11.30, 11.-,
2;45, 3.30,
8.40, 9.30,
12.50, 3.35,
8.45, 9.35,
uranten,
Donderdag
21 December.
Wan ik ongetrouwd bleef.
No. 300.
43e Jaargang.
1005.
a o.
IEHST.
ÏLOS,
Van week tot week.
FEUILLETON.
Binnenlandsche berichten.
DN-
ruissrer
:isi
te bereiden.
[oor oplossing
der vet) per
nat met vet)
staande
n sport-
jzij D.
Gr.
ELDE Jr.
nin-geha!te.
|cao in liartj
delicieuse f
|s dranks.
=45cent. 8
kop Cacao.
sBanket-
enklodt,
|08.
1, beneden.
huisstraat,
awoordige,
Ibnrg v.v.
se:) v.m,
5.50.
ilmarkt
8.40,10.15,
ts tot de
6.20, 7.
0.20, 10.40,
1.25?=,
4.50, 6.10,
6,10, 6.30,
1.10, 10.30,
1.10, 12.45,
^4.10, 4.35,
dags uit
g)
larfcrek van
^n Tm. 8,30
Neuzen ten
achten,
feuzen ten
wachten,
an Neuzen
VLISSIMSCHE COURANT.
Prijs per drie maanden 130. ÏYaaeo per posz 1.50.
Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek
handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij den Uitgever
F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt, I. 187-
ADVEKTENTIËNvan 14 regels ƒ0.40, Voor eiken regel
meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde
advertentie wordt de prijs slechts ftwemaal berekend. Groote letters
en cliché's naar plaatsruimte.
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zon- en feestdagen.
Telepliaoiinummer 10.
Abonnements-Adyertcntiën op zeer voordeelige voorwaarden.
De heeren Von Bülow te Berlijn en
de Fransche minister-president Bouvier
hebben, in zake de Marokkaansche
quaestie, tegen elkander opgeboden en i
indien wij moesten toewijzen, dan zou
bet aan Frankrijk wezen. Bouvier's
rede in de Fransche Kamer was inder
daad zeer belangwekkend en indien de
aanstaande conferentie het blijk mocht
dragen, den invloed te ondergaan van
de uitlatingen der hoofdpersonen, dan
gelooven wij dat zij niet op de hand
van Duitschland zal wezen. Wij kunnen
niet anders verklaren dan dat het pas
verschenen Geelboek, de verzameling
van stukken welke op deze quaestie
betrekking hebben, inderdaad een be
wijs is van de gematigdheid en de bil
lijkheid der Fransche eisehen. Voor
Algerië, Frankrjjks prachtige kolonie,
eens het verblijf der verschrikkelijke
zeeschuimers, is het naburige Marokko
altijd een bron van onrust geweest en
het was een zeer billijk verlangen, dat
de Marokkaansche regeering hare on
derdanen in toom hield, waartoe zij
echter geen de minste macht bezit. Ein
delijk kwam er openlijk opstand en de
veiligheid der vreemdelingen begon ge
vaar te loopen. Toen is de Fransche
regeering met haar vertoogen en ein
delijk met hare programma van her
vormingen voor den dag gekomen, tot
Duitschland op de bekende wijze tus-
schenbeide kwam. Daaruit sproten de
onderhandelingen voort, waarbij Frank
rijk zich zijne rechten voorbehield. Moei
ljjkheden zijn te overwinnen geweest
maar de uitslag was dan toch dat een.
einde kwam aan den gespannen toe
stand, waarvan het gevaar met een
enkel woord door den heer Bouvier
werd geschetst.
Die de geheele rede gelezen heeft
zal zich zeer goed kunnen voorstellen,
met welk een geestdrift dit woord ver
nomen werd. Het was een ernstig en
degelijk woord, vrij van allen ophef,
zonder eenige kwetsende uitdrukking
en toch de eer van het land handha
vende vrij ook van het blufferige en
uitdagende, dat wij in de voorafgegane
rede van Von Bülow aantroffen.
Waarschijnlijk zal nu in Jauuari de
Madridsche confereutie worden gehou
den. Vooraf zal ook de Duitscbe re
geering de verzameling van stukken
openbaar maken.
Door C. VON NYNATTEN.
10
Ik was destijds al op tamelijk rijpen
leeftijd en ook tamelijk ervaren maar
zoo'n lief gezichtje als mij nu uit een
soort weduwenmutsje toeblikte, had ik
nooit gezien. Er lag iets engelachtigs
in, roerende onschuld en verlegenheid
toch maakte de schoone dame den in
druk van een vrouw van de wereld, en
wel een zeer elegante.
Zij had zich laten aandienen met een
kaartje in breeden rouwrand. Er stond
niets op dan „Alice Bichard". Mevrouw
of mejuffrouw Ik twijfelde.
Waarmede kan ik u dienen, me
vrouw vroeg ik hoffelijk, zooals 't een
bankier in de uitoefening van zijn be
roep past.
Och, meneer Brückner, neem mij
niet kwalijk Een ijssmeltende blik
Eindelijk en ten slotte dan toch eens
eene wezenlijke revolutie in Busland,
en wel in Lijfland en Koerland althans
in het zuidelijk deel dier provinciën,
door de Letten, de oorspronkelijke be
woners van het voormalige Litthauwen,
bewoond, die er blijkbaar geen doekjes
omwinden dat zij zelfstandigheid ver
langen. Er wonen daar vele Duitschers,
vooral te Kiga, en deze schijnen niet
erg gerust te wezen. De ruwe bevolking
schijnt het er op gezet te hebben, alles
zooveel mogelijk plat te branden, zeker
wel het beste middel om schrik aan te
jagen, maar niet om zioh vrienden te
maken. Aan schrik schijnt het niet te
mankeerenalthans de regeering te
Biga moet de nieuwe republiek alvast
maar erkend hebben, waarschijnlijk om
ten minste een einde te maken aan de
gruwelen.
Nu zien wij van die nieuwe republiek
(men schijnt ze tegenwoordig overal te
gaan bakken), nog niet veel komen
maar het gebeurde verklaart toch op
nieuw de radeloosheid der Bussische
regeering, die geen oogenblik tijd heeft
om kalm te denken en te handelen en voor
zichzelf moet zorgen. Het groote leger
in Mantschourije is blijkbaar voor haar
niet bruikbaaranders zou men de
muitende soldaten niet willen ontwape<
nen alvorens ze huiswaarts te zenden
willen! Ontwapen maar eens een
leger dat niet ontwapend wil wezen, en
dat blijkens de inkomende berichten de
ravolutionnaire elementen die het bevat
van dag tot dag in omvang ziet toe
nemen.
In de opgestane provinciën behoeft
men zich ook overigens niet erg onge
rust te maken over de komst van Bus
sische troepen. De stremming in het
verkeer is daarvoor nog groot genoeg
en bovendien, welke waarborgen heeft
de regeering dat de troepen, ter be
stemde plaatse gekomen, geen gemeene
zaak zullen maken met de leiders van
een opstand, die blijkbaar met groote
stoutmoedigheid is begonnen en flink
wordt doorgezet, al moet men de mid
delen afkeuren, waarmede te werk wordt
gegaan.
Onmiddellijk na Kerstmis verwachten
wij het besluit tot ontbinding van het
Engelsche parlement, kort na Nieuw
jaar. De heeren kunnen dus hun rede
voeringen gereedmaken en de omkoo-
pers hun geld uit de bank lichten. Men
weet het, de Engelsche verkiezingsze
den zijn niet buitengewoon stichtelijk
en uit de wijd fluweelen mouw gleed
een langwerpig gevouwen papier, dat
ze mij met aarzelend gebaar overgaf.
't Was een inteekenlijst ten bate van
verwaarloosde kinderen voor wie ergens
in een nest aan de Oostzee een asyl zou
gebouwd worden. Aan het hoofd der
lijst stonden de namen van Alice en
Hedwig Bichard met 1000 en 500 mark.
Dan volgde een reeks andere namen,
waaronder vele bekende allen hadden
voor hooge sommen geteekend.
Nietwaar, meneer, u stuurt mij
niet zonder een kleine bijdrage weg
klingelde een zilveren klokje in mijn oor.
En zij zag mij met hare groote, bruine
oogen zoo vleiend aan, dat een weigering
mij onmogelijk zou geweest zijn. In
mij ontwaakte echter het verlangen, de
visite een beetje te rekken, iets naders
omtrent haar te vernemen, en daarom
maakte ik eenigen omslag.
Ik zou met genoegen een paar
blauwe papiertjes in de offerschaal leg
gen, met dubbel genoegen als het door
uw bemiddeling kon geschieden, me
vrouw
O, doet u het toch. U kunt u niet
voorsteilen, hoe schrikkelijk het is, van
deur tot deur te trekken, verdrietige
en enorme sommen moet een eandidaat
soms besteden om te komen waar hij
wezen wil. I
Wij zijn inderdaad benieuwd naar
den uitslag der nieuwe verkiezingen.
Dat deze aan het liberale bewind een
sterke meerderheid zullen bezorgen,
staat naar onze meening volstrekt niet
vast. Indien het dan maar een wezen-
ljjke meerderheid is i
Begrijpt het land de noodzakelijkheid,
om het bestaande bewind te steunen, j
bij gebreke waarvan hot zich met han-
den en voeten gebonden aan een nieuw
oonservatief bewind zou moeten over- j
geven, dan zou het de eerste taak wezen
van het ministerie om eens de aandacht
aan de betrekkingen met Duitschland
te wijden. De heer Yon Bülow moge
de minder goede verstandhouding tus-
schen keizer-neef en oom-koning een
zotte leugen hebben genoemd, die grof
heid bewijst niet dat de volken onder
ling zeer welwillend gezind zijn, het
geen vooral voor Engeland van heel
wat meer beteekenis is, dan het per
soonlijk gevoelen des konings. Wanneer
men het in Duitschland ook niet zoo
begreep, dan zou er zeker geen sprake
wezen van herhaalde volksbijeenkomsten
te Berlijn, om een betere verhouding
tot Groot Brittanje tot stand te brengen.
Iu OostenrijkHongarije nog steeds
onderhandelingen tusschen keizer en
Ilongaarsch Volkshuis. De Hongaren
zouden nu weer heel wat toekrijgen
als ze maar willen afzien van het com-
mandeeren der soldaten in 't Ilongaarsch.
Het praatje gaat dat vele vrijzinnigen
zich daarmee zouden kunnen vereeni
gen. Wij zijn maar al te bevreesd, dat
de meerderheid er niets van zal willen
weten. Wij zullen vermoedelijk in het
jaar 1906 deze veel belovende quaestie
voorloopig nog op de agenda kunnen
behouden.
gingen verwacht de heer Marchant al
zeer weinig, de zaak zal op den ouden
voet worden voortgezet en hij zeide dat
hij tot zijn leedwezen dezen minister
niet zal kunnen steunen.
De heer Duymaer van Twist consta
teerde dat deze liberale minister leert
dat het niet mogelijk is in de practijk
te bezuinigen op de militaire uitgaven.
Dit leert trouwens ook het tijdperk
van 18971901 dat reusachtige ver
zwaring van financieele kosten op
militair gebied bracht.
Hierna ontwikkelde spreker ten aan
zien van het defensiewezen een drietal
punten, nl. het beginsel, de tactiek en
de financieele quaestie.
Het was reeds bijna één uur in den
nacht toen de heer Duymaer van Twist
zijn rede eindigde.
Tweeds Earner.
Gisterenavond werd de begrooting
voor landbouw goedgekeurd.
Hierna vingen de algemeene be
schouwingen aan over hoofdstuk oorlog.
De heer Marchant hield een lange
rede tegen het militairisme. De vorm,
waarin de toezegging van een volks
leger geschiedt, is niet geschikt om
het vertrouwen van spreker daarom
trent te verhoogen. Ook van bezuini
Bs samenstelling der Eerste Earner.
De „Arnh. Ct." aeht het noch nood
zakelijk, noch zelfs uit een staatsrechte
lijk oogpunt mogelijk, dat de samen
stelling der Eerste Kamer op andere
wijs plaats vindt dan die der Tweede.
Denkbeeldig acht zij de vrees, dat bij
samenstelling der beide Kamers op ge
lijke wijze de Eerste Blechts een over
bodige doublure zou zijn, zooals de
Unie-commisBÏe het noemt.
Het onderscheid in de samenstelling
kan worden gezocht in het vaststellen
van beperkende bepalingen voor de ver
kiesbaarheid voor de Eerste Kamer
of in eene voor de twee Kamers ver
schillende regeling van de wjjze van
verkiezing harer leden. In Nederland
koos men beide middelen en maakte
daardoor de Eerste Kamer zoo weinig
mogelijk volksvertegenwoordiging.Maar
het biad meent, dat dit tweegrendel-
stelsel zoo goed als geen voorstanders
meer telt.
Zoowel de getrapte verkiezing door
middel der Prov. Staten als de beper
kende bepalingen voor de verkiesbaar
heid wil de „Arnh. Ct." afschaffen.
Geen catagorieën van burgers mogen
uitgesloten worden. Wil men toch eenig
onderscheid in samenstelling van beide
Kamers, dan wijst Thorbecke's verge
lijking met de rechterlijke macht den
eenig aannemelijken weg aan. In de
benoembaarheid voor verschillende rech
terlijke colleges geldt alleen een mi
nimum-leeftijd. Hierin, voorts in een
langeren duur van het mandaat en in
toekenning van het recht van amende
ment, liggen voldoende waarborgen, dat
de Eerste Kamer haar taak vervult,
welke het „Unie"-rapport haar wil
toegekend hebben.
gezichten te zien, harde woorden te
hooren.
De handen der schoone vrouw werden
opgeheven als een stomme bede, waarbij
de neerglijdende mouw het begin van
een prachtigen arm liet zien.
Maar mevrouw, vroeg ik zoo teeder
mogelijk, waarom doet u die moeite.
Laat anderen collecteeren het is een
werkje, eigenlijk beter voor oudere
dames geschikt.
Ik ben gebonden door een gelofte,
die mij heilig is.
Een gelofte? Ik boog mij
nieuwsgierig nader.
Ik beloofde, de zestigduizend mark
bijeen te zamelen, die de liefdezusters
noodig hebben voor haar goede werk.
Zij kennen niemand dan mij ze leven
te midden van een arme visschersbe-
volking, die enkel rijk o, zoo rijk 1
aan verlaten kinderen is.
Was ze gek? Of nam ze een loopje
met mij.
Dat is eenvoudig onmogelijk 1
ontglipte mij.
Een schuw, om niet te zeggen een
bovenaardsch glimlachje gleed over haar
gezicht.
De helft heb ik al, zelfs meer l
Lager Onderwijs.
In de „Ned." schrijft V. een artikel
om er tegen te waken dat, nu de nieuwe
wet op het L. O. de lagere scholen
verplicht een leerplan te hebben en dat
jaarlijks aan de sehool-autoriteiten in te
zenden, dit een uniform-leerplan worde.
Dat er zekere orde zijn moet, zal
niemand betwisten, maar de uniformiteit,
die zoo licht het gevolg is van een
leerplan, werkt doodend voor de indi-
vidueele ontwikkeling. Vooral als een
zelfde leerplan wordt ingevoerd voor
alle scholen van hetzelfde type. Een
goed leerplan moet individueel en niet
algemeen zijn. Het moet voor geen twee
individuen hetzelfde wezen en allereerst
op studie van het individu berusten,
zooals het recept op studie van den
zieke. Paedagogisch is het moeilijk te
verdedigen, dat een bepaald kind wordt
onderwezen volgens een leerplan, dat
reeds vóór de geboorte van dat kind
bestond.
Iets verder zegt schrijver Een leer
plan dus is onvermijdelijk, omdat de
sehool onvermijdelijk is en omdat er op
eene school zonder een leerplan geen
orde heerschen kan, maar men houde
dan ook in het oog, dat zulk een leer
plan meer is een noodzakelijk kwaad,
dan een groot goed. Een leerplan ook,
als het er dan toch eenmaal moet zijn,
moet het stempel dragen van hem, die
aan het hoofd der school staat. Geen
twee scholen moeten ooit gelijk zijn.
Alleen de ongelijkheid beantwoordt aan
de rijke verscheidenheid van het wer
kelijke leven. Niets maakt het openbaar
onderwijs zoo onbruikbaar als juist die
gelijkheid. Een minister in Frankrijk
beroemde er zich eens op, dat op alle
openbare gymnasia's in Frankrijk op
hetzelfde uur van denzelfden dag het
zelfde hoofdstuk van Caesar behandeld
werd. Uit een bureaucratisch oogpunt
is dat het ideaal, maar paedagogisch
kan men zich moeilijk iets slechters
denken. In de praktijk geeft het leer
plan ook licht tot misbruiken aanleiding
van de zijde van het schooltoezicht.
En schrijver concludeert: Mogen du6
de bijzondere scholen zich hoeden voor
de klip waarop de openbare zijn ge
strand. Mogen zij de uniformiteit als
de grootste ramp leeren besohouwen.
Kan het leerplan zich. niet voegen naar
de individualiteit van elk kind, laat het
dan ten minste de individualiteit van
elke school eerbiedigen en laat het
zooveel mogelijk vrijheid laten, opdat
ook de individualiteit der kinderen niet
meer dan noodig is worde onderdrukt.
Men klaagt er over, dat er tegenwoor
dig zoo weinig karakters zijn en wat
de karakter-vorming betreft, heeft het
bijzonder onderwijs altijd boven het
openbare gestaan, maar wordt ook bij
het bijzonder onderwijs de uniformiteit
regel, dan zal er ook op de bijzondere
school van karakter-vorming niet veel
meer terecht komen.
Bond van Ned. Onderwijzers.
In den beschrij vingsbrief van de 30ste
algemeene vergadering van den Bond
van Ned. Onderwijzers, die Vrijdag 29
en Zaterdag 30 dezer te Zwolle zal
worden gehouden, zijn een groot aantal
punten van behandeling vermeld. Zjj
Hoe is dat mogelijk I
Mama en ik reizen sinds een jaar
van stad tot stad, en ik heb bij heel
weinigen aangeklopt, die mij met leege
handen lieten gaan. Zelfs de harden en
gierigen gaven mij, al waB 't ook weinig.
Geen wonder dacht ik. Wie
kan weerstand bieden aan zulke oogeu 1
Die liefdezusters zijn u zeker ver
want
De jonge dame schudde het hoofd.
Iu haar uiterlijk was eon plotselinge
verandering gekomen de oogen blikten
strak en troosteloos.
Ze verpleegden mijn verloofde tot
aan zijn einde met groote toewijding...
Pardon, juffrouw, dat ik zonder
het te willen zulke droeve herinneringen
heb opgewekt.
Och, die zijn altijd levendig in
mij. Ik zie mijn Albert overal waar ik
ga hij is aan mijn zijde en zijn geest
beduidt mij, wat ik doen moet
Zij stond op, boog het hoofd achter
over en staarde als verrukt naar boven.
Ze legde de eene hand op mijn schouder
en wees met de andere omhoog.
Ziet u hem Ziet u hem Ja,
Albert, ik zal niet wankelen of wijken,
eer het huis voltooid is, dat jou naam
zal dragen waarin jou geest zal toeven
om de arme kleinen te beschermen, van
wie je zooveel hebt gehouden Albert,
kon ik hij je zijn 1
Alice was wonderbaar, hemelseh
schoon in deze oogenblikken van extase,
de prachtige oogen onnatuurlijk wijd
open, stralend de fijne neusvleugels in
licht sidderende beweging, het slanke
lichaam vol leven. En in de stem, die
zich nu verhief, dan daalde tot hijgend
fluisteren, klonk bezieling, energie en
passie. Niets ontging mij en toch voelde
ik mij zoo weinig op mijn gemak als ik
nooit te voren geweest was. Ik kreeg
innig medelijden met de ongelukkige,
Zij sprak niet meerde glans harer
oogen was gedoofd onbewegelijk stond
zij, starend naar omhoog.
Juffrouw, zei ik, haar hand grij
pend wilt u mij uw adres opgeven
Ik zal zoo vrij zijn, u naar huis te
geleiden.
Verschrikt keek zij op en zag mij aan
met groote, vragende oogen, ais wist zij
niet, wat ze er van denken moest.
Ik herhaalde mijn vraag,enzij noemde,
nog steeds als afwezig, een deftig, mij
welbekend familiepension.
(Slot volgt.)