I
MARIA ÜOSA.
ïven,
Dinsdag
19 December.
No. 298.
43e Jaargang.
tentiën.
Binnenlandsclie berichten.
FEUILLETON.
IA",
pijü
Wereld I
tl
Gemeentebestuur.
te verhoogen
tegen 22 stem
lij de minister,
egen het amen-
aftewachten
36 de behoefte
De minister
erklaard tegen
en die doür de
schade lijden,
der gemeente-
en beproefd
middel tegen
Aandoening
en Longen,
flacons van
bij de firma's
Middelburg
.jtoYlissingeD.
te
1 Eerste Hypo-
Sx/3 en 4 pCt.
bekomen bij
IER Jan.,
it 9a.
n den 34en
behalve tal
„uttige wen-
s, logogrie-
Is bevatten
[OM EEN
Stratenus,
SEN DÜIS-
J. J. G.
63 cent,
en geheelen
jthandelaren
CERREUS,
-Bosch.
AfriRa.
VMSSIBfSfBIB C0I1RANT
Pi-ijs per drie maanden 1=30, femeö pe:,- jposi 1.50.
Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek
handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij den Uitgever
F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt, I. 187-
ADVERTENTIËN: van 1-4 regels ƒ0.40, Voor eiken regel
meer 10 cent. Bij diieete opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde
advertentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Groote letters
en cliché's naar plaatsruimte.
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zon- en feestdagen.
Teleplisoimummer 10.
Abonnements-Advertentien op zeer voordeelige voorwaarden.
MARKTWEZEN.
Verandering van Marktdagen.
Burg. en Weth. van Vlissingen
maken bekend
dat de marktdag op Dinsdag 26 De
cember e.k. verzet ia op Woensdag 27
December d. a. v.
Vlissingen, den 18 Dec. 1905.
Burg. en Wetb. voornoemd,
VAN DOORN VAN KOUDEKERKE.
De Secretaris,
WITTEVEEN.
Se Scheidsmuur.
Is een andere partij formatie reeds
mogelijk? heeft het „Hbld.8 in Juli
gevraagd, en in het antwoord, dat twij
fel uitdrukte, maar tevens den wensch,
dat zij mogelijk zou worden, wees het
blad er op, dat de beste weg daartoe
zou zijn, indien een werkministerie vier
jaar lang zichzelf en de volksvertegen
woordiging voornamelijk bezig kon hou
den met arbeid in de neutraie zone.
Zulk een ministerie hebben wij niet
gekregen.
Zou echter, indien een „cabinet d'af
faires" opgetreden ware, de rechterzijde
te vinden zijn geweest voor een ver
schuiving van groepen, die tot een andere
partijformatie had kunnen leiden Te
oordeelen naar de rede door mr. Heems
kerk bij de algemeene beschouwingen
op 1 en 2 December gehouden, moet
dat ten zeerste betwijfeld worden Daarin
toch is het duidelijk uitgesproken, dat
van de anti-revolutionairen met name,
maar verder ook van de heele rechter
zijde, in dit opzicht niets te verwachten
is. Mr. Heemskerk deed het zelfs voor
komen alsof een streven van de linker
zijde om een andere partijgroeping te
verkrijgen niets zou zijn dan een poging
om de rechterzijde te scheiden in demo
craten en anti-democraten om daarmee
het „verdeel en heersch" in practijk
te kunnen brengen.
Niets onjuister acht het blad, maar
ook niets onbillijker dan dit. Wat be-
toogen zij die in een andere partijforma
tie heil zien? Waarlijk niet versterking
van het „liberalisme". Wat zij zouden
willen is het wegnemen van een scheids
muur, die verdeeld houdt, wat bijeen
hoort. Kunstmatig wordt die muur in
wezen gehouden, zelfs tracht men hem
hooger en hooger op te trekken. Aan
beide zijden staat een menigte die, van
een staatkundig standpunt beschouwd,
uit heterogene bestanddeelen is saam-
gesteld. Was de scheidsmuur er niet,
de twee menigten zouden terstond door
elkaar loopen om daarna over andere
groepen van natuurlijke indeeling zich
te verspreiden.
Zou het liberalisme er winst van
hebben, indien die scheidsmuur van „het-
geloof-richtsnoer-in-staatszaken" viel
Welke liberalen dau Zij die staats
onthouding of zij die staatsbemoeienis
voorstaan Beide soorten bestaan Reeds
dit bewijst dat die vrees voor vereeni-
ging met „het liberalisme" ongegrond is.
Novelle uit het Franseh.
14.)
Maria Rosa wilde zich echter opdrin
gen dat zij in de gelijkenis met Ascanio
bedrogen was, want zij had slechts één
snellen blik op hem geworpen en bo
vendien kon zij zich niet begrijpen wat
het opperhoofd der roovers te Parijs zou
komen doen. Eindelijk stelde zij zich
gerust en verdween hare vrees voor de
onuitsprekelijke vreugde Leon te zien
binnenkomen.
Maar die scheidsmuur is het eenige
wat het afzakken „naar radicalistischen
kant" belet, zooals dezer dagen „De
Rotterdammer" ons nog weer heeft j
voorgepreekt, (in ons vorig nummer
namen wij dat artikel op).
Ach, dat afglijden naar het socialis
me Gij, achter uw scheidsmuur „glijdt"
immers even goed, zooals gij het ge
lieft te noemenalleen heet het bij u
niet zoo. Want dat glijden komt ten
3lotte daarop neer, dat er liberalen zijn,
die van staatswege willen tot stand
brengen wat vroeger aan het particu
lier initiatief werd overgelatendie
meer rekening willen houden met de
economisch zwakkeren, dan vroeger ge
beurde die breeder lagen des volks
invloed willen geven op den gang van
's lands zaken.
Zullen er aan de linkerzijde zijn die
in deze verder en minder ver willen
gaan, zoo zijn er aan de rechterzijde
ook. Nu staan links van den scheids
muur ook zij die in dezen allerverst
willen gaan en waarom Behooren
de socialist en de oud-liberaal bijeen
Immers neen
De heillooze scheidsmuur is het, die
belet dat de voren doorgetrokken kun
nen worden over den ganschen akker
en het zaad hier en daar en overal
uitgestrooid wordt onder gunstige voor
waarden van ontkiemen en vruchtdra-
gen. Vele vraagstukken, die mettertijd
aan de orde moeten komen, zouden het
reeds geweeBt zijn, indien er niet zoo
veel „tijd met kibbelen versleten" was,
kibbelen over beginselen die ieder on
zer in zijn stille binnenkamer moet
overwegen bij het vestigen van zijn
meening op punten van practisch staats
beleid, maar die in 's lands vergader
zaal niet behoeven te worden uitge
pluisd. Over meer dan één van die
vraagstukken zouden wij het wellicht
met mr. Heemskerk volkomen eens zijn,
en hadden hij en wij kunnen samen
werken, wellicht ware er reeds iets be
reikt.
Maar neen, zooals „De Rotterdammer"
zegt„In iedet geval, nooit een andere
formatie met inboeting van ons christe
lijk beginselDat vraagt natuurlijk
niemand gij, „Rotterdammer", behoeft
waarlijk niet uw „christelijk beginsel
op te geven, evenmin als wij het onze,
maar indien wij het nu over het ar
beidscontract eens zijn, mogen wij dit
dan niet samen tot stand brengen
„Alleen op de basis van het christelijk
geloof" zou het Rotterdamsche blad een
„schakeering" van „gematigden en meer
vooruitstrevenden" willen toelaten. Ja,
daar is de scheidsmuur weer
Gaat het op die wijze voort, dan zal
men in 1909 weer elkaar bestrijden op
verkeerde grondslagen bijeen, zij die
tegenover de vraagstukken van practi
sehe politiek gescheiden behoorden te
zijn, en verdeeld, zij die één moesten
wezen.
Dat ware zeer te bejammeren. Maar
in vier jaren kan nog veel gebeuren.
Da Speetwet,
De „Stand." herinnert er aan „welk
misbaar gemaakt is met het Speetwetje".
Daarom zou men meenen oordeelt
de „Stand." dat bij het optreden
XVIII.
Leon was, toen hij haar, die sedert
maanden hem te vergeefs wachtte,
wederzag, verbaasd over de verandering
die bij haar had plaats gehad. Hij ver
foeide zijn gedrag en zichzelven en
beefde voor de toekomst.
Gij lijdtzeide bij tot Maria Rosa
terwijl hij hare bleeke wangen met
kussen bedekte.
Neen, ik lijd niet meer, antwoordde
Maria Rosa met een engelachtigen
glimlach, en zij zag er zoo opgewekt
uit, hare oogen stonden zoo helder en
vroolijk, dat hare vrienden, de heer
Gauthier en zijne vrouw, en zelfs Leon
door den schijn misleid, aan hare beter
schap begonnen te gelooven.
Thans wilde Léon, die zijne fouten
herstellen wilde, geen enkelen dag zonder
Maria Rosa doorbrengen en geen. oogen
van een ministerie van links het Speet-
wetje fluks zou worden ingetrokken
Misgeraden. Minister Veegens zegt in
zijn Memorie van Antwoord op Hoofd
stuk X, dat intrekking van het wetje
vooralsnog niet gewenscht is. En hij
voegt er nog bij „In verschillende ge
meenten kan de hulp van vrouwen bij
het haringspeten na des avonds 10 uur
nog niet worden gemist."
Wat zullen nu de sociaal-democraten
doen Hoe zal de heer Borgesius zioh
houden
't Wordt voor de heeren een lastig
geval. Immers, minister Veegens laat
duidelijk uitkomen, dat het zoo gesmade
Speetwetje goed heeft gewerktdat
onder den invloed daarvan in enkele
gemeenten de nachtarbeid niet meer
noodig is.
Zullen de heeren, die zoo'n misbaar
maakten over het Speetwetje, nu er
kennen, dat zij althans op dit punt on
ridderlijk en niet nobel tegen dr. Kuy-
per zijn opgetreden Als dat gebeurt,
zullen wij het met vette letters in ons
blad afdrukken. Maar 't zal, vreezen we,
niet noodig zijn.
Arbeidersverzekering.
„De Vaderlander" acht de verzekering
omtrent de arbeidersverzekering door
minister Veegens in de Kamer gegeven,
voor de arbeiders van groote waarde.
Ten eerste zal de invaliditeits- en
ouderdomsverzekering, die hij beoogt,
allerminst grootendeels door de arbeiders
zeiven betaald worden ten tweede ver
namen wij, dat de invaliditeits en ouder
domsverzekering, evenals de voorziening
der financiën, niet eerst op het einde
van de vierjarige periode zal worden
ingediend, maar zóó tijdig, dat voor de
Kamer de noodige tijd tot afdoening
beschikbaar zal zijn.
Het begint al meer en meer te blijken,
dat de arbeider, die pensioen wou heb
ben, niet beter kon doen, dan het vorige
kabinet te doen vallen. En het is dan
ook niet te verwonderen, dat trots de
antithese er al vele katholieke arbeiders
in Enschede hebben meegewerkt tot de
verkiezing van den heer Van Kol.
Van Vliet en Passtoors mogen dan
opgetogen zijn over de coalitie en het
antithese-gedoe de arbeiders dachten er
voor een deel anders over, en zullen er
allen anders over gaan denken, wanneer
ze inzien waarom men hunne organisa
ties zoover ze kerkelijk zijn, niet vrij
laat, maar stelt onder de voogdij van
geestelijke adviseurs, die eigenlijk con
troleurs of nog anders moesten heeteD.
Maar de kerkelijken zien maar al te
goed in, dat zoodra ze hunne adviseurs
in de arbeidersorganisaties zouden moe
ten missen, er voor iedere antithese
eerder daarin plaats is dan die van
Kuyper.
Spoorwegparsoneel.
Inzake het spoorwegpersoneel veree-
nigt zich de minister blijkens de Me
morie van Antwoord geheel met de
meening van den minister van financiën
dat hierin niet diep kan worden inge
gaan zonder het vraagstuk der staats
exploitatie aan te raken. Intusschen wil
hjj gaarne binnen de grenzen van het
bereikbare, maatregelen in het belang
van het spoorwegpersoneel bevorderen.
Dat bij de totstandkoming ook de
thans geldende regeling betreffende
dienst en rusttijden van dat personeel
de Zondagsrust in naam uitgebreid, maar
feitelijk zou zijn ingekrompen, wordt
door den minister betwist.
Publicatie na het nader advies der
enquête-commissie acht de minister
vooralsnog niet wenschelijk, doch eenige
exemplaren daarvan zijn met de opmer
kingen daaromtrent van de spoorweg
maatschappijen ter griffie neergelegd,
uitsluitend ter kennisneming van de
leden der Kamer.
De minister wenscht thans, nu binnen
ten hoogste 1J/8 jaar de thans figeerende
reglementen zullen moeten worden her
zien, tevens het initiatief te nemen tot
wijziging daarvan, teneinde de scheids
gerechten de bevoegdheid toe te kennen, 1
om uitspraak te doen omtrent een niet
op verzoek verleend eervol ontslag. Dat
de indeeling van het personeel in groe
pen ongunstig op den dienst zou werken,
is hem niet gebleken. i
De wenschelijkheid eener enquête
omtrent den toestand van het personeel
i der locaalspoorwegen en tramwegen is
1 nog in overweging,
j De Staatsspoorweg Exploitatie-Mij.
heeft zioh tegenover den minister bereid
verkiaard, voor het voormalig Rijn
spoorweg-personeel opnieuw de gelegen
heid open te stellen tot overgang tot
haar gewoon personeel. Een beperkter
dienstregeling, welke meer Zondagsrust
aan het personeel zou verschaffen, is
zeer bezwaarlijk in te voeren.
dat de derde herhalingsoefening vervalt
en art. 111 der Militie wet zoodanig te
wijzigen, dat sub I wordt gelezen
„bij de onbereden korpsen in het ge
heel voor acht weken, verdeeld over
ten hoogste twee perioden".
Aan het adres is eene memorie van
toelichting toegevoegd.
Naar wordt gemeld, zijn kortgeleden
door den minister van binnenlandsche
zaken aan de Gedeputeerde Staten der
onderscheidene provinciën eenige vragen
gedaan betreffende de uitvoering van
art. 8, le lid, der "Woningwet, welke
schijnen aan te duiden, dat een wets
voorstel tot nieuwe verlenging van
den bjj genoemd le lid gestelden termijn
eerlang mag worden verwacht.
Vrouwenkiesrecht.
Wijziging marinebegrooting 1904.
In een nota zegt de minister dat aan
het voornemen om de „Koningin Wilhel-
miDa" in 1903 in herstelling op te nemen
geen gevolg kon worden gegeven, doch
dat dit eerst in 1904 kon geschieden.
Vandaar dat de kosten ten laste van dat
jaar kwamen. Er bestaat dan ook geen
redelijke grond voor den indruk dat bij
de raming niet de noodige nauwkeurig
heid zou zijn betracht. In dit verband
wenscht de minister evenwel de aan
dacht der Kamer te vestigen op het feit,
dat verschil moet worden gemaakt tus-
schen de ramingen, die ten grondslag
liggen aan de begrootings-aanvragen en
de naders ramingen waarop de uitvoe
ring der werken berust.
Ter beantwoording der vraag of de
kosten tot herstelling van de door Hr.
Ms. pantserdekscbepen „Utrecht" en
„Gelderland" beloopen averij gebleken
zijn overeen te komen met de betreffende
begrooting voor het loopeude dienstjaar
dienaangaande verstrekte mededeeling,
kan thans worden geconstateerd dat
bedoelde kosten geweest zijn voor de
„Utrecht" f 47,213 in plaats van f 53,000
en voor de „Gelderland" f 12,305 in
plaats van f 15,000.
De Vereeniging voor Vrouwenkies
recht hield Zaterdag te Groningen haar
12e algemeene vergadering onder leiding
van mevr. dr. Aletta Jacobs. In haar
openingstoespraak wees de presidente
op het belangrijke van het jaar 1905
voor de vereeniging, omdat de partij van
het blanco-artikel aan de stembus heeft
gezegevierd en daardoor een regeering
is gekregen die grondwetsherziening aan
de orde zal stellen, een toezegging dia
tevens de bedoeling heeft alles wat de
invoering van vrouwenkiesrecht belem
mert, uit de grondwet te nemen.
Het jaarverslag meldde dat het leden
tal in 1904 met 300 is toegenomen en
thans 1800 bedraagt. Medegedeeld werd
dat een geschikte propagandiste is ge
vonden. Met voldoening werd geconsta
teerd, dat de bladen voor en na iets uit
het „Maandblad" overnemen.
De kapitein G. C. A. Fabius, van
het zesde reg. infanterie, is vanaf
16 December gedetacheerd aan de nor
maal schietschool te 's Gravenhage, tot
het samenstellen van een nieuw schiet-
voorschrift.
Zooals men weet is de heer Fabius
de vinder en verdediger van een nieuw
systeem om den soldaat vlug en scherp
te leeren richten en schieten. De me
thode van kapitein Fabius, bekend als
snel-eoördinatie, vond tot nu toe hooge
bestrjjding. De tegenwoordige minister
schijnt de belangrijkheid vau het
systeem-Fabius te erkennen.
Het oentraal-bestuur van den „Ned.
R. K. Volksbond" geeft in een adres
aan de Tweede Kamer te kennen, dat
j het met belangstelling heeft kennis ge
nomen van het in de jongste Troonrede
vermelde, omtrent het streven naar een
verkorting van den diensttijd. Het richt
tot de Kamer het verzoek, dien ver
korten diensttijd zoodanig te doen zijn,
blik laten voorbij gaan om haar in het
openbaar als zijne vrouw te laten her
kennen, al mocht hij zich aan de woede j
zijner moeder blootstellen, en hij vertrok j
vaster dan ooit besloten. j
Hij kwam niet vóór den volgenden
dag terug.
Noem haar met mijn naam, zeide
hij tot zijne vrienden thans weet mijne
moeder alles.
Hebt gij gesproken vroeg Maria
Rosa bevende.
Ik durfde dat niet, antwoordde
Leon, maar ik heb geschreven. Op dit
uur wordt mijn brief gelezen, en kom
ik hier om den moed te vinden, dien
ik behoef om het antwoord te gaan
halen. Hoe dat ook luide, wij zullen
elkander niet meer verlaten. Mijn va
derlijk erfdeel is genoeg voor ons beiden
om onbekommerd te leven, en als het
ongeluk wil, dat moeder mij terugstoot,
mij uit haar hart sluit en onterft, zal
ik tenminste haar vermogen niet be
treuren.
De beide echtelieden gaven zich aldus
aan de zoetste hoop over en de tijd ging
snel voorbij tot het uur sloeg dat Leon
naar mevrouw d'Estourville moest terug-
keeren.
Morgen, morgen, voor altijd de
uwe 1 zeide hij, terwijl hij Maria Rosa
in zijne armen sloot.
Hij vertrok, na alvorens een teeder
afscheid vanzijnzoon genomen te hebben.
Maria Rosa, die hem halverwege den
trap vergezeld had, ging weder spoedig
naar boven om haar venster te openen
en hem te zien vertrekken.
Ofschoon het heel donker was, kon
zij hem nog met de oogen volgen, toen
zij bij het flauwe licht van een straat
lantaarn zag dat een man hem van ach
teren aanviel, hem een slag toebracht
Onder betrekkelijk ongunstige om
standigheden zijn Woensdag en Donder
dag ji. de eerste beproevingen van de
onderzee-torpedoboot begonnen. Nevel
achtig weer en woelige zee waren oor
zaak dat Woensdag een proef van 12
uur stoomen aan de oppervlakte moest
worden afgebroken ten gevolge van de
zeeziekte der bemanning. Ook Donder
dag was het nevelachtige weer oorzaak,
dat de onderwater stoomende boot de
schijf, waarop een torpedo moest wor
den afgevuurd, niet kon zien en deze
voorbij voer.
Op 2 mijlen afstand voor de schijf
dook de boot onder, kwam nog even
boven, alleen de commandotoren, om
zich voor het schot nog eens te oriën-
teeren, dook daarna weder onder, doch
voer de schijf voorbij. Als de boot on-
en vervolgens op den loop ging. Zij zag
Leon nederstorten.
Eenige buren, opgeschrikt door de
kreten, welko Maria Rosa slaakte, waren
reeds naar de plaats gesneld waar de
aanslag plaats had, toen Maria Rosa er
zelve aankwam.
Haar ziende, stak Leon haar zijn
armen toe de ongelukkige wierp er
zich in.
Wat ben ik gelukkig dat ik u nog
mag wederzien I zeide hij met zulk een
zwakke stem, dat men het nauwelijks
verstaan konkom mede, ga met mij
naar mijne moederik wil tot mijne
moeder gebracht worden.
Doe in 's hemels naam wat hjj
wil 1 riep Maria Rosa, zich tot de me
nigte wendende.
{Slot volgt.)