NS Zaterdag 13 Januari. No. 11. 1906. iAüW, FEUILLETON. Ifrentl 44e Jaargang. G Iken. Irages. 'in tclie >MS TelephDonnummer 10. Blnnenlandsche Lerichten. Land- en Tuinbouw. liiik insnamli' Ili«! lljf'reiit e voq. I lestcrl kiijiltunl, d fieii. j vi)or~vroH^| 6 I 6 I - ii iO VEN- raat, F. no. ik H 110. 'EJl iaeit. Zor*WM' I I'S i Sa Gr. Ad van 1 13, VLIS- in den kon. Dr. Harless, in |sten, keesch- Dgs - organen I warme en j I aanbevelen^- i VLISSIMSCHE COURANT. Prijs per drie maanden 1„8@„ feaeo perr posi f 1.50. Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij den Uitgever F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt, I. 187- II ADVERTENTIES: van 1—4 regels ƒ0.40, Voor eiken regel meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Groote letters en cliché's naar plaatsruimte. Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zon- en feestdagen. Aboimements-Advertentiën op» zeer voordeelige voorwaarden. BUST jelbsrg v.r. li sa:) V.m, h) 5.50. 9.30, 11.-, 2'45, 3.30, K40, 9.30, lil mar k t K 8.40,10.15, i, 2.50, 3.35, 8.45, 9.35, ehts tot de |M£»ST. 6.20, 7.—, 10.20, 10.40, 1.-*, 1.25*, p, 4.50, 6.10, 6,10, 6.30, 10.10, 10.30, 12.10, 12.45, 0, 4.10, 4 .35 •(8,30. ondags uit I3SU3E. 1,23 e) g) |5° g) vertrek van |u^en vm. 8,30 Neuzen ten wachten. Neuzen ten wachten |kt. van Nauzea Het verlof van minister Sraus. Gisteren konden wij er op wijzen, dat het aan den minister van waterstaat verleend verlof bij de „N. Ct." een verschoonend oordeel vond. Heden heeft de pers eenigszins anders gestemde oor deelvellingen. Zoo schrijft de Haagsche correspon dent van het „Hbl." o.a. „Het is waarlijk een mooie geschie denis I Een Nederlandsch minister heeft zich in zulke seheeve verhoudingen ge bracht, dat hij tot een der Kamers van de Staten-Generaal moet zeggen 't Spijt mij wel, dat ik u moet manen tot wat spoed met het behandelen van mijn begrooting, maar.... de Chileensohe re geering roept mg 1 „Nu, de Eerste Kamer heeft gisteren die bedekte aanmaning „voor kennis geving aangenomen". Het zonderlinge schrijven had nog wel wat koeler en hooger beantwoord kunnen zijnde Eerste Kamer had wel in een enkel zinnetje van bescheid kunnen doen uit komen, dat de Staten-Generaal zich bij het vaststellen van eenig tijdstip van werkzaamheid niet storen aan de parti culiere bezigheden van ingenieurs in vreemden staatsdienst. Maar het deed er weinig toe, want de Eerste Kamer pleegt toch lang vóór Maart met de Staatsbegrooting gereed te zijn". Dat het departement van waterstaat geen dringende onderwerpen in behan deling heeft, zooals de „N. Ct." van meening was, geeft de correspondent van het .Hbl." niet toe. Onze collega vergeet zegt hij een paar kleinig heden lo. is bij de behandeling van hoofdstuk IX in de Tweede Kamer de bespreking van den toestand van het spoorwegpersoneel uitgesteld tot na het Kerstreces2o. ia hetzelfde geschied met de bespreking van den toestand der post- en telegraafbeambten 3o. is het waarschijnlijk de bedoeling van den voorzitter der Tweede Kamer (en althans stellig van de al vaak gedupeerde voor stellers van de motie-Treub) om de motie betreffende Staatsexploitatie van spoorwegen vóór den zomer te behan delen4o. zal een wetsontwerp betref fende het Noordzeekanaal eerlang door de Tweede Kamer worden behandeld, waarbij alweer de lijdensgeschiedenis van de Velserponten ter sprake zal komen5o. wordt in den voorzomer de begrooting voor het volgende jaar ten departemente gereed gemaakt en naar den Raad van State verzonden. daar er is aan dit alies natuurlijk [niets meer te doen de minister moet i contract nakomen. Het is dan ook niet daarvan dat wij hem een grief maken. Maar wel van het feit, dat hij dit contract heeft gesloten. Of eigen lijk dat hij zich van zijn verpiichtin gen niet heeft losgemaakt vóór hi (Naar 't Engelsch.) 16.) „Ik zal mij zonder u eenzaam gevoe Jen", antwoordde zij eenvoudig. „Blijft ge lang weg Hij zou alles wat hij bezat gegeven hebben om haar te mogen zeggen, dat het aan haar stond of hij zou blijven of niet, dat hij haar beminde en verre van haar niet gelukkig kon zijn, maar hij •edwong zich en Margareth vermoedde len storm niet, die zich in zijn hart 'erhief, toen hij op kalmen toon ant woordde „Ik denk een maand afwezig te zijn hj zult bijna den tijd niet hebben om ®.!i Je missen. Het zal spoedig voorbij «En waar gaat ge heen «Naar Frankrijk en misschien naar ritaerland." minister werd, of, zoo dit niet kon, de portefeuille van waterstaat niet heeft geweigerd. De „Arnh. Ct." schrijft: Zoo zal er nauwelijks tijd overblijven om, vóór de behandeling der begrooting voor het volgende jaar, de vele zaken in studie te nemen en te overwegen, waarvan de minister Kraus bij de behandeling zijner begrooting in December zich be reid verklaarde zich op de hoogte te stellen. En dan nog de motie over de staatsexploitatie der spoorwegen en de positie van het personeel bij post en telegraaf. Met 5 maanden tusseheDtijdsch verlof dreigt voor dezen minister het jaar 1906 toch wel wat erg kort te worden. „Maasbode" en „Tijd" spreken even eens in afkeurenden zin en meenen, dat minister Kraus, met het oog op dit te verwachten interval, de portefeuille van waterstaat niet had moeten aanvaarden. De „Tijd" zegt nog In dezen zomer en in het begin van het najaar, den tijd, dat de begrootingen worden opge maakt, zal de minister afwezig zijn. En door wien zal hij in dien langen tijd van afwezigheid vervangen worden Door zijn ambtgenoot, den oud-afgevaar digde en oud-griffier Yeegens, een man, die zeker van veel zaken verstand heeft, alleen van waterstaatszaken en wat daar mede samenhangt volstrekt nietden heer Yeegens, die daarbij nog nauwe lijks den tijd kan gehad hebben, eenigs zins in de zaken van zijn eigen depar tement den weg te vinden, laat staan in die van de departementen zijner amhtgenooten. De „Stand." schrijft: Dat is toch al heel dwaas. Een minister, een dienaar der kroon, die in landsbetrekking gaat bij een ander gouvernement. Want' de heer Kraus heeft verlof en blijft dus minister. Denk u in, dat minister Staal met verlof gaat om de politie in Marokko te regelen minister De Meester om door wrochte adviezen te geven over de Rus sische financiën en zoo onze ministers eens meer van die interessante bijbe trekkingen gaan vervullen in het buiten land. Zou daardoor het aanzien van onze regeering in het buitenland niet in ernstige mate worden geschaad Of het traktement van den heer Kraus gedurende zijn verlof stilstaat, doet er niets toe; de vraag is ofNederlandsche ministers ook maar tijdelijk loondiensten mogen verrichten voor buitenlandsche gouvernementen. De heer Kraus had zich óf van zijn contract met Chili moeten losmaken, óf geen minister moeten worden. Wat nu gebeurt, wekt terecht in wijden kring ergernis. We zullen daarover in de Kamer, hopen we, meer vernemen. De Eerste Kamer- Naar aanleiding van een artikel van de „Yrijz. Democraat," waarin dit or- „Zwitserland O hoe heerlijk Gr zult niet verlangen terug te keeren als gij daar eens zijt, mijnheer Herepath." „Dat zal ik wel. Conault heeft voor mij grooter aantrekkelijkheid dan Zwit serland, om niet te spreken van Chil lingworth." „Conault ia heel lief", antwoordde zij vol geestdrift. „Het is eene mooie plaats. Ik ben bigde dat het u bevalt", zeide hi zuchtende. „O, wat zou Conault hem een paradijs toegeschenen hebben, als zij de meesteres er van had willen zijn. „En wanneer vertrekt gij ging zij voort. „Morgen of den volgenden dag." „Zoo spoedig reeds riep zij uit op een toon, die zijn hart deed trillen. Of zij Yere beminde of niet, hij wist nu dat zij zijn vertrek oprecht betreurde. „Ja", zeide hij. „Weet gij wel dat ik nooit zoo weinig lust gevoelde als nu om mijn huis te verlaten „Waarom gaat gij dan?" vroeg zij ernstig. „Zoudt gij liever willen dat ik bleef „l)an zou ik wel baatzuchtig en heel onbeleefd moeten zijn, als ik u wilde gaan uit de verklaring van den minister van financiën in de Eerste Kamer, dat het recht van amendement der Eerste Kamer behoorde „tot die punten, welke bij herziening van de hoogste staatswet, naar de meening der regeering behooren te worden overwogen," opmaakt, dat zijn vroeger geuite vrees, dat de Grond- wetseommisse een commissie zou zijn tot onsohadelijkmaking van het alge meen kiesrecht," merkt de „N. R. Crt." o.m. op „Voldoende blijkt echter, dat het voor De Vrijzinnig-Democraat" bij de ge- heele Grondwetsherziening om niets anders te doen is..,., dan om oen blanco artikel 80 Wij vergissen ons, om al gemeen kiesrecht. Dat is het eene noodige, en dat moet volkomen opper machtig en onbelemmerd heerschen. Zij wil een blanco-artikel 80 wel „slikken," als een bittere pil voor een voorstander van algemeen kiesrecht, maar zonder bijmenging van eenig „gift." Maar dan nog bevreemdt het ons, dat de vrijzinnig-democraten, in plaats van aan de Eerste Kamer het recht van amendement te betwisten, dat haar zou kunnen weerhouden van eenvoudig maar alles te verwerpen, haar niet liever het recht van verwerpen willen opnemen en haar alleen de bevoegdheid laten om op- en aanmerkingen te maken of, wat ons nog doelmatiger zou voor komen, dat zij niet het bestaan zelf van de Eerste Kamer als schadelijk gift willen weren en op haar afschaffing aandringen. Het bevreemdt ons, dat zij met halve maatregelen en lapmiddelen tevreden kunnen zijn." Eenheid van tija. De Kamer van Koophandel te Hen gelo besloot den minister van binnen- landsche zaken te verzoeken, het wets ontwerp betreffende de eenheid van tijd zoo spoedig mogelijk in te dienen, zoodat 1 November a.s. de invoering van den wettelijken tijd zal kunnen plaats hebben De Bond van Onderwijzeressen bij het Fröbelenonderwijs heeft de Tweede Kamer geadresseerd om een wettelijke regeling van het voorbereidend onder wijs met de bepaling a. dat een diploma van bekwaamheid verkregen aan een kweek- of vormschool moet kunnen vertoond worden, alvorens tot een zoo- danigen werkkring te worden toegelaten b. dat de opleiding ter verkrijging van het diploma a of b volgens een gelijk luidend programma zal worden gegeven en e, dat om dezen geheelen tak van onderwijs te verbeteren, een programma vereiseht zal worden gelijkwaardig met dat, hetwelk aan een der best bekend staande opleidingsscholen wordt gegeven en d, dat slechts dan een diploma van kracht zal zijn, wanneer het door een officieele oommissie is afgegeven. Da financieels onregelmatigheden. Het „Nbl. v. Ned." meldtNaar wij vernemen zal nog deze week jhr. De G. van Hilversum naar het Huis van Bewaring te Amsterdam worden ge transporteerd. Zijn lichamelijke toestand laat dit thans toe. Zijn zielstoestand moet echter dermate geschokt zijn, dat hij bij een voorloopig verhoor te zijnen huize niet alleen geen inlichtingen wist te verstrekken, maar zelfs geen ant woord kon geven op de meeste vragen, die hem werden gedaan. Het onderzoek in deze treurige zaak, dat met groote voortvarendheid door de justitie wordt voortgezet, zal evenwel van langen duur zijn. Het is zeer om vangrijk en moeielijk. Zeer te stade komt echter, dat juist thans de half- jaarlijksche coupon der pandbrieven, als gevolg van het gebeurde, zoo vlug wordt aangeboden. Ieder schijnt haast te maken om deze coupon te verzilveren, ofschoon er natuurlijk geenerlei gevaar voor be staat. Zoo bekomt men in enkele weken een vrij volledige en juiste opgaaf van de nummers en het aantal der in omloop zijnde pandbrieven, waardoor het mo gelijk is een deugdelijke verificatie der boeken te houden. Bij onderzoek door de justitie is ge bleken dat jhr. De G. een levensverze kering van f 100,000 had gesloten bij de „Internationale", die zich had ver bonden ook in geval van zelfmoord het verzekerde bedrag uit te keeren. De geruchten, dat er een tweede groote verzekering kort voor zijn arrestatie door jhr. De G. zon zijn aangegaan, zijn onwaar. Onderwijzers in Indië. Waarschijnlijk tengevolge van geruch ten, die in omloop zijn omtrent maat regelen, welke de regeering zou bera men en welke van ongunstigen invloed zouden zijn op de positie en de promotie der onderwijzers in Indië, ondervindt de aanvulling van het corps Indische on derwijzers bezwaren. Met name tot vermindering van bet aantal scholen der le kl. zal niet wor den overgegaan en ook andere maat regelen, waarop gedoeld kan zijn, liggen niet in de bedoeling der regeering. Hieraan kan worden toegevoegd, dat thans ook onderwijzers zonder hoofdakte, maar met één bijakte voor den Indi- scben dienst worden aangenomen. terughouden, terwijl ge wenscht te gaan,, maar daar ge zegt dat ge geen lust daar toe gevoelt, moet ik u wel vragen, waar om ge gaat." „Zoudt ge dan liever willen dat ik bleef?" vroeg hg aarzelend. „Zeg het mij dan." En hij nam bare hand in de zijne en keek haar vorschend aan. „Ik zal blijven als gij het wenscht", herhaalde hij. „Gij zijt heel goed. Ik neem uw aan bod aan. Ik zou u zoo missen", ant woordde zij oprecht. Jaspers gelaat straalde van blijdschap. Zij behandelde hem als een vriend, als een gewaardeerden vriend, wiens tegen woordigheid haar, ofschoon zij hem niet beminde, dierbaar was. Een oogenblik hield hij hare hand vast, toen viel er een schaduw op en werd een geritsel gehoord. Jasper sprong op en Margareth werd bleek achter hen stond mevrouw Chillingworth. „Waarde heer Herepath lieve Margareth riep zij met een genadigen blik uit. „Ik vrees dat ik juist op een oogenblik kom, dat ge mij missen kunt, maar ik zie nu hoe de zaken staan. Biepspitten. Japik. Je zei laatst, Krijn, datje nog eens woudt terugkomen op het diepspitten. Om de waarheid te zeggen het groote nut kan ik er nog niet van inzien. Krijn. Om dan te beginnen, Japik ik herinner me, dat je wel eens ge klafigd hebt over een bank, een harde Komaan, Margareth, geef u geene moeite voor eene verklaring, ge moet niet zoo blozen. Ik wensch u geluk en u ook. waarde heer. Ik heb reeds eenige dagen gemerkt welke vues gij op Margareth hadt en ik durf zeggen, dat een huwe lijk met haar onze hoogste goedkeuring .Tante tante", riep Margareth bevend uit. „Houd toch op. Zeg niets meer, gij „U begaat eene groote vergissing, mevrouw zeide Herepath bijna gestreng. „Ik heb uwe nicht niet ten huwelijk gevraagd en ben niet voornemens dit te doen. Ik weet zeker dat indien ik het deed, het antwoord eene welverdiende weigering zou zijn." „Maar wat zal Rose zeggen riep mevrouw Chillingworth uit. „Ik begrijp er niets van. Ik kom hier en vind u de hand mijner nicht vasthoudende en hoor haar zeggen „Ik neem uw aanbod aan." Wat dat beteekent, zou ik wel eens willen weten." En mevrouw Chillingworth werd heel rood en heel boos. „Mijn aanbod was geen huwelijks - voorstel", zeide Herepath. „Ik denk aan geen trouwen, mevrouw." laag in je tuingrond, en dat die steeds hooger scheen te komen. Japik. Je wilt zeggen, dat die bank een gevolg is van het ondiepe spitten Krijn. Natuurlijk, waar anders van En zou je nu meenen, dat die korst of zool geen kwaad doet Japik. Wel mogelijk dat wil ik zelfs wel gelooven, maar is dat kwaad nu zóó groot, dat een diepere grond bewerking loonend zou zijn door het grootere voordeel Krijn. Die bank, Japik, maakt, dat de planten worstels alleen bun voed sel kunnen vinden in de bovenlaag, welke steeds smaller wordt, wat een sterkere bemesting vordert of de oogst lijdt er onder. En dat zal evenwel toeh het gevolg zijn. Japik. Waarom Krijn. Het regenwater kan dik wijls niet spoedig genoeg door die bank wegzakken en blijft daarop staan, soms langen tijd, het maakt dan den grond koud en zuur het eene vertraagt den groei, het andere is oorzaak, dat de hoeveelheid geschikt plantenvoedsel ver mindert en verkeerde, schadelijke ver bindingen de plant schade doen. Japik. Je wilt dus dieper spitten om geen zool of bank in den grond te krijgen Krijn. Er is meer, vriendAls de tuin of de akker diep bewerkt wordt, kan de lucht goed doordringen en dat is van zeer veel belang. De planten behoeven, evenals men- schen en dieren, lucht voor de adem haling, ook van de wortels de lucht moét verder veel plantenvoedsel omzet ten, dat is veranderen in pasklaar op neembaar voedselzonder toetreding van voldoende lucht ontstaan in den bodem schadelijke verbindingen. Japik. Daar noem je een heele- boel, Krijn. En dan bij dat alles nog een krachtiger wortelvorming, zooals je straks zei. Krijn. Juistde wortels dringen dieper door, de plant raakt daardoor eerder en het fondament is dan goed gelegd beter aan 't groeien. Die langere en krachtiger wortels verteren later en verhoogen dan het humusge- halte en de vruchtbaarheid van tuin en akker. Japik. Dat begrijp ik nu allemaal, maar er is toeh één groot bezwaar, jong, dat je zoo stilzwijgend voorbij gaat. Krijn. Noem het dan maar Japik. Je weet, dat velen van een diepere bewerking niets willen weten, omdat dan de bodem eerder uitdroogt, en dat zul jij toch ook van groot ge wicht achten. Krijn. .Als het waar was, ja. Maar het is precies andersom, buur. Ja, ja, zet maar groote oogen opjuist het tegendeel is waar. Japik. Nu, dat wil ik dan toeh wel eens hooren beredeneeren. „Dan behoorde het een huwelgks- voorstel geweest te zijn. Iedereen ver wacht dat gij haar huwen zult, de meesten denken dat gij geëngageerd zijt, men heeft mij dat reeds herhaalde malen gevraagd. Ik beken, mijnheer Herepath dat ik mij vreeselijk in u vergist heb. Gij hebt niet fatsoenlijk gehandeld, en wat u, Margareth, betreft, gij hebt u als een dwaas aangesteld. Het is, geloof ik, uw voornemen om te vertrekken, mijnheer, welnu, ik hoop dat gij gaat en wel dadelijk. Ik wil niet dat dit arme meisje nog meer in opspraak komt dan noodig is." „Tante", kreet Margareth, „gij weet en mijnheer Herepath weet ook, dat ik geëngageerd ben." „Geëngageerd Wel zoo, daar wist ik niets van. Hebt gij dien onzin aan mijnheer Herepath verteld Ha, nu begrijp ik hetgij hebt het vuurtje aan gestookt, en ik verzoek mijnheer Here path mij te vergeven wat ik hem toe gevoegd heb. Natuurlijk als een meisje stijf en sterk blijft beweren, dat zij geëngageerd is, kan zij niet verwachten (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1906 | | pagina 1