Vrijdag
22 December»
Waarom ik ongetrouwd bleef.
No, 301. 43e Jaargang* 1005.
43e Jaargang»
Gemeentebestu ur.
Binnenlandsche berichten.
FEUILLETON.
V LfSSÏItSSCIE toffA YT.
Prijs per drie maanden 1=3©» Kmo» jJav iposü jr 1=50.
Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek
handelaren Postdirecteuren of rechtstreeks bij den Uitgaver
F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt, I. 187.
ADVEKTENTIËNvan 14 regels 0.4:0, Voor eiken regel
meer 30 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde
advertentie wordt de prijs slechts twee maai berekend. Groote letters
en cliché's naar plaatsruimte.
Verschijnt dagelyks, uitgezonderd op Zon- en feestdagen.
Teleplioonnuinmer 10.
Abonnements-Advertcntiën op zeer voordeelige voorwaarden.
HOOFDELIJKEN OMSLAG.
Afkondiging van het uitvoerbaar ver
klaarde 2e suppletoir kohier van
den hoofdelijken omslag voor
het jaar 1905.°
Burg. en Weth. van Vlissingen
maken bekend
dat het tweede suppletoir kohier van
den hoofdelijken omslag voor het jaar
1905, na door Gedeputeerde Staten van
Zeeland bij hun besluit van 15 Decem
ber 1905, no. 37, te zijn goedgekeurd,
op heden in afschrift gedurende den
tijd van vijf maanden op de Secretarie
der gemeente voor een ieder ter lezing
is nedergelegd.
En is hiervan afkondiging geschied,
waar het behoort, den 21 Dec. 1905.
Burg. en Weth. voornoemd,
VAN" DOORN VAN KOUDEKERKE.
De Secretaris,
WITTEVEEN.
Tweeds Earner.
Gisterenavond werden de algemeene
beraadslagingen voortgezet over hoofd
stuk oorlog.
De heer Ter Laan, achtte de eerste
oefeningen voor de landweer, die het
volgend jaar gehouden zullen worden,
groote poppekasterij en hij vond deze
oefeningen absoluut niet noodig. Spre
ker en zijn partijgenooten denken er
ernstig over om een amendement voor
te stellen om den post voor eerste
landweeroefening te schrappen. Ook
tegen de derde herhalingsoefening
opperde hij ernstige bezwaren.
De heer Brants verdedigde het goed
recht der militaire tehuizen die zeer
nuttig zijn.
De heer Van der Zwaag sloot zich
aan bij de afkeuring der zaak-Toering
door den heer Thomson. Dat is een
ergerlijke zaak, die niet genoeg afge
keurd kan worden.
De heer Passtoors achtte het noodig
om ook zijnerzijds nog eens op te ko
men tegen de aldoor maar stijgende
kosten der begrooting van oorlog.
De beer Van Karnebeek achtte het
zeer bedenkelijk en gevaarlijk om aan
alle landweerpliehtigen een geweer mee
naar huis te geven. Hij vraagt hoe de
Door O. VON NYNATTEN.
leuzen.
2-)
Ik geleidde haar naar de sofa en belde
den knecht om een rijtuig te halen.
Met vliegende pen schreef ik mijn
uaam op de lijst, het cijfer 500 er achter,
voorzag mij van geld uit de kas en
wijdde mij toen weer aan mijn schoone,
beklagenswaardige gast.
De onnatuurlijke spanning was nu
geweken alleen leek zij vermoeid en
terneergedrukt.
Wilt u zoo goed zijn, een rijtuig
te laten komen Ik voel mij niet wel.
Tien minuten later zat ik met Alice
in het rijtuig. Zwijgend had ze mijn
geleide toegestaan, doch onderweg sprak
zij heel weinig en met geen enkel woord
zinspeelde zij op 't visioen van daar straks.
Hoe treurig, dacht ik, dat zooveel
liefde een doode gold. Zij zou zoo ge
lukkig kunnen zijn
In 't pension werden wjj ontvangen
door een bejaarde, waardig uitziende
dame.
Zij schrikte, toen ze Alice onder mijn
geleide zag, en wierp een onderzoeken
den blik op haar,
Neemt u plaats, meneer, sprak zij
zachtik ben dadelijk terug.
Zij bracht het mooie meisje in een
andere kamer.
spoorwegstaking zou zijn afgeloopen als
alle landweerpliehtigen een geweer
hadden gehad.
De heer Tydeman constateerde dat
hij en de zijnen in de verkiezingsdagen
niet op bezuiniging voor oorlog en een
volksleger hebben aangedrongen. Wel
is op bezuiniging aangedrongen, maar
voor alle takken van dienst.
De heer Talma wil geven wat voor
onze defensie noodig is, maar hij hoopt
dat de minister door een staatscom
missie zal laten vaststellen dat de gel
den nuttig besteed worden.
Hedenochtend kwam ds minister
van oorlog aan het woord.
Parlementair of extra-parlementair
Kabinet zoo vraagt dr. Nolens in de
„Venloosche Ct." omtrent het huidig
ministerie.
Dr. N. betoogt, dat het zich aanmeldt
als een parlementair Kabinet, terwijl
het is een extra parlementair van geheel
eigenaardige soort.
Was Borgesius de aangewezen man
voor Kabinetsformateur P
Ja voor een parlementair Kabinet.
Neen voor een extra-parlementair.
Toen hem gebleken was, dat hij
geen parlementair Kabinet kon samen
stellen, had hij de opdracht moeten
neerleggen.
Dat er geen sociaal-democraat in
het Kabinet zit, bewijst niet, dat het
parlementair is. Niet hierin toch ligt
het parlementair karakter van een mi
nisterie, dat er leden van al de gecoa-
liseerde groepen, die de meerderheid
vormen, zitting in hebben. Dat was
met het vorige parlementair Kabinet-
Kuyper evenmin het geval. Maar dat is
een bijzaak. Hoofdzaak is, dat het Ka
binet steunt op eeu meerderheid in de
Kamer.
Het is derhalve een extra-parlemen
tair Kabinet.
Vraagt men derhalve tot welk soort
van ministerie het Kabinet-De Meester
gerekend moet worden, dan zal men
om niet te spreken van „noch visch
noch vleesch", „tusschen servet en
tafellaken" moeten antwoorden een
extra-parlementair Kabinet, dat als par
lementair poseert en het daarom aan
durft om met politieke voorstellen voor
den dag te komen, voor de meerderheid
waarvan het op politiek avontuur moet
uitgaan.
Het zal alleen op een lang leven
kunnen hopen krachtens het spreekwoord
Krakende wagens loopen het langst.
Ik was te opgewonden om kalm te
blijven zitten en ging de platen aan de
wanden bekijken, steeds gekweld door
de vraag: zou ze waanzinnig zijn, dat
arme kind
Eindelijk kwam de oude dame terug.
Ze noodigde mij nogmaals uit te gaan
zitten.
Mijn dochter heeft u zeker bezocht,
om u te interesseeren voor het kinder-
asyl dat zij wil oprichten
Ik antwoordde bevestigend en over
handigde haar de lijst met de bankbil
jetten.
Brückner, bankier, zei ik, mij
voorstellend.
En Alice heeft zeker een zenuw
toeval gehad gemeend haar overleden
verloofde te zien P
Ik knikte.
Och, het is wanhopigzuchtte
mevrouw Richard, den zakdoek aan de
oogeu. Sinds zijn dood is zij lijdende.
Zoo dikwijls ze aan hem herinnerd wordt,
krijgt ze zulk een aanval gelukkig
dat nooit lang duurt.
En is er niets tegen te doen
't Zit in haar zieldaar helpt
geen middel tegen
Ik bedoel geen medicijn; maar.,
afleiding verstrooiing
Mijn dochter wil geen verstrooiing.
Misschien, als u haar met zachten
drang in 't gezelschap van vreemden
brachtdan zou ze zich toch geweld
moeten aandoen
Dat zou moeilijk gaanAlice
ontvlucht de menschen, voor zoover zij
hen niet noodig heeft voor haar plan.
Maar ik zal eens met haar naar professor
Börner gaanmen heeft mij hier ver
Aanvulling Lanüwoerwet.
De ministers van oorlog en van bin
nenlandsohe zaken hebben beantwoord
het verslag over hei wetsontwerp tot
aanvulling der landwer-o-wet.
De ministers doen daarbij uitkomen,
dat de in het ontwr p bepaalde ver
goeding niet is te besciiouwen als een
volledige schadeloosstelling voor hot te
derven loon van dc-n dienstplichtige.
Zou de vergoeding in het algemeen
moeten strekken tot aigebeele schade
loosstelling, dan behoorde de uitkeering
daarvan voor zoo goed als alle dienst
plichtigen te worden toegekend, hetgeen
een uitgaaf van 9 a 10 millioen gulden
per jaar zou vorderen. Bestaat er over
wegend bezwaar tegen het door som
migen aanbevolen stelsel van veelvuldige
dienstontheffing, in hoogere mate geldt
dit ten aanzien van het geheel achter
wege laten van de oefeningen, bij art.
11 der landweerwet bedoeld. Dit neemt
niet weg, dat, op gelijken voet als bij
de militie, ook dienstplichtigen bij de
landweer in aanmerking zullen worden
gebracht voor ontheffing van den wer-
kelijken dienst, ingeval bijv. een hoogere
vergoeding dan het vastgestelde maxi
mumbedrag zou worden noodig geoor
deeld, of als uit anderen hoofde de
volstrekte onmisbaarheid van dezedienst
plichtigen blijken zou voor de gezinnen,
waartoe zij bekooren. Het denkbeeld,
om bij voorkeur geen geldelijke ver
goeding te geveD, maar in plaats daar
van aan de militieplichtigen met min
vermogende betrekkingen vrijstelling
van den dienst toe te kennen, acht de
reg. niet in overeenstemming met den
geest en de bedoeling der wet, voorts
onbillijk en in menig opzicht niet raad
zaam. Zooveel mogelijk zal, bij de rege
ling der uitbetaling, gezorgd worden,
dat deze tijdig geschiedt, maar niet
vóórdat de landweerplichtige den op ver
goeding recht gevenden diensttijd heeft
vervuld. Vermoedelijk zal de vergoedings
maatregel f 50,000 kosten, d. i., aange
zien de landweer niet ieder jaar, doch
in twee van drie opvolgende jaren onder
de waperen komt, gemiddeld ongeveer
f33,000 per jaar. De dag, waarop het
het jaarlij ksoh onderzoek wordt gehou
den, zal niet meerekenen voor „verblijf
onder de wapenen of in werkelijken
dienst".
In beginsel is de reg. voor wijziging
van art. 11 der wet, in dien zin dat
ook aan de dienstplichtigen, die tot
korte oefening bij de militie worden
ingelijfd, de verplichting worde opge
(SSMspsBaaasssï
teld, dat hij een specialiteit van den
eersten rang is.
Zeker, mevrouw.
Ik nam afscheid en vroeg verlof, te
komen vragen naar den toestand van
mejuffrouw Richard.
Drie maanden later was ik met Alice
verloofd. Hoe 't gekomen was Zooals
dergelijke dingen aankomen. Belangstel
ling, medelijden, dikwijls samenzijn, de
invloed dien schoonheid, frissche jeugd
en iets eigenaardigs op elk mensch
maken.
De behandeling van professor Börner,
waardoor de dames gedwongen waren
haar verblijf te rekken, droeg het beste
resultaat. Alice werd opgewekter, vrijer
de visionaire oogenblikken werden zeld
zamer, de goede vooruitzichten op het
tot stand komen van haar stichting,
maakten haar moediger. Ik had het mijne
daartoe bijgedragen, dat mag ik wel
zonder zelfverheffing bekennen.
Op onze verloving volgden kostelijke
weken van heerlijke kalmte. Hoewel ik
toen reeds de veertig naderde, voelde
ik mij gelukkig en levensmosdig als een
jongeman.
Alice bezat geen vermogen de dames
leefden van een lijfrente. Wat kon mij
dat schelen 1 Ik had genoeg en zei haar
dit ronduit, toen zij van haar „armoede"
sprak.
In October zouden wij trouwen, een
huwelijksreis doen naar Italië en met
April naar ons Noorden terugkeeren.
Ik had in geen jaren eenig verlof
genomen en mocht mij dus die huwe
lijksreis wel veroorloven. Mijn broeder
kon het kantoor waarnemen.
legd, tot het houden van landweeroefe-
ningen onder de wapenen te komen.
Doch deze zaak moet wachten op een
meer algemeene wijziging van de wet,
bij welke gelegenheid ook in aanmer
king zal worden gebracht een voorstel,
strekkende om tegemoet te komen aan
het bezwaar, dat in 1908 opnieuw een
inschrijving, met den aankleve van dien,
zou moeten plaats hebben, welke, daar
de schutterijen 2 Augustus van dat
jaar zullen zijn opgeheven, niet tot
de indienststelling van schutters kan
leiden.
Ds middenstandsbond en de tien op
centen,
De Amsterdamsche. correspondent van
de „Nieuwe Courant" schrijft
In het jengste aan de Tweede Kamer
gericht adres van den Ned. Bond van
Vereenigingen van den Handeldrijven-
den en Industrieelen Middenstand, wordt
niet-aanneming verzocht van de voor
gestelde 10 opcenten op de bedrijfsbe
lasting, omdat
„deze 10 opcenten in hoofdzaak zullen
drukken op de personen behoorende
tot den handeldrjjvenden en industri
eelen middenstand, en omdat
„de strijd om het bestaan voor den
middenstand toch reeds zoo zwaar is,
en het geenszins wensehelijk is de lasten
voor dezen stand te verzwaren."
Zooals dat hier staat, als uiting van
den Bond in zijn geheel, heeft het ons
zeer onaangenaam getroffen. Zeker, 't
zal wel waar zijn, dat deze „armoeds"-
motisven want anders zijn ze niet
opgaan voor een gedeelte der midden
standers, maar ze aan te voeren zoo
ongeveer namens den Nederl. Midden
stand, namens den Bond, dat is ons
toch wat kras. Want veie ieden van
dien Bond zijn rijke middenstanders,
honderden (wij zullen matig rekenen)
zijn welgesteld en duizenden zijn bur
gers in goeden doen. Al deze catego
rieën zijn in het hoofdbestuur, en vooral
ook in de besturen der aangesloten
plaatselijke vereenigingen ruim verte
genwoordigd. En als men nu zoo om
zich heen tal van winkeliers, „waarvoor
de strijd om het bestaan zoo zwaar is",
zeer welgestelde burgers ziet worden,
dan kan men moeilijk een pogen goed
keuren om oppositie te maken tegen
een noodwendigen regeeringsmaatregel,
die een geringe verzwaring van lasten
zal beduiden, maar welke verzwaring
den middenstand in zijn geheel zeer
zeker niet „drukken" zal.
Midden September verklaarde Alice
plotseling, dat ze nog eens naar Kiel,
haar geboorteplaats wilde, om eenige
zaken te regelen en zich in eenzaamheid
voor te bereiden op haar groote taak.
In dien tijd hoor je geen syllabe
van mij, lieve Robertzei ze.
Het plan beviel mij natuurlijk niet
erg, maar ik wilde 't haar niet weigeren,
toen ik zag, dat zij er op aandrong. De
professor adviseerde" ook, haar niet te
weerstaan.
Wij namen een teeder afscheid het
viel mij zeer moeilijk haar ie laten gaan.
De moeder ging natuurlijk mee. Na
het vertrek der dames kroop voor mij
de tijd, niettegenstaande een brief of
briefkaart mij eiken dag eenige vrien
delijke woorden van haar bracht.
Op een morgen echter bleef de groet
uit. Dien middag daarentegen kwam de
eigenaar van het pension mij vertellen,
dat een rechercheur inlichtingen bij
hem was komen vragen over de dames
Richard, die verdacht werden van oplich
ting op groote schaal.
Bij deze gelegenheid vernam ik ook
dat mijn aanstaande schoonmama haar
laatste rekening, ruim 1000 mark, niet
betaald had, maar een groot deel harer
bagage had achtergelaten, daar ze toch
in October terugkwam.
In de koffers echter, op last der politie
geopend, had men niets gevonden dan
oude boeken en steenen, gedekt met een
paar kleedingstukken.
Ik zal geen moeite doen te beschrijven
hoe ik te moede was bij deze onthul
lingen.
Mijn verafgoode verloofde een op-
lichtsteri De kamer draaide met mij
Jammer, dat blijkbaar het eeuwige
geweeklaag van vele middenstandera
den Bond tot deze weinige sympathieke
en met zijn waardigheid strijdige houding
verleid heeft.
Schoolopzieners,
„De Standaard" beweert dat er ont
stemming zou zijn onder het corps school
opzieners over de wijze, waarop onder
de nieuwe regeering de benoemingen in
het schooltoezicht plaats hebben.
Zeker, ook onder minister Kuyper
openbaarden zich symptonen van ont
stemming maar alleen van de zijde der
fronl makers, die de onzinnige stelling
verkondigden, dat een voorstander van
het bijzonder onderwijs als schoolop
ziener niet naar behooren de belangen
van het openbaar onderwijs zou kunnen
behartigen.
Onder minister Kuyper werden, naast
vrijzinnigen, öök „kerkelijken" tot het
ambt van schoolopziener benoemd. En
dit verdroot de frontmakers en alle
andere vrijzinnigen, die meenen een
eeuwigdurende concessie tot het uit
sluitend exploiteeren van allerlei rijks
betrekkingen te bezitten.
Maar overigens werd algemeen er
kend, dat onder minister Kuyper het
juiste en doeltreffende beginsel werd
gevolgd om mannen, die in de onder-
wijs-wereld bekend zijn en deskundigen
werden geacht op paedagogisch gebied,
te benoemen voor het schoolopzieners-
ambt.
Minister Rink schijnt met dat goede
beginsel te willen breken en de oude
lijn van vroeger weer te volgen.
"Van vroeger, toen een vacature in
het rijksschooltoezicht werd beschouwd
als een welkome gelegenheid om een
meettor in de rechten of een gepen-
sionneerd kolonel of kapitein, die ten
aanzien van het onderwijs volslagen
vreemdelingen en leeken waren, een
eervolle betrekking en een mooi baantje
te bezorgen.
Zoo moet in het omvangrijke district
's Gravenhage een jeugdig meester in
de rechten zijn benoemd, ergens uit
Noord Holland, die een blauwen Maan-
dagarrondissements-schoolopziener is ge
weest, maar niets van het onderwijs
afweet.
En dit vooral schijnt de ontstemming
veroorzaakt te hebben.
Ook hier blijkt, gelijk, helaas I ten
opzichte van zoovele andere gewichtige
aangelegenheden, dat alle verandering
nog geen verbetering is.
rond.
Ik betaalde den man en verzocht hem
te zwijgen over_ .de zaak die wel spoedig
zou worden opgehelderd. Toen giDg ik
naar de politie, waar ik vernam, dat
men Alice sterk verdacht, de inzame
lingen voor eigen rekening te hebben
gehouden. Dat asyl was pure zwendel.
De plaats, die zij had genoemd, was aan
de geheele Oostzee niet te vinden. De
inteekenlijsten, waarmee zij telkens
nieuwe goedgeefsche zielen gelokt had,
waren gedeeltelijk vervalscht.
Zij had ook tot de laatste dagen haar
bedeltochten voortgezet, ofschoon ze mij
bij onze verloving beloofd had, die te
staken.
Ik feliciteer u met dezen afloop,
meneer Brückner, zei de commissaris
u komt er nu met een blauw oog af.
Wie weet, wat u nog beleefd hadt, als
u werkelijk getrouwd was De dames
hadden er zeker de lucht van, dat we
haar op de hielen zaten
Ik was vernietigd.
Thuis vond ik een van teeder gedweep
overvloeienden brief _van Alice, waarin
zij mij mededeelde, dat nu haar tijd van
stille afzondering begon en ik in de
eerste veertien dagen niets van haar zou
hooren.
Overbodig te zeggen, dat ik in 't
geheel niets meer hoorde en nog eenige
rekeningen te betalen kreeg.
Wat van de dames Richard geworden
is, vernam ik nooit. Waarschijnlijk
weken zij uit naar Amerika.
Ik heb sedert mij niet meer er aan
gewaagd verliefd te worden en ben
vrijgezel gebleven.
EINDE.