Imarcisssek
Donderdag
28 December.
43e Jaargang*
1905.
Nieuwjaarsgroeten,
Binnenlandsck kriekten.
FEUILLETON.
fclIIilSML
Hid.
en J. M.
Westen,
as, wed,
28 j, en
iSteketee,
pen, jd.
T, Wan-
Hooft,
Keijzer,
lenkiate,
"Wijns-
w, geb.
.at,geb.
Bo-
ib. van
b. van
Tiggel-
J. R.
L. C. V.
s, z 6j.
toor te
lat het
jzal zijn
;emeen
en de
worden
dienst-
open-
vorden
us zijn
>t, ook
post-
rzaken
alleen
or den
k wor-
i aan-
m on-
Kerst-
r pos-
binden
3e he
ist als
eft op
IERS.
VLISSIMSCIIE COIIMNT.
Prijs per drie maanden 1,80» flmn fiS- jpotó f 1,50.
Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek
handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij den Uitgever
F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt, I. 187-
ADVERTENTIES: van 1—4 regels ƒ0.4®, Voor eiken regel
meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde
advertentie wordt de prijs slechts twee maal berekend. Groote letters
isn clielié's naar plaatsruimte.
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op 2on- en feestdagen.
In het nummer van ons blad,
dat verschijnen zal en hij de abon-
né's bezorgd wordt op den Nieuw
jaarsdag, des voor middags,
stellen wij de gelegenheid open
tot het plaatsen van
tegen verminderd tarief.
De prijs dier annonces is van
15 regels O,SS, iedere regel
meer S cent.
Door het plaatsen van dergelijke
advertentiën vermijdt men het
lastige kaartjes-zenden.
De inzending der annonces wordt
reeds nu beleefd verzocht, en
uiterlijk tot Zaterdagmiddag
12 uur ingewacht.
es853essaMwaaBBr?^rovj:;aa^g^3za»talittAaiBagae^as!^aaaa^a>ag^
ZIJ die zich met bet volgend
kwartaal, aanvangende X Januari
a. s., op ons blad abonneeren,
ontvangen de nog tot dien datnm
verschijnende nnminers gratis.
Kerstfeest ten Hove.
Zondagavond ia het Kerstfeest ten
hove ingewijd. Met H. M. de Koningin,
Ilr. Ma. Moeder en Z. K. H. den Prins
waren de dames en heeren, verbonden
aan het Koninklijk Huis, met hun kin
deren, rondom den Kerstboom vereenigd,
die, geplaatst in het bruine kwartier,
zijn schitterend licht uitstraalde op
prachtige versierselen en kostbare ge
schenken, die later als Kerstgave aan
de genoodigden werden uitgereikt. Maan
dagavond om vijf uur begaven H. M.
en de Prins zich naar de Gothische zaal
van het paleis aan den Kneuterdijk, om
iets van de Kerstvreugde te brengen
aan anderen.
Daar werden de vorstelijke personen
begroet door een schare jongens en
meisjes tot zekeren leeftijd, kinderen
van het dienstpersoneel der geheele
hofhouding, aan wie H. M., zooals elk
jaar, een Kerstviering bereidt. Een
koor van dames uit de eerste kringen
der residentie zong, onder leiding van
mevr. Hoeuiït van Yelzen, echtgenoote
van den intendant der Koninklijke
(Naar 't Engelsch.)
3.)
„In het uur van beproeving zou hij
ongetwijfeld u in den steek laten, en
ik voorzie dat gij waarschijnlijk neen
het is bijna zeker alsdan veel zult
lijden en maar ik wil in geen nadere
bijzonderheden treden. Het grootste
ongeluk voor eene vrouw is een huwelijk
met een zwakken, zelfzuchtigen man,
een man, op wien zij in gevaar of
moeilijkheden niet steunen kan. Yere
Beresford is zulk een man, kind, of
schoon gij, die hem slechts in voorspoed
gezien hebt, mijne woorden niet kunt
gelooven. Yergeet hem, Margaret, dat
is het beste dat gij doen kunt."
„Ik vrees dat ik in dit geval niet
vrij kan handelen", antwoordde zij. „Ik
kan Vere niet vergeten, ik kan zelfs
niet beloven dat ik zal trachten hem
paleizen, eenige Kerstliederen, naar
woorden van dr. Cramer.
H. M. en de Prins deelden het speel
goed en andere geschenken van den
Kerstboom aan de jeugd uitde Ko
ningin aan de meisjesZ. K. H. aan
de jongens.
Het Koninklijk Echtpaar heeft den
eersten Kerstdag gegeten bij H. M. de
Koningin-Moeder.
H. M. de Koningin en Z. K. H, de
Prins woonden Zondagvoormiddag de
godsdienstoefening bij in de Begentesse-
kerk te 's Gravenhage, onder gehoor
van ds. Knottnerus en H. II. M. M. de
Prins woonden den eersten Kerstdag
in de Groote Kerk de godsdienstoefe
ning bij, waarbij de hofprediker dr.
Yan der Flier voorganger was.
Financiën.
„De Vaderlander" merkt op, dat de
fmancieele beschouwingen ditmaal een
der hoofdschotels vormden van het al
gemeen debat in de Tweede Kamer.
Onder meer is een voordeel van de
gehouden gedachtenwisseling, betreffen
de de financiën, dat voor goed dood en
begraven kan geacht worden eene on
juiste beschuldiging, die in de pers der
rechterzijde opgeld placht te doen.
Het heette steeds, dat de geldelijke
moeilijkheden, waarin wij ons bevinden,
te wijten zijn aan het kabinet Pierson-
Borgesius, dat zulke dure wetten had
gemaakt, en zulks in tegenstelling tot
het kabinet-Kuyper, dat in dit opzicht
nagenoeg vrij uit ging.
De minister van financiën echter
heeft thans aan de Kamer eenige cijfers
medegedeeld, die ieder in staat stellen
na te gaan, wat te dezer zake de nuchtere
waarheid is.
Uit die cijfers volgt, dat onder het
ministerie-Kuyper tot stand kwamen
wetten, die gezamenlijk aan meerdere
uitgaven vorderen f 4.567.000, ongere
kend de kosten van het snelvuurgeschut
ad f 600.000, en die voor de onderwijs-
novelle ad ruim 21/ss millioen. Telt men
deze bijdragen bijeen, dan vindt men
voor nieuwe wettelijke maatregelen van
het clericale kabinet reeds eene stijging
van uitgaven van pl.in. f7.700.000.
Daarbij is nu nog te voegen lo. een
bedrag van 1 millioen voor traktements-
verboogingen voor post- en belasting
ambtenaren 2o. een niet juist te be
cijferen som, die wij zeer matig op 3
ton zullen stellen, voor niet medegere-
kende wetten. Immers, de minister ver
klaarde uitdrukkelijk, dat zijne opsom
ming onvolledig was.
Men kan dus stellig zeggen, dat het
kabinet-Kuyper de natie op ongeveer
9 millioen 'sjaars aan meerdere uit
gaven is te staan gekomen.
Maakt men nu ook de rekening van
het kabinet-Pierson-Borgesius op, dan
vindt men, voor zooveel betreft de cijfers
door den minister van financiën mede-
te vergeten. Gij hebt mij zeer onge
lukkig gemaakt, vader, en gij zijt ver
schrikkelijk onrechtvaardig jegens Vere.
„Ik geloof dat het 't beste is de zaak
thans te laten rusten, kind antwoordde
hij kalm„gij wordt opgewonden. Ik
gevoel mij niet gestemd om te rede
twisten, wij zouden misschien driftig
worden en dingen zeggen die ons later
zouden spijten. Gij moet beproeven te
gelooven dat ik beter weet wat voor
uw welzijn dient dan gij, en Yere's
karakter beter ken dan gij. Ga nu, ik
heb bezigheden, ik kan niet langer met
u spreken."
En zich aan zijn schrijftafel neder
zettende, haalde de heer Pelham een
bundel papieren uit een van de laden
en maakte hem open.
Een oogenblik aarzelde Margaret en
verliet toen haastig de kamer. Zij be
greep haar vader niet. Zij had altijd
gedacht dat geld bij hem niet den
minsten invloed had, waar het gold haar
geluk te bevorderen en de geheimzinnige
bezwaren en beproevingen, waarop hij
zinspeelde, brachten haar evenzeer in
verwarring als dat zijn gevoelen omtrent
Yere's karakter haar teleurstelde. Geld,
voorzeker had hg geld genoeg, en zij
TelepliDonnummer 10.
gedeeld, slechts een totaal bedrag van
bijna 6l/s millioen gulden. Deze lijst
vereischt intusschen aanvulling. Laten
wij aan onze tegenstanders de maat
volmeten en onderstellen, dat voor de
niet-genoemde wetten 2 millioen jaar
lijks meer gevorderd wordt. Dit geeft
dan voor het liberale ministerie eene
stijging der uitgaven van S1/^ millioen
tegen 9 millioen voor het bewind der
rechterzijde.
Het staat dus van nu af aan voor
ieder eerlijk man vast, dat het minis
terie Kuyper eer duurder dan goed
kooper geweest is dan het ministerie-
Piei'son.
De Hinderwetten,
Bij hetafdeelingsonderzoek der Tweede
Kamer van het wetsontwerp tot het
brengen van wijzigingen en aanvullingen
in bestaande wetten, noodig geworden
door de invoering der Kinderwetten,
werd vrij algemeen geklaagd over de
groote onnauwkeurigheden, welke bij
de samenstelling van dit wetsontwerp
zijn begaaD. Men meende o.a. dat het
toch niet door den bengel kon dat eerst
na de indiening van het voorstel werd
ontdekt, dat de lager-onderwijs-novelle
1905 bestaat. Men achtte het noodig
der regeering ernstig in overweging te
geven aan de bepalingen van het voor
stel nog eens haar volle aandacht te
schenken.
Ss minister van oorlog.
Over den minister Staal heen, aldus
oordeelt de „N. Arnh. Ct.", trof deze
motie den leider der Liberale Unie en
in hem de vrijzinnige concentratie en
het uit haar voortgekomen Kabinet.
Hebben de heeren Lrucker c.s. dit in
derdaad bedoeld en deze gelegenheid
aangegrepen om duidelijk te maken,
dat er voor een vaste samenwerking op
grond van een accoord op hen niet
mag worden gerekend tegen deze ver
onderstelling pleit, dat de heer Mar-
chant reeds den vorigen dag, ook na
mens zijn politieke vrienden, den minis
ter het vertrouwen had opgezegd. Er
voor, dat niemand de motie heeft los
gemaakt van de toelichting,
Hoe dit zij, de taktiek van mr. Troel
stra is volkomen gelukt. Hij heeft schei
ding gebracht in het vrijzinnige bloc,
de vrijzinnig-democraten losgemaakt van
de liberale unionisten en hen nader aan
zich verbonden.
Het welslagen zijner taktiek werd
den heer Troelstra trouwens gemakke
lijk gemaakt door de onbegrijpelijk
zwakke houding der Uniegroep. De
felste en meest zakelijke aanval op het
beleid des ministers kwam van haar lid
Thomson toch liet men dezen alleen
staan met den heer Jannink
toen het tot een stemming kwam. De
krachtigste verdediging van het beleid
des ministers kwam niet van den heer
Eland, maar van den heer Tydeman.
Toch sloot men zich ten slotte bij de
had van zichzelve eenig vermogen van
haar moeder, dat zij, met hare gering
schatting van geld en stand in de wereld,
genoegzaam oordeelde om gelukkig te
zijn.
Zij schreef een langen, treurigen brief
aan Vere Beresford, en ofschoon zij hem
met ronde woorden zeide dat zij niet
in strijd met haars vaders wenschen zou
handelen en dit misschien dé eenige
brief was, dien zj hem zou kunnen
schrijven, moest hj toch niet denken,
dat zij hem ooit zou vergeten of ophou
den hem te beminnen en zij, binnen een
jaar, als zj meerderjarig was, weder
met den heer Pelham over hun engage
ment moesten spreken.
„De tijd, dat wj wachten moeten met
het oog op de toekomst, lieve", schreef
zij, „schijnt ons lang. Zijt gj echter zoo
getrouw aan mij, als ik aan u, dan moet
en zal mijn vader eindelijk toegeven."
Zj ging naar het dorp en deed zelf
haar brief op de post en ontmoette latei-
op den dag haar vader met een kalm,
ofschoon zeer droevig gelaat. Hij keek
haar vragend aan.
„Hebt ge een brief van Yere Beres
ford gehad
„Ja, vader", antwoordde zij.
Abonnenients-Advei-tentiën op zeer voordeelige voorwaarden.
verdedigers aan, zonder dat een vooraf
gaande toelichting deze houding aan-
nemeljk had gemaakt. Wat, waar dit
optreden des ministers bezwaarlijk in
overeenstemming valt te brengen met
de eischen in het program
zeker niet overbodig ware geweest
Gevolg van een en ander is, dat men
omtrent de positie, door de Uniegroep
tegenover dezen minister in te nemen, jj
in het onzekere blijft.
Resultaat van den tweedaagschen slag
is, dat de minister naar den rechtschen
hoek is gedrongen en zijn steunpunt
links twjfelachtig is geworden dat de
machtigste groep der linkerzjde den
toestand niet langer beheerscht, terwijl
haar verkiezings-bondgenoot, de vrijz.-
dem, groep, een nieuwe positie heeft
ingenomen, welke voeling houdt met
die der soc.-dem. De eigenlijke over
winnaar is dan ook de heer Troelstra.
Militair Strafrecht.
Bij het afdeelingsonderzoek der
Tweede Kamer werd vrij algemeen
geklaagd over de groote onnauwkeurig
heden, welke bjj de samenstelling van
dit wetsontwerp zijn begaan, zooals blijkt
uit de nota van misstellingen die na de
indiening is ingezonden.
Volgens de mem. van toel. hebben de
bepalingen dat de bevoegdheid tot het
geven van lager of middelbaar onder
wijs vervalt voor hem, die bij eind
vonnis is veroordeeld wegens misdaad
sedert de invoering van de nieuwe straf
wetgeving in 1886 allengs hare be-
teekenis verloren en behoeven zij dus
niet te worden bestendigd. Sommige
leden waren het met die opvatting niet
eens. Gevraagd werd of ook niet art.
15f dei' lager onderwijswet wijziging
behoort te ondergaan met het oog
op de tuchtscholen.
Het had de aandacht getrokken, dat
volgens dit ontwerp de vervulling van
den militieplicht eerst zal aanvangen
nadat de in de penitentiaire kinderwet
voorgeschreven dwangopvoeding is af-
geloopen. Men vroeg of niet een ander
stelsel mogelijk was.
Sommige leden verklaarden dat zij
tegen het voorstel om ten aanzien van
jeugdige militairen de bepalingen der
wet van 12 Februari 1901 voorloopig
buiten toepassing te doen blijven, slechts
dan geen bezwaar zouden maken, wan
neer de regeering hun de verzekering
wilde geven, dat bij de wet tot rege
ling van de invoering van het wetb.
van militair strafrecht de noodige voor
stellen zullen worden gedaan om de
jeugdige militairen, die met den straf
rechter in aanraking mochten komen,
in elk opzicht te doen deelen in de
humanitaire regeling in de vermelde
wet van 1901 vervat.
Sommige leden konden niet begrijpen,
dat plaatsing in een rijksopvoedings
gesticht zoo groote bezwaren zou mede
brengen als de regeering meent. Zij
achtten het stelsel, waarbij met betrek-
„Hebt ge er op geantwoord ging
hij haastig voort.
„Ja."
„Gij moogt geen briefwisseling met
hem houden, ik verbied het u", zeide
hij opgewonden. „Het paste hem niet te
schrijven en u niet te antwoorden."
„Er is niets kwaads gebeurd, vader",
antwoordde Margaret kalm. „Ik heb
Yere gezegd, dat ik niet meer zal
schrijven,"
„Het doet mij genoegen dat gij genoeg
gezond verstand bezat om dat te doen®
antwoordde hij koel.
Margaret's wangen gloeiden.
„Ik heb hem ook gezegd, vader",
ging zij onbeschroomd voort, „dat ik hem
nooit kan vergeten of ophouden zal hem
te beminnen en dat, als ik binnen een
jaar meerderjarig beD, hij verder met
u over ons engagement mag komen
spreken."
„Over een jaar een jaar er
kunnen heel wat dingen gebeuren in
een jaar, arm kind", antwoordde de
heer Pelham langzaam. „Wie zal zeggen
waar wij allen over een jaar zullen zijn
Wie kan zeggen, hoe gij een jaar later
over Vere Beresford zult denken en hij
over u Voor het zoover is. kan alles
king tot een kind dat volgens de be
slissing des rechters niet met oordeel
des onderscheids heeft gehandeld, geen
enkelen maatregel wordt genomen, in
elk geval veel bedenkelijker dan dat
op zulk een kind de plaatsing in een
rijksopvoedingsgesticht werd
Alg. Ned. Bond van Handels- en
Kantoorbedienden.
Zondag werd te Amsterdam een al-
gemeene vergadering gehouden van den
„Alg. Ned. Bond van Handels- en Kan
toorbedienden.®
De behandeling der statuten van deze
onlangs opgerichte organisatie maakte
den hoofdschotel der besprekingen uit.
De voornaamste artikelen, aangevende
doel en middelen, luiden als volgt
Art. 2. „De Bond erkent, dat dooi
de samentrekking der bedrijven en door
de toenemende aanwending van groot
kapitaal in den kleinhandel, de kans
om in het kleinbedrijf een zelfstandig
bestaan te vinden steeds geringer wordt
en de bedienden dus, ter voorziening
in hun levensonderhoud, meer en meer
uitsluitend zijn aangewezen op den ver
koop hunner arbeidskracht, dat is het
in loondienst bij anderen werkzaam zijn,
dat de nadeelen, die voor de bedienden
uit deze veranderingen voortvloeien,
hun positie steeds afhankelijker en on
zekerder maken.
Teneinde zich te verzetten tegen de
nadeelige gevolgen van deze afhanke
lijkheid en onzekerheid, wil de Bond
de bedienden organiseeren als zelfstan
dige macht, die hun belangen als loon
arbeiders tegenover patroons kan ver
dedigen en in Staat en Maatschappij de
belangen hunner beroepsklasse tot gel
ding brengt.
Art.3. „DeBond tracht dit doel te berei
ken door a. te streven naar handhaving
en verbetering der arbeidsvoorwaarden
b. te ageeren voor wettelijke regelingen,
die de belaDgen der handels- en kan
toorbedienden direct of indirect raken,
met uitsluiting van partijpolitiek c.
deelname aan of oprichting van een
plaatsingsbureeld. het vormen van
uitkeeringskassen bij ziekte en werk
loosheid e. het instandhouden van een
weerstandskasf. samenwerking met
andere vereenigingen g. mondelinge en
schriftelijke propaganda, waaronder het
uitgeven van een bondsorgaan j en b.
met alle overige wettige middelen, be
vorderlijk aan het doei van den Bond."
Na verwerping van een amendement
om te schrappen de woorden dat de
Bond zich niet met partij-politiek zal
bezig houden, werden het „doel en de
middelen" van den Bond onveranderd
goedgekeurd.
Het Kerstfeest van het Heilsleger.
In de groote zaal van het Paleis voor
Volksvlijt te Amsterdam had tweeden
Kerstdag het Leger des Heils weder,
de gewoonte getrouw, een feestmaaltijd
veranderd zijn."
„Ja, lieve vader, iaat ons echter het
beste hopen", antwoordde Margaret met
trillende stem.
Mijnheer Pelham gaf geen antwoord
en dien avond werd de naam van Yere
door beiden niet meer genoemd.
II.
Het was zes maanden later en Mar
garet Pelham wist nu wat haar vader
weerhield zijne toestemming te geven
tot haar huwelijk met Vere Beresford.
In die zes maanden was voor haar eene
groote verandering gekomen de ge
beurtenis, waarop de heer Pelham ge
doeld had, zijn dood n.l., had in dien
tijd plaats gehad, en Margaret zat nu
alleen in haar gesloten donkere kamer,
met tranen in de oogen en pijnlijk
kloppend hart, den brief te lezen, dien
hij haar nagelaten had en die haar alles
zeide.
Hij was zeer plotseling gestorven.
Niemand buiten hem en zijn vertrouw
den bediende had geweten dat zijn
gezondheid zoo wankelend was.
Wordt vervolyd.)