende den winter, wanneer het
werk en de verdiensten gering zijn,
velen tijdelijk in geldnood verkeeren.
Vroeger nam men dan zijn toevlucht
tot de bank van leening eene instelling
die in niet al te besten reuk staat,
maar dan toch in ieder geval een van
overheidswege bestuurd of van over
heidswege toegelaten lichaam is, hetgeen
altijd eenige waarborgen aanbiedt dat
geene onbehoorlijke handelingen worden
gepleegd. Dat die vorm van geld op
nemen uit den aard der zaak altijd te
duur is, hiervan kan men de schuld
althans niet aan het bestuur of aan den
bankhouder geven.
Erger schijnt het te zijn met de eerst
in lateren tijd opgerichte huizen van
koop met recht van wederinkoop.
Feitelijk zijn deze niets anders dan
banken van leening maar het houden
van particuliere banken van leening is
in het algemeen verbodenhet koopen
van goederen met recht aan den ver-
kooper om ze terug te koopen, niet.
Yast staat het dat men, bij de wor
ding van het burgerlijk wetboek, in het
begin der negentiende eeuw, uitsluitend
gedacht heeft aan den wederinkoop van
onroerende zaken; maar men
heeft geen reden gevonden om uitdruk
kelijk te bepalen dat zoodanige rechts
handeling alleen ten aanzien van
onroerend goed zou zijn toegestaan.
Trouwens, voor zoodanige bepaling
bestond ook geen reden en zelfs thans
zou daarvoor nog geen reden aanwezig
zijn, ten minste,zoolang de verkoop
met recht van wederinkoop eene op zich
zelf staande handeling blijft. Wij zouden
tenminste niet weten welk nadeel daar
van te duchten ware. De mogelijkheid
bestaat toch, dat men tijdelijk behoefte
heeft aan versterking van middelen en
deze verkrijgt door afstand van zaken,
waaraan men gehecht is en die men
zich voorstelt zoodra mogelijk terug te
nemen. Ook hier is feitelijk van niets
anders sprake dan van leenen op pand,
want de kooper weet dat hij de zaken
later waarschijnlijk weer zal moeten
afstaan.
Iets anders is het, wanneer iemand
van deze rechtshandeling een gewoon
beroep of bedrijf maakt, met andere
woorden, ieder in de gelegenheid stelt
om alle mogelijke soorten van goederen
aan hem in eigendom af te staan, on
der voorbehoud dat ze binnen zekeren
tijd weer kunnen worden ingekocht.
Het ligt in den aard der zaak dat
daarvan zal worden gebruik gemaakt
door arme lieden, die in nood verkee
ren en kleinigheden te verkoopen heb
ben. Eveneens ligt het in den aard der
dat van terugkoopen veelal geen
zal kunnen zijn en dat dus de
kooper de koopsom zoo laag mogelijk
(Naar 't Engelsoh.)
17.)
„Ik heb nooit verwacht, noch mij
verbeeld dat mijnheer Herepath zich aan
mij verklaren zou", zeide Margareth
kalm en verachtelijk. „Ik heb hem reeds
weken geleden met mijn engagement
bekend gemaakt. Als gij het mij vergunt,
ga ik naar huis. Mijnheer Herepath, het
ware misschien, na hetgeen gebeurd is,
beter dat wij elkander vaarwel zeggen
en gij, zooals ge gezegd hebt, morgen
naar Zwitserland gaat.
„Ja", hernam hij droevig. „Morgen
zal ik gaan. Het is maar beter elkander
voor eene poos vaarwel te zeggen, daar,
zooals mevrouw zegt, de menschen reeds
over ons beginnen te babbelen. O, die
ellendige babbelaars 1 Wat een ontzet
tende hoeveelheid kwaads hebben zij te
verantwoordenHoeveel geluk hebben
zal stellen, om later met des te meer
winst te kunnen verkoopen eveneens
dat hij, daar feitelijk toch van een
leening op pand sprake is, eene zoo
hoog mogelijke rente zal bedingen, b.v.
in den vorm van kosten voor bewaring
en beheer van het goed.
Nu luidt de bepaling der wet, die
wel is waar geschreven is met het oog
op vast goed, maar die dan toch voor
alle gevallen geldt, dat de verkooper,
die later het goed weer inkoopt, moet
terugbetalen de oorspronkelijke koopsom,
benevens de kosten op den koop en de
levering gevallen. Niets meer en niets
anders. De handeling, hoewel feitelijk
leening, blijft wettelijk koop en van
renten betalen, in welken vorm dan
ook, kan geen sprake zijn.
Maar, wat noodDie in het beding
van rente niet wil treden, kan zijn goed
eenvoudig niet kwijt.
En die renten, zegge kosten van be
heer en bewaring, bedragen soms, er
zijn verschillende gevallen van bekend,
twee honderd percent
Men kan op dergelijke bedenkelijke
maatschappelijke verschijnselen wijzen
zonder onbillijk te zijn. Wij zouden niet
weten waarom in dezen stand niet even
goed eerlijke en nauwgezette personen
zouden kunnen gevonden worden dan
in andere. Het is gewoon een zaak van
handel, waarbij men tracht zooveel mo
gelijk te verdienen en, blijft het daarbij,
dan staat deze handel met andt tak
ken gelijk, voor zooverre namelijk be
treft de persoon van den ondernemer.
Anders evenwel is het gelegen
met het b e d r ij f. Het bedrijf brengt
noodzakelijk mede, dat al het nadeel
staat aan de zijde van een der partijen,
en dat zal in den regel een onvermo
gende, een arme zijn. Dat bedrijf brengt
tevens mede dat de renten van het
feitelijk geleende geld of de zoogenaam
de koopsom, veel hooger moeten be
rekend worden dan in de werkelijke
bank van leening. Ook wanneer er vol
strekt geen sprake is van buitensporig
heid of woeker, zal de rentestandaard
altijd zóó hoog wezen, dat de bank,
daarbij vergeleken, gerust den naam
kan dragen, dien onze Fransche nabu
ren haar geven :berg van barm
hartigheid.
Het is nuttig, nu en dan op deze en
dergelijke aangelegenheden de aandacht
te vestigen. Mag in het algemeen nie
mand in zijn particulier bedrijf belem
merd worden, anders is het, wanneer
de aard van het bedrijf, of de bijzondere
omstandigheden, waartoe de uitoefening
ervan in den regel aanleiding geeft,
het algemeen volksbelang benadeelt, en
dit is hier wel degelijk het geval.
De huizen van koop aan een afdoende
oontröle te onderwerpen zal wel blijken
onmogelijk te wezen, en toch is er
misschien geen enkel bedrijf, dat meir
het staatstoezicht van noodo heeftin
dien het tenminste gehandhaafd blijft.Wij
voor ons zouden er de voorkeur aan
geven om aan den verkooper van roe
rend goed aan een koopman, die be
kend staat daarin te handelen, die dus
daarvan een gewoon beroep of bedrijf
maakt, elke rechtsvordering tegen dien
koopman te ontzeggen. Dwingt men op
die wijze den koopman die handeling
bij den waren naam, leening op pand,
te noemen, dan kan men het bedrijf
door weigeriDg der vereischte autori
satie, waar dit noodig schijnt, beletten.
Meer afdoende zou het voorzeker we -
zen, de uitoefening van het bedrijf,
zonder autorisatie van de daartoe aan
gewezen bevoegde macht, strafbaar te
stellen.
In elk geval komt het ons voor, dat
de onophoudelijk voorkomende en tel
kens terugkeerende klachten, wetteljjke
tussohenkomst, welke dan ook, alleszins
rechtvaardigen.
zij niet vernietigd Vaarwel, miss Pel-
ham. Laat deze kleine vergissing van
uwe tante niet onze vriendschap ver
breken, want onder deze omstandigheden
zou dat zoo heel vreemd niet zijn."
„Gij zult mij, hoop ik, als ik terug
keer, niet uit Chillingworth verbannen,"
zeide hij, „Ik kan u niet zeggen hoe
het gebeurde mij gegriefd heeft."
„Ik moet met mijn man en Rose
spreken", hernam mevrouw Chilling
worth knorrig. „Waarlijk, mijnheer He
repath, gij moet mij niet kwalijk nemen,
als ik zeg dat ik uw gedrag niet begrijp,
als gij voorgeeft onverschillig omtrent
Margareth te zijn."
„O, dan vergist gij u. Wat ik u zeide,
mevrouw, was eenvoudig dat ik haar
niet ten huwelijk gevraagd heb en niet
van plan was het te doen."
Terwijl hij sprak, had Margareth zich
verwijderd. Hij volgde haar en Blaakte
onwillekeurig een diepe zucht, toen hij
ophield met spreken. Mevrouw Chilling
worth keek hem beteuterd aan, daarna
helderde haar gezicht op en zeide zij
glimlachende
„Welnu, wij zullen er niets meer van
zeggen. Kom spoedig terug."
En zij volgde haar nicht naar haar
huis met het gevoel, dat zij er aardig
was ingeloopen door hare voorbarigheid.
„Gij zoudt u zei ven vergooien, zeg'
ik u, Milly het is waarlijk kinderachtig
van u riep mevrouw Yan Yoorst hare
dochter toe, terwijl zij samen in de
kleedkamer van laatstgenoemde zaten.
Beide dameB waren zoo even van een
bal bij den Amerikaanschen consul te
B... in haar eigen hotel teruggekeerd.
„Dat zie ik niet in, mama", ant
woordde het meisje gemelijk.
„Zoo, ziet ge dat niet in Dan moet
ik beginnen te gelooven, dat gij kinder
achtig geboren zijt, Milly", hernam
mevrouw Van Yoorst ongeduldig. Met
uw schoonheid en uw geld moest gij
met niets minder tevreden zijn dan met
een lord."
„Dat zal hij wel eens worden. Er is
geen haast bij. Wordt maar niet booB,
mama."
„O, ja, maar er zijn er nog twee in
den weg voor hij dien titel heeft."
„Neen, maar één de jongste is zes
maanden geleden gestorven en die nog
over is, die magere, lange knaap, die
mij voor de laatste wals vroeg, zal niet
lang meer leven, daar wed ik om. De
Het verlof van den minister van
waterstaat.
De „N. Arnh. Ct." haalt aan het
geen de hoefijzer-correspondent van het
„Hbl." schreef en zegt daarna
Wij zouden nog op andere punten
kunnen wijzen. Doch niet op het aantal
meer of minder urgente punten komt
het aan, maar wel op het feit, dat een
nieuwe minister,zelfs de meest bekwame,
tijd behoeft, niet om zich in te werken
in de routine van zijn betrekking, maar
om zich naar eisch te kunnen kwijten
van de verplichtingen, welke daaruit
voortvloeien.
Tot die verplichtingen rekenen wij
dat hij iets anders en meer zal zijn dan
een administrateur. De minister-admini
strateur kan zonder groote schade ver
vangen worden door een tijdelijken
plaatsvervanger maar een hoofd van
het departement, van wien initiatief en
leiding behooren uit te gaan, niet. Niet
op de onderwerpen, welke in behande
ling zijn, komt het hier aan, maar op
die, welke aan de orde behoorden te
worden gesteld en nu moeten blijven
rusten, omdat de minister.... in dienst
staat van een vreemde regeering
Waarlijk, de leden van dit met zoo
veel moeite ter wereld gekomen kabinet
doen wel hun best eigen levensvatbaar
heid te ondermijnen. Eerst de verrassing
door minister Staal bereid nu de ver
rassing, welke minister Krans aanbiedt...
Begrijpt men dan niet hoe men bezig
is eigen positie te verzwakken en der
tegenpartij wapenen te verschaffen
voelt men dan niets voor de kiezers dia
in 1905 met de uiterste inspanning
hunner krachten streden en nu voor de
tweede maal zoo diep worden teleur
gesteld
Da Kinderwetten.
Dezer dagen is aan het ministerie
van justitie overleg gepleegd tussohen
de regeering en particuliere vereenigin-
gen, genegen om ter beschikking ge
stelde kinderen in haar gestichten op
te nemen, over verschillende punten
betreffende de verpleging van zulke
kinderen, wajke tot twijfel of moeilijk
heid aanieidmg zouden kunnen geven.
De samenspreking, die verscheidene uren
duurde, werd gehouden tussohen enkele
vertegenwoordigers der regeering, o,a,
den hoofd-direoteur van het gevan
geniswezen en den inspecteur van
het rijks-tucht- en opvoedingswezen en
bestuursleden en directeuren van die
vereenigingen en gestichten, den presi
dent-directeur der Heldring-gestichten,
den directeur van het Doorgangshuis
Hoenderloo, den penningmeester en den
directeur van de Martha-stichtmg, den
president en den directeur van 's Hee-
ren-Loo.
De minister van justitie verscheen
een oogenblik in de vergadering, om
persoonlijk aan de vertegenwoordigers
der Vereenigingen zijn belangstelling te
betuigen en alle tegemoetkoming toe te
zeggen, die met inachtneming van de
vastgestelde beginselen valt te verieenen.
Vrede-tsnteoastelling.
menschen zeggen, dat hij al bezig is aan
de tering of zoo iets te sterven. Geloof
mij, ma, ik zal toch lady Ballington
zijn", antwoordde het meisje met een
glimlach, waardoor een paar rijen ver
blindend witte tanden zichtbaar werden,
en een glans geworpen werd op een
allerliefst gezichtje.
„Gij spreekt heel stellig, Milly. Wie
heeft u dat gezegd vroeg mevrouw
Yan Yoorst, eene gezette dame met een
vuurrood gelaat, die een kostbare japon
van met goud gestikte zijde en kostbare
diamanten droeg.
„Wel, Beresford zelf", antwoordde
Milly tameljjk verward en wierp een
nieuwsgierigen blik uit hare groote
blauwe oogen op hare moeder.
„Hij zegt dat misschien om met u te
gekscheren. Men zegt, dat hij arm is
en schulden heeft, zijn oom niet van
hem houdt en niets wil doen om hem
te helpen."
„Hij kan hem toch niet beletten den
titel te krijgen, en ik heb in ieder geval
geld genoeg, mama wat geeft het bo
vendien om zich te Btoren aan hetgeen
de menschen zeggen. Wel, als men
luisteren moest naar al de mooie ver
telsels, die er nu en dan opgediseht
Naar ons wordt medegedeeld zal op
5 Februari a. s. in het gebouw van
Kunsten en Wetenschappen te Utrecht
eene vergadering worden gehouden,
waarin de ontwerpstatuten zullen wor
den behandeld voor de te stiohten Inter
nationale vereeniging „Yrede-tentoon-
stelling".
Het doel dier vereeniging isde in
wijding van het Vredespaleis te Den.
Haag (Carnegiestichting) tot een ge
beurtenis te maken, waarop gedurende
langen tijd de aandacht van de geheela
wereld gevestigd zal zijn en daardoor
te bevorderen dat een internationale
rechtstoestand ontstaat die den bloedigen
strijd kan vervangen.
De middelen om hiertoe te geraken
zijn in de ontwerpstatuten als volgt ge
noemd a. het tot stand brengen en
houden eener Wereld-vredetentoonstel-
ling in Nederland, bij gelegenheid van
de voltooiing en inwijding van het
Vredespaleis (Carnegiestichting) te Den
Haag b. het inrichten van internatio-
worden, zou men geen uur rust hebben.
Ik geloof nooit iets, dat ik hoor. Ik
zou dit ook niet geloofd hebben, indien
Beresford het mij zelf niet gezegd had
ik bedoel van dien neef, die aan de
tering lijdt."
„Heeft hij heeft hij zich aan u
verklaard, Milly
„Dat juist niet. Het is alsof hem iets
terughoudt, maar hij zal het doen."
„En dan zult gij zeker ja zeggen?"
„Stellig en zeker, mama, zal ik ja
zeggen. Vere is de mooiste man van
allen, die ik ken, en het kan mij in het
minst niet schelen, dat hij arm is. Ik
ben dol op Vere, moeder", (zeide zij
met blozend gelaat) „en ik geloof ook
dat hij van mij houdt. Indien hij een
van die mannen was, die mjj om mijn
geld naloopen, zou hij mij reeds lang
gevraagd hebben. Ik denk wel dat hij
blij zal zijn met mijn geld, maar ook
blij, dat bij mij op den koop toe krijgt."
En zij leunde met haar gelaat op haar
hand en staarde peinzend naar den
bloemenruiker, die in haar schoot lag.
Wordt vervolyd.)